1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
BREXINE 20 mg TABLETTEN
BREXINE-DRYFIZ 20 mg BRUISTABLETTEN
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
BREXINE 20 mg TABLETTEN
Bevat per tablet 191,2 mg Piroxicam-β-cyclodextrine (equiv. 20,0 mg piroxicamum)
Hulpstoffen met bekend effect: bevat 102,8 mg lactose monohydraat.
BREXINE-DRYFIZ 20 mg BRUISTABLETTEN
Bevat per bruistablet 191,2 mg Piroxicam-β-cyclodextrine (equiv. 20,0 mg piroxicamum)
Hulpstoffen met bekend effect: bevat 208,8 mg lactose monohydraat, 15,0 mg aspartaam en 50,0 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
BREXINE 20 mg TABLETTEN:
Lichtgele hexagonale (zeszijdige) gleuftabletten voor oraal gebruik
BREXINE-DRYFIZ 20 mg BRUISTABLETTEN:
Lichtgele, deelbare bruistabletten voor oraal gebruik
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Brexine en Brexine-Dryfiz zijn geïndiceerd voor de symptomatische verlichting van osteoartritis, reumatoïde artritis of spondylitis ankylopoetica.
Vanwege het veiligheidsprofiel (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 4.4) is piroxicam geen eerstelijnsoptie mocht een NSAID geïndiceerd zijn.
De beslissing om Brexine of Brexine-Dryfiz voor te schrijven dient genomen te worden op basis van een evaluatie van de algemene risico's van de individuele patiënt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Brexine en Brexine-Dryfiz zijn geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen en kinderen vanaf 16 jaar.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Het voorschijven van piroxicam dient te gebeuren door artsen met ervaring in de diagnostische evaluatie en behandeling van patiënten met inflammatoire of degeneratieve reumatische aandoeningen.
Bijwerkingen kunnen geminimaliseerd worden door de minimale werkzame dosis te geven gedurende de kortst mogelijke tijd die nodig is om de symptomen onder controle te krijgen. Het voordeel en de verdraagbaarheid van de behandeling moeten binnen 14 dagen worden gecontroleerd. Indien het voortzetten van de behandeling noodzakelijk wordt geacht, dient dit gepaard te gaan met veelvuldige controles.
Aangezien piroxicam in verband is gebracht met een verhoogd risico op gastro-intestinale complicaties, dient de mogelijke noodzaak van een combinatietherapie met gastroprotectieve agentia (bv. misoprostol of protonpompremmers) zorgvuldig te worden overwogen, in het bijzonder bij oudere patiënten.
Dosering:
Als aanvangsdosis ½ - 1 tablet van 20 mg of ½ - 1 bruistablet (= 10 - 20 mg piroxicam) in één enkele dagdosis.
De maximum aanbevolen dagdosis is 20 mg.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Brexine bij kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar is niet vastgesteld.
Er is geen relevante toepassing van Brexine bij kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar voor de indicatie van symptomatische verlichting van artrose, reumatoïde artritis of ankyloserende spondylitis.
De aanbevolen doseringen voor kinderen ouder dan 16 jaar zijn dezelfde als die voor volwassenen.
Oudere patiënten
Bij bejaarde patiënten is het aan te bevelen de laagst mogelijke dosering te gebruiken en te vermijden de behandeling voort te zetten na verdwijnen of na milderen van de inflammatoire of pijnlijke symptomen, of bij ernstige gastro-intestinale complicaties (zie rubriek 4.4).
BREXINE en BREXINE-DRYFIZ mag niet gebruikt worden bij patiënten ouder dan 80 jaar.
Wijze van toediening:
BREXINE 20 mg TABLETTEN: inslikken met wat water.
BREXINE-DRYFIZ 20 mg BRUISTABLETTEN: oplossen in water.
4.3 Contra-indicaties
- Voorgeschiedenis van maagdarmzweren, -bloedingen of – perforaties.
- Voorgeschiedenis van maagdarmstelselaandoeningen die mensen vatbaar maken voor bloedingsaandoeningen, zoals ulceratieve colitis, ziekte van Crohn, maagdarmkanker of diverticulitis.
- Patiënten met een actieve maagdarmzweer, inflammatoire maagdarmaandoening of maagdarmbloedingen of antecedenten van recidiverend ulcus.
- Concomitant gebruik met andere NSAID's, met inbegrip van COX-2 selectieve NSAID's en acetylsalicylzuur in analgetische doses. Zie ook rubriek 4.5.
- Concomitant gebruik met antistollingsmiddelen. Zie ook rubriek 4.4 en 4.5.
- Voorgeschiedenis van een ernstige allergische reactie op eender welk geneesmiddel, vooral huidreacties zoals erythema multiforme, syndroom van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen, voorgeschiedenis van een huidreactie (ongeacht de ernst) op piroxicam, andere NSAID's en andere geneesmiddelen.
- BREXINE noch BREXINE-DRYFIZ toedienen aan patiënten bij wie toediening van aspirine of andere NSAID’s symptomen van astma, rhinitis of angioneurotisch oedeem veroorzaakt heeft.
- Ernstig hartfalen.
- Ernstige leverinsufficiëntie.
- Ernstige renale insufficiëntie.
- Behandeling van perioperatieve pijn in het kader van een coronaire bypassoperatie (CABG).
- Tijdens het eerste en derde trimester van de zwangerschap.
- Vanwege de aanwezigheid van de zoetstof aspartaam in de bruistabletten, mag deze vorm niet worden gebruikt bij patiënten met fenylketonurie.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Klinische studies en epidemiologische gegevens tonen aan dat het gebruik van bepaalde NSAID’s (voornamelijk in hoge doseringen en bij langdurige behandeling) geassocieerd kan zijn met een licht verhoogd risico op arteriële trombose (bijv. hartaanval en beroerte) (zie rubriek 4.4).
De meest voorkomende bijwerkingen zijn van gastro-intestinale aard. Peptisch ulcer, perforatie of gastro-intestinale bloeding, soms fataal, kunnen optreden, in het bijzonder bij oudere patiënten (zie rubriek 4.4). Nausea, braken, diarree, flatulentie, constipatie, dyspepsie, ulceratieve stomatitis, abdominale pijn, melaena, haematemesis, verergeren van colitis en de ziekte van Crohn (zie rubriek 4.4) werden gemeld na toediening van NSAID’s.
Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen werden gerangschikt volgens systeemorgaanklasse en voorkeursterm, gebruik makend van de MedDRA frequentie conventie. De frequentie van de bijwerkingen wordt gedefinieerd overeenkomstig de volgende afspraak: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep, worden de bijwerkingen vermeld in volgorde van afnemende ernst.
Systeemorgaanklasse | Bijwerking | Frequentie |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Anemie | Vaak |
Aplastische anemie, hemolytische anemie, trombocytopenie, leukopenie, eosinofilie, pancytopenie | Zelden | |
Immuunsysteemaandoeningen | Serumziekte, anaphylaxie | Zelden |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Hyperglykemie | Vaak |
Vochtretentie | Niet bekend | |
Psychische stoornissen | Depressie, abnormale dromen, hallucinaties, slapeloosheid, verwarde staat, stemmingsveranderingen, nervositeit | Niet bekend |
Zenuwstelselaandoeningen | Hoofdpijn | Vaak |
Duizeligheid, slaperigheid | Soms | |
Aseptische meningitis, beven | Niet bekend | |
Oogaandoeningen | Wazig zicht | Soms |
Oogirritaties, gezwollen oogleden | Niet bekend | |
Evenwichts- en ooraandoeningen | Vertigo, tinnitus | Vaak |
Doofheid | Niet bekend | |
Hartaandoeningen | Hartkloppingen | Soms |
Hartfalen | Niet bekend | |
Vaataandoeningen | Vasculitis | Niet bekend |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Bronchospasme, bloedneus | Niet bekend |
Maagdarmstelselaandoeningen | Abdominaal ongemak, buikpijn, constipatie, diarree, maaglast of –pijn, flatulentie, misselijkheid, braken, dyspepsie | Vaak |
Stomatitis | Soms | |
Gastritis, gastrointestinale bloeding, maagdarmperforatie, melaena, haematemesis, peptisch ulcer, pancreatitis | Niet bekend | |
Lever- en galaandoeningen | Geelzucht, hepatitis | Niet bekend |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Uitslag, jeuk | Soms |
Ernstige cutane bijwerkingen: Stevens-Johnson syndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN) zijn gerapporteerd (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | |
Fotosensitiviteitsreactie, urticaria, angioedeem, niet-trombocytopenische purpura | Zelden | |
Alopecie, exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, vesiculobulleuze reacties, fixed-drug eruption (zie rubriek 4.4) | Niet bekend | |
Nier- en urinewegaandoeningen | Interstitiële nefritis, renale papillaire necrose, nefrotisch syndroom, nierfalen | Zelden |
Glomerulonefritis | Niet bekend | |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Verminderde vrouwelijke fertiliteit | Niet bekend |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Oedeem | Zelden |
Malaise, vermoeidheid | Niet bekend | |
Onderzoeken | Transaminases verhoogd, gewichtstoename, positieve antinucleaire antilichamen, hemoglobine verhoogd, hematocriet verlaagd, wijzigingen van het bloedbeeld | Niet bekend |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
| Postbus 97 |
MadouWebsite: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Chiesi SA/NV
Telecomlaan 9
1831 Diegem
België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BREXINE 20 mg TABLETTEN: BE157586
BREXINE-DRYFIZ 20 mg BRUISTABLETTEN: BE161296
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
03/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0382663 | BREXINE CHIESI COMP 30 X 20 MG | M01AC01 | € 12,11 | - | Ja | - | - |