Samenvatting van de Productkenmerken
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Aricept 5 mg filmomhulde tabletten
Aricept 10 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg donepezilhydrochloride, equivalent aan 4,56 mg donepezil base.
Hulpstof met bekend effect: Elke 5 mg tablet bevat 87,17 mg lactose.
Elke filmomhulde tablet bevat 10 mg donepezilhydrochloride, equivalent aan 9,12 mg donepezil base.
Hulpstof met bekend effect: Elke 10 mg tablet bevat 174,33 mg lactose.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
ARICEPT 5 mg filmomhulde tabletten zijn witte, ronde, biconvexe tabletten, aan de ene kant gemerkt met 'ARICEPT' en aan de andere kant met '5'.
ARICEPT 10 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ronde, biconvexe tabletten, aan de ene kant gemerkt met 'ARICEPT' en aan de andere kant met '10'.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
ARICEPT filmomhulde tabletten zijn geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van licht tot matig ernstige Alzheimerdementie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen/Ouderen
De behandeling wordt ingesteld met een dosis van 5 mg/dag (eenmaal daagse toediening). De dosis van 5 mg/dag dient minstens een maand te worden aangehouden, teneinde de eerste klinische reacties op de behandeling te kunnen evalueren en de steady-state concentraties van donepezilhydrochloride te bereiken. Afhankelijk van de klinische evaluatie van de behandeling na toediening van 5 mg/dag gedurende een maand kan de dosis van ARICEPT verhoogd worden tot 10 mg/dag (eenmaal daagse toediening). De maximale aanbevolen dagdosis is 10 mg. Dosissen van meer dan 10 mg/dag werden niet onderzocht in klinische studies.
De behandeling moet ingesteld en gesuperviseerd worden door een arts met ervaring in de diagnose en behandeling van Alzheimerdementie. De diagnose moet gesteld worden volgens aanvaarde richtlijnen (bijv. DSM IV, ICD 10). Een behandeling met donepezil dient alleen te worden ingesteld indien een zorgverstrekker beschikbaar is die regelmatig zal toezien op het gebruik van het geneesmiddel door de patiënt. De onderhoudsbehandeling kan worden voortgezet zolang er een therapeutisch voordeel is voor de patiënt. Daarom dient het klinische voordeel van donepezil regelmatig opnieuw te worden geëvalueerd. Stopzetting van de behandeling dient overwogen te worden wanneer er geen aanwijzingen meer zijn voor een therapeutisch effect. De individuele reactie op donepezil kan niet worden voorspeld.
Na het staken van de behandeling wordt een geleidelijke vermindering van de gunstige effecten van ARICEPT gezien.
Pediatrische patiënten
ARICEPT is niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar.
Patiënten met nier- en leverinsufficiëntie
Aangezien de klaring van donepezilhydrochloride door nierinsufficiëntie niet beïnvloed wordt, kan voor patiënten met deze aandoening een zelfde doseringsschema worden toegepast.
Gezien de mogelijk verhoogde blootstelling bij lichte tot matige leverinsufficiëntie (zie rubriek 5.2) dient de dosisescalatie plaats te vinden in functie van de individuele tolerantie. Er zijn geen gegevens beschikbaar voor patiënten met ernstige leverinsufficiëntie.
Wijze van toediening
ARICEPT moet ’s avonds oraal worden ingenomen, onmiddellijk voor het slapengaan.
In geval van slaapafwijkingen, waaronder abnormale dromen, nachtmerries of insomnia (zie rubriek 4.8), kan inname van ARICEPT ’s ochtends worden overwogen.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor donepezilhydrochloride, piperidinederivaten of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
De meest voorkomende ongewenste voorvallen zijn diarree, spierkrampen, vermoeidheid, misselijkheid, braken en slapeloosheid.
De bijwerkingen die in meer dan een geïsoleerd geval gemeld werden, zijn in de volgende tabel per systeem/orgaanklasse en frequentie opgenomen. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥ 1/10) vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse | Zeer vaak | Vaak | Soms | Zelden | Zeer zelden | Niet bekend |
Infecties en parasitaire aandoeningen |
| Gewone verkoudheid |
|
|
|
|
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| Anorexie |
|
|
|
|
Psychische stoornissen |
| Hallucinaties** |
|
|
| Verhoogd libido, hyperseksualiteit |
Zenuwstelselaandoeningen |
| Syncope* | Epileptisch insult* | Extrapirami-dale symptomen | Maligne neuroleptisch syndroom | Pleurothotonus (Pisa-syndroom) |
Hartaandoeningen |
|
| Bradycardie | Sinoatriaal blok |
| Polymorfe ventriculaire tachycardie met inbegrip van Torsade de Pointes; verlengd QT-interval op elektrocardiogram |
Maagdarmstelselaandoeningen | Diarree | Braken | Gastro-intestinale bloeding |
|
|
|
Lever- en galaandoeningen |
|
|
| Lever-disfunctie waaronder hepatitis*** |
|
|
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| Uitslag |
|
|
|
|
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen |
| Spierkrampen |
|
| Rabdomyolyse**** |
|
Nier- en urinewegaandoeningen |
| Urinaire |
|
|
|
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Hoofdpijn | Vermoeidheid |
|
|
|
|
Onderzoeken |
|
| Lichte toename van de serumconcen-tratie van creatinekinase |
|
|
|
Letsels en intoxicaties en verrichtingscomplicaties |
| Ongevallen met inbegrip van valincidenten |
|
|
|
|
* Bij het onderzoek van patiënten met syncope of epileptische insulten moet de mogelijkheid van hartblok of sinusgeleidingsstoornissen overwogen worden (zie rubriek 4.4).
** Gevallen van hallucinaties, abnormale dromen, nachtmerries, agitatie en agressief gedrag verdwenen bij dosisverlaging of stopzetting van de behandeling.
*** In gevallen van onverklaarbare leverdisfunctie dient het staken van ARICEPT te worden overwogen.
**** Er is gemeld dat rabdomyolyse onafhankelijk van het maligne neuroleptisch syndroom kan optreden en tijdsgebonden nauw samenhangt met de aanvang van de behandeling met donepezil of dosisverhoging.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus 97, 1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be).
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer NV/SA
Pleinlaan 17
1050 Brussel
België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
ARICEPT 5 mg blisterverpakkingen: BE185814
ARICEPT 5 mg HDPE flessen: BE295653
ARICEPT 10 mg blisterverpakkingen: BE185805
ARICEPT 10 mg HDPE flessen: BE295644
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST:
10/2022
22J27
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
1370774 | ARICEPT 10 MG FILMOMH TABL 28 X 10 MG | N06DA02 | € 53,31 | - | Ja |
1370782 | ARICEPT 10 MG FILMOMH TABL 56 X 10 MG | N06DA02 | € 90,39 | - | Ja |
2839785 | ARICEPT 10 MG FILMOMH TABL 98 X 10 MG | N06DA02 | € 130,9 | - | Ja |
2839793 | ARICEPT 5 MG FILMOMH TABL 98 X 5 MG | N06DA02 | € 114 | - | Ja |