1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Menveo poeder en oplossing voor oplossing voor injectie
Meningococcen Groep A, C, W-135 en Y geconjugeerd vaccin
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke dosis (0,5 ml van het gereconstitueerde vaccin) bevat:
(Oorspronkelijk opgenomen in het poeder)
- Meningococcen groep A oligosaccharide 10 microgram
Geconjugeerd aan Corynebacterium diphtheriae CRM197 proteïne 16,7 tot 33,3 microgram
(Oorspronkelijk opgenomen in de oplossing)
- Meningococcen groep C oligosaccharide 5 microgram
Geconjugeerd aan Corynebacterium diphtheriae CRM197 proteïne 7,1 tot 12,5 microgram
- Meningococcen groep W-135 oligosaccharide 5 microgram
Geconjugeerd aan Corynebacterium diphtheriae CRM197 proteïne 3,3 tot 8,3 microgram
- Meningococcen groep Y oligosaccharide 5 microgram
Geconjugeerd aan Corynebacterium diphtheriae CRM197 proteïne 5,6 tot 10,0 microgram
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplossing voor oplossing voor injectie (poeder en oplossing voor injectie)
Het poeder is een witte tot lichtgele cake.
De oplossing is een kleurloze, heldere oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Menveo is geïndiceerd voor actieve immunisatie van kinderen (vanaf 2 jaar), adolescenten en volwassenen die risico lopen om blootgesteld te worden aan Neisseria meningitidis groepen A, C, W-135 en Y, om een invasieve aandoening te voorkomen.
Dit vaccin moet worden gebruikt volgens de officiële aanbevelingen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Kinderen (vanaf 2 jaar), adolescenten en volwassenen
Menveo moet worden toegediend als één enkele dosis (0,5 ml).
Voor een optimale hoeveelheid antilichamen tegen alle vaccin‑serogroepen moet het primaire vaccinatieschema met Menveo worden afgerond één maand vóór risico op blootstelling aan Neisseria meningitidis groep A, C, W-135 en Y. Een week na de vaccinatie werden bij ten minste 64% van de personen bactericide antilichamen (hSBA ≥ 1:8) aangetroffen (zie rubriek 5.1 voor gegevens over de immunogeniciteit per serogroep).
Ouderen
Er zijn maar beperkte gegevens beschikbaar voor personen in de leeftijdsgroep van 56‑65 jaar en er zijn geen gegevens beschikbaar voor personen >65 jaar.
Boostervaccinatie
Er zijn langetermijngegevens van antilichaampersistentie na vaccinatie met Menveo beschikbaar tot maximaal vijf jaar na de vaccinatie (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Menveo mag worden gegeven als boosterdosis bij personen die eerder een primaire vaccinatie met Menveo, een ander geconjugeerd meningokokkenvaccin of een niet‑geconjugeerd polysacharidevaccin tegen meningokokken hebben gekregen. Of en wanneer een boosterdosis nodig is bij personen die eerder met Menveo gevaccineerd zijn, moet worden bepaald op basis van nationale aanbevelingen.
Pediatrische patiënten (jonger dan 2 jaar)
De veiligheid en werkzaamheid van Menveo bij kinderen jonger dan 2 jaar zijn nog niet vastgesteld. Beschikbare gegevens zijn beschreven in rubriek 5.1, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Wijze van toediening
Menveo wordt via een intramusculaire injectie toegediend, bij voorkeur in de musculus deltoideus.
Niet voor intravasculaire, subcutane of intradermale injectie.
Er moeten afzonderlijke injectieplaatsen worden gebruikt als meer dan een vaccin tegelijk moet worden toegediend.
Voor instructies over de bereiding en de reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra‑indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen), of difterie toxoïd (CRM197), of een levensbedreigende reactie na eerdere toediening van een vaccin met soortgelijke hulpstoffen (zie rubriek 4.4).
Zoals bij andere vaccins, moet toediening van Menveo worden uitgesteld bij patiënten die aan een acute, ernstige febriele aandoening lijden. De aanwezigheid van een kleine infectie is geen contra‑indicatie.
4.8 Bijwerkingen
Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt in volgorde van afnemende ernst.
Frequenties zijn als volgt gedefinieerd:
Zeer vaak: (≥1/10)
Vaak: (≥1/100, <1/10)
Soms: (≥1/1.000, <1/100)
Zelden: (≥1/10.000, <1/1.000)
Zeer zelden: (<1/10.000)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Bijwerkingen gemeld bij klinische onderzoeken
Kinderen van 2 tot 10 jaar
In totaal zijn 3464 deelnemers van 2 tot 10 jaar blootgesteld aan Menveo in voltooide klinische onderzoeken. De beschrijving van het veiligheidsprofiel van Menveo bij kinderen van 2 tot 10 jaar is gebaseerd op gegevens van vier klinische onderzoeken waarbij 3181 deelnemers Menveo kregen toegediend.
De meest voorkomende bijwerkingen die tijdens de klinische onderzoeken werden gemeld, duurden in het algemeen een tot twee dagen en waren niet ernstig. Deze bijwerkingen waren:
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen:
Vaak: eetstoornissen
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak: slaperigheid, hoofdpijn
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak: misselijkheid, braken, diarree
Huid‑ en onderhuidaandoeningen:
Vaak: uitslag
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen:
Vaak: myalgie, arthralgie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Zeer vaak: prikkelbaarheid, malaise, pijn op de injectieplaats, erytheem op de injectieplaats (≤50 mm), verharding op de injectieplaats (≤50 mm)
Vaak: erytheem op de injectieplaats (>50 mm), verharding op de injectieplaats (>50 mm), rillingen, koorts ≥38°C
Soms: pruritus op de injectieplaats
Personen van 11 tot 65 jaar
De beschrijving van het veiligheidsprofiel van Menveo bij adolescenten en volwassenen is gebaseerd op gegevens van vijf gerandomiseerde gecontroleerde klinische onderzoeken met 6401 deelnemers (in de leeftijdsgroep van 11‑65 jaar) aan wie Menveo werd toegediend. Onder diegenen aan wie Menveo werd toegediend, bevonden zich respectievelijk 58,9%, 16,4%, 21,3% en 3,4% in de leeftijdsgroepen van 11‑18 jaar, 19‑34 jaar, 35‑55 jaar en 56‑65 jaar. De twee primaire veiligheidsonderzoeken werden gerandomiseerd en betroffen actief gecontroleerde onderzoeken met deelnemers in de leeftijdgroepen van respectievelijk 11 tot 55 jaar (N=2663) en 19 tot 55 jaar (N=1606).
Het optreden en de ernst van enige lokale, systemische of andere reacties was in het algemeen vergelijkbaar in de Menveo‑groepen voor alle studies en binnen de groep adolescenten en de groep volwassenen. Het reactogeniciteitsprofiel en de percentages bijwerkingen waren vergelijkbaar tussen personen in de leeftijdsgroep van 56‑65 jaar aan wie Menveo werd toegediend (N=216), en diegenen die Menveo kregen toegediend in de leeftijdsgroep van 11‑55 jaar.
De meest voorkomende lokale en systemische bijwerkingen die bij de klinische onderzoeken werden vastgesteld, waren pijn op de injectieplaats en hoofdpijn.
Onderstaande lijst vermeldt de bijwerkingen die gemeld werden bij drie centrale onderzoeken en twee ondersteunende klinische onderzoeken en staan gegroepeerd naar systeem‑orgaanklassen. De meest voorkomende bijwerkingen die tijdens de klinische onderzoeken werden gemeld, duurden slechts een tot twee dagen en waren gewoonlijk niet ernstig.
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak: hoofdpijn
Soms: duizeligheid
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak: misselijkheid
Huid‑ en onderhuidaandoeningen:
Vaak: uitslag
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen:
Zeer vaak: myalgie
Vaak: arthralgie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Zeer vaak: pijn op de injectieplaats, erytheem op de injectieplaats (≤50 mm), verharding op de injectieplaats (≤50 mm), malaise
Vaak: erytheem op de injectieplaats (>50 mm), verharding op de injectieplaats (>50 mm), koorts ≥38°C, rillingen
Soms: pruritus op de injectieplaats
Bij de groep adolescenten was de veiligheid en de verdraagbaarheid van het vaccin gunstig vergeleken met het Tdap vaccin en dit veranderde nauwelijks bij gelijktijdige of opeenvolgende toediening van andere vaccins.
Postmarketing‑ervaring (alle leeftijdsgroepen)
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Zelden: lymfadenopathie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend: overgevoeligheid, waaronder anafylaxie
Zenuwstelselaandoeningen
Niet bekend: tonische convulsie, koortsstuip, syncope
Evenwichtsorgaan‑ en ooraandoeningen
Niet bekend: vertigo
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Niet bekend: injectieplaatscellulitis, zwelling op injectieplaats, waaronder uitgebreide zwelling van geïnjecteerde ledemaat
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België | Luxemburg |
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GSK Vaccines S.r.l.
Via Fiorentina 1
53100 Siena, Italië
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/10/614/002
EU/1/10/614/003
EU/1/10/614/004
10. DATUM VAN DE HERZIENING VAN DE TEKST
06/2023 (v9)
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
2765428 | MENVEO PDR+SOL PR SOL INJ 1 FL+ 1 VOORGEV SPUIT 1D | J07AH08 | € 52,6 | - | Ja |
3062411 | MENVEO PDR+SOL PR SOL INJ 2 FL+ 1 VOORGEV SPUIT 1D | J07AH08 | € 52,6 | - | Ja |