1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Brintellix 5 mg filmomhulde tabletten
Brintellix 10 mg filmomhulde tabletten
Brintellix 15 mg filmomhulde tabletten
Brintellix 20 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Brintellix 5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat vortioxetinehydrobromide overeenkomend met 5 mg vortioxetine.
Brintellix 10 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat vortioxetinehydrobromide overeenkomend met 10 mg vortioxetine.
Brintellix 15 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat vortioxetinehydrobromide overeenkomend met 15 mg vortioxetine.
Brintellix 20 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat vortioxetinehydrobromide overeenkomend met 20 mg vortioxetine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Brintellix 5 mg filmomhulde tabletten
Roze, amandelvormige (5 x 8,4 mm) filmomhulde tablet, met “TL” gegraveerd op één zijde en “5” op de andere zijde.
Brintellix 10 mg filmomhulde tabletten
Gele, amandelvormige (5 x 8,4 mm) filmomhulde tablet, met “TL” gegraveerd op één zijde en “10” op de andere zijde.
Brintellix 15 mg filmomhulde tabletten
Oranje, amandelvormige (5 x 8,4 mm) filmomhulde tablet, met “TL” gegraveerd op één zijde en “15” op de andere zijde.
Brintellix 20 mg filmomhulde tabletten
Rode, amandelvormige (5 x 8,4 mm) filmomhulde tablet, met “TL” gegraveerd op één zijde en “20” op de andere zijde.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Brintellix is geïndiceerd voor de behandeling van depressieve episodes bij volwassenen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De start- en aanbevolen dosering van Brintellix is eenmaal daags 10 mg vortioxetine bij volwassen patiënten jonger dan 65 jaar.
Afhankelijk van de individuele respons van de patiënt, kan de dosis verhoogd worden tot maximaal 20 mg vortioxetine eenmaal daags of verlaagd worden tot een minimum van 5 mg vortioxetine eenmaal daags.
Na het verdwijnen van de depressieve symptomen is een behandeling van nog minstens 6 maanden aanbevolen om het antidepressieve effect te behouden.
Stoppen van de behandeling
Een geleidelijke verlaging van de dosering kan worden overwogen om ontwenningsverschijnselen te voorkomen (zie rubriek 4.8). Er zijn echter onvoldoende gegevens om specifieke aanbevelingen te doen voor een afbouwschema voor patiënten die met Brintellix worden behandeld.
Speciale patiëntengroepen
Oudere patiënten
De laagste effectieve dosering van 5 mg eenmaal daags dient altijd te worden gebruikt als de startdosering bij patiënten ≥65 jaar. Voorzichtigheid is geboden wanneer patiënten ≥65 jaar worden behandeld met een dosering hoger dan 10 mg vortioxetine eenmaal daags waarvoor de gegevens beperkt zijn (zie rubriek 4.4).
Cytochroom P450-remmers
Afhankelijk van de individuele respons van de patiënt, kan een lagere dosis vortioxetine overwogen worden indien een sterke CYP2D6-remmer (bijvoorbeeld bupropion, kinidine, fluoxetine, paroxetine) toegevoegd wordt aan de behandeling met vortioxetine (zie rubriek 4.5).
Cytochroom P450-inductoren
Afhankelijk van de individuele respons van de patiënt, kan een aangepaste dosis vortioxetine overwogen worden indien een cytochroom P450-inductor (bijvoorbeeld rifampicine, carbamazepine, fenytoïne) toegevoegd wordt aan de behandeling met vortioxetine (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten
Brintellix mag niet worden gebruikt bij pediatrische patiënten (jonger dan 18 jaar) met een ernstige depressieve stoornis (MDD) omdat de werkzaamheid niet is aangetoond (zie rubriek 5.1). De veiligheid van Brintellix bij pediatrische patiënten is beschreven in rubriek 4.4, 4.8 en 5.1.
Verminderde nier- of leverfunctie
Er is geen aanpassing van de dosering nodig op basis van de nier- of leverfunctie (zie rubriek 4.4 en 5.2).
Wijze van toediening
Brintellix is voor oraal gebruik.
De filmomhulde tabletten kunnen met of zonder voedsel ingenomen worden.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Gelijktijdig gebruik met niet-selectieve monoamine-oxidaseremmers (MAO-remmers) of selectieve MAO-A-remmers (zie rubriek 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerking was nausea
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen worden hieronder weergegeven met behulp van de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). De lijst is gebaseerd op informatie uit klinische onderzoeken en postmarketingervaringen.
SYSTEEM/ORGAANKLASSE | FREQUENTIE | BIJWERKING |
Immuunsysteemaandoeningen | Niet bekend* | Anafylactische reactie |
Endocriene aandoeningen | Niet bekend* | Hyperprolactinemie, in sommige gevallen geassocieerd met galactorroe |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Niet bekend* | Hyponatriëmie |
Psychische stoornissen | Vaak | Abnormale dromen |
Soms | Hallucinaties | |
Niet bekend* | Insomnia | |
Niet bekend* | Agitatie, agressie (zie rubriek 4.4) | |
Zenuwstelselaandoeningen | Vaak | Duizeligheid |
Soms | Tremor | |
Niet bekend* | Serotoninesyndroom, | |
Oogaandoeningen | Soms | Wazig zicht |
Zelden | Mydriase (wat kan leiden tot acuut nauwekamerhoekglaucoom - zie rubriek 4.4) | |
Bloedvataandoeningen | Soms | Overmatig blozen |
Niet bekend* | Hemorragie (inclusief kneuzing, ecchymose, bloedneus, gastro-intestinale of vaginale bloeding) | |
Maagdarmstelselaandoeningen | Zeer vaak | Nausea |
Vaak | Diarree | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Vaak | Pruritus, inclusief pruritus gegeneraliseerd |
Soms | Nachtzweet | |
Niet bekend* | Angio-oedeem, | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Niet bekend* | Onttrekkingssyndroom |
* Op basis van gevallen bij de geneesmiddelenbewaking.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Nausea
Bijwerkingen waren in het algemeen licht tot matig en kwamen voor tijdens de eerste 2 weken van de behandeling. De bijwerkingen waren meestal van voorbijgaande aard en leidden doorgaans niet tot het stopzetten van de behandeling. Bijwerkingen in het maagdarmstelsel, zoals nausea, kwamen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Ouderen
De mate van terugtrekking uit de studies was hoger bij patiënten ≥65 jaar bij een dosering van ≥10 mg eenmaal daags. Bij een dosering van 20 mg vortioxetine eenmaal daags, was de incidentie van nausea en constipatie hoger bij patiënten ≥65 jaar (respectievelijk 42% en 15%) dan bij patiënten <65 jaar (respectievelijk 27% en 4%) (zie rubriek 4.4).
Seksuele disfunctie
In klinisch onderzoek werd seksuele disfunctie beoordeeld met de Arizona Sexual Experience Scale (ASEX). Doseringen van 5 tot 15 mg lieten geen verschil met placebo zien. De dosering van 20 mg vortioxetine werd echter geassocieerd met een verhoging van seksuele disfunctie (TESD) (zie rubriek 5.1). Tijdens de postmarketingfase zijn gevallen van seksuele disfunctie gemeld bij doses vortioxetine lager dan 20 mg.
Klasse-effecten
Epidemiologische studies, voornamelijk bij patiënten van 50 jaar en ouder, laten bij patiënten die een geneesmiddel uit een verwante farmacologische klasse antidepressiva (SSRI’s of TCA’s) krijgen een hoger risico op botfracturen zien. Het mechanisme dat dit hogere risico veroorzaakt is onbekend en het is onbekend of dit risico ook relevant is voor vortioxetine.
Pediatrische patiënten
Een totaalaantal van 304 kinderen in de leeftijd van 7 tot en met 11 jaar en 308 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met een ernstige depressieve stoornis (MDD) werden respectievelijk in twee dubbelblinde, placebogecontroleerde studies behandeld met vortioxetine. In het algemeen was het bijwerkingenprofiel van vortioxetine bij kinderen en adolescenten vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel dat werd waargenomen bij volwassenen, behalve een hogere incidentie van buikpijngerelateerde voorvallen en specifiek bij adolescenten een hogere incidentie van zelfmoordgedachten dan bij volwassenen (zie rubriek 5.1).
Er zijn twee open-label extensiestudies op lange termijn uitgevoerd met doses vortioxetine van 5 tot 20 mg/dag en met een behandelingsduur van respectievelijk 6 maanden (N=662) en 18 maanden (N=94). Over het geheel genomen was het veiligheids- en verdraagbaarheidsprofiel van vortioxetine bij pediatrische patiënten na langdurig gebruik vergelijkbaar met wat is waargenomen na kortdurend gebruik.
Symptomen bij stopzetting van de behandeling met vortioxetine
In de klinische onderzoeken werden de ontwenningsverschijnselen systematisch geëvalueerd na het abrupt stoppen van de behandeling met vortioxetine. Er was geen klinisch relevant verschil met placebo in de incidentie of aard van de ontwenningsverschijnselen na behandeling met vortioxetine (zie rubriek 5.1). Gevallen die ontwenningssymptomen beschrijven, zijn gemeld tijdens de postmarketingfase en omvatten symptomen zoals duizeligheid, hoofdpijn, sensorische stoornissen (waaronder paresthesie, elektrische schoksensaties), slaapstoornissen (waaronder slapeloosheid), misselijkheid en/of braken, angst, prikkelbaarheid, agitatie, vermoeidheid en tremor. Deze symptomen kunnen optreden binnen de eerste week na stopzetting van de behandeling met vortioxetine.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej 9
2500 Valby
Denemarken
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Brintellix 5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/891/001-007
EU/1/13/891/037-038
Brintellix 10 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/891/008-017
EU/1/13/891/039
Brintellix 15 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/891/018-026
Brintellix 20 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/891/027-035
EU/1/13/891/040
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
08/2025
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
PRIJZEN
| CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 3893377 | BRINTELLIX 20MG FILMOMH TABL 28 X 20MG | N06AX26 | € 69,56 | - | Ja | - | - |
| 3893385 | BRINTELLIX 10MG FILMOMH TABL 28 X 10MG | N06AX26 | € 39,88 | - | Ja | - | - |
| 3893393 | BRINTELLIX 5MG FILMOMH TABL 28 X 5MG | N06AX26 | € 24,75 | - | Ja | - | - |