1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Sandostatine 100 microgram/1 ml, oplossing voor injectie/infusie
Sandostatine 500 microgram/1 ml, oplossing voor injectie/infusie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén ampul van 1 ml bevat 100 microgram octreotide (als octreotideacetaat).
Eén ampul van 1 ml bevat 500 microgram octreotide (als octreotideacetaat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie/infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische controle en reductie van plasmaspiegels van groeihormoon (GH) en IGF-1 bij patiënten met acromegalie, die onvoldoende onder controle zijn op behandeling met chirurgie of radiotherapie.
Sandostatine is ook geïndiceerd voor patiënten met acromegalie die geen operatie kunnen of willen ondergaan, respectievelijk in de beginfase van een radiotherapeutische behandeling, totdat deze volledig effectief wordt.
Verlichting van symptomen die geassocieerd zijn met functionele gastro-enteropancreatische (GEP) endocriene tumoren, bijv. carcinoïde tumoren met kenmerken van het carcinoïdsyndroom (zie rubriek 5.1).
Sandostatine is geen anti-tumortherapie en is niet curatief bij deze patiënten.
Preventie van complicaties na pancreaschirurgie.
Acute behandeling van bloedende gastro-oesofagusvarices bij patiënten met cirrose om bloedingen te stoppen of herbloedingen te voorkomen. Sandostatine moet in combinatie met een geëigende therapie, zoals endoscopische sclerotherapie, worden gebruikt.
Behandeling van TSH-producerende hypofyseadenomen
- als secretie niet is genormaliseerd na chirurgie en/of radiotherapie;
- bij patiënten bij wie chirurgie niet geëigend is;
- bij bestraalde patiënten, totdat radiotherapie effectief is.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Acromegalie
Initieel 0,05-0,1 mg per subcutane (s.c.) injectie elke 8 of 12 uur. Aanpassing van de dosering dient te worden gebaseerd op de maandelijkse beoordeling van GH- en IGF-1-spiegels (doel: GH < 2,5 ng/ml; IGF-1 binnen het normale bereik), klinische symptomen en van de verdraagbaarheid. Bij de meeste patiënten zal de optimale dagelijkse dosis 0,3 mg zijn. Een maximale dosis van 1,5 mg per dag mag niet worden overschreden. Bij patiënten op een stabiele dosis van Sandostatine dient men elke 6 maanden de GH en IGF-1 te bepalen.
Indien na 3 maanden behandeling met Sandostatine geen relevante reductie van GH-spiegels of verbetering van klinische symptomen is bereikt, dient de behandeling te worden gestopt.
Gastro-enteropancreatische endocriene tumoren
Initieel 0,05 mg eenmaal of tweemaal daags via subcutane (s.c.) injectie. Afhankelijk van de klinische respons, effect op de spiegels van de door de tumor geproduceerde hormonen (in geval van carcinoïden de urinaire excretie van 5-hydroxy-indolazijnzuur) en de verdraagbaarheid kan de dosering geleidelijk worden verhoogd tot 0,1 of 0,2 mg 3 maal daags. Onder uitzonderlijke omstandigheden kan een hogere dosis nodig zijn. Onderhoudsdoses dienen individueel te worden aangepast.
Wanneer bij carcinoïde tumoren binnen 1 week behandelen met de maximaal verdraagbare dosis geen gunstige respons optreedt, dient de behandeling te worden gestopt.
Complicaties na pancreaschirurgie
0,1 mg 3 maal daags via s.c. injectie gedurende 7 opeenvolgende dagen, te beginnen op de dag van de operatie ten minste 1 uur voor de laparotomie.
Bloedende gastro-oesofageale varices
25 microgram/uur gedurende 5 dagen als een continue intraveneuze (i.v.) infusie. Sandostatine kan verdund in fysiologische zoutoplossing worden gebruikt.
Bij patiënten met cirrose met bloedende gastro-oesofageale varices, werd Sandostatine goed verdragen bij continue i.v. doses van maximaal 50 microgram/uur gedurende 5 dagen (zie rubriek 4.9).
Behandeling van TSH-producerende hypofyseadenomen
Een dosering van 100 microgram driemaal daags via s.c. injectie is meestal effectief. De dosis kan worden aangepast op basis van de reactie van TSH en schildklierhormonen. Er dient ten minste 5 dagen te worden behandeld om de werkzaamheid te kunnen beoordelen.
Gebruik bij ouderen
Er is geen bewijs van verminderde tolerantie of gewijzigde doseringsvereisten bij met Sandostatine behandelde oudere patiënten.
Gebruik bij kinderen
Ervaring met Sandostatine bij kinderen is beperkt.
Gebruik bij patiënten met een leverfunctiestoornis
Bij patiënten met levercirrose kan de halfwaardetijd van het geneesmiddel verlengd zijn, wat een aanpassing van de onderhoudsdosering noodzakelijk maak.
Gebruik bij patiënten met een nierfunctiestoornis
Een verminderde nierfunctie had, bij subcutane toediening, geen effect op de totale blootstelling (AUC) aan octreotide toegediend als s.c. injectie. Een aanpassing van de dosis van Sandostatine is daarom niet noodzakelijk.
Wijze van toediening
Sandostatine kan direct door middel van subcutane (s.c.) injectie of na verdunning door middel van intraveneuze (i.v.) infusie worden toegediend. Raadpleeg rubriek 6.6 voor verdere instructies voor gebruik en instructies voor verdunning van het geneesmiddel.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (een van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling met octreotide omvatten gastro-intestinale aandoeningen, aandoeningen van het zenuwstelsel, lever- en galaandoeningen en voedings- en stofwisselingsstoornissen.
De meest gemelde bijwerkingen in klinische onderzoeken met toediening van octreotide waren diarree, buikpijn, misselijkheid, flatulentie, hoofdpijn, cholelithiase, hyperglykemie en constipatie. Andere vaak gemelde bijwerkingen waren duizeligheid, gelokaliseerde pijn, galgruis, schildklierafwijkingen (bijv. verlaagd schildklierstimulerend hormoon [TSH], verlaagd totaal T4 en verlaagd vrij T4), dunne ontlasting, verminderde glucosetolerantie, braken, asthenie en hypoglykemie.
Tabel met een overzicht van de bijwerkingen
De volgende bijwerkingen, weergegeven in Tabel 1, zijn verzameld uit klinische onderzoeken met octreotide:
Bijwerkingen (Tabel 1) zijn gerangschikt naar frequentie, de meest frequente eerst, met gebruikmaking van de volgende afspraak: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000) zeer zelden (<1/10.000), inclusief geïsoleerde meldingen. Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 1 Bijwerkingen gemeld in klinisch onderzoek | |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Zeer vaak: | Diarree, buikpijn, misselijkheid, constipatie, flatulentie |
Vaak: | Dyspepsie, braken, zwelling van de buik, steatorroe, dunne ontlasting, verkleuring van de ontlasting |
Zenuwstelselaandoeningen | |
Zeer vaak: | Hoofdpijn |
Vaak: | Duizeligheid |
Endocriene aandoeningen | |
Vaak: | Hypothyreoïdie, schildklieraandoening (bijv. verlaagd TSH, verlaagd totaal T4 en verlaagd vrij T4) |
Lever- en galaandoeningen | |
Zeer vaak: | Cholelithiase |
Vaak: | Cholecystitis, galgruis, hyperbilirubinemie |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | |
Zeer vaak: | Hyperglykemie |
Vaak: | Hypoglykemie, gestoorde glucosetolerantie, anorexie |
Soms: | Dehydratie |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Zeer vaak: | Injectieplaatsreacties |
Vaak: | Asthenie |
Onderzoeken | |
Vaak: | Transaminasespiegels verhoogd |
Huid- en onderhuidaandoeningen | |
Vaak: | Pruritus, rash, alopecia |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | |
Vaak: | Dyspneu |
Hartaandoeningen | |
Vaak: | Bradycardie |
Soms: | Tachycardie |
Postmarketing
Spontaan gemelde bijwerkingen, weergegeven in Tabel 2, zijn gemeld op vrijwillige basis en het is niet altijd mogelijk om betrouwbaar een frequentie of een causaal verband met de blootstelling aan het geneesmiddel vast te stellen.
Tabel 2 Bijwerkingen afgeleid van spontane meldingen |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen |
Immuunsysteemaandoeningen |
Anafylaxie, allergie/overgevoeligheidsreacties |
Huid- en onderhuidaandoeningen |
Urticaria |
Lever- en galaandoeningen |
Acute pancreatitis, acute hepatitis zonder cholestase, cholestatische hepatitis, cholestase, icterus, cholestatische icterus |
Hartaandoeningen |
Aritmieën |
Onderzoeken |
Verhoogde alkalische fosfatasespiegels, verhoogde gammaglutamyl-transferasespiegels |
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Galblaas en gerelateerde reacties
Het is bewezen dat somatostatine-analogen de contractiliteit van de galblaas doen afnemen en de hoeveelheid gal die wordt afgescheiden verminderen, wat kan leiden tot afwijkingen aan de galblaas en tot bezinksel. De incidentie van de ontwikkeling van galstenen wordt geschat op 15 tot 30% bij behandeling met Sandostatine. De incidentie in de gehele populatie (van 40 tot 60 jaar oud) is 5 tot 20%. Als galstenen zich voordoen bij patiënten die met Sandostatine worden behandeld, zijn ze meestal asymptomatisch. Symptomatische galstenen moeten worden behandeld, hetzij door een oplossende therapie met galzuren of door een chirurgische ingreep.
Maagdarmstelselaandoeningen
In zeldzame gevallen kunnen gastro-intestinale bijwerkingen lijken op acute intestinale obstructie, met progressieve opgezette buik, ernstige epigastrische pijn, abdominale gevoeligheid en buikspasmen.
Het is bekend dat de frequentie van gastro-intestinale bijwerkingen met de tijd afneemt bij voortzetting van de behandeling.
Het optreden van gastro-intestinale bijwerkingen kan worden verminderd door het vermijden van maaltijden rond het tijdstip van Sandostatine s.c. toediening, bijvoorbeeld door het injecteren tussen de maaltijden of vlak voor het naar bed gaan.
Overgevoeligheid en anafylactische reacties
Overgevoeligheid en allergische reacties zijn gemeld tijdens de post-marketingfase. Als deze zich voordoen, hebben ze met name impact op de huid; zelden op de mond of de luchtwegen. Er zijn ook geïsoleerde gevallen van anafylactische shock gemeld.
Injectieplaatsreacties
Pijn of een gevoel van steken, tintelen of branden op de plaats van s.c. injectie, met roodheid en zwelling, duurt zelden langer dan 15 minuten. Lokaal ongemak kan worden verminderd door de oplossing op kamertemperatuur te laten komen vóór de injectie, of door injectie van een kleiner volume met een meer geconcentreerde oplossing.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hoewel de gemeten fecale excretie van vet kan toenemen, is er tot nu toe geen bewijs dat langdurige behandeling met octreotide heeft geleid tot voedingstekorten als gevolg van malabsorptie.
Pancreasenzymen
In zeer zeldzame gevallen is acute pancreatitis gemeld binnen de eerste uren of dagen na behandeling met Sandostatine s.c., die verdween na stopzetting van het geneesmiddel. Daarnaast is cholelithiasegeïnduceerde pancreatitis gemeld bij patiënten die langdurig met Sandostatine s.c. worden behandeld.
Hartaandoeningen
Bradycardie is een vaak voorkomende bijwerking van somatostatine-analogen. In zowel acromegalie- als carcinoïdsyndroompatiënten werden veranderingen in het ECG waargenomen, zoals verlenging van het QT-interval, asverschuivingen, vroegtijdige repolarisatie, lage spanning, R/S-transitie, voortijdige progressie van de R-golf- en niet-specifieke ST-T-golfveranderingen. De relatie van deze gebeurtenissen met octreotide acetaat is niet vastgesteld, omdat veel van deze patiënten onderliggende hartaandoeningen hebben (zie rubriek 4.4).
Trombocytopenie
Trombocytopenie is gemeld tijdens de post-marketingfase, met name tijdens de behandeling met Sandostatine (i.v.) bij patiënten met levercirrose. Dit is omkeerbaar na stopzetting van de behandeling.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Pharma NV
Medialaan 40
B-1800 Vilvoorde
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sandostatine 100 microgram/1 ml: BE141382 / LU: 2000116136
- 0754108: 1*5 ampoules 1 ml
- 0754111: 1*20 ampoules 1 ml
Sandostatine 500 microgram/1 ml: BE156362 / LU: 2000116137
- 0754125: 1*5 ampoules 1 ml
- 0754139: 1*10 ampoules 1 ml
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
10/2023
Goedgekeurd 04/2025
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0380493 | SANDOSTATINE AMP S.C. 10X0,5MG/ML | H01CB02 | € 193,69 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 |
0613182 | SANDOSTATINE AMP S.C. 20X0,1MG/ML | H01CB02 | € 91,44 | - | Ja | - | - |