e-bijsluiter

nl
  • fr
  • de
Wetenschappelijke bijsluiter
  • Overzicht bijsluiters
  • Bijsluiter
Terug naar zoekresultaten
UitvouwenToevouwen

Paracox-8

UitvouwenToevouwen
Afdrukken

BIJSLUITER

Inhoud van deze bijsluiter
  • 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
  • 2. SAMENSTELLING
  • 3. DOELDIERSOORT(EN)
  • 4. INDICATIES VOOR GEBRUIK
  • 5. CONTRA-INDICATIES
  • 6. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
  • 7. BIJWERKINGEN
  • 8. DOSERING VOOR ELKE DIERSOORT, TOEDIENINGSWIJZEN EN TOEDIENINGSWEGEN
  • 9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
  • 10. WACHTTIJD(EN)
  • 11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
  • 12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
  • 13. INDELING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
  • 14. NUMMERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VERPAKKINGSGROOTTEN
  • 15. DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
  • 16. CONTACTGEGEVENS
  • 17. OVERIGE INFORMATIE

1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL

Paracox-8 suspensie voor suspensie voor oraal gebruik voor kippen

2. SAMENSTELLING

Elke dosis van 0,004 ml vaccin bevat:

Werkzame bestanddelen:

Levende gesporuleerde oöcysten afgeleid van acht vroegrijpe lijnen van coccidia:
E. acervulina HP  500* per dosis
E. brunetti HP  100* per dosis
E. maxima CP  200* per dosis
E. maxima MFP  100* per dosis
E. mitis HP  1000* per dosis
E. necatrix HP  500* per dosis
E. praecox HP  100* per dosis
E. tenella HP  500* per dosis

* volgens de in vitro telmethode van de fabrikant op het moment van de menging en de vrijgave.

Oplosmiddel voor Paracox voor spray op de kip toediening:
Karmijnzuur (rode kleurstof E120)
Xanthaangom (E415)

3. DOELDIERSOORT(EN)

Kippen.

4. INDICATIES VOOR GEBRUIK

Drinkwater
Actieve immunisatie van kippenkuikens om klinische tekens van coccidiose en letsels veroorzaakt door infectie door Eimeria acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. mitis, E. necatrix, E. praecox en E. tenella, te verminderen.
Aanvang van de immuniteit: begint zich te ontwikkelen binnen 10 dagen na vaccinatie.
Duur van de immuniteit: tenminste gedurende 36 weken voor op strobodem gehouden kippen in stand.

Spray op de kip toediening
Voor de actieve immunisatie van kippenkuikens tegen coccidiose veroorzaakt door Eimeria acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. mitis, E. necatrix, E. praecox en E. tenella:

  • Om infectie te verminderen (oöcystenexcretie) voor alle stammen behalve E. mitis.
  • Om gewichtsverlies te verminderen voor alle stammen behalve E. maxima.

Aanvang van de immuniteit: 21 dagen na vaccinatie.
Duur van de immuniteit: Ten minste 10 weken voor alle stammen.

Bij toediening aan kuikens ouder dan 9 dagen kan bescherming tegen coccidiose niet meer gegarandeerd worden.

5. CONTRA-INDICATIES

Geen.

6. SPECIALE WAARSCHUWINGEN

Speciale waarschuwingen:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Het vaccin beschermt geen andere diersoort dan kippen tegen coccidiose.
Het vaccin mag enkel oraal in drinkwater of via spray op de kip op de broeierij worden toegediend.

In iedere dierpopulatie kan het voorkomen dat een klein aantal individuen niet volledig reageert op de vaccinatie.  Een succesvolle vaccinatie hangt af van een correcte bewaring en toediening van het vaccin en het reactievermogen van het dier. Dit kan beïnvloed worden door factoren zoals genetische aanleg, intercurrente infectie, leeftijd, voedingsstatus, gelijktijdige toediening van geneesmiddelen en stress.

Drinkwater en voeder moeten op elk ogenblik vóór of na vaccinatie vrij zijn van anticoccidiale stoffen, met inbegrip van sulfonamiden en antibacteriële middelen.

Het vaccin mag toegediend worden in het drinkwater aan de drinkplaats, maar niet in de hoofdtank, noch in systemen met een uitgebreid netwerk van buizen.  Men moet er zich van bewust zijn dat de oöcysten, waaruit het vaccin is samengesteld, niet voor onbepaalde duur in suspensie blijven en dat elke situatie vermeden moet worden waarbij het vaccin voor een langere periode ontoegankelijk is voor de vogels. 

Speciale voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik bij de doeldiersoort(en):
Het vaccin bevat levende coccidia en is voor de ontwikkeling van de weerstand afhankelijk van de vermenigvuldiging van de vaccinstammen in de gastheer.
Regelmatig treft men, 1-3 weken of langer na vaccinatie, in de gastro-intestinale tractus van gevaccineerde vogels oöcysten aan. Deze oöcysten zijn hoogst waarschijnlijk vaccinale oöcysten die recycleren in de vogels en het strooisel. Dit verzekert de bescherming van de dieren tegen alle pathogene Eimeria species welke aanwezig zijn in het vaccin.

Het vaccin is enkel geschikt voor toediening aan op stro gehouden kippen. Het product mag niet toegediend worden aan kippen die op metaalbedrading gehouden worden. De kweekdichtheid van de te vaccineren kippen is niet kritisch. Het materiaal voor de toediening van het vaccin moet voldoende schoon zijn. Het vaccin niet toedienen in droge drinkers. Tussen opeenvolgende rondes in, dient het stro te worden verwijderd en de stal van de dieren grondig te worden gereinigd en gedesinfecteerd, om overdracht naar een volgende toom te minimaliseren.  Dit reduceert het risico op het optreden van een coccidiale veldbesmetting vooraleer de gevaccineerde dieren adequaat beschermd zijn.

Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
Handen en gebruikt entmateriaal na de vaccinatie wassen en desinfecteren.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor de bescherming van het milieu:
Niet van toepassing.

Legvogels:
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode.

Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Drinkwater en voeder moeten op elk ogenblik vóór of na vaccinatie vrij zijn van anticoccidiale stoffen, met inbegrip van sulfonamiden en antibacteriële middelen. Dit is van belang gedurende het hele leven van het kuiken.

Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.

Overdosering:
Ernstige overdosering (× 5 of meer) kan leiden tot een tijdelijke vermindering van de dagelijkse toename van het levend gewicht.

Belangrijke onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel, behalve het oplosmiddel voor spray op de kip toediening.

7. BIJWERKINGEN

Kip:

Vaak
(1 tot 10 dieren/100 behandelde dieren):

Intestinale laesie1

1 Milde intestinale letsels door onder meer E. acervulina, E. necatrix en E. tenella (lesiescore van +1 of +2, gebruik makend van het numerieke classificeringssysteem van Johnson en Reid (1970)), 3-4 weken na vaccinatie in laboratoriumstudies. Dergelijke lesies hebben geen negatieve invloed op de productiviteit van de kippen.

Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel voortdurend worden bewaakt. Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het geneesmiddel niet heeft gewerkt, neem dan in eerste instantie contact op met uw dierenarts. U kunt bijwerkingen ook melden aan de houder van de vergunning voor het in de handel brengen of de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen met behulp van de contactgegevens aan het einde van deze bijsluiter of via uw nationale meldsysteem: adversedrugreactions_vet@fagg-afmps.be

8. DOSERING VOOR ELKE DIERSOORT, TOEDIENINGSWIJZEN EN TOEDIENINGSWEGEN

Het vaccin mag enkel oraal in drinkwater of via spray op de kip op de broeierij worden toegediend.

Eén dosis via orale toediening aan kuikens: vanaf de leeftijd van één dag via spray op de kip of op de leeftijd van 5 tot 9 dagen via drinkwater.

9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING

Toediening via het drinkwater
Het is noodzakelijk om vóór gebruik de injectieflacon gedurende 30 seconden goed te schudden om een homogene suspensie van de oöcysten te bekomen.
Paracox-8 wordt in individuele drinkers gedaan, waaruit de kuikens normaal mogen drinken.
Laat de dieren gedurende 1-2 uur dorsten door de toegang tot water te ontzeggen. Kort voordat het water weer aan de dieren ter beschikking wordt gesteld, de benodigde dosis vaccin in het drinkwater doen.
Het is ten zeerste aanbevolen om één soort drinker te gebruiken en ervoor te zorgen dat de kuikens vóór de vaccinatie volledig hebben kunnen wennen aan deze drinkers.
De vereiste hoeveelheid toe te dienen vaccin in iedere drinker (t.t.z. ronddrinkers, minicups of drinkbakken) wordt als volgt berekend:

Totaal aantal kuikens per schuur (of toom)
                                   x 0,004 = hoeveelheid vaccin (ml per drinker)
Totaal aantal drinkers per schuur (of toom)

Waar drinknippels of andere drinkers ongeschikt voor directe medicatie in gebruik zijn, moet tijdelijk een ander drinkwatersysteem voorzien worden met als doel het vaccin toe te dienen.  In dergelijke gevallen moet water voor 1-2 uren onthouden worden en tijdelijke drinkbekkens die water bevatten gebruikt worden, waaraan het vereiste aantal dosissen aan vaccin werd toegevoegd.
Het vaccin mag niet in de hoofdtank toegediend worden.

Spray op de kip toediening
Bij spray op de kip toediening dient het vaccin te worden gesuspendeerd in het “Oplosmiddel voor Paracox voor spray op de kip toediening”.

Het vaccin moet worden toegediend met een doseringsvolume van 0,21 ml gesuspendeerd vaccin per kuiken door middel van een grove spray. Bepaal de capaciteit van de sproei-installatie op basis van het volume dat per 100 kuikens geleverd wordt. Vermenigvuldig dit volume met 50 om het totale volume gesuspendeerd vaccin nodig voor 5000 doses (of met 10 voor 1000 doses) te verkrijgen. Dat wil zeggen: voor de bereiding van 5000 doses gesuspendeerd vaccin is in totaal 0,21 ml x 5000 = 1050 ml verdund vaccin nodig, wat als volgt is verdeeld:

  1. 20 ml vaccin (1 injectieflacon)
  2. 500 ml oplosmiddel (1 fles)
  3. Afvullen tot 1050 ml met water

Voorbeeld: voor de bereiding van 1000 doses gesuspendeerd vaccin is in totaal 0,21 x 1000 = 210 ml verdund vaccin nodig, als volgt verdeeld over vaccin, oplosmiddel en water:

  1. 4 ml vaccin (1 injectieflacon)
  2. 100 ml oplosmiddel (1 fles)
  3. Aanvullen tot 210 ml met leidingwater

Het oplosmiddel bevat een rode kleurstof en xanthaangom, die beide zorgen voor een betere opname.
Water gebruikt voor verdunning van het vaccin dient vers, koud en vrij van vervuiling te zijn.
Gebruik schone vaten voor de bereiding van het vaccin. Schud een injectieflacon met 5000 doses (of 1000 doses) vaccin krachtig gedurende 30 seconden om de oöcysten weer in suspensie te brengen. Gebruik de volledige inhoud van de injectieflacon door deze uit te spoelen met een kleine hoeveelheid water dat gebruikt wordt voor de verdunning van het vaccin.
Gebruik de volledige inhoud van de fles oplosmiddel door deze uit te spoelen met de overgebleven hoeveelheid water en meng tot een uniforme oplossing. Voeg de vaccin verdunning toe aan het verdunde oplosmiddel en meng zorgvuldig. Voeg het gesuspendeerde vaccin toe aan het reservoir van de applicator en verstuif deze via een grove spray gelijkmatig over de kuikens. Zorg voor een gecontroleerde, gelijkmatige verdeling van het vaccin over de kuikens in de box. Laat de kuikens minimaal 30 minuten in de box zitten in een goedverlichte omgeving om de kuikens tijd te geven elkaar te pikken.

10. WACHTTIJD(EN)

Nul dagen.

11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

Paracox-8:
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Niet bewaren onder 2° C.Bescherm(en) tegen licht.

Oplosmiddel voor spray op de kip toediening:
Bewaren bij 2 °C - 25 °C.

Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.

12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN

Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.

Maak gebruik van terugnameregelingen voor de verwijdering van ongebruikte diergeneesmiddelen of uit het gebruik van dergelijke middelen voortvloeiend afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften en nationale inzamelingssystemen die van toepassing zijn. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.

Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen.

13. INDELING VAN HET DIERGENEESMIDDEL

Diergeneesmiddel op voorschrift.

14. NUMMERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VERPAKKINGSGROOTTEN

BE-V172541 (vaccin)
BE-V541635 (oplosmiddel)

Verpakkingsgrootten:
Paracox-8:
Doos met 1 injectieflacon vaccin van 4 ml (1000 doses) of 1 injectieflacon vaccin van 20 ml (5000 doses)

Oplosmiddel voor spray op de kip toediening:
Voor spray op de kip toediening wordt een bijbehorende hoeveelheid oplosmiddel geleverd:
100 ml fles oplosmiddel (voor 1000 doses)
500 ml fles oplosmiddel (voor 5000 doses)

Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

15. DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN

April 2024

Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar in de diergeneesmiddelendatabank van de Unie (https://medicines.health.europa.eu/veterinary).

16. CONTACTGEGEVENS

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Intervet International B.V., Wim de Körverstraat 35, 5831 AN Boxmeer, Nederland

Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
MSD Animal Health UK Limited, Walton Manor, Walton, Milton Keynes, Bucks, MK7 7AJ, Verenigd Koninkrijk
Merck Sharp & Dohme Animal Health S.L., Poligono Industrial El Montalvo I, C/Zeppelin 6, Parcela 38, 37008 Carbajosa de La Sagrada (Salamanca), Spanje

Lokale vertegenwoordigers en contactgegevens voor het melden van vermoedelijke bijwerkingen:
 MSD Animal Health Belgium
 Tel: + 32 (0)2 370 94 01

17. OVERIGE INFORMATIE

Terug naar top

Terhulpsesteenweg 166
1170 Brussel

pharma.be

Tel: 02 661 91 11
Fax: 02 661 91 99

info@e-compendium.be

© pharma.be 2025

Disclaimer

Toegang voor pharma.be leden