1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Klimedix 1 mg/2 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 1 mg estradiol (als 1,03 mg estradiolhemihydraat) en 2 mg drospirenon.
Hulpstoffen met bekend effect: 48,52 mg lactosemonohydraat en 0,070 mg sojalecithine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Witte of bijna witte, ronde, biconvexe filmomhulde tablet, met een diameter van ongeveer 6 mm, met aan één zijde ‘GD3’ gegraveerd. De andere zijde is niet gegraveerd.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Hormonale substitutietherapie (HST) bij symptomen van oestrogeendeficiëntie bij vrouwen die langer dan 1 jaar postmenopauzaal zijn.
Preventie van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen die een hoog risico hebben op toekomstige fracturen. Klimedix dient uitsluitend te worden gebruikt bij patiënten die andere producten die goedgekeurd zijn voor de preventie van osteoporose niet verdragen of voor wie deze producten gecontra-indiceerd zijn (zie ook rubriek 4.4).
Er is slechts een beperkte ervaring met de behandeling van vrouwen boven 65 jaar.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Vrouwen die geen hormonale substitutietherapie (HST) gebruiken of vrouwen die overschakelen van een ander continu gecombineerd product kunnen de behandeling op elk moment beginnen. Vrouwen die overstappen van een cyclisch, sequentieel gecombineerde HST dienen de behandeling te starten de
dag direct na voltooien van de voorafgaande kuur.
Dosering
Er wordt één tablet per dag ingenomen. Elke blisterverpakking is voor een behandeling van 28 dagen.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
De tablet moet in zijn geheel worden ingeslikt met vloeistof ongeacht voedselinname. De behandeling
is continu, wat betekent dat zonder onderbreking onmiddellijk aan de volgende blisterverpakking moet worden begonnen. De tabletten dienen bij voorkeur elke dag op dezelfde tijd te worden ingenomen.
Als er een tablet vergeten is, dient deze zo snel mogelijk te worden ingenomen. Als er meer dan 24 uur verstreken zijn, hoeft deze tablet niet meer te worden ingenomen. Als er meerdere tabletten vergeten zijn, kan er een vaginale bloeding optreden.
Voor de behandeling van postmenopauzale symptomen dient de laagste doeltreffende dosis gebruikt te worden.
Bij het opstarten en voortzetten van de behandeling van post-menopauzale symptomen dient de laagste werkzame dosis voor de kortste duur (zie ook rubriek 4.4) te worden gebruikt.
Additionele informatie over speciale populaties
Pediatrische patiënten
Klimedix is niet geïndiceerd voor het gebruik door kinderen en adolescenten.
Geriatrische patiënten
Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat er een aanpassing van de dosering noodzakelijk is bij oudere patiënten. Voor vrouwen van 65 jaar en ouder, zie rubriek 4.4.
Patiënten met verminderde leverfunctie
Bij vrouwen met een licht of matig verminderde werking van de lever wordt drospirenon goed verdragen (zie rubriek 5.2).
Klimedix is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige leverziekte (zie rubriek 4.3).
Patiënten met verminderde nierfunctie
Bij vrouwen met een licht of matig verminderde werking van de nieren werd een lichte toename van de blootstelling aan drospirenon waargenomen, maar het is niet te verwachten dat dit effect klinisch relevant is (zie rubriek 5.2). Klimedix is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige nierziekte (zie rubriek 4.3).
4.3 Contra-indicaties
Vaginale bloedingen van onbekende oorzaak
Aanwezigheid of vermoeden van borstkanker; verleden van borstkanker
Bekende of vermoede oestrogeenafhankelijke maligne tumoren (bijv. endometriumcarcinoom)
Onbehandelde endometriumhyperplasie
Verleden van veneuze trombo-embolie (diepe veneuze trombose, longembolie); Actieve veneuze trombo-embolie (diepe veneuze trombose, longembolie)
Actieve of recente arteriële trombo-embolische aandoeningen (bijv. angina pectoris, myocardinfarct)
Acute leveraandoeningen of een voorgeschiedenis van leveraandoeningen, zolang de leverfunctietests niet tot normaalwaarden zijn teruggekeerd
Aanwezigheid van een trombofiele aandoening (bijv. proteïne C, proteïne S of antitrombine deficiëntie, zie rubriek 4.4)
Ernstige nierinsufficiëntie of acuut nierfalen
Porfyrie
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
Overgevoeligheid voor pinda of soja
4.8 Bijwerkingen
De onderstaande tabel vermeldt bijwerkingen op basis van de MedDRA systeem/orgaanklassen (MedDRA SOCs). De frequenties zijn gebaseerd op gegevens uit klinisch onderzoek. De bijwerkingen werden vastgelegd tijdens 7 fase III klinische studies (n = 2424 vrouwen) en worden gezien als bijwerkingen die op zijn minst een mogelijk causaal verband hebben met het gebruik van Klimedix (1 mg estradiol / 0,5, 1, 2 of 3 mg drospirenon).
De meest gemelde bijwerkingen waren pijn in de borsten (> 10 %) en tijdens de eerste maanden van de behandeling bloedverlies en spotting (> 10 %). Onregelmatig bloedverlies wordt gewoonlijk minder tijdens voortgezet gebruik (zie rubriek 5.1). De frequentie van het bloedverlies neemt af met de duur van het gebruik.
Systeem/orgaanklasse | Vaak | Soms | Zelden |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen |
|
| Anemie |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| Toename of afname van gewicht, gebrek aan eetlust, toegenomen eetlust, hyperlipidemie |
|
Psychische stoornissen | Depressie, emotionele labiliteit, zenuwachtigheid | Slaapstoornis, angst, verminderd libido |
|
Zenuwstelselaandoeningen | Hoofdpijn | Paresthesie, verminderd concentratievermogen, duizeligheid | Vertigo |
Oogaandoeningen |
| Oogaandoening, gestoord zicht |
|
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen |
|
| Oorsuizen |
Hartaandoeningen |
| Hartkloppingen |
|
Bloedvataandoeningen |
| Embolie, veneuze trombose, hypertensie, migraine, tromboflebitis, spataderen |
|
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen |
| Kortademigheid |
|
Maagdarmstelselaandoeningen | Buikpijn, misselijkheid, vergroot abdomen | Gastro-intestinale stoornis, diarree, constipatie, overgeven, droge mond, winderigheid, smaakstoornis |
|
Lever- en galaandoeningen |
| Abnormale leverfunctiewaarden | Galstenen |
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| Huidaandoening, acne, alopecia, pruritus, huiduitslag, hirsutisme, haaraandoening |
|
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen |
| Pijn in ledematen, rugpijn, gewrichtspijn, spierkrampen | Spierpijn |
Nier- en urinewegaandoeningen |
| Urinewegaandoening, urineweginfectie |
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Goedaardige gezwellen in de borst, groter worden van de borsten, groter worden van uterusmyomen, goedaardige gezwellen in de baarmoederhals, menstruatiestoornis, vaginale afscheiding | Borstkanker, endometriumhyperplasie, goedaardige gezwellen in de baarmoeder, fibrokysten in de borsten, aandoening van de baarmoeder, aandoening van de eierstokken, aandoening van de baarmoederhals, pijn in het bekken, vulvovaginale aandoening, vaginale candidasis, vaginitis, vaginale droogheid | Eileiderinfectie, galactorree |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Krachteloosheid, lokaal oedeem | Gegeneraliseerd oedeem, pijn op de borst, algehele malaise, meer dan normaal zweten | Koude rillingen |
Om een bepaalde reactie en de synoniemen en gerelateerde aandoeningen ervan te beschrijven, is de meest geschikte MedDRA-term gebruikt.
Aanvullende informatie met betrekking tot speciale patiëntengroepen
De volgende bijwerkingen, door de onderzoeker geclassificeerd als op zijn minst mógelijk gerelateerd aan Klimedix-gebruik, zijn vastgelegd in twee klinische onderzoeken bij vrouwen met hypertensie.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hyperkaliëmie.
Hartaandoeningen
Hartfalen, boezemfibrilleren, verlengd QT-interval, hartvergroting.
Onderzoeken
Verhoogde hoeveelheid aldosteron in het bloed.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld in relatie met het gebruik van HST producten: erythema nodosum, erythema multiforme, chloasma en eczeem met bloedingen.
Risico op mammacarcinoom
Een tot 2-maal hoger risico op de diagnose mammacarcinoom is gerapporteerd bij vrouwen die langer dan 5 jaar gecombineerde oestrogeen-progestageen HST hebben gebruikt.
Het verhoogde risico voor gebruiksters die worden behandeld met HST met alleen oestrogeen is lager dan voor gebruiksters van HST met oestrogeen-progestageencombinaties.
De hoogte van het risico is afhankelijk van de gebruiksduur (zie rubriek 4.4). Het absolute risico geschat op basis van de resultaten van het grootste gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoek (WHI-onderzoek) en de grootste meta-analyse van prospectieve epidemiologische onderzoeken worden hieronder vermeld.
Grootste meta-analyse van prospectieve epidemiologische onderzoeken | |||
Leeftijd bij start HST (jaar) | Incidentie per 1000 niet-HST gebruiksters gedurende 5 jaar (50-54 jaar)a | Risico ratio | Extra gevallen per 1000 HST gebruiksters na 5 jaar |
|
| HST met alleen oestrogeen | |
50 | 13,3 | 1,2 | 2,7 |
|
| HST met oestrogeen-progestageencombinatie | |
50 | 13,3 | 1,6 | 8,0 |
a Afgeleid van uitgangswaarden voor incidentie in Engeland in 2015 bij vrouwen met een BMI van 27 (kg/m2).
Let op: Aangezien de achtergrond incidentie van mammacarcinoom per EU land verschilt, zal het aantal extra gevallen van mammacarcinoom ook proportioneel anders zijn.
Geschat extra risico op mammacarcinoom na 10 jaar gebruik bij vrouwen met een BMI van 27 (kg/m2) | |||
Leeftijd bij start HST (jaren) | Incidentie per 1000 niet-HST gebruiksters gedurende 10 jaar (50-59 jaar)* | Risico ratio | Extra gevallen per 1000 HST-gebruiksters na 10 jaar |
HST met alleen oestrogeen | |||
50 | 26,6 | 1,3 | 7,1 |
HST met oestrogeen-progestageencombinatie | |||
50 | 26,6 | 1,8 | 20,8 |
*Afgeleid van uitgangswaarden voor incidentie in Engeland in 2015 bij vrouwen met een BMI van 27 (kg/m2) |
VS WHI studies – extra risico op mammacarcinoom na 5 jaar gebruik | |||
Leeftijdsgroep (jaar) | Incidentie per 1000 vrouwen | Risico ratio & 95% CI | Extra gevallen per 1000 HST gebruiksters over een periode van 5 jaar (95% CI) |
|
| CEE oestrogeen mono HST | |
50-79 | 21 | 0,8 (0,7 – 1,0) | -4 (-6 – 0) a |
|
| CEE+MPA oestrogeen & progestageen HST b | |
50-79 | 17 | 1,2 (1,0 – 1,5) | +4 (0 – 9) |
a WHI studie in vrouwen zonder uterus, waarin geen verhoogd risico op mammacarcinoom werd
waargenomen.
b Als de analyse werd beperkt tot vrouwen die geen HST gebruikten voor de aanvang van de studie, werd er geen verhoogd risico waargenomen gedurende de eerste 5 jaar van behandeling: na 5 jaar was het risico hoger dan in de niet-gebruiksters.
Risico op endometriumcarcinoom
Postmenopauzale vrouwen met een uterus
Het risico op endometriumcarcinoom is ongeveer 5 op iedere 1000 vrouwen met een uterus die geen HST gebruiken. Bij vrouwen met een uterus wordt het gebruik van oestrogeen monotherapie niet aanbevolen omdat dit het risico op endometriumcarcinoom verhoogt (zie rubriek 4.4). Afhankelijk van de duur van het gebruik van oestrogeen monotherapie en de gebruikte oestrogeendosering, varieerde de verhoging van het risico op endometriumcarcinoom in epidemiologische studies tussen de 5 en 55 extra gediagnosticeerde gevallen per 1000 vrouwen in de leeftijd van 50-65 jaar.
De toevoeging van een progestageen aan de oestrogeen monotherapie gedurende minimaal 12 dagen per cyclus kan dit verhoogde risico voorkomen. In de Million Women Study nam het risico op endometriumcarcinoom niet toe bij 5 jaar combinatie (sequentieel of continue) HST (RR van 1,0 (0,8 - 1,2)).
Risico op ovariumcarcinoom
Het gebruik van HST met alleen een oestrogeen of een combinatie van een oestrogeen en een progestageen is in verband gebracht met een iets hoger risico op het stellen van een diagnose van ovariumkanker (zie rubriek 4.4).
Een meta-analyse van 52 epidemiologische studies rapporteerde een hoger risico op ovariumkanker bij vrouwen die op dat ogenblik een HST gebruikten, dan bij vrouwen die nooit een HST hadden gebruikt (RR 1,43, 95% BI 1,31-1,56). Bij vrouwen van 50 tot 54 jaar resulteert inname van een HST
gedurende 5 jaar in ongeveer 1 extra geval per 2.000 gebruiksters. Bij vrouwen van 50 tot 54 jaar die geen HST innemen, zal bij ongeveer 2 op de 2.000 vrouwen een diagnose van ovariumkanker worden
gesteld over een periode van 5 jaar.
Risico op veneuze trombo-embolie
HST wordt geassocieerd met een 1,3-3-maal hoger relatief risico op het ontwikkelen van veneuze trombo-embolie (VTE), dat wil zeggen diep veneuze trombose of longembolieën. De kans hierop is groter in het eerste jaar van HST behandeling (zie rubriek 4.4). De resultaten van de WHI studies worden hieronder weergegeven:
WHI studies – extra risico op VTE na 5 jaar gebruik | |||
Leeftijdsgroep (jaar) | Incidentie per 1000 vrouwen | Risico ratio & 95% CI | Extra gevallen per 1000 HST gebruiksters |
|
| Orale oestrogeen mono HSTa | |
50-59 | 7 | 1,2 (0,6 – 2,4) | 1 (-3 – 10) |
|
| Orale combinatie oestrogeen-progestageen HST | |
50-59 | 4 | 2,3 (1,2 – 4,3) | 5 (1 – 13) |
a Studie bij vrouwen zonder uterus.
Risico op coronaire hartziekten
Het risico op coronaire hartziekten is licht verhoogd in gebruiksters ouder dan 60 jaar bij gecombineerde oestrogeen-progestageen HST (zie rubriek 4.4).
Risico op een ischemisch cerebrovasculair accident
Het gebruik van oestrogeen monotherapie en combinatie oestrogeen-progestageen therapie wordt geassocieerd met een tot 1,5-maal verhoogd relatief risico op een ischemisch cerebrovasculair accident. Het risico op een hemorragisch cerebrovasculair accident is niet verhoogd gedurende het gebruik van HST.
Dit relatieve risico is onafhankelijk van de leeftijd of de gebruiksduur, maar omdat het risico in de uitgangssituatie sterk leeftijdsafhankelijk is, neemt het risico op een cerebrovasculair accident bij gebruiksters van HST over het algemeen toe met het toenemen van de leeftijd, zie rubriek 4.4.
Gecombineerde WHI studies – extra risico op een ischemisch cerebrovasculair accidenta | |||
Leeftijdsgroep | Incidentie per 1000 vrouwen in | Risico ratio & | Extra gevallen per 1000 |
50-59 | 8 | 1,3 (1,1 – 1,6) | 3 (1 – 5) |
a Er werd geen onderscheid gemaakt tussen een ischemisch en hemorragisch cerebrovasculair accident.
Andere bijwerkingen die geassocieerd worden met behandeling met een
oestrogeen/progestageenbehandeling:
Galblaasaandoeningen
Huid en subcutane stoornissen: chloasma, erythema multiforme, erythema nodosum en
vasculaire purpura
Mogelijke dementie bij een leeftijd boven 65 jaar (zie rubriek 4.4)
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
| Postbus 97 |
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gedeon Richter Plc.
Gyömrői út 19-21.
1103 Budapest
Hongarije
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE547751
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van de goedkeuring van de tekst: 12/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4135489 | KLIMEDIX 1MG/2MG FILMOMH TABL 3 X 28 | G03FA17 | € 43,08 | - | Ja | - | - |