BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Credelio Plus 56,25 mg/2,11 mg kauwtabletten voor honden (1,4‒2,8 kg)
Credelio Plus 112,5 mg/4,22 mg kauwtabletten voor honden (> 2,8‒5,5 kg)
Credelio Plus 225 mg/8,44 mg kauwtabletten voor honden (> 5,5‒11 kg)
Credelio Plus 450 mg/16,88 mg kauwtabletten voor honden (> 11‒22 kg)
Credelio Plus 900 mg/33,75 mg kauwtabletten voor honden (> 22‒45 kg)
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.2 Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
Voor gebruik bij honden met, of met risico op, gemengde parasitaire infestaties/infecties van teken, vlooien, gastro-intestinale nematoden, hartworm en/of longworm.
Dit diergeneesmiddel is geïndiceerd wanneer gelijktijdige behandeling tegen teken/vlooien en gastro-intestinale nematoden vereist is of wanneer behandeling tegen teken/vlooien en preventie van hartwormziekte/angiostrongylose gelijktijdig vereist zijn.
Teken en vlooien
Voor de behandeling van infestaties door teken (Dermacentor reticulatus, Ixodes ricinus, Rhipicephalus sanguineus en I. hexagonus) en vlooien (Ctenocephalides felis en C. canis) bij honden.
Dit diergeneesmiddel zorgt voor een onmiddellijke en aanhoudende dodelijke werking tegen teken en vlooien gedurende 1 maand.
Het diergeneesmiddel kan worden gebruikt als onderdeel van een behandelingsstrategie voor het onder controle houden van allergische dermatitis veroorzaakt door vlooien (flea allergy dermatitis, FAD).
Gastro-intestinale nematoden
De behandeling van gastro-intestinale nematoden: haakworm (L4, onvolgroeide volwassen (L5) en volwassen Ancylostoma caninum), rondwormen (L4, onvolgroeide volwassen (L5) en volwassen Toxocara canis en volwassen Toxascaris leonina) en zweepworm (volwassen Trichuris vulpis).
Hartworm
Preventie van hartwormziekte (Dirofilaria immitis).
Longworm
Preventie van angiostrongylose door verlaging van het niveau van infectie met onvolgroeide volwassen (L5) en volwassen stadia van Angiostrongylus vasorum (longworm) met maandelijkse toediening.
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen.
4.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is aangetoond dat lotilaner en milbemycine oxime een substraat van P-glycoproteïne (P-gp) zijn en deze kunnen daarom interactie vertonen met andere P-gp-substraten (bijv. digoxine, doxorubicine) of andere macrocyclische lactonen. Daarom kan gelijktijdige behandeling met andere P-gp-substraten leiden tot verhoogde toxiciteit.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Oraal gebruik.
Het diergeneesmiddel moet worden toegediend volgens de onderstaande tabel om te zorgen voor een dosis van 20 tot 41 mg lotilaner/kg lichaamsgewicht en 0,75 tot 1,53 mg milbemycine oxime/kg lichaamsgewicht.
Lichaamsgewicht van de hond | Sterkte en aantal van toe te dienen Credelio Plus tabletten | ||||
56,25 mg/ | 112,5 mg/ | 225 mg/ | 450 mg/ | 900 mg/ | |
1,4‒2,8 kg | 1 |
|
|
|
|
> 2,8‒5,5 kg |
| 1 |
|
|
|
> 5,5–11 kg |
|
| 1 |
|
|
> 11–22 kg |
|
|
| 1 |
|
> 22–45 kg |
|
|
|
| 1 |
> 45 kg | Passende combinatie van tabletten |
Gebruik een passende combinatie van beschikbare sterktes om de aanbevolen dosis van 20‒41 mg lotilaner/kg en 0,75‒1,53 mg milbemycine oxime/kg te verkrijgen voor dieren met een lichaamsgewicht van > 45 kg.
Het behandelingsschema moet gebaseerd zijn op de individuele risicobeoordeling van de hond, de lokale epidemiologische situatie en/of de epidemiologische situatie in andere gebieden die de hond heeft bezocht of gaat bezoeken. Als de hond naar mening van de dierenarts herhaalde toediening(en) van het diergeneesmiddel nodig heeft, moet(en) de opvolgende toediening(en) het intervalschema van 1 maand volgen.
Het diergeneesmiddel moet worden gebruikt bij honden met, of met risico op, gemengde infestaties van ectoparasieten (teken en vlooien) en endoparasieten (gastro-intestinale nematoden en/of voor preventie van hartworm/longworm). Anders moet er een parasiticide met een smaller spectrum worden gebruikt.
Wijze van toediening:
Het diergeneesmiddel is een smakelijke gearomatiseerde kauwtablet. Dien de kauwtablet(ten) met of na de maaltijd toe.
Honden die in gebieden leven waar hartworm niet endemisch is:
Het diergeneesmiddel kan worden gebruikt als onderdeel van de seizoensgebonden behandeling van teken en/of vlooien bij honden met gediagnosticeerde, of met een risico op, gelijktijdige gastro-intestinale nematode-infecties of met een risico op longworm. Een eenmalige behandeling is doeltreffend voor de behandeling van gastro-intestinale nematoden.
Honden die leven in gebieden waar hartworm endemisch is:
Voorafgaand aan de behandeling met het diergeneesmiddel moet het advies in de rubrieken 4.4 en 4.5 in overweging worden genomen.
Voor de preventie van hartwormziekte en de gelijktijdige behandeling van infestaties van teken en/of vlooien moet het diergeneesmiddel toegediend worden met regelmatige maandelijkse intervallen gedurende de tijd van het jaar wanneer muggen, teken en/of vlooien aanwezig zijn. De eerste dosis van het diergeneesmiddel mag worden gegeven na de eerste mogelijke blootstelling aan muggen, maar niet meer dan één maand na deze blootstelling.
Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt ter vervanging van een ander diergeneesmiddel ter preventie van hartwormen, moet de eerste dosis van het diergeneesmiddel gegeven worden binnen een maand na de laatste dosis van de voormalige medicatie.
Honden die naar een regio met hartwormen reizen moeten binnen een maand na hun aankomst daar beginnen met medicatie.
De behandeling ter preventie van hartwormen moet worden voortgezet op maandelijkse basis, waarbij de laatste toediening 1 maand nadat de hond de regio heeft verlaten wordt gegeven.
Longworm
In endemische gebieden vermindert maandelijkse toediening van het diergeneesmiddel het niveau van infectie met onvolgroeide volwassenen (L5) en volwassenen van Angiostrongylus vasorum in het hart en de longen. Het wordt aanbevolen dat preventie van longworm wordt voortgezet tot ten minste 1 maand na de laatste blootstelling aan naaktslakken en slakken.
Vraag advies aan een dierenarts met betrekking tot informatie over het optimale tijdstip om te beginnen met de behandeling met dit diergeneesmiddel.
4.11 Wachttijd(en)
Niet van toepassing.