1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nocdurna 25 microgram lyophilisaat voor oraal gebruik
Nocdurna 50 microgram lyophilisaat voor oraal gebruik
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elk lyophilisaat voor oraal gebruik bevat desmopressineacetaat overeenkomstig met 25 of 50 microgram desmopressine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Lyophilisaat voor oraal gebruik.
Nocdurna 25 microgram:
Wit, rond lyophilisaat voor oraal gebruik van ongeveer 12 mm, met aan één zijde het cijfer 25.
Nocdurna 50 microgram:
Wit, rond lyophilisaat voor oraal gebruik van ongeveer 12 mm, met aan één zijde het cijfer 50.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Nocdurna is aangewezen voor de symptomatische behandeling van nocturie als gevolg van idiopathische nachtelijke polyurie bij volwassenen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
- Vrouwen: 25 microgram per dag, één uur vóór het slapengaan, sublinguaal toegediend zonder water.
- Mannen: 50 microgram per dag, één uur vóór het slapengaan, sublinguaal toegediend zonder water.
Het wordt niet aanbevolen de dosis te verhogen bij oudere patiënten van 65 jaar of ouder.
Als bij een ontoereikende respons op Nocdurna hogere doses overwogen worden voor patiënten jonger dan 65 jaar, moeten andere producten van lyophilisaat voor oraal gebruik op basis van desmopressine worden toegediend (zie rubrieken 4.4, 4.8 en 5.1).
Wanneer tekenen of symptomen optreden van waterretentie en/of hyponatriëmie (hoofdpijn, misselijkheid/braken, gewichtstoename en, in ernstige gevallen, convulsies), moet de behandeling onderbroken en opnieuw beoordeeld worden. Als de behandeling opnieuw opgestart wordt, moet een strikte beperking van de vochtinname worden opgelegd en moet het natriumgehalte in het serum worden gecontroleerd en gevolgd (zie rubriek 4.4).
De behandeling met Nocdurna moet worden stopgezet als het natriumgehalte in het serum daalt tot onder de ondergrens van de normaalwaarde (d.w.z. 135 mmol/l).
Speciale patiëntengroepen
Oudere patiënten (65 jaar en ouder)
Oudere patiënten lopen een verhoogd risico op hyponatriëmie bij een behandeling met desmopressine, en zij kunnen ook nierfunctiestoornissen hebben. Bij deze leeftijdsgroep is daarom voorzichtigheid vereist en mogen geen dagelijkse doses van meer dan 25 microgram voor vrouwen en 50 microgram voor mannen worden gebruikt. Bij oudere patiënten moet het natriumgehalte in het serum binnen de normaalwaarde liggen vóór de start van de behandeling, tijdens de eerste week (4 tot 8 dagen na de start) en opnieuw na één maand. De behandeling met Nocdurna moet worden stopgezet als het natriumgehalte in het serum daalt tot onder de ondergrens van de normaalwaarde (zie rubriek 4.4). Bij oudere patiënten bij wie na drie maanden geen therapeutische verbetering merkbaar is, moet verdere behandeling zorgvuldig worden herbekeken.
Nierfunctiestoornissen
Nocdurna is gecontra-indiceerd bij patiënten met matige tot ernstige nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.3).
Leverfunctiestoornissen
De dosis hoeft niet aangepast worden bij patiënten met leverfunctiestoornissen (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevant gebruik van Nocdurna bij pediatrische patiënten voor de symptomatische behandeling van nocturie als gevolg van idiopathische nachtelijke polyurie.
Wijze van toediening
Nocdurna wordt onder de tong geplaatst waar het oplost zonder water.
Bij lage doses desmopressine kan voedselinname de intensiteit en de duur van het antidiuretisch effect verlagen (zie rubriek 5.2).
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Gewone of psychogene polydipsie (resulterend in een urineproductie van meer dan 40 ml/kg/24 uur).
- Gekende of vermoedelijke hartinsufficiëntie of andere aandoeningen die verband houden met vochtophoping, wat voldoende is om een behandeling met diuretica noodzakelijk te maken, inclusief een voorgeschiedenis van dergelijke aandoeningen.
- Matige en ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring lager dan 50 ml/min).
- Gekende voorgeschiedenis van hyponatriëmie.
- Syndroom van ontoereikende ADH-afscheiding (SIADH).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de frequentie van bijwerkingen die gemeld zijn in klinische onderzoeken met Nocdurna voor de indicatie van nocturie bij mannelijke proefpersonen (50 mcg; n = 222) en vrouwelijke proefpersonen (25 mcg; n = 219), waren een droge mond (13%), hoofdpijn (3%), hyponatriëmie (3%) en duizeligheid (2%) de vaakst gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
De meest ernstige bijwerking van desmopressine is hyponatriëmie, die geassocieerd wordt met hoofdpijn, misselijkheid, braken, een verlaagd natriumgehalte in het serum, gewichtstoename, gevoel van onwel zijn, buikpijn, spierkrampen, duizeligheid, verwardheid, verminderd bewustzijn en, in ernstige gevallen, convulsies en coma. Hyponatriëmie is een antidiuretisch effect, veroorzaakt door een verhoogde waterreabsorptie in de niertubuli en osmotische verdunning van het plasma. In studies met volwassen proefpersonen die behandeld zijn voor nocturie, vertoonde de meerderheid van de proefpersonen een laag natriumgehalte in het serum tijdens de eerste dagen van de behandeling of bij een dosisverhoging. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de voorzorgen in rubriek 4.4.
Vrouwen lopen een groter risico op hyponatriëmie, mogelijk omdat bij vrouwen de niertubuli gevoeliger zijn voor vasopressine en analogen dan bij mannen. Dit risico wordt tot een minimum herleid doordat bij vrouwen een lagere dosis aanbevolen wordt. Het risico op hyponatriëmie in de leeftijdsgroep van boven de 65 jaar wordt verder beperkt door in deze groep het natriumgehalte in het serum te controleren en te volgen (zie rubriek 4.2 en 4.4).
Tabel met bijwerkingen
Onderstaande tabel 1 toont de frequentie van gemelde bijwerkingen. De frequentie wordt als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10) en soms (≥ 1/1000, < 1/100).
Tabel 1: Frequentie van gemelde bijwerkingen (fase III-studies en postmarketingmeldingen)
MedDRA-systeemorgaanklasse | Zeer vaak | Vaak | Soms |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| hyponatriëmie |
|
Zenuwstelselaandoeningen |
| hoofdpijn |
|
Maag-darmstelsel-aandoeningen | droge mond* | misselijkheid | constipatie |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen |
|
| vermoeidheid |
* Er moet opgemerkt worden dat tijdens enkele klinische onderzoeken proefpersonen specifiek gevraagd zijn naar een droge mond.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (www.fagg.be)
Afdeling Vigilantie :
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ferring N.V., The Crescent Business Center
Lenniksebaan 451, B-1070 Anderlecht
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE497271
BE497280
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van de goedkeuring van de tekst: 12/2024.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3519840 | NOCDURNA 25MCG LYOPHILISAAT ORAAL GEBRUIK 30 X 1 | H01BA02 | € 31,41 | - | Ja | - | - |
3519865 | NOCDURNA 50MCG LYOPHILISAAT ORAAL GEBRUIK 30 X 1 | H01BA02 | € 31,41 | - | Ja | - | - |