1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GLUCOSE STEROP 100mg/ml oplossing voor infusie
GLUCOSE STEROP 200mg/ml oplossing voor infusie
GLUCOSE STEROP 300mg/ml oplossing voor infusie
GLUCOSE STEROP 500mg/ml oplossing voor infusie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
GLUCOSE STEROP 100mg/ml: elke ampul bevat 100 mg glucose watervrij per ml (in de vorm van glucose monohydraat 110 mg/ml).
GLUCOSE STEROP 200mg/ml: elke ampul bevat 200 mg glucose watervrij per ml (in de vorm van glucose monohydraat 220 mg/ml).
GLUCOSE STEROP 300mg/ml: elke ampul bevat 300 mg glucose watervrij per ml (in de vorm van glucose monohydraat 330 mg/ml).
GLUCOSE STEROP 500mg/ml: elke ampul/injectieflacon bevat 500 mg glucose watervrij per ml (in de vorm van glucose monohydraat 550 mg/ml).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie (Infusion).
Waterige, heldere, kleurloze tot licht gelige oplossing.
Overzichtstabel
Verpakking | % | Gehalte (watervrij)/ml | Calorieëntoevoer | Osmolariteit | ||
mg | mmol | |||||
GLUCOSE STEROP 100mg/ml | 10% | 100 | 0,6 | 4 Kcal | 16 kJ | 555 mOsm/l |
GLUCOSE STEROP 200mg/ml | 20% | 200 | 1,1 | 8 Kcal | 32 kJ | 1109 mOsm/l |
GLUCOSE STEROP 300mg/ml | 30% | 300 | 1,7 | 12 Kcal | 48 kJ | 1664 mOsm/l |
GLUCOSE STEROP 500mg/ml | 50% | 500 | 2,8 | 20 Kcal | 80 kJ | 2775 mOsm/l |
pH: 3.5 - 6.5.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
- Toediening van glucose als bron van calorieën, onder meer in de parenterale voeding.
- Profylaxis en behandeling van ketose in toestanden van ondervoeding.
- Spoedbehandeling van ernstige hypoglycemie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosering hangt af van de leeftijd, het gewicht, de klinische conditie en het hydro-elektrolytisch en zuur-base evenwicht van de patiënt.
De glucosegehalten in het bloed moeten tijdens de behandeling nauwlettend gevolgd worden.
De maximale snelheid van de toediening wordt geraamd op 500 tot 800 mg/kg/uur.
Parenterale voeding
De hoeveelheid toe te voegen glucose zal afhankelijk zijn van het beoogd calorisch evenwicht (1 g glucose komt overeen met ongeveer 3,8 kcal of 16 kJ).
De parenterale voeding gebeurt door een trage en regelmatige infusie over 24 uur.
Het debiet van de infusie mag een volume dat overeenkomt met 0,5 g glucose/minuut niet overschrijden.
Ernstige hypoglycemie
Volwassenen
De gebruikelijke dosis bedraagt 20 tot 50 ml van een oplossing van 500mg/ml in een trage intraveneuze infusie (bv. 3 ml/min) in een centrale ader. Deze dosis zal indien nodig herhaald worden en in de ernstige gevallen kan een ondersteunende behandeling vereist zijn.
Pediatrische patiënten
- Pasgeborene of zuigeling:
De gebruikelijke dosis bedraagt 2 ml/kg glucoseoplossing van 100 mg/ml of 200 mg/ml per trage intraveneuze infusie in een centrale ader. In de ernstige gevallen kan deze dosis verhoogd of herhaald worden; of kan een infuus van 100 mg/ml glucoseoplossing ingesteld worden om zodoende het glucosegehalte in het bloed op peil te houden.
- Kind:
In de ernstige gevallen kunnen dosissen gaande tot 10 of 20 ml glucoseoplossing van 200 mg/ml of 300 mg/ml nodig zijn per trage intraveneuze infusie in een centrale ader. Nadien kan een infuus van 100 mg/ml glucose ingesteld worden om zodoende het glucosegehalte in het bloed op peil te houden.
Wijze van toediening
Deze glucoseoplossingen zijn hypertonisch.
Deze oplossingen moeten toegediend worden door een trage intraveneuze infusie in een centrale ader.
De meer geconcentreerde oplossingen zijn viskeuzer en irriterend voor de aders. De minder geconcentreerde oplossingen zijn even efficiënt en minder irriterend, maar vereisen het gebruik van grotere volumes.
Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Hyperglycemie.
- Diabetische coma.
- Ongecontroleerde diabetes.
- Anurie.
- Delirium tremens met ernstige dehydratie of gelijk welke andere toestand van ernstige dehydratie.
- Intracraniale of intraspinale hemorragie.
- Cerebrale ischemische vasculaire accidenten.
- Neurochirurgisch ingreep.
- Hyponatremie.
- Hypokaliëmie.
- Hypervolemie.
- Waterintoxicatie (hyperhydratie).
- Hyperosmolaire coma.
- Melkzuur-acidose.
- Nierinsufficiëntie.
4.8 Bijwerkingen
De glucose kan gewoonlijk toegediend worden met een snelheid van 0,5 g/kg/ uur zonder glycosurie te veroorzaken. Er kan zich evenwel een hyperglycemie en een glycosurie voordoen bij een massieve of te snelle intraveneuze toediening of in geval een metabolische insufficiëntie. Als deze verschijnselen niet behandeld worden, kunnen ze tot een dehydratie, een hyperosmolaire coma en zelfs tot de dood leiden. De adequate behandeling bestaat onder meer in het verminderen van de infusiesnelheid en in het toedienen van insuline.
Er kunnen zich ook andere ongewenste reacties voordoen, afhankelijk van de toedieningstechniek, zoals infectie op de plaats van de inspuiting, koorts, adertrombose of flebitis die zich uitstrekt vanop de plaats van de inspuiting, extravasatie en, bij een te snelle toediening, plaatselijk pijn en, in zeldzame gevallen, irritatie van de ader.
Grote hoeveelheden glucose, toegediend langs intraveneuze weg, kunnen leiden tot een verhoogde vrijgave van histamine door de cellen in het bloed aanwezig en kunnen zo leiden tot anafylactoïde reacties. Dit effect kan meer uitgesproken zijn bij overgevoelige diabetespatiënten of bij patiënten die behandeld worden met bètablokkers.
Als zich in de loop van de toediening een ongewenst effect voordoet, moet de toediening onmiddellijk stopgezet worden, moet de patiënt onderzocht worden en moeten indien nodig adequate therapeutische maatregelen genomen worden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie - Postbus 97 - B-1000 Brussel Madou.
Website: www.fagg.be
e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
LABORATOIRES STEROP NV,- Scheutlaan 46-50, 1070 Brussel, België.
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GLUCOSE STEROP 100mg/ml - 10ml: BE266707
GLUCOSE STEROP 200mg/ml - 10ml: BE266716
GLUCOSE STEROP 200mg/ml - 20ml: BE266743
GLUCOSE STEROP 300mg/ml - 10ml: BE266725
GLUCOSE STEROP 300mg/ml - 20ml: BE266752
GLUCOSE STEROP 500mg/ml - 10ml: BE266734
GLUCOSE STEROP 500mg/ml - 20ml: BE266761
GLUCOSE STEROP 500mg/ml - 50ml: BE266777
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
11/2020
Goedkeuringsdatum: 01/2021
PRIJZEN
| CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2179331 | GLUCOSE 10 % STEROP 1 G/10 ML 10 | B05BA03 | € 15,01 | - | Ja | - | - |
| 2179356 | GLUCOSE 20 % STEROP 2 G/10 ML 10 | B05BA03 | € 15,01 | - | Ja | - | - |
| 2179372 | GLUCOSE 20 % STEROP 4 G/20 ML 10 | B05BA03 | € 20,68 | - | Ja | - | - |
| 2179398 | GLUCOSE 30 % STEROP 3 G/10 ML 10 | B05BA03 | € 20,69 | - | Ja | - | - |
| 2179414 | GLUCOSE 30 % STEROP 6 G/20 ML 10 | B05BA03 | € 20,69 | - | Ja | - | - |
| 2179448 | GLUCOSE 50 % STEROP 5 G/10 ML 10 | B05BA03 | € 18,44 | - | Ja | - | - |
| 2179463 | GLUCOSE 50 % STEROP 10 G/20 ML 10 | B05BA03 | € 21,67 | - | Ja | - | - |
| 2179489 | GLUCOSE 50 % STEROP 25 G/50 ML 50 | B05BA03 | - | - | Ja | - | - |