SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
FRISIUM 10 mg, tabletten
FRISIUM 20 mg, tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
FRISIUM 10 mg, tabletten
Elke tablet bevat 10 mg clobazam als werkzaam bestanddeel.
Hulpstoffen met bekend effect: Elke tablet bevat 72,3 mg lactosemonohydraat
FRISIUM 20 mg, tabletten
Elke tablet bevat 20 mg clobazam als werkzaam bestanddeel.
Hulpstoffen met bekend effect: Elke tablet bevat 100,0 mg lactosemonohydraat
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
FRISIUM 10 mg, tabletten
Witte, ronde, biconvexe tabletten met aan ene zijde het Hoechst-logo en andere zijde een breukstreep en de markeringen “B” en “GL”
De 10 mg tabletten kunnen in twee evenwaardige helften van 5 mg verdeeld worden.
FRISIUM 20 mg, tabletten
Witte, ronde, afgeplatte tabletten met aan ene zijde het Hoechst-logo en andere zijde een breukstreep en tweemaal de markering “BGO”.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Angst. Frisium is alleen aangewezen als de symptomen ernstig, invaliderend of onderwerp van extreem lijden zijn.
Adjuvante behandeling van epilepsie bij patiënten die onvoldoende gestabiliseerd zijn met hun anticonvulsieve monotherapie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosering wordt gebaseerd op de volgende richtlijnen:
In alle gevallen moet de behandeling gestart worden met de laagste efficiënte dosis en de maximale dosis mag niet overschreden worden. De dosis en de duur van de behandeling moeten aangepast worden in functie van de indicatie, de ernst van de aandoening en de individuele klinische respons. Gepaste aandacht moet besteed worden aan de mogelijkheid van interferentie met de alertheid en de reactietijd. Het fundamentele principe is om de dosis zo laag mogelijk te houden.
- Behandeling van angst
Volwassenen
Gewoonlijk is de startdosis 20 mg clobazam per dag.
Indien nodig, mag deze dosis verhoogd worden. De algemene aanbeveling is om een totale dagdosis van 30 mg niet te overschrijden.
Ouderen
De klinische respons en de gevoeligheid voor bijwerkingen kunnen toegenomen zijn. De startdosis moet laag zijn en dosisverhogingen in de loop van de behandeling moeten strikt opgevolgd worden (zie rubriek 4.4). In de meeste gevallen volstaat een onderhoudsdosis van 10 tot 15 mg clobazam.
Pediatrische patiënten
De klinische respons en de gevoeligheid voor bijwerkingen kunnen toegenomen zijn in deze patiëntengroep. De startdosis moet laag zijn en dosisverhogingen in de loop van de behandeling moeten strikt opgevolgd worden. Benzodiazepines zouden niet gebruikt mogen worden bij kinderen zonder de noodzaak ervan nauwgezet te evalueren (zie rubriek 4.3)
Secundaire dosisaanpassing
De dosis kan verlaagd worden indien de symptomen verbeteren.
Tijdstip van inname van de doses :
Als de totale dosis verdeeld wordt over meerdere innamen in de loop van de dag, is het aanbevolen om de hoogste dosis ’s avonds in te nemen.
Behandelingsduur
De duur van de behandeling moet zo kort mogelijk zijn. De patiënt moet opnieuw onderzocht worden na een periode van maximaal 4 weken therapie en regelmatig daarna om de noodzaak van het voortzetten van de behandeling te evalueren, vooral als de patiënt vrij van symptomen is. In het algemeen mag de totale behandelingsduur (d.w.z. met inbegrip van de periode van geleidelijke dosisverlaging) niet langer zijn dan 8 tot 12 weken. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om de behandeling langer toe te dienen dan de maximale behandelingsperiode. De behandeling mag pas verlengd worden nadat de toestand van de patiënt opnieuw werd beoordeeld door een specialist. Het wordt sterk aanbevolen om lange onafgebroken behandelingsperiodes te vermijden omdat ze kunnen leiden tot afhankelijkheid.
Stopzetting van de behandeling
Het wordt sterk aanbevolen om clobazam niet abrupt stop te zetten na een langdurige behandeling maar de dosis geleidelijk te verlagen onder medisch toezicht; zoniet kunnen er ontwenningsverschijnselen optreden (zie 4.4. ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’).
- Behandeling van epilepsie in combinatie met één of meer andere anticonvulsiva
Volwassenen
Bij de behandeling van epilepsie moet de dosering aangepast worden aan elke patiënt. Het is aanbevolen om te starten met lage doses (5 tot 15 mg/dag) en, indien nodig, de dosis geleidelijk te verhogen. Gemiddelde voor volwassenen: 0.5 mg/kg/dag.
Ouderen
De klinische respons en de gevoeligheid voor bijwerkingen kunnen toegenomen zijn. De startdosis moet laag zijn en dosisverhogingen in de loop van de behandeling moeten strikt opgevolgd worden (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De klinische respons en de gevoeligheid voor bijwerkingen kunnen toegenomen zijn in deze patiëntengroep. De startdosis moet laag zijn en dosisverhogingen in de loop van de behandeling moeten strikt opgevolgd worden. Benzodiazepines zouden niet gebruikt mogen worden bij kinderen zonder de noodzaak ervan nauwgezet te evalueren(zie rubriek 4.3)
- Kinderen vanaf 6 jaar:
Het is aanbevolen om te starten met een normale behandeling aan een dosis van 5 mg/dag. Een onderhoudsdosis van 0,3 tot 1,0 mg/kg/dag lichaamsgewicht is meestal voldoende.
- Aangezien er geen aangepaste formulering volgens leeftijd bestaat die een veilige en accurate dosering toelaat, kunnen er geen dosisaanbevelingen gegeven worden voor kinderen jonger dan 6 jaar.
Tijdstip van inname van de doses :
Als de totale dosis wordt verdeeld over meerdere innamen per dag, is het aanbevolen om de hoogste dosis ‘s avonds te nemen.
Doses tot 30 mg/dag clobazam mogen als enkelvoudige dosis ’s avonds ingenomen worden.
Behandelingsduur
De patiënt moet opnieuw geëvalueerd worden na een periode van maximaal 4 weken therapie en regelmatig daarna om de noodzaak van het voortzetten van de behandeling te evalueren.
Stopzetting van de behandeling
Aan het einde van de behandeling – ook in gevallen waarbij de klinische respons onvoldoende was – is het sterk aanbevolen om clobazam niet abrupt stop te zetten maar de dosis geleidelijk te verlagen; anders kan de gevoeligheid voor convulsies toenemen en kunnen er ook andere ontwenningsverschijnselen optreden.
Bijzondere patiëntengroepen
Pediatrische patiënten: zie hoger in rubriek 4.2 en rubriek 4.3
Ouderen: zie hoger in rubriek 4.2 en rubriek 4.4
Patiënten met nier- of leverfunctiestoornissen:
De klinische respons en de gevoeligheid voor bijwerkingen kunnen toegenomen zijn in deze patiëntengroep. De startdosis moet laag zijn en dosisverhogingen in de loop van de behandeling moeten strikt opgevolgd worden (zie rubriek 4.4).
Wijze van toediening
De tabletten kunnen in hun geheel ingeslikt worden zonder erop te kauwen, met een voldoende hoeveelheid vloeistof (ongeveer een half glas water).
De tabletten kunnen ook verpulverd worden en, gemengd met appelsap, ingenomen worden (zie rubriek 5.2).
Clobazam kan met of zonder voedsel ingenomen worden (zie rubriek 5.2).
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof, voor benzodiazepines of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Myasthenia gravis.
- Ernstige ademhalingsinsufficiëntie.
- Slaapapnoesyndroom.
- Ernstige leverinsufficiëntie.
- Borstvoeding.
Benzodiazepines mogen enkel toegediend worden aan kinderen na een grondige evaluatie van de noodzaak.
Clobazam mag niet aan kinderen tussen 6 maand en 6 jaar toegediend worden met uitzondering van anticonvulsieve behandeling in geval van noodzakelijke indicatie.
4.8 Bijwerkingen
De frequenties aanwezig in onderstaand overzicht worden gedefinieerd volgens deze conventie:
Zeer vaak (≥ 1/10)
Vaak (≥ 1/100, < 1/10)
Soms (≥ 1/1000, < 1/100)
Zelden (≥ 1/10 000, < 1/1000)
Zeer zelden (< 1/10 000)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)*.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak: verminderde eetlust
Psychische stoornissen
Vaak: prikkelbaarheid, agressie, rusteloosheid, depressie (voorafbestaande depressie kan tot uiting komen), geneesmiddelentolerantie (in het bijzonder bij langdurig gebruik), agitatie
Soms: abnormaal gedrag, verwardheid, angst, delusie, nachtmerries, verlies van libido (in het bijzonder bij hoge dosering of bij langdurig gebruik, en is omkeerbaar)
Niet bekend: afhankelijkheid (voornamelijk gedurende langdurig gebruik), initiële slapeloosheid, woede, hallucinaties, psychotische stoornis, slechte slaapkwaliteit, zelfmoordgedachten
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: slaperigheid, in het bijzonder in het begin van de behandeling en wanneer hogere doses worden gebruikt
Vaak: sedatie, duizeligheid, aandachtsstoornis, vertraagde spraak/dysarthrie/spraakstoornis (in het bijzonder bij hoge doses of bij langdurig gebruik, en is omkeerbaar), hoofdpijn, tremor, ataxie
Soms: verminderd emotioneel vermogen, amnesie (kan gepaard gaan met abnormaal gedrag), verminderd geheugen, anterograde amnesie (bij het gebruikelijke dosisbereik maar in het bijzonder bij hogere doses)
Niet bekend: cognitieve stoornis, veranderingen in het bewustzijnsniveau (vooral bij oudere patiënten, kan gepaard gaan met stoornissen in de ademhaling), nystagmus (voornamelijk bij hoge doses of langdurig gebruik), onregelmatige gang (in het bijzonder bij hoge dosering of bij langdurig gebruik, en is omkeerbaar)
Oogaandoeningen
Soms: diplopie (in het bijzonder bij hoge dosering of bij langdurig gebruik, en is omkeerbaar)
Ademhalings-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Niet bekend: ademhalingsdepressie, ademhalingsinsufficiëntie (in het bijzonder bij patiënten met een vooraf bestaande ademhalingsfunctie zoals bvb. bij astma of hersenbeschadiging)
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: droge mond, nausea, constipatie
Huid- en onderhuisaandoeningen
Soms: huiduitslag
Niet bekend: fotosensitieve urticaria, Steven-Johnson syndrome, toxische epidermale necrolyse.
Skeletspier- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend: spierspasmen, spierzwakte
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak: vermoeidheid vooral in het begin van de behandeling en wanneer hogere doses worden gebruikt
Niet bekend: trage respons op prikkels, hypothermie
Onderzoeken
Soms: gewichtstoename (in het bijzonder bij hoge dosering of bij langdurig gebruik)
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties
Soms: vallen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten – Afdeling Vigilantie – Postbus 97 – 1000 Brussel Madou – Website: www.eenbijwerkingmelden.be – E-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel: 02/710.54.00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Frisium 10 mg, tabletten: BE245481 Frisium 20 mg, tabletten: BE245472
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
08/2023
Datum van laatste goedkeuring:08/2021
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0042390 | FRISIUM COMP. 50 X 10 MG | N05BA09 | € 11,28 | - | Nee | - | - |
0043224 | FRISIUM COMP. 50 X 20 MG | N05BA09 | € 19,45 | - | Nee | - | - |