SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
CAVERJECT 10 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
CAVERJECT 20 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
CAVERJECT 10 microgram: Elke injectieflacon bevat 10 microgram alprostadil.
CAVERJECT 20 microgram: Elke injectieflacon bevat 20 microgram alprostadil.
Hulpstof met bekend effect:
CAVERJECT 10 microgram: Elke 1 ml gereconstitueerde oplossing bevat 8,4 mg benzylalcohol, equivalent aan 8,4 mg/ml.
CAVERJECT 20 microgram: Elke 1 ml gereconstitueerde oplossing bevat 8,4 mg benzylalcohol, equivalent aan 8,4 mg/ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van erectiedysfunctie met een neurogene, vasculogene, psychogene of gemengde etiologie.
Nuttige aanvulling van andere diagnostische tests bij de diagnose van erectiedysfunctie.
CAVERJECT is niet aangewezen voor gebruik bij kinderen (zie rubriek 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Gelet op de mogelijke complicaties van intracaverneuze injectie van vaso-actieve farmaca, verdient het aanbeveling dat de diagnose wordt gesteld en de initiële dosis wordt bepaald door een arts-specialist.
CAVERJECT BIJ DE DIAGNOSE VAN ERECTIEDYSFUNCTIE.
Na een intracaverneuze injectie met CAVERJECT wordt het optreden van een erectie nagegaan. Om de bloedvaten van de penis beter te kunnen onderzoeken, kan CAVERJECT eveneens worden gebruikt bij allerlei laboratoriumonderzoeken, zoals duplex- en dopplerbeeldvorming, xenonwashouttesten, radio-isotopenpenogram en arteriogram van de penis.
Hierbij dient een éénmalige dosis alprostadil te worden toegediend die een voldoende rigide erectie veroorzaakt.
INITIELE TITRATIE DOOR DE ARTS-SPECIALIST
De eerste inspuiting van CAVERJECT moet door medisch personeel in het kabinet van de arts worden gegeven.
De patiënt dient in het kabinet van de arts te blijven totdat volledige detumescentie van de penis is bekomen. Tijdens titratie mogen niet meer dan twee doses binnen een periode van 24 uur worden gegeven. Na het optreden van een gedeeltelijke erectie dient men minstens 1 dag te wachten alvorens een volgende dosis toe te dienen. Indien geen erectie wordt bekomen, is het eveneens aanbevolen minstens 1 dag te wachten.
Erectiele dysfunctie met een vasculogene, psychogene of gemengde etiologie.
Hierbij wordt gewoonlijk een startdosis van 2,5 microgram alprostadil aanbevolen. Indien met deze dosis slechts een gedeeltelijke respons wordt verkregen mag de dosis worden verhoogd tot 5 microgram. Daarna dient de dosis stapsgewijs te worden verhoogd met 5 tot 10 microgram tot een erectie optreedt die voldoende is voor seksuele betrekkingen. Het is aanbevolen dat de duur van de erectie met de toegediende dosis niet langer is dan één uur. De patiënt dient in het kabinet van de arts te blijven totdat volledige detumescentie van de penis is bekomen.
Wanneer geen erectie wordt verkregen met de startdosis van 2,5 microgram alprostadil, mag de dosis worden verhoogd tot 7,5 microgram gevolgd door een opwaartse dosistitratie in stappen van 5 tot 10 microgram. Na het optreden van een (gedeeltelijke) erectie dient men minstens 1 dag te wachten alvorens een volgende dosis toe te dienen. Indien geen erectie wordt bekomen, is het eveneens aanbevolen minstens 1 dag te wachten.
Erectiele dysfunctie van neurogene aard (ruggenmergtrauma)
Hierbij wordt gewoonlijk een startdosis van 1,25 microgram alprostadil aanbevolen, eventueel verhoogd tot 2,5 microgram. Daarna mag de dosis worden verhoogd met 2,5 microgram tot een dosis van 5 microgram, gevolgd door een opwaartse dosistitratie in stappen van 5 microgram tot een erectie optreedt die voldoende is voor seksuele betrekkingen. Het is aanbevolen dat de duur van de erectie met de toegediende dosis niet langer is dan één uur. De patiënt dient in het kabinet van de arts te blijven totdat volledige detumescentie van de penis is bekomen. Na het optreden van een (gedeeltelijke) erectie dient men minstens 1 dag te wachten alvorens een volgende dosis toe te dienen. Indien geen erectie wordt bekomen, is het eveneens aanbevolen minstens 1 dag te wachten.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het doseringsschema in functie van de etiologie:
| Neurogene etiologie | Vasculogene, psychogene of gemengde etiologie |
Startdosis | 1,25 microgram | 2,5 microgram |
Tweede dosis | 2,5 microgram | Gedeeltelijke respons: 5 microgram |
Derde dosis | 5,0 microgram |
|
Verdere | per 5,0 microgram | per 5 tot 10 microgram |
Tijdens klinische studies met CAVERJECT werden patiënten behandeld met doses van 0,2 tot 140 microgram. Meer dan 80% van de behandelde patiënten kregen een erectie die voldoende was voor seksuele betrekkingen.
Pediatrische patiënten
CAVERJECT mag niet worden gebruikt bij pediatrische patiënten (zie rubriek 4.3 Contra-indicaties en 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik, benzylalcohol).
Wijze van toediening
ONDERHOUDSBEHANDELING
Mits voldoende oefening en onderricht mag CAVERJECT thuis worden toegediend. Indien de patiënt van plan is om het geneesmiddel bij zichzelf toe te dienen, moet de arts zijn vaardigheid en bekwaamheid bij de procedure beoordelen. De intracaverneuze injectie dient op aseptische wijze te gebeuren.
De dosis die voor zelf‑injectie wordt gekozen moet de patiënt een erectie geven die voldoende is voor seksuele betrekkingen. Het is aanbevolen dat de duur van de erectie met de toegediende dosis niet langer is dan één uur. Indien de erectie langer dan 1 uur aanhoudt, dient de dosis te worden verminderd. De zelfinjectietherapie dient te worden gestart met de door de arts-specialist vastgelegde dosis. In het algemeen wordt hierbij een zo laag mogelijke, werkzame dosis gebruikt. De arts moet nochtans bij het bepalen van de dosis voor zelf‑injectie rekening houden met de wensen van de individuele patiënt. Indien gewenst en enkel na overleg met de arts mag de dosis worden aangepast volgens de hierboven beschreven titratie-richtlijnen.
Een zorgvuldige en regelmatige opvolging van de patiënt, vooral bij het initiëren van de zelf-injectie, kan aangewezen zijn mocht een aanpassing van de dosis vereist zijn. Aangezien 99% van de patiënten in de klinische studies met CAVERJECT maximaal 60 microgram kregen toegediend, zijn doses van meer dan 60 microgram alprostadil niet aanbevolen.
De gebruikelijke maximale aanbevolen toedieningsfrequentie is één maal per dag en niet meer dan drie maal per week. De gereconstitueerde oplossing is bedoeld voor eenmalig gebruik. Eventuele overschotten mogen niet worden bijgehouden. Aan de patiënt moet worden uitgelegd hoe hij het flesje, het spuitje en naalden veilig kan weggooien. Het is aanbevolen dat de patiënt tijdens de zelfinjectietherapie de behandelende arts consulteert om de 3 à 4 maanden. Bij deze gelegenheid dienen de doeltreffendheid en veiligheid van de behandeling te worden gerevalueerd en kan de dosis worden aangepast indien nodig (in een bepaalde klinische studie was dit bij meer dan 57% van de patiënten het geval). De doeltreffendheid van CAVERJECT op lange termijn werd bestudeerd in een zelf-injectiestudie zonder controlegroep. Na een periode van 6 maanden bedroeg de gemiddelde CAVERJECT dosis ongeveer 20 microgram.
BEREIDING VAN DE OPLOSSING
Het gelyofiliseerd poeder is verpakt in een flacon van 5 ml. Het bijgevoegde bacteriostatisch water voor injectie (0.945 % benzylalcohol) van 1 ml wordt toegevoegd aan de flacon. Na reconstitutie met 1 ml bacteriostatisch water voor injectie bevat de oplossing 10 of 20 microgram alprostadil per milliliter, 173 milligram per ml lactose en 47 microgram per ml natriumcitraat. Na reconstitutie mogen geen bijkomende producten meer aan de flacon worden toegevoegd.
Parenterale geneesmiddelen moeten voor toediening visueel onderzocht worden op eventuele aanwezigheid van partikels en verkleuring.
INSPUITING VAN DE OPLOSSING IN DE PENIS
CAVERJECT wordt rechtstreeks intracaverneus toegediend. Hiervoor wordt een naald van 27 tot 30 Gauge 1/2 inch aanbevolen.
De injectieplaats bevindt zich gewoonlijk op de dorso-laterale lijn in het proximale deel van de penis. De injectieplaats dient te worden ontsmet met een alcoholdoekje. Het is aanbevolen geregeld van injectieplaats te veranderen en, indien mogelijk, afwisselend de linker- en rechterzijde van de penis aan te prikken. Het injecteren in zichtbare bloedvaten dient te worden vermeden.
4.3 Contra-indicaties
Intracaverneus alprostadil mag niet worden gebruikt bij
patiënten met een overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
patiënten met neiging tot priapisme t.g.v. sikkelcelanemie of latente sikkelcelziekte (zonder anemie), multipel myeloom of leukemie
patiënten met anatomische afwijkingen van de penis, zoals angulatie, phimosis, caverneuze fibrose en de ziekte van Peyronie
patiënten met een penisprothese
mannen bij wie seksuele activiteiten afgeraden worden of tegenaangewezen zijn
prematuren of pasgeborenen (zie rubriek 4.4) en kinderen.
4.8 Bijwerkingen
De meest frequente bijwerking na intraveneuze injectie was pijn in de penis. 30 % van de patiënten meldde deze pijn minstens één maal. 11 % van de toegediende injecties waren geassocieerd met pijn. In de meeste gevallen werd de pijn als mild of matig ervaren. 3 % van de patiënten onderbrak de behandeling wegens pijn.
Een penisfibrose (inclusief angulatie, fibrotische nodules en ziekte van Peyronie) werd beschreven bij 3 % van de patiënten die aan klinische studies deelnamen. In één studie met zelfinjectie waarbij de gebruiksduur tot 18 maand bedroeg, was de incidentie van penisfibrose hoger, ongeveer 8%.
Hematomen en ecchymosen op de injectieplaats, die eerder verband houden met de injectietechniek dan met de effecten van alprostadil, kwamen voor bij respectievelijk 3 % en 2% van de patiënten.
Bij 4 % van de patiënten ontwikkelde zich een langdurige erectie (een erectie die 4 tot 6 uur duurt). Priapisme (een pijnlijke erectie die langer dan 6 uur duurt) werd gemeld bij 0,4 % van de patiënten. In de meeste gevallen verdween deze spontaan.
Bijwerkingen, die gedurende de klinische studies en na het op de markt brengen werden gemeld, worden beschreven in onderstaande tabel, frequenties zijn: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). De bijwerkingen zijn binnen elke frequentiecategorie en systeem/orgaanklasse vermeld in volgorde van afnemende medische ernst.
Systeem/orgaanklasse | Zeer vaak | Vaak | Soms | Niet bekend |
Infecties en parasitaire aandoeningen |
|
| mycoses, verkoudheid |
|
Zenuwstelselaandoeningen |
|
| presyncope, hypo-esthesie, overgevoeligheid, hoofdpijn | cerebrovasculair accident |
Oogaandoeningen |
|
| mydriasis |
|
Hartaandoeningen |
|
| supraventriculaire extrasystolen | myocardischemie |
Bloedvataandoeningen |
| hematomen | aderlijke bloeding, hypotensie*, vasodilatatie, perifere vasculaire stoornis, vaatziekten |
|
Maagdarmstelselaandoeningen |
|
| nausea, droge mond |
|
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| erytheem | rash, hyperhidrose, pruritus |
|
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen |
| spierkrampen | heup- of rugpijn, zwakte van de bilspieren, pijn in de billen, benen en het abdomen |
|
Nier- en urinewegaandoeningen |
|
| urethrale bloeding, hematurie, dysurie, pollakisurie, mictiedrang |
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | pijn in de penis | ziekte van Peyronie, penisaandoeningen, langdurige erectie | priapisme, pijn in het bekken, testiculaire massa, spermatokèle, testiculaire zwelling, testiculair oedeem, testiculaire stoornissen, pijn in het scrotum, erytheem van het scrotum, oedeem van het scrotum, testiculaire pijn, scrotumaandoening, pijnlijke erectie, balanitis, phimosis, erectiestoornissen, abnormale ejaculatie |
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen |
| hematomen op de injectieplaats, hematomen, ecchymoses | hemorragie, hemorragie op de injectieplaats, ontsteking, ontsteking op de injectieplaats, warmtegevoel op de injectieplaats, oedeem op de injectieplaats, zwelling van de injectieplaats, pijn op de injectieplaats, irritatie van de injectieplaats, asthenie, gevoelloosheid op de injectieplaats, oedeem, perifeer oedeem, pruritus op de injectieplaats, pijn of beklemd gevoel, griepsyndroom |
|
Onderzoeken |
|
| verhoogde creatinineserumwaarden, gedaalde bloeddruk, verhoogd hartritme* |
|
*Dosisafhankelijke hemodynamische wijzigingen werden waargenomen zoals bloeddrukdaling en versnelde polsslag, respectievelijk bij doses van meer dan 20 of 30 microgram. Deze wijzigingen waren gewoonlijk klinisch onbelangrijk: slechts 3 van de 1712 patiënten in de klinische studies staakten de behandeling omwille van het optreden van symptomatische hypotensie.
Bij sommige patiënten kunnen de systemische bijwerkingen eerder te wijten zijn aan de inspuitingsprocedure dan aan de farmacologische eigenschappen van alprostadil. De resultaten van serum- en urineanalyses werden niet beïnvloed door het gebruik van CAVERJECT.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten www.fagg.be - Afdeling Vigilantie: Website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg-afmps.be.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer NV/SA, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België.
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
CAVERJECT 10 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (in voorgevulde spuit): BE170021
CAVERJECT 20 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (in voorgevulde spuit): BE170003
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
07/2024
24D22
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1181775 | CAVERJECT PULV LYOPH 1X20UG SER INJ | G04BE01 | € 25,71 | - | Ja | - | - |
1322460 | CAVERJECT PULV LYOPH 5X10UG SER INJ | G04BE01 | € 63,47 | - | Ja | - | - |
1322478 | CAVERJECT PULV LYOPH 5X20UG SER INJ | G04BE01 | € 81,63 | - | Ja | - | - |