SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Belatamin 100 mg/ml oplossing voor injectie
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
Het diergeneesmiddel kan, in combinatie met een sedativum, gebruikt worden voor:
- Immobilisatie
- Sedatie
- Algehele anesthesie
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met:
- ernstige hypertensie,
- cardio-respiratoire aandoeningen,
- lever- of nierinsufficiëntie.
- glaucoom.
- eclampsie of pre-eclampsie.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of (één van) de hulpstoffen. Het diergeneesmiddel in geen enkele doeldiersoort als enig anestheticum gebruiken.
Niet gebruiken bij chirurgische ingrepen van de pharynx, larynx, trachea of bronchiaalboom, indien voldoende relaxatie niet gewaarborgd kan worden door toediening van een spierverslapper (noodzakelijke intubatie).
Niet gebruiken bij oogoperaties.
Niet gebruiken bij dieren die een myelogram procedure ondergaan.
4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is Voor zeer pijnlijke en grote chirurgische ingrepen alsook voor het onderhouden van de anesthesie is een combinatie met injecteerbare of inhaleerbare anesthetica nodig.
Omdat de voor chirurgische ingrepen noodzakelijke spierrelaxatie niet door ketamine alleen kan worden bereikt, dienen gelijktijdig extra spierontspanners te worden toegediend.
Voor een betere anesthesie of een langer effect kan ketamine met alfa-2-receptoragonisten, anesthetica, neuroleptanalgetica, tranquilizers en inhalatie-anesthetica worden gecombineerd.
4.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Neuroleptica, tranquillizers en chlooramfenicol versterken het anesthetische effect van ketamine.
Barbituraten, opiaten en diazepam kunnen de recoverytijd verlengen.
Er kunnen cumulatieve effecten optreden. Een verlaging van de dosis van één of beide middelen kan noodzakelijk zijn.
Een verhoogd risico op hartritmestoornissen is mogelijk wanneer ketamine wordt gebruikt in combinatie met thiopental of halothaan. Halothaan verlengt de halfwaardetijd van ketamine.
De gelijktijdige intraveneuze toediening van een spasmolytisch middel kan een collaps veroorzaken. Theofylline kan, wanneer het met ketamine wordt toegediend, een toename van epileptische aanvallen veroorzaken.
Wanneer detomidine samen met ketamine wordt gebruikt, is de recovery langzamer dan wanneer ketamine alleen wordt gebruikt. Zie ook rubriek 4.4 “Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is”.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Voor langzame intraveneuze en intramusculaire toediening. Bij laboratoriumdieren is intraperitoneale toediening ook mogelijk. Ketamine moet gecombineerd worden met een sedativum.
Een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht komt overeen met 0,1 ml van een 100 mg/ml oplossing per kg lichaamsgewicht.
Intramusculaire toediening: er mag niet meer dan 20 ml worden toegediend op één intramusculaire injectieplaats.
Het effect van ketamine kan sterk verschillen tussen individuen. Daarom dient een individuele aanpassing van de dosering te gebeuren, afhankelijk van factoren zoals de leeftijd en de conditie van het dier, en de gewenste diepte en duur van de anesthesie.
Zorg ervoor dat het dier voldoende gesedeerd is voordat ketamine wordt toegediend.
De onderstaande doseringsadviezen vermelden de mogelijke combinaties met ketamine. Het gelijktijdig gebruik van andere pre-anesthetica, anesthetica of sedativa moet worden onderworpen aan een baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Hond
Combinatie met xylazine of medetomidine
Xylazine (1,1 mg/kg IM) of medetomidine (10 tot 30 µg/kg IM) kan gecombineerd worden met ketamine (5 tot 10 mg/kg, overeenkomend met 0,5 tot 1 ml/10 kg IM) voor kortdurende anesthesie van
25 tot 40 min. De dosis ketamine kan aangepast worden naargelang van de gewenste duur van de operatie.
Bij intraveneuze toediening moet de dosis worden verlaagd tot 30 - 50 % van de aanbevolen intramusculaire dosis.
Kat
Combinatie met xylazine:
Xylazine (0,5 tot 1,1 mg/kg IM), eventueel in combinatie met atropine, wordt 20 minuten voor ketamine toegediend (11 tot 22 mg/kg IM, overeenkomend met 0,11 tot 0,22 ml/kg IM).
Combinatie met medetomidine:
Medetomidine (10 tot 80 µg/kg IM) kan gecombineerd worden met ketamine (2,5 tot 7,5 mg/kg IM, overeenkomend met 0,025 tot 0,075ml/kg IM). De dosis ketamine moet verlaagd worden als de dosis medetomidine verhoogd wordt.
Paard
Combinatie met detomidine:
Detomidine toedienen in een dosis van 20 µg/kg IV, en 5 minuten later een dosis ketamine van 2,2 mg/kg via snelle IV-injectie toedienen (2,2 ml/100 kg IV).
De anesthesie werkt geleidelijk. Het duurt ongeveer 1 minuut voor het dier gaat liggen. Het anesthetisch effect houdt ongeveer 10 tot 15 minuten aan.
Combinatie met xylazine:
Xylazine in een dosis van 1,1 mg/kg IV, gevolgd door ketamine in een dosis van 2,2 mg/kg IV (2,2 ml/100 kg IV).
De anesthesie werkt geleidelijk. Het duurt ongeveer 1 minuut voor het dier gaat liggen. De duur van het anesthetisch effect varieert en houdt ongeveer 10 tot 30 minuten aan, maar gewoonlijk minder dan
20 minuten.
Na injectie gaat het paard uit zichzelf liggen. Indien er gelijktijdig een afzonderlijke spierontspanning nodig is, kunnen spierontspanners worden toegediend bij het liggende dier tot het paard de eerste tekenen van ontspanning vertoont.
Rund
Combinatie met xylazine:
Intraveneus gebruik:
Volwassen runderen kunnen gedurende een korte periode geanestheseerd worden met xylazine (0,1 mg/kg IV), gevolgd door ketamine (2 mg/kg IV, overeenkomend met 2 ml/100kg IV). De anesthesie duurt ongeveer 30 minuten maar kan met 15 minuten verlengd worden door toediening van extra ketamine (0,75 tot 1,25 mg/kg IV, overeenkomend met 0,75 tot 1,25 ml/100 kg IV).
Intramusculair gebruik:
Bij intramusculaire toediening moet de dosis ketamine en xylazine verdubbeld worden.
Schaap, geit
Intraveneus gebruik:
Ketamine in een dosis van 0,5 tot 22 mg/kg IV, overeenkomend met 0,05 tot 2,2 ml/10 kg IV, afhankelijk van het gebruikte sedativum.
Intramusculair gebruik:
Ketamine in een dosis van 10 tot 22 mg/kg IM, overeenkomend met 1,0 tot 2,2 ml/10 kg IM, afhankelijk van het gebruikte sedativum.
Varken
Combinatie met azaperone:
Ketamine in een dosis van 15 - 20 mg/kg IM (1,5 - 2 ml/10 kg) en 2 mg/kg azaperone IM.
Bij varkens van 4 - 5 maanden oud, na toediening van 2 mg/kg azaperone en 20 mg/kg ketamine IM, treedt het anesthetisch effect na ongeveer 29 minuten in en houdt het anesthetisch effect ongeveer 27 minuten aan.
Laboratoriumdieren
Combinatie met xylazine
Konijn: xylazine (5-10 mg/kg IM) + ketamine (35-50 mg/kg IM, overeenkomend met 0,35 tot 0,50 ml/kg IM)
Rat: xylazine (5-10 mg/kg IP, IM) + ketamine (40-80 mg/kg IP, IM, overeenkomend met 0,4 – 0,8 ml/kg IP, IM)
Muis: xylazine (7,5-16 mg/kg IP) + ketamine (90-100 mg/kg IP, overeenkomend met 0,9 tot 1,0 ml/kg
IP)
Cavia: xylazine (0,1 tot 5 mg/kg IM) + ketamine (30-80 mg/kg IM, overeenkomend met 0,3 tot 0,8 ml/kg IM)
Hamster: xylazine (5 tot 10 mg/kg IP) + ketamine (50 tot 200 mg/kg IP, overeenkomend met 0,5 tot 2 ml/kg IP)
Onderhoudsdosis voor anesthesie:
Indien nodig, is verlenging van het effect mogelijk door herhaalde toediening van een eventueel verlaagde startdosis.
De injectieflacon kan tot 50 keer aangeprikt worden. De gebruiker moet, afhankelijk van de doeldiersoort en de toedieningsweg, het juiste formaat injectieflacon kiezen.