1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Coversyl 5 mg, filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Perindopril Arginine.
Eén filmomhulde tablet bevat 3,395 mg perindopril overeenkomend met 5 mg van perindopril arginine.
Hulpstof met bekend effect: 72,58 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Lichtgroene, staafvormige filmomhulde tablet gegraveerd met aan de ene kant en met breuklijn op beide kanten.
De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Hypertensie
Behandeling van hypertensie.
Hartfalen
Behandeling van symptomatisch hartfalen.
Stabiel coronair vaatlijden
Vermindering van het risico op cardiale events bij patiënten met een myocardinfarct en/of revascularisatie in de voorgeschiedenis.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosis dient individueel aangepast te worden volgens het profiel van de patiënt (zie rubriek 4.4) en de bloeddrukrespons.
Hypertensie
Coversyl kan gebruikt worden in monotherapie of in combinatie met andere klassen van antihypertensieve therapie (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
De aanbevolen startdosis is 5 mg toegediend eenmaal per dag ’s ochtends.
Patiënten met een sterk geactiveerd renine-angiotensine-aldosteron systeem (in het bijzonder renovasculaire hypertensie, zout- en/of volumedepletie, hartdecompensatie of ernstige hypertensie) kunnen een overmatig bloeddrukdaling vertonen na de eerste dosis. Een startdosis van 2,5 mg is aanbevolen bij dergelijke patiënten en de behandeling dient opgestart te worden onder medisch toezicht.
De dosis mag worden verhoogd tot 10 mg eenmaal per dag na één maand behandeling.
Symptomatische hypotensie kan optreden na het opstarten van de behandeling met Coversyl; dit is meer waarschijnlijk bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met diuretica. Aangezien deze patiënten een volume- en/of zoutdepletie kunnen vertonen is het aanbevolen voorzichtig te zijn.
Indien mogelijk, dient het diureticum stopgezet te worden 2 tot 3 dagen voor het begin van de behandeling met Coversyl (zie rubriek 4.4).
Bij hypertensiepatiënten waarbij de diuretica niet kunnen worden stopgezet, dient de behandeling met Coversyl opgestart te worden in een dosis van 2,5 mg. De nierfunctie en de kaliumconcentratie in het serum dienen gecontroleerd te worden. De volgende dosis van Coversyl dient aangepast te worden volgens de bloeddrukrespons. Indien nodig, kan de behandeling met het diureticum worden vervolgd.
Bij bejaarde patiënten dient de behandeling te worden opgestart in een dosis van 2,5 mg die progressief kan worden verhoogd tot 5 mg na één maand, en vervolgens tot 10 mg indien nodig afhankelijk van de nierfunctie (zie tabel hieronder).
Symptomatisch hartfalen
Het is aanbevolen dat Coversyl, dat meestal geassocieerd wordt met een niet-kaliumsparend diureticum en/of digoxine en/of een bètablokker, toegediend wordt onder strikt medisch toezicht in een aanbevolen startdosis van 2,5 mg, ingenomen ’s ochtends. Deze dosis kan na 2 weken worden verhoogd tot 5 mg eenmaal daags als dit verdragen wordt. De dosisaanpassing moet gebaseerd zijn op de klinische respons van de individuele patiënt.
Bij ernstig hartfalen en bij andere patiënten die worden aanzien als patiënten met een hoog risico (patiënten met een verstoorde nierfunctie en een neiging tot elektrolytenstoornissen, patiënten die gelijktijdig behandeld worden met diuretica en/of vasodilaterende middelen), dient de behandeling opgestart te worden onder nauwgezet toezicht (zie rubriek 4.4).
Bij patiënten met een hoog risico op symptomatische hypotensie, bv. patiënten met zoutdepletie met of zonder hyponatriëmie, patiënten met hypovolemie of patiënten die krachtige dosis diuretica kregen, dienen deze aandoeningen gecorrigeerd te worden, indien mogelijk, voor de behandeling met Coversyl. De bloeddruk, de nierfunctie, en de serumkaliumconcentratie dienen strikt gecontroleerd te worden, zowel voor als tijdens de behandeling met Coversyl (zie rubriek 4.4).
Stabiel coronair vaatlijden
Coversyl dient te worden gestart in een dosering van 5 mg eenmaal daags en na 2 weken te worden verhoogd naar 10 mg eenmaal daags, afhankelijk van de nierfunctie en indien de dosering van 5 mg goed verdragen wordt.
Oudere patiënten dienen de eerste week 2,5 mg eenmaal daags te krijgen, en de daaropvolgende week 5 mg eenmaal daags, voordat de dosis, afhankelijk van de nierfunctie (zie Tabel 1 “Dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie”), wordt verhoogd tot 10 mg eenmaal daags. De dosis dient alleen verhoogd te worden als de voorafgaande lagere dosering goed verdragen wordt.
Speciale populatie
Patiënten met verminderde nierfunctie
De dosering bij patiënten met verminderde nierfunctie moet gebaseerd zijn op de creatinineklaring zoals aangeduid in tabel 1 hieronder:
Tabel 1: dosisaanpassing bij verminderde nierfunctie
Creatinineklaring (ml/min) | Aanbevolen dosis |
ClCR ≥ 60 | 5 mg per dag |
30 < ClCR < 60 | 2.5 mg per dag |
15 < ClCR < 30 | 2,5 mg om de dag |
Patiënten onder hemodialyse * | |
ClCR < 15 | 2,5 mg op de dag van de dialyse |
* De klaring van perindoprilaat bij dialyse bedraagt 70 ml/min.
Bij patiënten onder hemodialyse, dient de dosis ingenomen te worden na de dialyse.
Patiënten met afgenomen leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met afgenomen leverfunctie (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van perindopril bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn niet vastgesteld. De huidige beschikbare gegevens staan beschreven in rubriek 5.1, maar een aanbeveling voor de dosering kan niet worden gegeven. Het gebruik bij kinderen en jongeren is daarom niet aanbevolen.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
Het is aanbevolen om Coversyl eenmaal daags in de ochtend vóór een maaltijd in te nemen.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor een andere ACE-remmer;
- Voorgeschiedenis van angio-oedeem geassocieerd met een eerdere behandeling met een ACE-remmer (zie rubriek 4.4);
- Erfelijk of idiopathisch angio-oedeem;
- Tweede en derde zwangerschapstrimester (zie rubrieken 4.4 en 4.6);
- Het gelijktijdig gebruik van Coversyl met aliskiren-bevattende geneesmiddelen bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubrieken 4.5 en 5.1);
- Gelijktijdig gebruik met sacubitril/valsartan therapie. Coversyl mag niet eerder dan 36 uur na de laatste dosis sacubitril/valsartan worden gestart (zie rubrieken 4.4 en 4.5);
- Extracorporale behandelingen die leiden tot contact van bloed met negatief geladen oppervlakken (zie rubriek 4.5);
- Aanzienlijke bilaterale arteria renalis stenose of stenose van de arterie naar één enkele functionerende nier (zie rubriek 4.4).
4.8 Bijwerkingen
- Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het veiligheidsprofiel van perindopril komt overeen met het veiligheidsprofiel van ACE-remmers.
De frequente bijwerkingen die werden gerapporteerd in klinische trials en die werden waargenomen bij perindopril zijn: duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, vertigo, gezichtsstoornissen, tinnitus, hypotensie, hoesten, dyspneu, buikpijn, constipatie, diarree, dysgeusie, dyspepsie, misselijkheid, braken, pruritus, huiduitslag, spierkrampen en asthenie.
- Getabelleerde lijst van bijwerkingen
De volgende bijwerkingen werden waargenomen tijdens klinische onderzoeken en/of post-marketing gebruik met perindopril en zijn geklasseerd volgens de volgende frequentie:
Zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1000, <1/100); zelden (1/10000, <1/1000); zeer zelden (<1/10000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
MedDRA | Bijwerkingen | Frequentie | ||||
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Eosinofilie | Soms* | ||||
Agranulocytose of pancytopenie | Zeer zelden | |||||
Verminderd hemoglobine en hematocriet | Zeer zelden | |||||
Leukopenie/neutropenie | Zeer zelden | |||||
Hemolytische anemie bij patiënten met een congenitale deficiëntie van G-6PDH (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | |||||
Trombocytopenie | Zeer zelden | |||||
Endocriene aandoeningen | Syndroom van inadequate secretie van antiduretisch hormoon (SIADH) | Zelden | ||||
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Hypoglycemie (zie rubrieken 4.4 en 4.5) | Soms* | ||||
Hyperkaliëmie, reversibel na het stoppen (zie rubriek 4.4) | Soms* | |||||
Hyponatriëmie | Soms* | |||||
Psychische stoornissen | Depressie | Soms* | ||||
Stemmingswisselingen | Soms | |||||
Slaapstoornis | Soms | |||||
Zenuwstelselaandoeningen | Duizeligheid | Vaak | ||||
Hoofdpijn | Vaak | |||||
Paresthesie | Vaak | |||||
Vertigo | Vaak | |||||
Somnolentie | Soms* | |||||
Syncope | Soms* | |||||
Verwardheid | Zeer zelden | |||||
Oogaandoeningen | Gezichtsstoornissen | Vaak | ||||
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Tinnitus | Vaak | ||||
Hartaandoeningen | Palpitaties | Soms* | ||||
Tachycardie | Soms* | |||||
Angina pectoris (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | |||||
Aritmie | Zeer zelden | |||||
Myocardinfarct, mogelijk secundair aan excessieve hypotensie bij patiënten met een hoog risico (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | |||||
Bloedvataandoeningen | Hypotensie (en aan hypotensie gerelateerde effecten) | Vaak | ||||
Vasculitis | Soms* | |||||
Overmatig blozen | Zelden* | |||||
Beroerte, mogelijk secundair aan excessieve hypotensie bij patiënten met een hoog risico (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | |||||
Raynaud-fenomeen | Niet bekend | |||||
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Hoesten | Vaak | ||||
Dyspneu | Vaak | |||||
Bronchospasmen | Soms | |||||
Eosinofiele pneumonie | Zeer zelden | |||||
Rhinitis | Zeer zelden | |||||
Maagdarmstelselaandoeningen | Buikpijn | Vaak | ||||
Constipatie | Vaak | |||||
Diarree | Vaak | |||||
Dysgeusie | Vaak | |||||
Dyspepsie | Vaak | |||||
Misselijkheid | Vaak | |||||
Braken | Vaak | |||||
Droge mond | Soms | |||||
Pancreatitis | Zeer zelden | |||||
Lever- en galaandoeningen | Hetzij cytolitische of cholestatische hepatitis (zie rubriek 4.4) | Zeer zelden | ||||
Huid- en onderhuidaandoeningen | Pruritus | Vaak | ||||
Huiduitslag | Vaak | |||||
Urticaria (zie rubriek 4.4) | Soms | |||||
Angio-oedeem van het gezicht, de extremiteiten, lippen, slijmvliezen, tong, glottis en/of larynx (zie rubriek 4.4) | Soms | |||||
Fotosensibiliteitsreacties | Soms* | |||||
Pemfigoïd | Soms* | |||||
Hyperhydrose | Soms | |||||
Verergering van psoriasis | Zelden* | |||||
Erythema multiforme | Zeer zelden | |||||
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Spierkrampen | Vaak | ||||
Artralgie | Soms* | |||||
Myalgie | Soms* | |||||
Nier- en urinewegaandoeningen | Nierinsufficiëntie | Soms | ||||
Acuut nierfalen | Zelden | |||||
Anurie/oligurie | Zelden* | |||||
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Erectiele disfunctie | Soms | ||||
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Asthenie | Vaak | ||||
Pijn op de borst | Soms* | |||||
Malaise | Soms* | |||||
Perifeer oedeem | Soms* | |||||
Pyrexie | Soms* | |||||
Onderzoeken | Verhoging in bloedureum | Soms* | ||||
Verhoging in bloedcreatinine | Soms* | |||||
Verhoging in bloedbilirubine | Zelden | |||||
Verhoging in leverenzym | Zelden | |||||
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties | Vallen | Soms* | ||||
* Frequentie berekend aan de hand van klinische trials voor bijwerkingen die werden opgemerkt aan de hand van spontane rapportage
Klinische onderzoeken
Tijdens de gerandomiseerde periode van de EUROPA studie, werden uitsluitend ernstige bijwerkingen verzameld. Weinig patiënten kregen te maken met ernstige bijwerkingen: 16 (0,3%) van de 6122 perindopril patiënten en 12 (0,2%) van de 6107 placebo patiënten. Bij 6 met perindopril behandelde patiënten werd hypotensie waargenomen, angio-oedeem bij 3 patiënten en plotselinge hartstilstand bij 1 patiënt. Meer patiënten trokken zich terug vanwege hoesten, hypotensie of andere intolerantie bij perindopril dan bij placebo respectievelijk 6,0% (n=366) versus 2,1% (n=129).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website : www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail : adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERVIER BENELUX NV
Internationalelaan 57
B – 1070 BRUSSEL
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE286124
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Goedkeuring: 07/2024
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2509412 | COVERSYL COMP 30 X 5 MG | C09AA04 | € 11,6 | - | Ja | € 2,05 | € 1,23 |
2572477 | COVERSYL COMP 90 X 5 MG | C09AA04 | € 21,62 | - | Ja | € 5,43 | € 3,26 |