1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Anexate 0,5 mg/5 ml oplossing voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
5 ml oplossing voor injectie bevat 0,5 mg flumazenil.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie.
De oplossing is kleurloos.
De oplossing is kleurloos.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Anexate is geïndiceerd voor het neutraliseren van de sedatieve effecten van benzodiazepinen op het centraal zenuwstelsel.
Anexate is niet geïndiceerd voor de behandeling van een afhankelijkheid van benzodiazepinen, noch voor de behandeling van langdurige abstinentiesyndromen van benzodiazepinen.
Anesthesiologie
- Onderbreken van een algemene anesthesie die bij gehospitaliseerde patiënten met benzodiazepinen werd ingeleid en onderhouden.
- Onderbreken van de sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen bij korte diagnostische of therapeutische ingrepen bij opgenomen of ambulant behandelde patiënten. Vooral bij ambulant behandelde patiënten is voorzichtigheid geboden ten aanzien van het mogelijk opnieuw verschijnen van de door benzodiazepinen veroorzaakte sedatie, aangezien de werkingsduur van deze laatste veel langer kan zijn dan die van de antagonist (zie ook de rubriek 4.7).
- Neutraliseren van paradoxale reacties op benzodiazepinen, zoals agitatie, angst, agressiviteit.
- Voor het opheffen van de bewuste sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen, bij kinderen ouder dan 1 jaar.
Intensieve zorgen
- Behandeling van een - accidentele of intentionele - overdosis door benzodiazepinen leidend tot een ernstige intoxicatie met coma.
- Etiologische diagnose van een onverklaard coma om de respectieve bijdrage van benzodiazepinen en andere (farmacologische of neurologische) oorzaken te onderscheiden.
- Specifieke opheffing van de effecten van overmatige doses benzodiazepinen op het centraal zenuwstelsel (herstel van de spontane ventilatie om een intubatie te vermijden of om de geassisteerde ventilatie te stoppen).
Anexate is niet geïndiceerd voor de behandeling van een afhankelijkheid van benzodiazepinen, noch voor de behandeling van langdurige abstinentiesyndromen van benzodiazepinen.
Anesthesiologie
- Onderbreken van een algemene anesthesie die bij gehospitaliseerde patiënten met benzodiazepinen werd ingeleid en onderhouden.
- Onderbreken van de sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen bij korte diagnostische of therapeutische ingrepen bij opgenomen of ambulant behandelde patiënten. Vooral bij ambulant behandelde patiënten is voorzichtigheid geboden ten aanzien van het mogelijk opnieuw verschijnen van de door benzodiazepinen veroorzaakte sedatie, aangezien de werkingsduur van deze laatste veel langer kan zijn dan die van de antagonist (zie ook de rubriek 4.7).
- Neutraliseren van paradoxale reacties op benzodiazepinen, zoals agitatie, angst, agressiviteit.
- Voor het opheffen van de bewuste sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen, bij kinderen ouder dan 1 jaar.
Intensieve zorgen
- Behandeling van een - accidentele of intentionele - overdosis door benzodiazepinen leidend tot een ernstige intoxicatie met coma.
- Etiologische diagnose van een onverklaard coma om de respectieve bijdrage van benzodiazepinen en andere (farmacologische of neurologische) oorzaken te onderscheiden.
- Specifieke opheffing van de effecten van overmatige doses benzodiazepinen op het centraal zenuwstelsel (herstel van de spontane ventilatie om een intubatie te vermijden of om de geassisteerde ventilatie te stoppen).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Anexate dient intraveneus door een anesthesist of een ervaren arts te worden toegediend. Anexate kan in een infuus, opgelost in glucose 5 % of in natriumchloride 0,9 % worden toegediend. Andere maatregelen voor reanimatie kunnen tegelijk worden getroffen.
Anesthesiologie :
De aanbevolen startdosis bedraagt 0,2 mg, i.v. over 15 seconden toegediend. Als de gewenste graad van bewustzijn binnen 60 seconden niet wordt bereikt, mag een tweede dosis (0,1 mg) worden geïnjecteerd. Zo nodig mag dit om de 60 seconden worden herhaald. De maximale totale dosis is 1 mg. De gebruikelijke dosis bedraagt 0,3 tot 0,6 mg.
Intensieve zorgen :
De aanbevolen startdosis intraveneus toegediend, bedraagt 0,3 mg. Als de gewenste graad van bewustzijn binnen de 60 seconden niet wordt bereikt, kunnen nieuwe doses Anexate worden toegediend tot de patiënt ontwaakt of tot een maximale dosis van 2 mg werd toegediend. In geval de slaperigheid terug optreedt, is een i.v. infuus van 0,1 tot 0,4 mg per uur nuttig gebleken. De infusiesnelheid dient individueel te worden ingesteld naargelang van de gewenste graad van waakzaamheid.
Als de bewustzijnstoestand van de patiënt en zijn ademhaling na herhaalde toedieningen van Anexate geen significante verbetering vertonen, dient te worden aangenomen dat de klinische verschijnselen niet aan benzodiazepinen of aan één van de excipiënten van het preparaat te wijten zijn.
Leverinsufficiëntie:
Aangezien flumazenil voornamelijk gemetaboliseerd wordt in de lever, is een zorgvuldige titratie van de dosering aanbevolen bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Kinderen ouder dan 1 jaar :
Voor het opheffen van de bewuste sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen, bij kinderen ouder dan 1 jaar bedraagt de aanbevolen aanvangsdosering 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg), intraveneus toe te dienen over 15 seconden. Als na een bijkomende wachtperiode van 45 seconden de verlangde bewustzijnsgraad niet wordt bereikt, kan een vervolginjectie van 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg) worden toegediend en, waar noodzakelijk, worden herhaald met een interval van 60 seconden (maximaal 4 keer) tot een maximale totale dosis van 0,05 mg/kg of 1 mg, afhankelijk van wat de laagste dosering is. De dosis dient op basis van de respons aan de patiënt te worden aangepast. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en de effectiviteit van herhaalde flumazeniltoediening bij kinderen in het geval van resedatie.
Anesthesiologie :
De aanbevolen startdosis bedraagt 0,2 mg, i.v. over 15 seconden toegediend. Als de gewenste graad van bewustzijn binnen 60 seconden niet wordt bereikt, mag een tweede dosis (0,1 mg) worden geïnjecteerd. Zo nodig mag dit om de 60 seconden worden herhaald. De maximale totale dosis is 1 mg. De gebruikelijke dosis bedraagt 0,3 tot 0,6 mg.
Intensieve zorgen :
De aanbevolen startdosis intraveneus toegediend, bedraagt 0,3 mg. Als de gewenste graad van bewustzijn binnen de 60 seconden niet wordt bereikt, kunnen nieuwe doses Anexate worden toegediend tot de patiënt ontwaakt of tot een maximale dosis van 2 mg werd toegediend. In geval de slaperigheid terug optreedt, is een i.v. infuus van 0,1 tot 0,4 mg per uur nuttig gebleken. De infusiesnelheid dient individueel te worden ingesteld naargelang van de gewenste graad van waakzaamheid.
Als de bewustzijnstoestand van de patiënt en zijn ademhaling na herhaalde toedieningen van Anexate geen significante verbetering vertonen, dient te worden aangenomen dat de klinische verschijnselen niet aan benzodiazepinen of aan één van de excipiënten van het preparaat te wijten zijn.
Leverinsufficiëntie:
Aangezien flumazenil voornamelijk gemetaboliseerd wordt in de lever, is een zorgvuldige titratie van de dosering aanbevolen bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Kinderen ouder dan 1 jaar :
Voor het opheffen van de bewuste sedatie veroorzaakt door benzodiazepinen, bij kinderen ouder dan 1 jaar bedraagt de aanbevolen aanvangsdosering 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg), intraveneus toe te dienen over 15 seconden. Als na een bijkomende wachtperiode van 45 seconden de verlangde bewustzijnsgraad niet wordt bereikt, kan een vervolginjectie van 0,01 mg/kg (tot 0,2 mg) worden toegediend en, waar noodzakelijk, worden herhaald met een interval van 60 seconden (maximaal 4 keer) tot een maximale totale dosis van 0,05 mg/kg of 1 mg, afhankelijk van wat de laagste dosering is. De dosis dient op basis van de respons aan de patiënt te worden aangepast. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en de effectiviteit van herhaalde flumazeniltoediening bij kinderen in het geval van resedatie.
4.3 Contra-indicaties
Flumazenil is tegenaangewezen bij patiënten met gekende overgevoeligheid of intolerantie voor de werkzame stof (of voor benzodiazepinen) of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Anexate is tegenaangewezen bij patiënten die met een benzodiazepine behandeld werden om een levensbedreigende situatie onder controle te houden (bijv. : controle van de intracraniële druk of status epilepticus).
Bij mengintoxicaties met benzodiazepinen en tri-/tetracyclische antidepressiva kan de toxiciteit van de antidepressiva gemaskeerd worden door de beschermende werking van de benzodiazepinen. Bij het optreden van autonome (anticholinergische), neurologische (motore afwijkingen) of cardiovasculaire (afwijkingen in het ECG zoals verlenging van het QRS of QT interval) verschijnselen van zware intoxicatie met tri-/tetracyclische antidepressiva zal de benzodiazepinewerking niet met Anexate geneutraliseerd worden. (Zie rubriek 4.4.)
In het algemeen mag flumazenil niet gebruikt worden bij patiënten die met tricyclische antidepressiva of met epileptogene geneesmiddelen behandeld worden, of bij patiënten die afwijkingen van het ECG vertonen (verlenging van het QRS of QT interval).
Anexate is tegenaangewezen bij patiënten die met een benzodiazepine behandeld werden om een levensbedreigende situatie onder controle te houden (bijv. : controle van de intracraniële druk of status epilepticus).
Bij mengintoxicaties met benzodiazepinen en tri-/tetracyclische antidepressiva kan de toxiciteit van de antidepressiva gemaskeerd worden door de beschermende werking van de benzodiazepinen. Bij het optreden van autonome (anticholinergische), neurologische (motore afwijkingen) of cardiovasculaire (afwijkingen in het ECG zoals verlenging van het QRS of QT interval) verschijnselen van zware intoxicatie met tri-/tetracyclische antidepressiva zal de benzodiazepinewerking niet met Anexate geneutraliseerd worden. (Zie rubriek 4.4.)
In het algemeen mag flumazenil niet gebruikt worden bij patiënten die met tricyclische antidepressiva of met epileptogene geneesmiddelen behandeld worden, of bij patiënten die afwijkingen van het ECG vertonen (verlenging van het QRS of QT interval).
4.8 Bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen zijn gemeld. Bijwerkingen verdwijnen gewoonlijk snel zonder dat er een bijzondere behandeling nodig is.
Frequentiecategorieën zijn vastgesteld volgens de volgende conventie:
zeer vaak (≥1/10)
vaak (≥1/100, <1/10)
soms (≥1/1.000, <1/100)
zelden (≥1/10.000, <1/1.000)
zeer zelden (<1/10.000)
niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend: overgevoeligheidsreacties, met inbegrip van anafylaxie, kunnen optreden.
Psychische stoornissen
Soms: angstgevoelens, angst: volgend op snelle injectie. Over het algemeen was geen behandeling nodig.
Onbekend: ontwenningsverschijnselen (bijvoorbeeld agitatie, angstgevoelens, emotionele labiliteit, verwardheid, zintuigstoornissen), volgend op snelle injectie van doses van 1 mg of hoger bij patiënten die met een hoge dosering van en/of gedurende lange tijd behandeld zijn met benzodiazepinen en bij wie de behandeling beëindigd is op eender welk ogenblik in de weken voorafgaand aan de toediening van flumazenil (zie rubriek 4.4). Paniekaanvallen (bij patiënten met een geschiedenis van paniekreacties). Emotionele labiliteit (abnormaal huilen, depersonalisatie, euforie, depressie, dysforie, paranoia), agitatie, agressieve reacties (het bijwerkingenprofiel bij kinderen is over het algemeen gelijkaardig aan dat bij volwassenen. Bij gebruik van flumazenil voor het opheffen van "bewuste sedatie" zijn abnormaal huilen, agitatie en agressieve reacties gemeld).
Zenuwstelselaandoeningen
Onbekend: duizeligheid (vertigo, ataxie), hoofdpijn, paresthesieën (abnormale gewaarwordingen, hypoësthesie). Convulsies, met name bij patiënten van wie bekend is dat ze lijden aan epilepsie of ernstige leverinsufficiëntie, voornamelijk na langdurige behandeling met benzodiazepinen of in geval van overdosering met meerdere geneesmiddelen (zie rubriek 4.4).
Oogaandoeningen
Onbekend: gezichtsstoornissen (afwijkingen in het gezichtsveld, dubbelzien)
Hartaandoeningen
Soms: Hartkloppingen, volgend op snelle injectie. Over het algemeen was geen behandeling nodig.
Bloedvataandoeningen
Onbekend: voorbijgaande verhoogde bloeddruk (bij het ontwaken)
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Misselijkheid, overgeven: gedurende post-operatief gebruik, voornamelijk als er ook opiaten zijn gebruikt.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Onbekend: vasodilatatie van de huid: zweten, congestieve opstoten, warmte-opstoten
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Onbekend: asthenie, onwelzijn. Rillingen, volgend op snelle injectie: over het algemeen was geen behandeling nodig. Pijn op de injectieplaats, reactie op de injectieplaats (tromboflebitis, huidafwijkingen, uitslag).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be
Frequentiecategorieën zijn vastgesteld volgens de volgende conventie:
zeer vaak (≥1/10)
vaak (≥1/100, <1/10)
soms (≥1/1.000, <1/100)
zelden (≥1/10.000, <1/1.000)
zeer zelden (<1/10.000)
niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend: overgevoeligheidsreacties, met inbegrip van anafylaxie, kunnen optreden.
Psychische stoornissen
Soms: angstgevoelens, angst: volgend op snelle injectie. Over het algemeen was geen behandeling nodig.
Onbekend: ontwenningsverschijnselen (bijvoorbeeld agitatie, angstgevoelens, emotionele labiliteit, verwardheid, zintuigstoornissen), volgend op snelle injectie van doses van 1 mg of hoger bij patiënten die met een hoge dosering van en/of gedurende lange tijd behandeld zijn met benzodiazepinen en bij wie de behandeling beëindigd is op eender welk ogenblik in de weken voorafgaand aan de toediening van flumazenil (zie rubriek 4.4). Paniekaanvallen (bij patiënten met een geschiedenis van paniekreacties). Emotionele labiliteit (abnormaal huilen, depersonalisatie, euforie, depressie, dysforie, paranoia), agitatie, agressieve reacties (het bijwerkingenprofiel bij kinderen is over het algemeen gelijkaardig aan dat bij volwassenen. Bij gebruik van flumazenil voor het opheffen van "bewuste sedatie" zijn abnormaal huilen, agitatie en agressieve reacties gemeld).
Zenuwstelselaandoeningen
Onbekend: duizeligheid (vertigo, ataxie), hoofdpijn, paresthesieën (abnormale gewaarwordingen, hypoësthesie). Convulsies, met name bij patiënten van wie bekend is dat ze lijden aan epilepsie of ernstige leverinsufficiëntie, voornamelijk na langdurige behandeling met benzodiazepinen of in geval van overdosering met meerdere geneesmiddelen (zie rubriek 4.4).
Oogaandoeningen
Onbekend: gezichtsstoornissen (afwijkingen in het gezichtsveld, dubbelzien)
Hartaandoeningen
Soms: Hartkloppingen, volgend op snelle injectie. Over het algemeen was geen behandeling nodig.
Bloedvataandoeningen
Onbekend: voorbijgaande verhoogde bloeddruk (bij het ontwaken)
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Misselijkheid, overgeven: gedurende post-operatief gebruik, voornamelijk als er ook opiaten zijn gebruikt.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Onbekend: vasodilatatie van de huid: zweten, congestieve opstoten, warmte-opstoten
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Onbekend: asthenie, onwelzijn. Rillingen, volgend op snelle injectie: over het algemeen was geen behandeling nodig. Pijn op de injectieplaats, reactie op de injectieplaats (tromboflebitis, huidafwijkingen, uitslag).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Roche S.A.
Dantestraat 75
B-1070 Brussel
Dantestraat 75
B-1070 Brussel
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE140226
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST - GOEDKEURING VAN DE TEKST
25/01/2016 – 02/2016
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
0608984 | ANEXATE AMP IV 1X5ML 0,5MG | V03AB25 | - | € 13,48 | Ja |