1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Bipressil 5 mg/10 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén filmomhulde tablet bevat 5 mg bisoprololfumaraat (overeenkomend met 4,24 mg bisoprolol) en 10 mg perindopril-arginine (overeenkomend met 6,790 mg perindopril).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Roze-beige, langwerpige, dubbellaagse filmomhulde tablet met breuklijn van 9,8 mm lang en 5,4 mm breed, gegraveerd met ‘‘op één zijde en ‘5/10’ op de andere zijde.
Bipressil 5 mg/10 mg tablet met breuklijn kan worden verdeeld in gelijke doses.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Bipressil is geïndiceerd als vervangingstherapie voor de behandeling van hypertensie en/of stabiele coronaire hartziekte (bij patiënten met een voorgeschiedenis van myocardinfarct en/of revascularisatie) bij volwassen patiënten die adequaat onder controle zijn met bisoprolol en perindopril die tegelijkertijd worden toegediend in dezelfde doses als in het combinatiepreparaat.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke dosering is één tablet per dag.
Patiënten moeten gedurende minstens 4 weken gestabiliseerd zijn met bisoprolol en perindopril in dezelfde dosis. Het combinatiepreparaat is niet geschikt als initiële behandeling.
Voor patiënten die met bisoprolol 2,5 mg en perindopril 5 mg gestabiliseerd zijn: een halve 5 mg/10 mg tablet eenmaal daags.
Als aanpassing van de dosering is vereist, dienen de verschillende componenten afzonderlijk te worden getitreerd.
Speciale populatie
Verminderde nierfunctie (zie rubriek 4.4 en 5.2)
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie dient de aanbevolen Bipressil 5 mg/10 mg gebaseerd te worden op de creatinineklaring, zoals uiteengezet in onderstaande tabel 1:
Tabel 1: dosisaanpassing bij verminderde nierfunctie
Creatinineklaring (mL/min) | Aanbevolen dagelijkse dosis |
ClCR ≥ 60 | ½ tablet Bipressil 5 mg/10 mg |
ClCR < 60 | Niet geschikt. Individuele dosistitratie met de afzonderlijke bestanddelen wordt aanbevolen. |
Afgenomen leverfunctie (zie rubrieken 4.4 en 5.2)
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een afgenomen leverfunctie.
Ouderen
Bipressil dient naargelang van de nierfunctie te worden toegediend.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Bipressil bij kinderen en jongeren zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Daarom wordt het gebruik bij kinderen en adolescenten niet aanbevolen.
Wijze van toediening
Een Bipressil tablet moet eenmaal daags als enkelvoudige dosis in de ochtend vóór een maaltijd worden ingenomen.
4.3 Contra-indicaties
• Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen, of voor een andere ACE-remmer
• Acuut hartfalen of gedurende episoden van decompensatie bij hartfalen waarbij i.v. inotrope therapie vereist is
• Cardiogene shock
• Tweede- of derdegraads AV-blok (zonder pacemaker)
• Sick sinus-syndroom
• Sino-atriaal blok
• Symptomatische bradycardie
• Symptomatische hypotensie
• Ernstige vormen van bronchiaal astma of ernstige chronische obstructieve luchtwegaandoeningen
• Late stadia van perifere arteriële occlusieve aandoeningen of ernstige vormen van het syndroom van Raynaud
• Onbehandeld feochromocytoom (zie rubriek 4.4)
• Metabole acidose
• Een voorgeschiedenis van angio-oedeem na eerdere behandeling met een ACE-remmer (zie rubriek 4.4)
• Erfelijk of idiopathisch angio-oedeem
• Tweede en derde trimester van zwangerschap (zie rubrieken 4.4 en 4.6)
• Het gelijktijdig gebruik van Bipressil met aliskiren-bevattende geneesmiddelen bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR <60 ml/min/1,73 m2) (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1)
• Gelijktijdig gebruik met sacubitril/valsartan therapie. Bipressil mag niet eerder dan 36 uur na de laatste dosis sacubitril/valsartan worden gestart (zie rubrieken 4.4 en 4.5)
• Extracorporale behandelingen die leiden tot contact van bloed met negatief geladen oppervlakken (zie rubriek 4.5)
• Aanzienlijke bilaterale arteria renalis stenose of stenose van de arterie naar één enkele functionerende nier (zie rubriek 4.4).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel:
De meest voorkomende bijwerkingen van bisoprolol zijn hoofdpijn, duizeligheid, verergering van hartfalen, hypotensie, koude extremiteiten, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, constipatie, asthenie en vermoeidheid.
De meest in klinische onderzoeken gemelde en bij perindopril waargenomen bijwerkingen zijn hoofdpijn, duizeligheid, vertigo, paresthesie, zichtstoornissen, tinnitus, hypotensie, hoesten, dyspneu, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, constipatie, dysgeusie, dyspepsie, huiduitslag, pruritus, spierkrampen en asthenie.
Overzicht van bijwerkingen:
De ongewenste bijwerkingen zijn waargenomen tijdens klinische onderzoeken en/of postmarketinggebruik van afzonderlijk toegediend bisoprolol of perindopril, gerangschikt volgens de MedDRA-indeling naar lichaamssysteem en met de volgende frequentie:
Zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1 000 tot < 1/100); zelden ( 1/10 000 tot < 1/1 000); zeer zelden (< 1/10 000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
MedDRA | Bijwerkingen | Frequentie | |
Bisoprolol | Perindopril | ||
Infecties en parasitaire aandoeningen | Rhinitis | Zelden | Zeer zelden |
Bloed- en lymfestelsel- aandoeningen | Eosinofilie | - | Soms* |
Agranulocytose (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Pancytopenie | - | Zeer zelden | |
Leukopenie | - | Zeer zelden | |
Neutropenie (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Trombocytopenie (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Hemolytische anemie bij patiënten met een congenitale deficiëntie van G-6PDH | - | Zeer zelden | |
Endocriene aandoeningen | Syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH) | - | Zelden |
Voedings- en stofwisselings- stoornissen | Hypoglykemie (zie rubrieken 4.4 en 4.5) | - | Soms* |
Hyperkaliëmie, reversibel na stopzetting | - | Soms* | |
Hyponatriëmie | - | Soms* | |
Psychische stoornissen | Stemmingswisselingen | - | Soms |
Slaapstoornissen | Soms | Soms | |
Depressie | Soms | Soms* | |
Nachtmerries, hallucinaties | Zelden | - | |
Verwardheid | - | Zeer zelden | |
Zenuwstelsel- aandoeningen | Hoofdpijn** | Vaak | Vaak |
Duizeligheid** | Vaak | Vaak | |
Vertigo | - | Vaak | |
Dysgeusie | - | Vaak | |
Paresthesie | - | Vaak | |
Slaperigheid | - | Soms* | |
Syncope | Zelden | Soms* | |
Oogaandoeningen | Vermindering van het zicht | - | Vaak |
Verminderd traanvocht (patiënten die lenzen dragen, dienen hiermee rekening te houden) | Zelden | - | |
Conjunctivitis | Zeer zelden | - | |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Tinnitus | - | Vaak |
Gehooraandoeningen | Zelden | - | |
Hartaandoeningen | Palpitaties | - | Soms* |
Tachycardie | - | Soms* | |
Bradycardie | Zeer vaak | - | |
Verergering van hartfalen | Vaak | - | |
Atrioventriculaire geleidingsstoornissen | Soms | - | |
Aritmie | - | Zeer zelden | |
Angina pectoris | - | Zeer zelden | |
Myocardinfarct, mogelijk secundair aan excessieve hypotensie bij patiënten met een verhoogd risico (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Bloedvat-aandoeningen | Hypotensie en effecten verband houdend met hypotensie | Vaak | Vaak |
Koud gevoel of gevoelloosheid in de extremiteiten | Vaak | - | |
Orthostatische hypotensie | Soms | - | |
Vasculitis | - | Soms* | |
Overmatig blozen | - | Zelden* | |
Cerebrovasculair accident (CVA), mogelijk secundair aan excessieve hypotensie bij patiënten met een verhoogd risico (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Raynaud-fenomeen | - | Niet bekend | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinum aandoeningen | Hoest | - | Vaak |
Dyspneu | - | Vaak | |
Bronchospasme | Soms | Soms | |
Eosinofiele pneumonie | - | Zeer zelden | |
Maagdarmstelsel-aandoeningen | Buikpijn | Vaak | Vaak |
Constipatie | Vaak | Vaak | |
Diarree | Vaak | Vaak | |
Misselijkheid | Vaak | Vaak | |
Braken | Vaak | Vaak | |
Dyspepsie | - | Vaak | |
Droge mond | - | Soms | |
Pancreatitis | - | Zeer zelden | |
Lever- en galaandoeningen | Cytolytische of cholestatische hepatitis (zie rubriek 4.4) | Zelden | Zeer zelden |
Huid- en onderhuid- aandoeningen | Rash | - | Vaak |
Pruritus | - | Vaak | |
Angio-oedeem van gezicht, extremiteiten, lippen, slijmvliezen, tong, glottis en/of larynx (zie rubriek 4.4) | - | Soms | |
Urticaria | - | Soms | |
Fotosensibiliteitreacties | - | Soms* | |
Pemfigoïd | - | Soms* | |
Hyperhidrose | - | Soms | |
Overgevoeligheidsreacties (zoals pruritus, roodheid, uitslag en angio-oedeem) | Zelden | - | |
Verergering van psoriasis | - | Zelden* | |
Erythema multiforme | - | Zeer zelden | |
Alopecia | Zeer zelden | - | |
Bètablokkers kunnen psoriasis uitlokken of verergeren of een psoriasis-achtige uitslag veroorzaken | Zeer zelden | - | |
Skeletspierstelsel- en bindweefsel-aandoeningen | Spierkrampen | Soms | Vaak |
Spierzwakte | Soms | - | |
Artralgie | - | Soms* | |
Myalgie | - | Soms* | |
Nier- en urinewegaandoeningen | Nierinsufficiëntie | - | Soms |
Acuut nierfalen | - | Zelden | |
Anurie/oligurie |
| Zelden* | |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Erectiele disfunctie | Zelden | Soms |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen | Asthenie | Vaak | Vaak |
Vermoeidheid | Vaak | - | |
Borstpijn | - | Soms* | |
Malaise | - | Soms* | |
Perifeer oedeem | - | Soms* | |
Pyrexie | - | Soms* | |
Onderzoeken | Verhoogde bloedureumconcentratie | - | Soms* |
Verhoogde bloedcreatininewaarden | - | Soms* | |
Verhoogde leverenzymconcentratie | Zelden | Zelden | |
Verhoogde bloedbilirubineconcentratie | - | Zelden | |
Verhoogde triglyceriden | Zelden | - | |
Verlaagd hemoglobine en verlaagd hematocriet (zie rubriek 4.4) | - | Zeer zelden | |
Letsels, intoxicaties en verrichtings-complicaties | Vallen | - | Soms* |
* Frequentie berekend uit klinische onderzoeken voor spontaan gemelde bijwerkingen.
**Deze symptomen treden met name aan het begin van de therapie op. Ze zijn in het algemeen licht en verdwijnen meestal binnen 1-2 weken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen:
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via :
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website : www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail : adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERVIER BENELUX N.V.
Internationalelaan 57
1070 Brussel
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bipressil 5 mg/10 mg (PP-tablettencontainer): BE488577
Bipressil 5 mg/10 mg (HDPE-tablettencontainer): B488586
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Goedkeuring: 07/2024
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3414141 | BIPRESSIL 5MG/10MG FILMOMH TABL 90 | C09BX02 | € 44,03 | - | Ja | € 11,06 | € 6,58 |
3414158 | BIPRESSIL 5MG/10MG FILMOMH TABL 30 | C09BX02 | € 23,16 | - | Ja | € 5,98 | € 3,59 |