1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Rybelsus 3 mg tabletten
Rybelsus 7 mg tabletten
Rybelsus 14 mg tabletten
Rybelsus 25 mg tabletten
Rybelsus 50 mg tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Rybelsus 3 mg tabletten
Elke tablet bevat 3 mg semaglutide*.
Rybelsus 7 mg tabletten
Elke tablet bevat 7 mg semaglutide*.
Rybelsus 14 mg tabletten
Elke tablet bevat 14 mg semaglutide*.
Rybelsus 25 mg tabletten
Elke tablet bevat 25 mg semaglutide*.
Rybelsus 50 mg tabletten
Elke tablet bevat 50 mg semaglutide*.
* humaan glucagon-achtig peptide-1 (GLP 1)-analoog, geproduceerd met behulp van recombinant-DNA-techniek in Saccharomyces cerevisiae-cellen.
Hulpstof met bekend effect
Elke tablet, ongeacht de concentratie semaglutide, bevat 23 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
Rybelsus 3 mg tabletten
Witte tot lichtgele, ovale tablet (7,5 mm x 13,5 mm) met de inscriptie ‘3’ aan de ene zijde en ‘novo’ aan de andere zijde.
Rybelsus 7 mg tabletten
Witte tot lichtgele, ovale tablet (7,5 mm x 13,5 mm) met de inscriptie ‘7’ aan de ene zijde en ‘novo’ aan de andere zijde.
Rybelsus 14 mg tabletten
Witte tot lichtgele, ovale tablet (7,5 mm x 13,5 mm) met de inscriptie ‘14’ aan de ene zijde en ‘novo’ aan de andere zijde.
Rybelsus 25 mg tabletten
Witte tot lichtgele, ovale tablet (6.8 mm x 12 mm), met de inscriptie ‘25’ aan de ene zijde en ‘novo’ aan de andere zijde.
Rybelsus 50 mg tabletten
Witte tot lichtgele, ovale tablet (6.8 mm x 12 mm), met de inscriptie ‘50’ aan de ene zijde en ‘novo’ aan de andere zijde.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Rybelsus is geïndiceerd voor de behandeling van volwassenen met onvoldoende gereguleerde diabetes mellitus type 2 om glykemische controle te verbeteren als toevoeging aan dieet en lichaamsbeweging
• als monotherapie wanneer metformine ongeschikt wordt geacht als gevolg van intolerantie of contra-indicaties
• in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes.
Voor onderzoeksresultaten met betrekking tot combinaties, werkzaamheid op glykemische controle en cardiovasculaire events, en de onderzochte populaties, zie rubriek 4.4, 4.5 en 5.1.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De startdosis semaglutide is 3 mg eenmaal daags gedurende één maand. Na één maand moet de dosis worden verhoogd naar een onderhoudsdosis van 7 mg eenmaal daags. Na ten minste één maand met de huidige dosis kan, indien nodig, worden verhoogd naar de volgende hogere dosis. De aanbevolen eenmaaldaagse onderhoudsdoses zijn 7 mg, 14 mg, 25 mg en 50 mg.
De maximale aanbevolen eenmaaldaagse dosis semaglutide is 50 mg. Rybelsus moet altijd gebruikt worden als één tablet per dag. Er moet niet meer dan één tablet per dag worden ingenomen om het effect van een hogere dosis te bereiken.
Wisselen van subcutaan naar oraal semaglutide
Het effect van wisselen tussen oraal en subcutaan semaglutide kan niet gemakkelijk worden voorspeld omdat oraal semaglutide een grotere farmacokinetische variabiliteit in absorptie vertoont vergeleken met subcutaan semaglutide.
Patiënten die worden behandeld met subcutaan semaglutide 0,5 mg eenmaal per week kunnen worden overgezet op oraal semaglutide 7 mg of 14 mg eenmaal daags.
Patiënten die worden behandeld met subcutaan semaglutide 1 mg eenmaal per week kunnen worden overgezet op oraal semaglutide 14 mg of 25 mg eenmaal daags.
Patiënten die worden behandeld met subcutaan semaglutide 2 mg eenmaal per week kunnen worden overgezet op oraal semaglutide 25 mg of 50 mg eenmaal daags.
Patiënten kunnen een week na hun laatste dosis subcutane semaglutide met oraal semaglutide (Rybelsus) starten.
Wanneer semaglutide wordt gebruikt in combinatie met metformine en/of een natrium-glucose-cotransporter 2-remmer (sodium-glucose co-transporter-2 inhibitor, SGLT2i) of thiazolidinedion, kan de huidige dosis metformine en/of SGLT2i of thiazolidinedion worden voortgezet.
Als semaglutide wordt gebruikt in combinatie met een sulfonylureumderivaat of met insuline, kan een verlaging van de dosis sulfonylureumderivaat of insuline worden overwogen om het risico op hypoglykemie te verlagen (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Zelfcontrole van bloedglucosewaarden is niet nodig om de dosering van semaglutide aan te passen. Zelfcontrole van de bloedglucosewaarden is noodzakelijk om de dosis sulfonylureumderivaat en insuline aan te passen, in het bijzonder wanneer semaglutide wordt gestart en insuline wordt verlaagd. Een stapsgewijze aanpak wordt aanbevolen bij het verlagen van de dosis insuline.
Gemiste dosis
Indien een dosis wordt vergeten, moet de gemiste dosis worden overgeslagen. De daaropvolgende dosis moet de volgende dag worden ingenomen.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd. Er is beperkte therapeutische ervaring bij patiënten ≥ 75 jaar (zie rubriek 5.2).
Nierinsufficiëntie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met milde, matig ernstige of ernstige nierinsufficiëntie. Er is beperkte ervaring met het gebruik van semaglutide bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie. Semaglutide wordt niet aanbevolen bij patiënten met nierfalen (end-stage renal disease) (zie rubriek 5.2).
Leverinsufficiëntie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met leverinsufficiëntie. Er is beperkte ervaring met het gebruik van semaglutide bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van deze patiënten met semaglutide (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Rybelsus bij kinderen en jongeren tot 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Rybelsus is een tablet voor eenmaal daags oraal gebruik.
– Dit geneesmiddel moet op een lege maag worden ingenomen, aanbevolen wordt na een nuchtere periode van minstens 8 uur (zie rubriek 5.2).
– Het moet in zijn geheel worden doorgeslikt met een slok water (maximaal een half glas water, overeenkomend met 120 ml). Tabletten mogen niet worden gebroken, geplet of gekauwd, aangezien niet bekend is of dit de absorptie van semaglutide beïnvloedt.
– Patiënten moeten na inname minstens 30 minuten wachten voordat ze iets eten, drinken of andere orale geneesmiddelen gebruiken. Minder dan 30 minuten wachten vermindert de absorptie van semaglutide (zie rubriek 4.5 en 5.2).
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In 10 fase 3a-studies werden 5.707 patiënten blootgesteld aan alleen semaglutide of semaglutide in combinatie met andere glucoseverlagende geneesmiddelen. De duur van de behandeling varieerde van 26 weken tot 78 weken. De meest frequent gemelde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek waren aandoeningen van het maag-darmstelsel, waaronder misselijkheid (zeer vaak), diarree (zeer vaak) en braken (vaak).
Tabel met een lijst van bijwerkingen
In tabel 1 staan de bijwerkingen die zijn gemeld tijdens fase 3-studies (verder beschreven in rubriek 5.1) en meldingen na het in de handel brengen bij patiënten met diabetes mellitus type 2. De frequenties van de bijwerkingen (behalve diabetische retinopathie complicaties en dysesthesie, zie voetnoten in tabel 1) zijn gebaseerd op de gepoolde fase 3a-studies, met uitzondering van de cardiovasculaire uitkomstenstudie.
De bijwerkingen zijn hieronder gerangschikt naar systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. Frequenties zijn gedefinieerd als: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 1 Frequenties van bijwerkingen van oraal semaglutide
MedDRA systeem/orgaanklasse | Zeer vaak | Vaak | Soms | Zelden | Niet bekend |
Immuunsysteem-aandoeningen |
|
| Hyper-sensitiviteitc | Anafylacti-sche reactie |
|
Voedings- en stofwisselingsstoor-nissen | Hypo-glykemie indien gebruikt met insuline of sulfonyl-ureum-derivaata | Hypo-glykemie indien gebruikt met andere orale antidiabeticaa |
|
|
|
Zenuwstelsel-aandoeningen |
| Duizeligheid | Dysgeusie |
|
|
Oogaandoeningen |
| Complica-ties van diabetische retinopathieb |
|
|
|
Hartaandoeningen |
|
| Verhoogde hartslag |
|
|
Maag-darmstelsel-aandoeningen | Misselijk-heid | Braken | Oprisping | Acute pancreatitis | Ingewanden-obstructied,f |
Lever- en galaandoeningen |
|
| Choleli-thiase |
|
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen |
| Vermoeid-heid |
|
|
|
Onderzoeken |
| Verhoogde lipase | Gewicht verlaagd |
|
|
a) Hypoglykemie gedefinieerd als bloedglucose < 3,0 mmol/l of < 54 mg/dl.
b) Complicaties van diabetische retinopathie zijn een combinatie van retinale fotocoagulatie, behandeling met intravitreale middelen, glasvochtbloeding en diabetes-gerelateerde blindheid (soms). De frequentie is gebaseerd op de cardiovasculaire uitkomstenstudie met subcutaan semaglutide, maar het kan niet worden uitgesloten dat het geconstateerde risico op complicaties van diabetische retinopathie ook voor Rybelsus geldt.
c) Groepsterm voor bijwerkingen gerelateerd aan hypersensitiviteit, zoals rash en urticaria.
d) Uit meldingen na het in de handel brengen.
e) De frequentie is gebaseerd op de PIONEER PLUS-studieresultaten voor 25 mg en 50 mg. Raadpleeg de alinea dysesthesie hieronder voor meer informatie.
f) Groepsterm voor voorkeurstermen (Preferred Terms, PT’s) ‘ingewandenobstructie’, ‘ileus’, ‘dunnedarmobstructie’.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypoglykemie
Ernstige hypoglykemie werd voornamelijk waargenomen als semaglutide werd gebruikt met een sulfonylureumderivaat (< 0,1% van de patiënten, < 0,001 voorvallen/patiëntjaar) of insuline (1,1% van de patiënten, 0,013 voorvallen/patiëntjaar). Er werden weinig episoden (0,1% van de patiënten, 0,001 voorvallen/patiëntjaar) waargenomen bij semaglutide in combinatie met orale bloedglucoseverlagende geneesmiddelen anders dan sulfonylureumderivaten.
Gastro-intestinale bijwerkingen
Bij patiënten behandeld met semaglutide trad misselijkheid op bij 15%, diarree bij 10% en braken bij 7%. De meeste bijwerkingen waren mild tot matig van aard en van korte duur. De bijwerkingen leidden bij 4% van de patiënten tot staken van de behandeling. De bijwerkingen werden het vaakst gemeld tijdens de eerste maanden van behandeling.
In PIONEER PLUS trad bij behandeling met semaglutide 25 mg en 50 mg respectievelijk misselijkheid op bij 27% en 27%, diarree bij 13% en 14%, en braken bij 17% en 18% van de patiënten. De bijwerkingen leidden bij respectievelijk 6% en 8% van de patiënten tot staken van de behandeling.
De meeste bijwerkingen waren mild tot matig van aard en van korte duur. De bijwerkingen werden het vaakst gemeld tijdens dosisescalatie in de eerste maanden van de behandeling.
Door een onafhankelijke commissie bevestigde acute pancreatitis werd gemeld in fase 3a studies met semaglutide (< 0,1%) en comparator (0,2%). In de cardiovasculaire uitkomsten-studie was de frequentie van door een onafhankelijke commissie bevestigde acute pancreatitis 0,1% voor semaglutide en 0,2% voor placebo (zie rubriek 4.4).
Complicaties van diabetische retinopathie
Een 2 jaar durende klinische studie met subcutaan semaglutide onderzocht 3.297 patiënten met diabetes type 2, met een hoog cardiovasculair risico, lange duur van de diabetes en onvoldoende gecontroleerde bloedglucose. In deze studie kwamen gevallen van door een onafhankelijke commissie bevestigde complicaties van diabetische retinopathie vaker voor bij patiënten behandeld met subcutaan semaglutide (3,0%) in vergelijking met placebo (1,8%). Dit werd waargenomen bij met insuline behandelde patiënten met bekende diabetische retinopathie. Het behandelverschil werd reeds in een vroeg stadium duidelijk en hield gedurende de studie aan. Systematische beoordeling van complicaties van diabetische retinopathie werd alleen uitgevoerd in de cardiovasculaire uitkomstenstudie met subcutaan semaglutide. In klinische studies met Rybelsus met een duur tot maximaal 18 maanden waarbij 6.352 patiënten met diabetes type 2 betrokken waren, werden bijwerkingen met betrekking tot diabetische retinopathie gemeld bij ongeveer een even groot deel van de patiënten behandeld met semaglutide (4,2%) als met comparators (3,8%).
Immunogeniciteit
In overeenstemming met de mogelijke immunogene eigenschappen van geneesmiddelen die eiwitten of peptiden bevatten, kunnen patiënten na behandeling met semaglutide antilichamen ontwikkelen. Het aandeel van patiënten dat positief testte op antilichamen tegen semaglutide op een willekeurig tijdstip na baseline was laag (0,5%) en geen enkele patiënt had aan het einde van de studie neutraliserende antilichamen tegen semaglutide of antilichamen tegen semaglutide met een neutraliserend effect op endogeen GLP-1.
Verhoging van de hartslag
Verhoogde hartslag is waargenomen bij GLP‑1-receptoragonisten. In de fase 3a-studies zijn gemiddelde veranderingen van 0 tot 4 slagen per minuut (bpm) ten opzichte van een uitgangswaarde van 69 tot 76 bpm waargenomen bij patiënten behandeld met Rybelsus.
Dysesthesie
Bijwerkingen gerelateerd aan een klinisch beeld van een veranderd huidgevoel zoals paresthesie, huidpijn, gevoelige huid, dysesthesie en een branderig gevoel van de huid werden gemeld bij respectievelijk 2,1% en 5,2% van de patiënten behandeld met oraal semaglutide 25 mg en 50 mg. De bijwerkingen waren mild tot matig van aard en de meeste patiënten herstelden terwijl ze de behandeling voortzetten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novo Nordisk A/S
Novo Allé
DK-2880 Bagsværd
Denemarken
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1430/001
EU/1/20/1430/002
EU/1/20/1430/003
EU/1/20/1430/004
EU/1/20/1430/005
EU/1/20/1430/006
EU/1/20/1430/007
EU/1/20/1430/008
EU/1/20/1430/009
EU/1/20/1430/010
EU/1/20/1430/011
EU/1/20/1430/012
EU/1/20/1430/013
EU/1/20/1430/014
EU/1/20/1430/015
EU/1/20/1430/031
EU/1/20/1430/032
EU/1/20/1430/033
EU/1/20/1430/034
EU/1/20/1430/035
EU/1/20/1430/036
EU/1/20/1430/037
EU/1/20/1430/038
EU/1/20/1430/039
EU/1/20/1430/040
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
11/2024
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau https://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4213724 | RYBELSUS 3MG COMP 30 | A10BJ06 | € 100,74 | - | Ja | - | - |
4216321 | RYBELSUS 7MG COMP 30 | A10BJ06 | € 100,74 | - | Ja | - | - |
4216347 | RYBELSUS 14MG COMP 30 | A10BJ06 | € 100,74 | - | Ja | - | - |