1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tresiba 100 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Tresiba 100 eenheden/ml FlexPen oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Tresiba 100 eenheden/ml Penfill oplossing voor injectie in patroon
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Tresiba 100 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Een voorgevulde pen bevat 300 eenheden insuline degludec in 3 ml oplossing.
1 ml oplossing bevat 100 eenheden insuline degludec* (equivalent aan 3,66 mg insuline degludec).
Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Een voorgevulde pen bevat 600 eenheden insuline degludec in 3 ml oplossing.
1 ml oplossing bevat 200 eenheden insuline degludec* (equivalent aan 7,32 mg insuline degludec).
Tresiba 100 eenheden/ml FlexPen oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Een voorgevulde pen bevat 300 eenheden insuline degludec in 3 ml oplossing.
1 ml oplossing bevat 100 eenheden insuline degludec* (equivalent aan 3,66 mg insuline degludec).
Tresiba 100 eenheden/ml Penfill oplossing voor injectie in patroon
Een patroon bevat 300 eenheden insuline degludec in 3 ml oplossing.
1 ml oplossing bevat 100 eenheden insuline degludec* (equivalent aan 3,66 mg insuline degludec).
* Geproduceerd in Saccharomyces cerevisiae met behulp van recombinant-DNA-technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tresiba 100 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Oplossing voor injectie.
Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Oplossing voor injectie.
Tresiba 100 eenheden/ml oplossing voor injectie in voorgevulde pen
Oplossing voor injectie (FlexPen).
Tresiba 100 eenheden/ml Penfill oplossing voor injectie in patroon
Oplossing voor injectie.
Heldere, kleurloze, neutrale oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van diabetes mellitus bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf de leeftijd van 1 jaar.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Dit geneesmiddel is een basale insuline voor eenmaal daagse subcutane toediening op een willekeurig tijdstip van de dag, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip.
De sterkte van insuline-analogen, met inbegrip van insuline degludec, wordt uitgedrukt in eenheden. Een (1) eenheid insuline degludec komt overeen met 1 internationale eenheid humane insuline, 1 eenheid insuline glargine (100 eenheden/ml) of 1 eenheid insuline detemir.
Bij patiënten met diabetes mellitus type 2 kan dit geneesmiddel alleen worden gebruikt of in welke combinatie dan ook met orale bloedglucoseverlagende middelen, GLP-1-receptoragonisten en bolusinsuline (zie rubriek 5.1).
Bij diabetes mellitus type 1 moet Tresiba worden gecombineerd met kort-/snelwerkende insuline voor de insulinebehoefte tijdens maaltijden.
Tresiba moet worden gedoseerd in overeenstemming met de behoeften van de individuele patiënt. Het wordt aanbevolen om de glykemische regulatie te optimaliseren via dosisaanpassing gebaseerd op nuchtere plasmaglucose.
Aanpassing van de dosis kan noodzakelijk zijn wanneer patiënten zich fysiek meer inspannen, hun gebruikelijke dieet wijzigen of bij een bijkomende ziekte.
Tresiba 100 eenheden/ml en Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Tresiba is beschikbaar in twee sterktes. De benodigde dosis wordt voor beide in eenheden ingesteld. De dosisstappen verschillen echter tussen de twee sterktes van dit geneesmiddel.
• Met Tresiba 100 eenheden/ml kan een dosis van 1–80 eenheden per injectie, in stappen van 1 eenheid, worden toegediend.
• Met Tresiba 200 eenheden/ml kan een dosis van 2–160 eenheden per injectie, in stappen van 2 eenheden, worden toegediend. De dosis wordt geleverd in de helft van het volume van 100 eenheden/ml basale insulines.
Het dosisafleesvenster toont het aantal eenheden ongeacht de sterkte en er mag geen dosisomzetting plaatsvinden wanneer een patiënt op een nieuwe sterkte moet overschakelen.
Tresiba 100 eenheden/ml FlexPen oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
• Met Tresiba 100 eenheden/ml kan een dosis van 1–60 eenheden per injectie, in stappen van 1 eenheid, worden toegediend.
Flexibiliteit in toedieningstijdstip
Op momenten dat toediening op hetzelfde tijdstip van de dag niet mogelijk is, is het met Tresiba mogelijk flexibel te zijn met het toedieningstijdstip van de insuline (zie rubriek 5.1). Er moet altijd minstens 8 uur tussen injecties zitten. Er is geen klinische ervaring met het flexibel omgaan met het toedieningstijdstip van Tresiba bij kinderen en adolescenten.
Patiënten die een dosis vergeten wordt geadviseerd deze toe te dienen wanneer zij dit beseffen en vervolgens hun gebruikelijke eenmaal daagse doseerschema te volgen.
Starten
Patiënten met diabetes mellitus type 2
De aanbevolen dagelijkse startdosis is 10 eenheden, gevolgd door individuele dosisaanpassingen.
Patiënten met diabetes mellitus type 1
Tresiba moet eenmaal daags worden gebruikt met insuline voor bij de maaltijd en vervolgens zijn individuele dosisaanpassingen vereist.
Overschakelen van andere insulines
Een nauwgezette controle van de bloedglucosespiegel verdient aanbeveling tijdens de overschakeling en gedurende de daarop volgende weken. Het kan noodzakelijk zijn de doses en het tijdstip van toediening van gelijktijdig gebruikte snel- of kortwerkende insuline of de overige diabetesbehandeling aan te passen.
Patiënten met diabetes mellitus type 2
Bij patiënten met diabetes type 2 die eenmaal daags basale insuline, basaalbolusinsuline, mix-insuline of zelf gemengde insuline gebruiken, kan de basale insuline worden vervangen door Tresiba op basis van eenheid op eenheid, met dezelfde basale insulinedosis als daarvoor, gevolgd door individuele dosisaanpassingen.
Een dosisreductie van 20%, gebaseerd op de voorgaande basale insulinedosis, gevolgd door individuele dosisaanpassingen moet worden overwogen wanneer
- van tweemaal daags basale insuline overgeschakeld wordt naar Tresiba
- van insuline glargine (300 eenheden/ml) overgeschakeld wordt naar Tresiba
Patiënten met diabetes mellitus type 1
Bij patiënten met diabetes type 1 moet een dosisreductie van 20%, gebaseerd op de voorgaande basale insulinedosis of op de basale component van een continu subcutaan insuline-infusieregime, worden overwogen gevolgd door individuele dosisaanpassingen op basis van de glykemische reactie.
Gebruik van Tresiba in combinatie met GLP-1-receptoragonisten bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Als Tresiba aan een behandeling met GLP-1-receptoragonisten wordt toegevoegd, is de aanbevolen startdosis 10 eenheden gevolgd door individuele doseringsaanpassingen.
Als GLP-1-receptoragonisten aan een behandeling met Tresiba worden toegevoegd, wordt het aanbevolen de dosis van Tresiba met 20% te verlagen om het risico op hypoglykemie te minimaliseren. Vervolgens dient de dosering individueel te worden aangepast.
Speciale doelgroepen
Ouderen (≥ 65 jaar)
Tresiba kan bij ouderen worden gebruikt. De glucosespiegel moet vaker worden gecontroleerd en de insulinedosis moet individueel worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Nier- en leverinsufficiëntie
Tresiba kan worden gebruikt door patiënten met nier- of leverinsufficiëntie. De glucosespiegel moet vaker worden gecontroleerd en de insulinedosis moet individueel worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen klinische ervaring met het gebruik van dit geneesmiddel bij kinderen jonger dan 1 jaar. Dit geneesmiddel kan worden gebruikt bij adolescenten en kinderen vanaf 1 jaar (zie rubriek 5.1). Wanneer overgeschakeld wordt van basale insuline op Tresiba moet op individuele basis dosisverlaging van de basale en bolus insulines worden overwogen om het risico op hypoglykemie te minimaliseren (zie rubriek 4.4).
Wijze van toediening
Uitsluitend subcutaan gebruik.
Tresiba mag niet intraveneus worden toegediend omdat dit kan leiden tot ernstige hypoglykemie.
Dit geneesmiddel mag niet intramusculair worden toegediend omdat de absorptie hierdoor kan veranderen.
Dit geneesmiddel mag niet in insuline-infusiepompen worden gebruikt.
Tresiba mag niet in een injectiespuit worden opgetrokken vanuit de patroon van de voorgevulde pen (zie rubriek 4.4).
Tresiba wordt subcutaan toegediend door middel van een injectie in de dij, bovenarm of buikwand. De injectieplaatsen dienen altijd te worden afgewisseld binnen eenzelfde gebied om de kans op lipodystrofie en cutane amyloïdose te beperken (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Patiënten dienen te worden geïnstrueerd om altijd een nieuwe naald te gebruiken. Het hergebruik van insulinepennaalden vergroot het risico op verstopte naalden, wat kan leiden tot onder- of overdosering. In het geval van een verstopte naald moet de patiënt de instructies volgen die beschreven staan in de rubriek gebruiksaanwijzing van de bijsluiter (zie rubriek 6.6).
Tresiba 100 eenheden/ml en Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Tresiba wordt geleverd in een voorgevulde pen die is ontworpen voor gebruik met NovoFine of NovoTwist injectienaalden.
– De 100 eenheden/ml voorgevulde pen levert 1–80 eenheden, in stappen van 1 eenheid.
– De 200 eenheden/ml voorgevulde pen levert 2–160 eenheden, in stappen van 2 eenheden.
Tresiba 100 eenheden/ml Penfill oplossing voor injectie in een patroon
Tresiba wordt geleverd in een patroon die is ontworpen voor gebruik met Novo Nordisk insulinetoedieningssystemen en NovoFine of NovoTwist injectienaalden.
Tresiba 100 eenheden/ml FlexPen oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Tresiba wordt geleverd in een voorgevulde pen die is ontworpen voor gebruik met NovoFine of NovoTwist injectienaalden. Tresiba FlexPen levert 1–60 eenheden, in stappen van 1 eenheid.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerking tijdens de behandeling is hypoglykemie (zie rubriek ‘Beschrijving van bepaalde bijwerkingen’ hieronder).
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
De hierna vermelde bijwerkingen zijn gebaseerd op gegevens van klinische studies en geclassificeerd volgens de MedDRA systeem/orgaanklassen. Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd aan de hand van de volgende regel: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse | Frequentie | Bijwerking |
Immuunsysteemaandoeningen | Zelden | Overgevoeligheid |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Zeer vaak | Hypoglykemie |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Soms | Lipodystrofie |
Niet bekend | Cutane amyloïdose† | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Vaak | Reacties op de injectieplaats |
Soms | Perifeer oedeem |
† ADR (Adverse Drug Reaction) afkomstig van postmarketing bronnen.
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
Immuunsysteemaandoeningen
Met insulinepreparaten kunnen allergische reacties voorkomen. Onmiddellijke allergische reacties op insuline of op de hulpstoffen zijn potentieel levensbedreigend.
Met Tresiba zijn overgevoeligheid (zich uitend in zwelling van de tong en lippen, diarree, misselijkheid, vermoeidheid en jeuk) en urticaria zelden gemeld.
Hypoglykemie
Hypoglykemie kan optreden wanneer de insulinedosis te hoog is ten opzichte van de insulinebehoefte. Ernstige hypoglykemie kan leiden tot verlies van het bewustzijn en/of insulten en kan een tijdelijke of permanente beschadiging van de hersenfunctie of zelfs de dood tot gevolg hebben. De symptomen van hypoglykemie treden meestal plotseling op. Deze symptomen kunnen zijn: koud zweet, een koude bleke huid, vermoeidheid, zenuwachtigheid of tremor, angstgevoelens, ongewone vermoeidheid of zwakte, verwardheid, concentratiestoornissen, sufheid, overmatig hongergevoel, visusstoornissen, hoofdpijn, misselijkheid en hartkloppingen.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Lipodystrofie (waaronder lipohypertrofie, lipoatrofie) en cutane amyloïdose kunnen optreden op de injectieplaats en kunnen de plaatselijke insuline-absorptie vertragen. Het continue afwisselen van de injectieplaats binnen eenzelfde gebied kan helpen deze reacties te verminderen of te voorkomen (zie rubriek 4.4).
Reacties op de injectieplaats
Reacties op de injectieplaats (waaronder hematoom, pijn, bloeding, erytheem, knobbeltjes, zwelling, verkleuring, pruritus, warm gevoel en verdikking op de injectieplaats) traden op bij patiënten die werden behandeld met Tresiba. Deze reacties zijn gewoonlijk mild en voorbijgaand van aard en verdwijnen normaliter tijdens het voortzetten van de behandeling.
Pediatrische patiënten
Tresiba is toegediend aan kinderen en adolescenten tot 18 jaar om de farmacokinetische eigenschappen te onderzoeken (zie rubriek 5.2). De veiligheid en werkzaamheid zijn aangetoond in een langetermijnstudie bij kinderen van 1 tot 18 jaar oud. De frequentie, het type en de ernst van de bijwerkingen bij pediatrische patiënten wijzen niet op verschillen met de ervaring bij de algemene diabetespopulatie (zie rubriek 5.1).
Andere speciale doelgroepen
Gebaseerd op de resultaten van klinische studies, wijzen frequentie, type en ernst van bijwerkingen waargenomen bij ouderen en bij patiënten met nier- of leverinsufficiëntie niet op verschillen in vergelijking met de uitgebreidere ervaring in de algemene populatie.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novo Nordisk A/S
Novo Allé
DK-2880 Bagsværd
Denemarken
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Tresiba 100 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
EU/1/12/807/001
EU/1/12/807/002
EU/1/12/807/003
EU/1/12/807/004
EU/1/12/807/005
Tresiba 200 eenheden/ml FlexTouch oplossing voor injectie in voorgevulde pen
EU/1/12/807/009
EU/1/12/807/006
EU/1/12/807/010
EU/1/12/807/012
EU/1/12/807/013
EU/1/12/807/015
EU/1/12/807/016
Tresiba 100 eenheden/ml FlexPen oplossing voor injectie in voorgevulde pen
EU/1/12/807/017
Tresiba 100 eenheden/ml Penfill oplossing voor injectie in patroon
EU/1/12/807/007
EU/1/12/807/008
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
02/2024
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3804788 | TRESIBA 200IE/ML OPL INJ VOORG.PEN FLEXTOUCH 3X3ML | A10AE06 | € 61,54 | - | Ja | - | - |
3877271 | TRESIBA 100E/ML OPL INJ IN PATROON 5 X 3ML | A10AE06 | € 52,53 | - | Ja | - | - |