e-bijsluiter

nl
  • fr
  • de
Wetenschappelijke bijsluiter
  • Overzicht bijsluiters
  • Bijsluiter
Terug naar zoekresultaten
UitvouwenToevouwen

Porcilis Ery+Parvo+Lepto

UitvouwenToevouwen
Afdrukken

BIJSLUITER

Inhoud van deze bijsluiter
  • 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
  • 2. SAMENSTELLING
  • 3. DOELDIERSOORT(EN)
  • 4. INDICATIES VOOR GEBRUIK
  • 5. CONTRA-INDICATIES
  • 6. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
  • 7. BIJWERKINGEN
  • 8. DOSERING VOOR ELKE DIERSOORT, TOEDIENINGSWIJZEN EN TOEDIENINGSWEGEN
  • 9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
  • 10. WACHTTIJD(EN)
  • 11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
  • 12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
  • 13. INDELING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
  • 14. NUMMERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VERPAKKINGSGROOTTEN
  • 15. DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
  • 16. CONTACTGEGEVENS

1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL

Porcilis Ery+Parvo+Lepto suspensie voor injectie voor varkens

2. SAMENSTELLING

Per dosis van 2 ml:

Werkzame bestanddelen:
Geïnactiveerde stammen van:
Erysipelothrix rhusiopathiae, serotype 2 (stam M2)              ≥ 1 ppd1
Porcine parvovirus (stam 014)                    ≥ 130 U2
Leptospira interrogans serogroep Canicola serovar Portland-Vere
(stam Ca-12-000)              ≥ 2816 U2
Leptospira interrogans serogroep Icterohaemorrhagiae serovar Copenhageni   
(stam Ic-02-001)               ≥ 210 U2
Leptospira interrogans serogroep Australis serovar Bratislava (stam As-05-073)  ≥ 1310 U2
Leptospira kirschneri serogroep Grippotyphosa serovar Dadas (stam Gr-01-005)  ≥ 648 U2
Leptospira interrogans serogroep Pomona serovar Pomona (stam Po-01-000)  ≥ 166 U2
Leptospira santarosai serogroep Tarassovi serovar Gatuni (stam S1148/02)   ≥ 276 U2

Adjuvans:
dl--tocoferylacetaat 150 mg

1 Pig protective dose vergeleken met een referentie bereiding met bekende bescherming in varkens.
2 Zoals bepaald in de in vitro antigene massa ELISA potency test.

Homogene witte tot gebroken witte suspensie na schudden.

3. DOELDIERSOORT(EN)

Varken voor reproductie.

4. INDICATIES VOOR GEBRUIK

Voor de actieve immunisatie van varkens:
- ter vermindering van klinische verschijnselen (huidletsel en koorts) van vlekziekte bij het varken veroorzaakt door Erysipelothrix rhusiopathiae, serotype 1 en serotype 2.
- ter vermindering van transplacentale infectie, virale belasting en foetale sterfte veroorzaakt door porcine parvovirus.
- ter vermindering van klinische verschijnselen (verhoging van lichaamstemperatuur, vermindering van voeropname of activiteit), infectie en bacteriële uitscheiding veroorzaakt door L. interrogans serogroep Canicola serovar Canicola.
- ter vermindering van klinische verschijnselen (verhoging van lichaamstemperatuur, vermindering van voeropname of activiteit), ernst van infectie en foetale sterfte veroorzaakt door L. interrogans serogroep Pomona serovar Pomona.
- ter vermindering van infectie veroorzaakt door L. interrogans serogroep Icterohaemorrhagiae serovars Copenhageni en Icterohaemorrhagiae, L. interrogans serogroep Australis serovar Bratislava, L. kirschneri serogroep Grippotyphosa serovars Grippotyphosa en Bananal/Liangguang en L. weilii serogroep Tarassovi serovar Vughia en L. borgpetersenii serogroep Tarassovi serovar Tarassovi.

Aanvang van de immuniteit:
E. rhusiopathiae:               3 weken.
Porcine parvovirus:             10 weken.
Leptospira serogroepen:             2 weken.

Duur van de immuniteit:
E. rhusiopathiae:               6 maanden.
Porcine parvovirus:             1 jaar.
Leptospira serogroep Australis:         6 maanden.
Leptospira serogroepen Canicola, Icterohaemorrhagiae,
Grippotyphosa, Pomona en Tarassovi:       1 jaar.

5. CONTRA-INDICATIES

Geen.

6. SPECIALE WAARSCHUWINGEN

Speciale waarschuwingen:
Vaccineer alleen gezonde dieren.

Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

Dracht en lactatie:
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.

Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.

Overdosering:
Bij een tweevoudige overdosering zijn geen andere ongewenste effecten bekend dan die genoemd in rubriek “Bijwerkingen”.

Belangrijke onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.

7. BIJWERKINGEN

Varken voor reproductie:

Zeer vaak
(>1 dier/10 behandelde dieren):

Verhoogde temperatuur1
Zwelling op de injectieplaats2

Soms
(1 tot 10 dieren/1.000 behandelde dieren):

Verminderde activiteit3, verminderde voerinname3

Zelden
(1 tot 10 dieren/10.000 behandelde dieren):

Braken4, roodheid van de huid4, versnelde ademhaling4, spiertrekkingen4

Zeer zelden
(<1 dier/10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde meldingen):

Overgevoeligheidsreactie

1 De gemiddelde toename was tot 0,5 ºC (in individuele gevallen was de verhoging maximaal 1,5 ºC) tot 2 dagen na vaccinatie.
2 Reacties op de plaats van injectie, die meestal bestaan uit rode, milde tot harde, niet pijnlijke zwellingen. In het algemeen kunnen de reacties op de plaats van injectie een diameter hebben van ≤ 5 cm, zeer zelden tot een diameter van 20 cm in individuele dieren. Binnen ongeveer twee weken na vaccinatie verdwijnen alle reacties op de plaats van injectie volledig.
3 De voerinname en activiteit herstellen volledig binnen een week.
4 Matige systemische reacties verdwijnen binnen enkele minuten.

Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel voortdurend worden bewaakt. Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het geneesmiddel niet heeft gewerkt, neem dan in eerste instantie contact op met uw dierenarts. U kunt bijwerkingen ook melden aan de houder van de vergunning voor het in de handel brengen of de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen met behulp van de contactgegevens aan het einde van deze bijsluiter of via uw nationale meldsysteem: adversedrugreactions_vet@fagg-afmps.be

8. DOSERING VOOR ELKE DIERSOORT, TOEDIENINGSWIJZEN EN TOEDIENINGSWEGEN

Voor intramusculaire toediening. Toediening van 1 dosis van 2 ml in de nek.

Basisvaccinatie: Varkens die niet eerder gevaccineerd zijn dienen een eerste injectie te krijgen op 6 tot 8 weken voor de verwachte dekkingsdatum, gevolgd door een booster injectie 4 weken later.

Hervaccinatie: Een enkelvoudige jaarlijkse hervaccinatie met het diergeneesmiddel. Om de immuniteit tegen Erysipelotrix rhusiopathiae te handhaven dient zes maanden na iedere vaccinatie met het diergeneesmiddel een enkelvoudige hervaccinatie met een Erysipelotrix rhusiopathiae bevattend vaccin plaats te vinden. In geval van een bekende infectiedruk van L. interrogans serogroep Australis dient iedere zes maanden een enkelvoudige hervaccinatie met het diergeneesmiddel gegeven te worden, aangezien het onbekend is hoe lang de immuniteitsduur van deze serogroep aanhoudt na het verstrijken van zes maanden. 

9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING

Laat het vaccin voor gebruik op kamertemperatuur komen.
Goed schudden voor gebruik.
Voorkom contaminatie door veelvuldig aanprikken.

10. WACHTTIJD(EN)

Nul dagen.

11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

Bewaren in een koelkast (2 °C - 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren.
Beschermen tegen licht.

Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na Exp. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 10 uur.

12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN

Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.

Maak gebruik van terugnameregelingen voor de verwijdering van ongebruikte diergeneesmiddelen of uit het gebruik van dergelijke middelen voortvloeiend afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften en nationale inzamelingssystemen die van toepassing zijn. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.

Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen.

13. INDELING VAN HET DIERGENEESMIDDEL

Diergeneesmiddel op voorschrift.

14. NUMMERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VERPAKKINGSGROOTTEN

BE-V502097

Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 20 ml.
Kartonnen doos met 10 injectieflacons à 20 ml.
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 50 ml.
Kartonnen doos met 10 injectieflacons à 50 ml
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 100 ml.
Kartonnen doos met 1 injectieflacon à 250 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

15. DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN

December 2024

Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar in de diergeneesmiddelendatabank van de Unie (https://medicines.health.europa.eu/veterinary).

16. CONTACTGEGEVENS

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Intervet International B.V., Wim de Körverstraat 35, 5831 AN Boxmeer, Nederland

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Intervet International B.V., Wim de Körverstraat, 35, 5831 AN Boxmeer, Nederland

Lokale vertegenwoordigers en contactgegevens voor het melden van vermoedelijke bijwerkingen:
MSD Animal Health Belgium, Tel: + 32 (0)2 370 94 01

Terug naar top

Terhulpsesteenweg 166
1170 Brussel

pharma.be

Tel: 02 661 91 11
Fax: 02 661 91 99

info@e-compendium.be

© pharma.be 2025

Disclaimer

Toegang voor pharma.be leden