SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
CORDARONE 200 mg tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet Cordarone bevat 200 mg amiodaronhydrochloride.
Hulpstof met bekend effect: lactosemonohydraat 71 mg per tablet
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten voor oraal gebruik.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
- Behandeling van supraventriculaire tachycardieën: vertraging van de hartfrequentie of terugkeer naar het sinusaal ritme. Preventie van recidieven van supraventriculaire tachycardieën, bijvoorbeeld atriale fibrillatie en atriale flutter. (Elke patiënt die sinds meer dan 48 uur atriale fibrillatie vertoont en die behandeld wordt met amiodaron, moet vooraf onder anticoagulantia geplaatst worden, behalve indien er een contra-indicatie voor deze laatste middelen bestaat, zie rubriek 4.4.1).
- Behandeling en preventie van recidieven van junctionele ritmestoornissen: junctionele tachycardiën door wederkerig ritme, ritmestoornissen geassocieerd met Wolff-Parkinson-White.
- Invaliderende extrasystolen met schadelijke hemodynamische gevolgen, ongeacht of ze van atriale, junctionele of ventriculaire aard zijn, in geval van falen of contra-indicatie van de klassieke behandelingen.
N.B.
- Cordarone oplossing voor injectie kan gebruikt worden als er een snelle respons nodig is bij behandelingen van ernstige ritmestoornissen.
- De orale vorm is in eerste instantie aangewezen bij patiënten met een onderliggende ischemische cardiopathie of een verminderde linkerventrikelfunctie. In de andere gevallen die overeenstemmen met de indicatie, zal Cordarone in tweede instantie gebruikt worden. Het is aanbevolen om het te gebruiken als de klassieke behandeling onvoldoende, ondoeltreffend of tegenaangewezen blijkt te zijn.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Volwassenen
In de meeste gevallen kan het volgende doseringsschema aanbevolen worden:
De ladingsdosis bedraagt gewoonlijk 3 tabletten per dag ; zodra er een voldoende verbetering is opgetreden - d.w.z. meestal na 1 tot 2 weken - zal de dosering progressief verminderd worden om tot de minimale onderhoudsdosering te komen die, indien mogelijk, 1 tablet per dag zal bedragen. Indien deze dosering onvoldoende zou blijken, zal ze trapsgewijs verhoogd worden met stappen van 100 of 200 mg (1/2 tot 1 tablet) tot het gewenste therapeutische effect bereikt is.
Bij ernstige en weerstandige gevallen kan het nodig zijn om een ladingsdosis toe te dienen die hoger is dan 3 tabletten per dag; deze kan 4 tot 5 tabletten per dag bedragen gedurende korte perioden, onder elektrocardiografische monitoring.
Om sneller het beoogde therapeutisch effect te bekomen, - d.w.z. het bereiken van een voldoende hartweefselspiegel in een kortere periode - wordt door sommigen een ladingsdosis van 6 tabletten per dag gedurende drie tot vier dagen aangeraden.
Het gebruik van een therapeutisch venster van 2 dagen per week (waarbij geen Cordarone genomen wordt) werd aangeraden en is mogelijk omdat het therapeutisch effect een zekere tijd blijft aanhouden.
De tabletten kunnen in één, twee of drie innamen per dag worden toegediend, tijdens of aan het einde van de maaltijd, met wat drank.
Bij nierinsufficiëntie dient de dosering niet verlaagd te worden omdat de renale eliminatie van het product verwaarloosbaar is.
Indien een behandeling met amiodaron nodig is bij een patiënt met leverinsufficiëntie, zal de dosering zo laag mogelijk zijn en aangepast worden in functie van de bloedspiegels.
Pediatrische patiënten:
De veiligheid en werkzaamheid van amiodaron bij kinderen zijn niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 5.1 en 5.2.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Overgevoeligheid voor jodium.
- Sinusale bradycardie, sino-atriale blok en sinusknoopziekte zonder pacemaker (risico op sinusarrest), ernstige atrioventriculaire geleidingsstoornissen tenzij een pacemaker geplaatst is.
- Associatie met geneesmiddelen die aanleiding geven tot torsades de pointes (zie rubriek 4.5.).
- Schildklierstoornissen.
- Zwangerschap behalve in uitzonderlijke gevallen. (Zie rubriek 4.6. )
- Borstvoeding (Zie rubriek 4.6.).
4.8 Bijwerkingen
De bijwerkingen werden geklasseerd in : zeer vaak (≥1/10) ; vaak (≥1/100 , <1/10) ; soms (≥1/1000 , < 1/100) ; zelden (≥1/10.000 , < 1/1000 ; zeer zelden (<1/10.000) ; of frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Zeer zelden:
- Hemolytische anemie, aplastische anemie.
- Thrombocytopenie.
Niet bekend:
- Neutropenie, agranulocytose.
Hartaandoeningen
Vaak:
- Meestal matige, dosisafhankelijke bradycardie.
Soms:
- Optreden van een nieuwe aritmie of verergering van aritmie, soms gevolg door een hartstilstand (zie rubrieken 4.4.1 en 4.5).
- Geleidingsstoornissen (sino-atriale blok, atrioventriculaire blok van verschillende graad) (zie rubriek 4.4.1)
Zeer zelden:
- Verergering van de hartinsufficiëntie.
- Uitgesproken bradycardie of sinusarrest bij patiënten met sinusale disfunctie en/of bij bejaarden.
Niet bekend:
- Torsades de pointes (zie rubrieken 4.4 en 4.5)
Endocriene aandoeningen (zie ook rubriek 4.4)
Vaak :
- Hypothyroïdie
- Hyperthyroïdie die soms fataal kan zijn.
Zeer zelden:
- Syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH).
Oogaandoeningen
Zeer vaak:
- Corneale microdepots die bestaan uit complexe lipidendepots. Ze zijn meestal asymptomatisch en reversibel binnen de 6 tot 12 maanden na stopzetting van de behandeling. In de dosering van 1 tot 2 tabletten per dag, vooral als ze op discontinue wijze worden toegediend, blijven de depots beperkt tot het onderste derde van de cornea en hebben ze geen functionele gevolgen. Vanaf 3 tabletten per dag, die op continue wijze worden toegediend, is de frequentie van depots zeer hoog en is er een risico dat ze zich uitbreiden tot de pre-pupillaire zone met geassocieerde gezichtsstoornissen (voornamelijk gekleurde halo’s rond lichtbronnen of een wazig zicht en eventueel afname van de gezichtsscherpte).
Zeer zelden:
- Het optreden van optische neuropathie en/of optische neuritis vereist dat amiodaron gestopt wordt omwille van de mogelijke progressie tot blindheid (zie rubriek 4.4).
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak:
- Benigne digestieve stoornissen (misselijkheid, braken, dysgeusie) treden gewoonlijk op bij het starten van de behandeling en verdwijnen bij dosisverlaging.
Vaak
- Constipate
Soms:
- Droge mond
Niet bekend:
- (acute) Pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
Zeer vaak:
- Geïsoleerde en meestal matige (1,5 tot 3-maal de normale waarde) stijgingen van de transaminasen, in het begin van de behandeling. De transaminasespiegel normaliseert na dosisverlaging of zelfs spontaan.
Vaak:
- Acuut leverlijden, met een hoge transaminasespiegel en/of een icterus, met inbegrip van leverinsufficiëntie met soms fatale afloop.
Zeer zelden:
- Chronisch leverlijden (pseudo-alcoholische hepatitis, cirrose) met soms fatale afloop.
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
- Angioneurotisch oedeem (Quincke oedeem)
- Anafylactische reactie/anafylactische shock.
Onderzoeken
Zeer zelden:
- Stijging van de serumcreatininespiegel.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
- Verminderde eetlust
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
- Extra‑pyramidale bevingen, slaapstoornissen, nachtmerries.
Soms:
- Sensori-motorische perifere neuropathieën en (of) myopathieën, die gewoonlijk reversibel zijn na de stopzetting van de behandeling (zie ook rubriek 4.4.1).
Zeer zelden:
- Cerebellaire ataxie, hoofdpijn, benigne intracraniële hypertensie (pseudo‑tumor cerebri).
Niet bekend:
- Parkinsonisme, parosmie.
Psychische stoornissen
Vaak:
- Verminderd libido
Niet bekend:
- Delirium (inclusief verwarring)
- Hallucinatie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Zeer zelden:
- Epididymitis, impotentie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen.
Vaak:
- Pulmonale toxiciteit (overgevoeligheidspneumopathie, alveolaire/interstitiële pneumopathie of fibrose, pleuritis, georganiseerde pneumopathie met oblitererende bronchiolitis (Bronchiolitis Obliterans Organizing Pneumonia of « BOOP »), met soms fatale afloop (zie ook rubriek 4.4.1).
Zeer zelden:
- Acute Respiratory Distress Syndrome of « ARDS » bij volwassenen, met soms fatale evolutie, werd gerapporteerd, meestal onmiddellijk na een chirurgische interventie (interactie mogelijk met hoge zuurstofconcentraties) (zie rubrieken 4.4.1 en 4.5., subrubriek “Algemene anesthesie, zuurstoftherapie”).
- Bronchospasmen bij patiënten met ernstige respiratoire insufficiëntie en meer in het bijzonder bij astmapatiënten.
Frequentie niet bekend:
- Pulmonaire hemorragie.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zeer vaak:
- Fotosensibiliteit (zie ook rubriek 4.4.2).
Vaak:
- Lila-achtige of leigrijze pigmentaties van de huid in geval van een langdurige behandeling met hoge dagdosissen. Deze pigmentaties verdwijnen langzaam na stopzetting van de behandeling.
- eczeem
Zeer zelden:
- Erytheem na radiotherapie.
- Gewoonlijk weinig specifieke huiduitslag.
- Exfoliatieve dermatitis.
- Alopecia.
Niet bekend:
- urticaria.
- ernstige huidreacties als toxische epidermale necrolyse (TEN), syndroom van Stevens-Johnson (SJS), dermatitis bullosa, Drug reaction with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS).
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden:
-Vasculitis.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend:
-Lupusachtig syndroom
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Niet bekend:
-Granuloom, inclusief beenmerggranuloom
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties
Niet bekend:
- Primaire transplantaatdisfunctie na harttransplantatie (zie rubriek 4.4)
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten :
www.fagg.be – Afdeling Vigilantie: Website: www.eenbijwerkingmelden.be – E-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel.: 02 / 710 54 00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE048885
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
12/2024
Datum van goedkeuring van de tekst: 01/2025
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0106971 | CORDARONE COMP 20 X 200 MG | C01BD01 | € 8,09 | - | Ja | - | - |
0106989 | CORDARONE COMP 60 X 200 MG | C01BD01 | € 11,91 | - | Ja | € 2,15 | € 1,29 |