SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
NeisVac-C
0,5 ml
Suspensie voor injectie in een voorgevulde spuit.
Geconjugeerd meningokokkengroep C-polysacharidevaccin (geadsorbeerd).
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén dosis (0,5 ml) bevat:
Neisseria-meningitidispolysacharide (O-gedeacetyleerd) van groep C (C11-stam) 10 microgram
geconjugeerd aan tetanustoxoïd 10 – 20 microgram
geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd 0,5 mg Al3+
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie in een voorgevulde spuit.
Een semi-opaak witte tot vaalwitte suspensie.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
NeisVac-C is geïndiceerd voor de actieve immunisatie bij kinderen vanaf de leeftijd van 2 maanden, jongvolwassenen en volwassenen, ter preventie van invasieve ziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis van serogroep C.
Het gebruik van NeisVac-C moet worden vastgesteld op basis van officiële aanbevelingen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Primaire immunisatie
Zuigelingen in de leeftijd van 2 tot 4 maanden: twee doses van elk 0,5 ml moeten worden toegediend met een interval van ten minste 2 maanden.
Kinderen in de leeftijd vanaf 4 maanden, oudere kinderen, jongvolwassenen en volwassenen: enkelvoudige dosis van 0,5 ml.
Boosterdoses
Na beëindiging van de primaire immunisatie bij zuigelingen in de leeftijd van jonger dan 12 maanden moet een boosterdosis gegeven worden op ongeveer 12-13 maanden leeftijd met een interval van minstens 6 maanden na de laatste NeisVac-C inenting.
De behoefte aan boosterdoses bij personen in de leeftijd van 12 maanden of ouder tijdens primaire immunisatie, is nog niet vastgesteld (zie rubriek 5.1.).
Zuigelingen in de leeftijd van jonger dan 2 maanden
De veiligheid en werkzaamheid van NeisVac-C bij zuigelingen in de leeftijd van jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
NeisVac-C moet intramusculair worden geïnjecteerd, bij voorkeur aan de anterolaterale zijde van de dij bij zuigelingen en in de deltaspier bij oudere kinderen, jongvolwassenen en volwassenen.
Bij kinderen in de leeftijd van 12 tot 24 maanden mag de inenting worden uitgevoerd in de deltaspier of aan de anterolaterale zijde van de dij.
Het vaccin mag niet subcutaan of intraveneus worden toegediend (zie rubriek 4.4.).
NeisVac-C mag niet in dezelfde spuit worden gemengd met andere vaccins. Als meer dan één vaccin toegediend wordt, moet de toediening ervan op verschillende injectieplaatsen plaatsvinden (zie rubriek 4.5.).
Indien mogelijk moet NeisVac-C worden gebruikt tijdens het volledige inentingsprogramma.
Voor instructies over de verwerking van het vaccin voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen, waaronder tetanustoxoïd.
4.8 Bijwerkingen
Overzichtstabel van het veiligheidsprofiel
Bijwerkingen tijdens klinische onderzoeken
Volgende bijwerkingen zijn waargenomen tijdens klinische onderzoeken met NeisVac-C bij zuigelingen/peuters in de leeftijd van 2 tot < 18 maanden (n=1266), bij kinderen in de leeftijd van 3,5 tot < 18 jaar (n=1911) en bij volwassenen in de leeftijd van 18 tot < 65 jaar (n=130).
De frequentie van de bijwerkingen tijdens de klinische onderzoeken is gebaseerd op de volgende indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1000, < 1/100); zelden (≥ 1/10000, < 1/1000).
| | Bijwerkingen gemeld tijdens klinische onderzoeken | ||
Zuigelingen/Peuters in de leeftijd van 2 tot < 18 maanden | Kinderen in de leeftijd van 3,5 tot < 18 jaar | Volwassenen | ||
Zeer vaak | Voedings- en stofwisselingsstoornissen | verminderde eetlust | - | - |
Zenuwstelselaandoeningen | huilen, sedatie/somnolentie | hoofdpijn | hoofdpijn | |
Maagdarmstelselaandoe-ningen | braken | - | - | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornis-sen | prikkelbaarheid, vermoeidheid*, koorts, | injectieplaatsreacties inclusief gevoeligheid/pijn, zwelling en erytheem | injectieplaatsreacties inclusief gevoeligheid/pijn, zwelling en erytheem | |
Vaak | Infecties en parasitaire aandoeningen | faryngitis/rhinitis | faryngitis/rhinitis | - |
Psychische stoornissen | agitatie/rusteloosheid/slaapstoornis | - | - | |
Zenuwstelselaandoeningen | - | duizeligheid, sedatie/somnolentie | - | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | hoesten | hoesten | - | |
Maag-darmstelselaandoeningen | diarree | nausea, abdominale pijn, braken, diarree | braken | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | rash, hyperhidrose | pruritus, ecchymose, dermatitis | - | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | - | pijn in extremiteit | myalgie | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen | - | koorts, malaise, vermoeidheid | malaise, koorts | |
Soms | Bloed- en lymfestelselaandoeningen | - | lymfadenopathie | lymfadenopathie |
Immuunsysteemaandoe-ningen | - | Overgevoeligheids-reactie (inclusief bronchospasme) | - | |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | - | verminderde eetlust | - | |
Psychische stoornissen | - | agitatie/rusteloosheid | - | |
Zenuwstelselaandoeningen | - | gevoelsstoornissen (b.v., paresthesie, branderig gevoel, hypo-esthesie), syncope, huilen, convulsie | - | |
Oogaandoeningen | - | ooglidoedeem | - | |
Bloedvataandoeningen | overmatig blozen | overmatig blozen | - | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | - | neusverstopping | - | |
Maagdarmstelselaandoe-ningen | abdominale pijn, dyspepsie | - | - | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | erytheem | hyperhidrose, rash | - | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | pijn in extremiteit | skeletspierstijfheid (inclusief nekstijfheid, | - | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornis-sen | perifeer oedeem, malaise, koude rillingen | prikkelbaarheid, asthenie, perifeer oedeem, koude rillingen | ||
Zelden | Immuunsysteemaandoe-ningen | overgevoeligheidsreactie (inclusief bronchospasme) | - | - |
Oogaandoeningen | ooglidoedeem | - | - | |
Bloedvataandoeningen | circulatoire collaps | circulatoire collaps | - | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | ecchymose | - | - | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | skeletspierstijfheid (inclusief nekstijfheid, | - | - | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornis-sen | - | - |
* Voor zuigelingen en peuters, zie systeem/orgaanklasse “Zenuwstelselaandoeningen”.
In een onderzoek (n=945) waarin twee verschillende primingschema's met één dosis (inenting op de leeftijd van 4 of 6 maanden) werden vergeleken met een primingschema met twee doses (inenting op de leeftijd van 2 en 4 maanden), kwamen lokale en systemische reacties met een vergelijkbare frequentie voor in de drie onderzoeksgroepen. De reacties waren hoofdzakelijk licht van aard. Er werden twee bijwerkingen gemeld in dit onderzoek die niet zijn opgenomen in de bovenstaande tabel met bijwerkingen: verharding op de plaats van injectie (53,0%) en dermatitis (0,2%.).
Post-marketing ervaring
Onderstaande bijwerkingen zijn gemeld tijdens post-marketing ervaring. De frequenties zijn niet bekend, omdat ze niet met de beschikbare gegevens bepaald kunnen worden.
Systeem/orgaanklasse (SOC) | Bijwerkingen | ||
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Idiopathische trombocytopenische purpura, lymfadenopathie | ||
Immuunsysteemaandoeningen | Anafylaxie, angio-oedeem (inclusief gelaatsoedeem), overgevoeligheidsreactie (inclusief bronchospasme) | ||
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Verminderde eetlust | ||
Psychische stoornissen | Slaapstoornis | ||
Zenuwstelselaandoeningen | Koortsstuipen, convulsies, meningisme, hypotone-hyporesponsieve episode, syncope, duizeligheid, gevoelsstoornissen (inclusief paresthesie, branderig gevoel, hypo-esthesie), hypersomnie
|
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Apneu, dyspnoea, piepen, neusverstopping
Maagdarmstelselaandoeningen
Nausea
Huid- en onderhuidaandoeningen
Syndroom van Stevens-Johnson, erythema multiforme, petechie, purpura, urticaria, huiduitslag*, erytheem
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Skeletspierstijfheid (inclusief nekstijfheid, gewrichtsstijfheid), nekpijn, pijn in extremiteit
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Perifeer oedeem, asthenie, vermoeidheid, koude rillingen
*Inclusief maculovesiculaire huiduitslag, vesiculaire huiduitslag, maculopapulaire huiduitslag, papulaire huiduitslag, huiduitslag vlekkerig, warmte uitslag, erythemateuze huiduitslag, gegeneraliseerde huiduitslag, huiduitslag met jeuk.
Klasse-specifieke reactie
Recidief van nefrotisch syndroom werd gemeld met geconjugeerde meningokokkengroep C vaccins bij kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus 97, B-1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e‑mail: adr@fagg.be).
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer NV/SA, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE226274
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST/ DATUM VAN GOEDKEURING VAN DE TEKST
05/2021 – 06/2021
21E30
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1696392 | NEISVAC C DOS 0,5 ML | J07AH07 | € 35,63 | - | Ja | - | - |