1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Qlaira, filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke blisterverpakking (28 filmomhulde tabletten) bevat in de onderstaande volgorde:
2 donkergele tabletten met elk 3 mg estradiolvaleraat
5 middelrode tabletten met elk 2 mg estradiolvaleraat en 2 mg dienogest
17 lichtgele tabletten met elk 2 mg estradiolvaleraat en 3 mg dienogest
2 donkerrode tabletten met elk 1 mg estradiolvaleraat
2 witte tabletten die geen werkzame bestanddelen bevatten
Hulpstof met bekend effect: lactose (niet meer dan 50 mg per tablet)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet)
Donkergele, filmomhulde tablet, rond met biconvexe zijden; op één zijde zijn de letters “DD” gemarkeerd in een regelmatige zeshoek
Middelrode, filmomhulde tablet, rond met biconvexe zijden; op één zijde zijn de letters “DJ” gemarkeerd in een regelmatige zeshoek
Lichtgele, filmomhulde tablet, rond met biconvexe zijden; op één zijde zijn de letters “DH” gemarkeerd in een regelmatige zeshoek
Donkerrode, filmomhulde tablet, rond met biconvexe zijden; op één zijde zijn de letters “DN” gemarkeerd in een regelmatige zeshoek
Witte, filmomhulde tablet, rond met biconvexe zijden; op één zijde zijn de letters “DT” gemarkeerd in een regelmatige zeshoek
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Orale anticonceptie.
Behandeling van zware menstruele bloedingen bij vrouwen zonder organische pathologie die orale anticonceptie wensen.
Bij de beslissing om Qlaira voor te schrijven moet rekening worden gehouden met de huidige risicofactoren van de individuele vrouw, in het bijzonder met de risicofactoren voor veneuze trombo-embolie (VTE) en hoe het risico op VTE met Qlaira zich verhoudt tot het risico met andere gecombineerde hormonale anticonceptiva (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Wijze van toediening
Oraal gebruik
Dosering
Hoe wordt Qlaira ingenomen?
De tabletten moeten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden ingenomen, zonodig met wat vloeistof, in de volgorde die op de blisterverpakking staat aangegeven. De tabletinname is continu. Gedurende 28 opeenvolgende dagen moet dagelijks één tablet worden ingenomen. Elke volgende blisterverpakking wordt gestart de dag na de laatste tablet van de vorige blisterverpakking. Een onttrekkingsbloeding begint doorgaans tijdens de inname van de laatste tabletten van een blisterverpakking en deze bloeding is niet altijd voorbij voordat met de volgende blisterverpakking wordt begonnen. Bij sommige vrouwen begint de bloeding nadat de eerste tabletten van de nieuwe blisterverpakking zijn ingenomen.
Hoe beginnen met Qlaira?
- Geen voorafgaand gebruik van een hormonaal anticonceptivum (in de afgelopen maand)
De eerste tablet dient op dag 1 van de natuurlijke cyclus van de vrouw te worden ingenomen (dat wil zeggen op de eerste dag van de menstruatie).
- Overschakelen van een ander gecombineerd hormonaal anticonceptivum (combinatie-oraal anticonceptivum/combinatie-OAC)), vaginale anticonceptiering of pleister voor transdermaal gebruik
De vrouw dient met Qlaira te starten op de dag na de laatste werkzame tablet (de laatste tablet die werkzame bestanddelen bevat) van haar voorgaande combinatie-OAC. Als er een vaginale anticonceptiering of pleister voor transdermaal gebruik is gebruikt, moet de vrouw met het gebruik van Qlaira beginnen op de dag van verwijdering.
- Overschakelen van een progestageenmethode (pil met alleen een progestageen, injectiepreparaat, implantaat) of van een progestageen-afgevend intra-uterien systeem (IUS)
De vrouw mag overschakelen van een pil met alleen een progestageen wanneer zij wil (van een implantaat of IUS op de dag van verwijdering en van een injectiepreparaat op de dag waarop de volgende injectie zou moeten worden gegeven), maar moet in al deze gevallen geadviseerd worden om tijdens de eerste 9 dagen van de tablet-inname aanvullend een barrièremiddel te gebruiken.
- Na een abortus in het eerste trimester
De vrouw mag direct beginnen. In dit geval hoeft ze geen aanvullende anticonceptieve maatregelen te nemen.
- Na een bevalling of na een abortus in het tweede trimester
Voor vrouwen die borstvoeding geven: zie rubriek 4.6.
De vrouw moet worden aangeraden tussen de 21e en 28 e dag na de partus of na een abortus in het tweede trimester te starten. Als een vrouw later begint, dan moet haar worden aangeraden om tijdens de eerste 9 dagen aanvullend een barrièremiddel te gebruiken. Als inmiddels echter geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden, dan moet een zwangerschap worden uitgesloten of moet de eerste menstruatie worden afgewacht voordat de vrouw met het combinatie-OAC begint.
Wat te doen na het vergeten van tabletten?
Vergeten (witte) placebotabletten kunnen worden overgeslagen. Ze moeten echter worden weggegooid om te voorkomen dat de periode voor het innemen van de werkzame tabletten onopzettelijk wordt verlengd.
Het volgende advies geldt alleen voor het vergeten van werkzame tabletten:
Als een vrouw minder dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, is de anticonceptieve werking niet verminderd. De vrouw moet deze tablet alsnog innemen zodra zij eraan denkt en op het gebruikelijke tijdstip verdergaan met de resterende tabletten.
Als de vrouw meer dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, kan de anticonceptieve werkzaamheid verminderd zijn. De vrouw moet deze tablet alsnog innemen zodra zij eraan denkt, zelfs als dit betekent dat ze twee tabletten op hetzelfde tijdstip in moet nemen. Ze gaat verder met de tablet-inname op het gebruikelijke tijdstip.
Afhankelijk van de dag van de cyclus waarop de tablet is vergeten (zie de tabel hieronder voor details), moeten aanvullende anticonceptiemaatregelen (bijvoorbeeld een barrièremethode zoals een condoom) worden gebruikt, volgens de volgende principes:
DAG | Kleur | Te volgen principes bij het meer dan 12 uur te laat innemen van één tablet: |
1 – 2 | Donkergele tabletten |
|
3 - 7 | Middelrode tabletten (2,0 mg EV + 2,0 mg DNG) | |
8 – 17 | Lichtgele tabletten (2,0 mg EV + 3,0 mg DNG) | |
18 – 24 | Lichtgele tabletten |
|
25 – 26 | Donkerrode tabletten |
|
27-28 | Witte tabletten |
|
Op een bepaalde dag mogen er niet meer dan twee tabletten worden ingenomen.
Als een vrouw is vergeten om met een nieuwe blisterverpakking te beginnen, of als ze één of meer tabletten heeft vergeten gedurende dag 3-9 van de blisterverpakking, kan ze -als ze in de 7 dagen voor het vergeten van de pil gemeenschap heeft gehad- al zwanger zijn. Hoe meer tabletten (van die met de twee werkzame bestanddelen van dag 3-24) er zijn vergeten en hoe dichter deze bij de placebotabletfase zitten, hoe groter de kans op een zwangerschap.
Als de vrouw tabletten is vergeten en vervolgens geen onttrekkingsbloeding krijgt aan het einde van de blisterverpakking / begin van de nieuwe blisterverpakking, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van een zwangerschap.
Advies in het geval van gastro-intestinale stoornissen
In het geval van ernstige gastro-intestinale stoornissen (bijv. overgeven of diarree), kan de absorptie niet volledig zijn en dienen aanvullende anticonceptiemaatregelen te worden gebruikt.
Als braken optreedt binnen 3-4 uur na de inname van een werkzame tablet, moet de volgende tablet zo snel mogelijk worden ingenomen. Deze tablet moet, indien mogelijk, binnen 12 uur na het gebruikelijke innametijdstip worden ingenomen. Als er meer dan 12 uur zijn verstreken, geldt het advies voor het vergeten van tabletten dat in rubriek 4.2 “Wat te doen na het vergeten van tabletten?” wordt gegeven. Als de vrouw haar normale schema van tabletinname niet wil veranderen, moet ze de overeenkomende tablet(ten) uit een andere blisterverpakking nemen.
Bijkomende informatie over speciale populaties
Pediatrische patiënten
Geen gegevens beschikbaar over het gebruik in adolescenten onder de 18 jaar.
Geriatrische patiënten
Qlaira is niet geïndiceerd na de menopauze.
Patiënten met verminderde leverfunctie
Qlaira is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige leverziekte. Zie ook rubriek 4.3.
Patiënten met verminderde nierfunctie
Qlaira is niet specifiek bestudeerd geweest bij patiënten met verminderde nierfunctie.
4.3 Contra-indicaties
Gecombineerde hormonale anticonceptiva mogen in de volgende situaties niet worden gebruikt.
Als een van deze aandoeningen voor het eerst optreedt tijdens het gebruik van een combinatie- hormonale anticonceptiva dan moet het gebruik hiervan onmiddellijk worden gestaakt.
- Aanwezigheid van of risico op veneuze trombo-embolie (VTE)
- Veneuze trombo-embolie – bestaande VTE (bij antistollingsmiddelen) of eerder doorgemaakte VTE (bijv. diepe veneuze trombose [DVT] of longembolie [PE])
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor veneuze trombo-embolie, bijvoorbeeld APC-resistentie, (waaronder factor V-Leiden), antitrombine‑III-deficiëntie, proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie
- Zware operatie met langdurige immobilisatie (zie rubriek 4.4)
- Een hoog risico op veneuze trombo-embolie door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4)
- Aanwezigheid van of risico op arteriële trombo-embolie (ATE)
- Arteriële trombo-embolie – bestaande arteriële trombo-embolie, eerder doorgemaakte arteriële trombo-embolie (bijv. myocardinfarct) of prodromale aandoening (bijv. angina pectoris)
- Cerebrovasculaire ziekte – bestaande beroerte, eerder doorgemaakte beroerte of prodromale aandoening (bijv. transient ischaemic attack (TIA))
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor arteriële trombo-embolie, bijvoorbeeld hyperhomocysteïnemie en antifosfolipiden-antistoffen (anticardiolipine-antistoffen, lupusanticoagulans)
- Voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen
- Een hoog risico op arteriële trombo-embolie als gevolg van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4) of door de aanwezigheid van een ernstige risicofactor, zoals:
- diabetes mellitus met vasculaire symptomen
- ernstige hypertensie
- ernstige dislipoproteïnemie
- Manifeste of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoening zolang de leverfunctiewaarden niet genormaliseerd zijn.
- Manifeste of eerder doorgemaakte levertumoren (benigne of maligne).
- Aanwezigheid van geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen (bijvoorbeeld van de geslachtsorganen of de mammae), of het vermoeden daarvan.
- Vaginale bloedingen waarvan de diagnose niet is gesteld.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bayer SA-NV
J.E. Mommaertslaan 14
B-1831 Diegem (Machelen)
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE327792
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2597003 | QLAIRA DRAG 3 X 28 | G03AB08 | € 39,32 | - | Ja | € 30,32 | € 30,32 |