- Overzicht bijsluiters
- Bijsluiter
Porcilis Ery+Parvo+Lepto
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Porcilis Ery+Parvo+Lepto suspensie voor injectie voor varkens
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per dosis van 2 ml:
Werkzame bestanddelen:
Geïnactiveerde stammen van:
Erysipelothrix rhusiopathiae, serotype 2 (stam M2) ≥ 1 ppd1
Porcine parvovirus (stam 014) ≥ 130 U2
Leptospira interrogans serogroep Canicola serovar Portland-Vere
(stam Ca-12-000) ≥ 2816 U2
Leptospira interrogans serogroep Icterohaemorrhagiae serovar Copenhageni
(stam Ic-02-001) ≥ 210 U2
Leptospira interrogans serogroep Australis serovar Bratislava (stam As-05-073) ≥ 1310 U2
Leptospira kirschneri serogroep Grippotyphosa serovar Dadas (stam Gr-01-005) ≥ 648 U2
Leptospira interrogans serogroep Pomona serovar Pomona (stam Po-01-000) ≥ 166 U2
Leptospira santarosai serogroep Tarassovi serovar Gatuni (stam S1148/02) ≥ 276 U2
Adjuvans:
dl--tocoferylacetaat 150 mg
1 Pig protective dose vergeleken met een referentie bereiding met bekende bescherming in varkens.
2 Zoals bepaald in de in vitro antigene massa ELISA potency test.
Hulpstoffen:
Kwalitatieve samenstelling van hulpstoffen en andere bestanddelen |
Polysorbaat 80 |
Simeticon |
Natriumchloride |
Kaliumchloride |
Kaliumdiwaterstoffosfaat |
Natriumfosfaat dihydraat |
Water voor injecties |
Homogene witte tot gebroken witte suspensie na schudden.
3. KLINISCHE GEGEVENS
3.1 Doeldiersoort(en)
Varken voor reproductie.
3.2 Indicaties voor gebruik voor elke doeldiersoort
Voor de actieve immunisatie van varkens:
- ter vermindering van klinische verschijnselen (huidletsel en koorts) van vlekziekte bij het varken veroorzaakt door Erysipelothrix rhusiopathiae, serotype 1 en serotype 2.
- ter vermindering van transplacentale infectie, virale belasting en foetale sterfte veroorzaakt door porcine parvovirus.
- ter vermindering van klinische verschijnselen (verhoging van lichaamstemperatuur, vermindering van voeropname of activiteit), infectie en bacteriële uitscheiding veroorzaakt door L. interrogans serogroep Canicola serovar Canicola.
- ter vermindering van klinische verschijnselen (verhoging van lichaamstemperatuur, vermindering van voeropname of activiteit), ernst van infectie en foetale sterfte veroorzaakt door L. interrogans serogroep Pomona serovar Pomona.
- ter vermindering van infectie veroorzaakt door L. interrogans serogroep Icterohaemorrhagiae serovars Copenhageni en Icterohaemorrhagiae, L. interrogans serogroep Australis serovar Bratislava, L. kirschneri serogroep Grippotyphosa serovars Grippotyphosa en Bananal/Liangguang en L. weilii serogroep Tarassovi serovar Vughia en L. borgpetersenii serogroep Tarassovi serovar Tarassovi.
Aanvang van de immuniteit:
E. rhusiopathiae: 3 weken
Porcine parvovirus: 10 weken
Leptospira serogroepen: 2 weken
Duur van de immuniteit:
E. rhusiopathiae: 6 maanden
Porcine parvovirus: 1 jaar
Leptospira serogroep Australis: 6 maanden
Leptospira serogroepen Canicola, Icterohaemorrhagiae,
Grippotyphosa, Pomona en Tarassovi: 1 jaar
3.3 Contra-indicaties
Geen.
3.4 Speciale waarschuwingen
Vaccineer alleen gezonde dieren.
3.5 Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de doeldiersoort(en):
Niet van toepassing.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de bescherming van het milieu:
Niet van toepassing.
3.6 Bijwerkingen
Varken voor reproductie:
Zeer vaak | Verhoogde temperatuur1 |
Soms | Verminderde activiteit3, verminderde voerinname3 |
Zelden | Braken4, roodheid van de huid4, versnelde ademhaling4, spiertrekkingen4 |
Zeer zelden | Overgevoeligheidsreactie |
1 De gemiddelde toename was tot 0,5 ºC (in individuele gevallen was de verhoging maximaal 1,5 ºC) tot 2 dagen na vaccinatie.
2 Reacties op de plaats van injectie, die meestal bestaan uit rode, milde tot harde, niet pijnlijke zwellingen. In het algemeen kunnen de reacties op de plaats van injectie een diameter hebben van ≤ 5 cm, zeer zelden tot een diameter van 20 cm in individuele dieren. Binnen ongeveer twee weken na vaccinatie verdwijnen alle reacties op de plaats van injectie volledig.
3 De voerinname en activiteit herstellen volledig binnen een week.
4 Matige systemische reacties verdwijnen binnen enkele minuten.
Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel voortdurend worden bewaakt. De meldingen moeten, bij voorkeur via een dierenarts, worden gestuurd naar ofwel de houder van de vergunning voor het in de handel brengen of zijn lokale vertegenwoordiger ofwel de nationale bevoegde autoriteit via het nationale meldsysteem. Zie de bijsluiter voor de desbetreffende contactgegevens.
3.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Dracht en lactatie:
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.
3.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
3.9 Toedieningswegen en dosering
Laat het vaccin voor gebruik op kamertemperatuur komen.
Goed schudden voor gebruik.
Voorkom contaminatie door veelvuldig aanprikken.
Voor intramusculaire toediening.
Toediening van 1 dosis van 2 ml in de nek.
Basisvaccinatie:
Varkens die niet eerder gevaccineerd zijn dienen een eerste injectie te krijgen op 6 tot 8 weken voor de verwachte dekkingsdatum, gevolgd door een booster injectie 4 weken later.
Hervaccinatie:
Een enkelvoudige jaarlijkse hervaccinatie met het diergeneesmiddel. Om de immuniteit tegen Erysipelotrix rhusiopathiae te handhaven dient zes maanden na iedere vaccinatie met het diergeneesmiddel een enkelvoudige hervaccinatie met een Erysipelotrix rhusiopathiae bevattend vaccin plaats te vinden. In geval van een bekende infectiedruk van L. interrogans serogroep Australis dient iedere zes maanden een enkelvoudige hervaccinatie met het diergeneesmiddel gegeven te worden, aangezien het onbekend is hoe lang de immuniteitsduur van deze serogroep aanhoudt na het verstrijken van zes maanden.
3.10 Symptomen van overdosering (en, in voorkomend geval, spoedbehandeling en tegengiffen)
Bij een tweevoudige overdosering zijn geen andere ongewenste effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in rubriek 3.6.
3.11 Speciale beperkingen op het gebruik en speciale voorwaarden voor het gebruik, met inbegrip van beperkingen op het gebruik van antimicrobiële en antiparasitaire diergeneesmiddelen om het risico op ontwikkeling van resistentie te beperken
Niet van toepassing.
3.12 Wachttijd(en)
Nul dagen.
4. IMMUNOLOGISCHE GEGEVENS
4.1 ATCvet-code: QI09AL07
Dit diergeneesmiddel stimuleert de ontwikkeling van actieve immuniteit in varkens tegen E. rhusiopathiae, Porcine parvovirus, L. interrogans serogroep Canicola serovar Canicola, L. interrogans serogroep Icterohaemorrhagiae serovar Copenhageni en Icterohaemorrhagiae, L. interrogans serogroep Australis serovar Bratislava, L. kirschneri serogroep Grippotyphosa serovars Grippotyphosa en Bananal/Liangguang, L. interrogans serogroep Pomona serovar Pomona, L. weilii serogroep Tarrasovi serovar Vughia en L. borgpetersenii serogroep Tarassovi serovar Tarassovi.
5. FARMACEUTISCHE GEGEVENS
5.1 Belangrijke onverenigbaarheden
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
5.2 Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 2 jaar.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 10 uur.
5.3 Bijzondere voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in een koelkast (2 °C - 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren.
Beschermen tegen licht.
5.4 Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Polyethyleen terefthalaat (PET) injectieflacon, afgesloten met een halogeenbutyl rubberstop (type I, Ph. Eur.) en een aluminium felscapsule, à 20 ml (10 doses), 50 ml (25 doses), 100 ml (50 doses) of 250 ml (125 doses).
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 20 ml.
Kartonnen doos met 10 injectieflacons à 20 ml.
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 50 ml.
Kartonnen doos met 10 injectieflacons à 50 ml.
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 100 ml.
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 250 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
5.5 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte diergeneesmiddelen of afvalmateriaal voortkomend uit het gebruik van het diergeneesmiddel
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Maak gebruik van terugnameregelingen voor de verwijdering van ongebruikte diergeneesmiddelen of uit het gebruik van dergelijke middelen voortvloeiend afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften en nationale inzamelingssystemen die op het desbetreffende diergeneesmiddel van toepassing zijn.
6. NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Intervet International B.V.
7. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE-V502097
8. DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING
Datum van eerste vergunningverlening: 26/10/2016
9. DATUM VAN DE LAATSTE HERZIENING VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
09/12/2024
10. INDELING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Diergeneesmiddel op voorschrift.
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar in de diergeneesmiddelendatabank van de Unie (https://medicines.health.europa.eu/veterinary).