1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Yasminelle 0,02 mg/3 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 0,020 mg ethinylestradiol (als betadex clathraat) en 3 mg drospirenon.
Hulpstof met bekend effect: lactose 46 mg (als lactosemonohydraat 48,18 mg).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Lichtroze, ronde tabletten met convexe zijden, één zijde voorzien van de letters “DS” in een regelmatige zeshoek.
4 KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Orale anticonceptie.
Bij de beslissing om Yasminelle voor te schrijven moet rekening worden gehouden met de huidige risicofactoren van de individuele vrouw, in het bijzonder met de factoren voor veneuze trombo-embolie (VTE) en hoe het risico op VTE met Yasminelle zich verhoudt tot het risico met andere gecombineerde hormonale anticonceptiva (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Wijze van toediening: oraal gebruik.
Dosering
Hoe wordt Yasminelle ingenomen?
De tabletten moeten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden ingenomen, zonodig met wat vloeistof, in de volgorde die op de blisterverpakking staat aangegeven. Gedurende 21 opeenvolgende dagen moet dagelijks één tablet worden ingenomen. Elke volgende blisterverpakking wordt gestart na een interval van 7 dagen zonder tabletten; tijdens dit interval treedt gewoonlijk een onttrekkingsbloeding op. Deze begint meestal op dag 2-3 na de laatste tablet en is niet altijd geëindigd vooraleer met de volgende blisterverpakking wordt begonnen.
Hoe beginnen met Yasminelle?
- Geen voorafgaand hormonaal anticonceptief gebruik (in de voorbije maand)
Het innemen van de tabletten dient op dag 1 van de natuurlijke cyclus van de vrouw te starten (dit is op de eerste dag van haar menstruele bloeding).
- Overschakelen van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum (gecombineerde orale anticonceptiepil (COAC), vaginale anticonceptiering of anticonceptiepleister))
De vrouw dient bij voorkeur met Yasminelle te starten op de dag na inname van de laatste werkzame tablet (de laatste tablet met daarin werkzame stof) van haar vorige COA en ten laatste op de dag volgend op het gebruikelijke tabletvrije (of placebotablet) interval van haar voorgaande COAC. Als een vaginale anticonceptiering of een anticonceptiepleister is gebruikt, dient de vrouw bij voorkeur te beginnen met Yasminelle op de dag van verwijdering, maar niet later dan op de dag waarop de volgende ring of pleister zou moeten worden geplaatst.
- Overschakelen van een methode met uitsluitend progestageen (pil met enkel progestageen, injectiepreparaat, implantaat) of van een intra-uterien systeem (IUS) dat progestagenen vrijgeeft.
De vrouw mag op gelijk welke dag overschakelen van de pil met enkel progestageen (van een implantaat of het IUS op de dag van zijn verwijdering en van een injectiepreparaat wanneer de volgende injectie zou moeten plaats vinden), maar in al deze gevallen moet men haar adviseren om tijdens de eerste 7 dagen van tabletinname aanvullend een barrièremethode te gebruiken.
- Na een abortus in het eerste trimester
De vrouw mag onmiddellijk beginnen. In dit geval hoeft ze geen aanvullende anticonceptieve maatregelen te nemen.
- Na een bevalling of na een abortus in het tweede trimester
De vrouwen dienen geadviseerd te worden te starten op dag 21 tot 28 na de bevalling of de abortus in het tweede trimester. Als een vrouw later begint, dan dient men haar aan te raden om tijdens de eerste 7 dagen aanvullend een barrièremethode te gebruiken. Mocht echter reeds geslachtsgemeenschap hebben plaatsgevonden, dan moet eerst zwangerschap worden uitgesloten of moet de vrouw haar eerste menstruatie afwachten voor de eigenlijke start van het COAC.
Voor vrouwen die borstvoeding geven zie rubriek 4.6.
Beleid bij vergeten tabletten
Als de gebruikster minder dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, dan is de anticonceptieve bescherming niet verminderd. De vrouw moet de tablet innemen zodra zij eraan denkt en op het gebruikelijke tijdstip de verdere tabletten innemen.
Als zij meer dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, dan kan de anticonceptieve bescherming verminderd zijn. Het beleid van vergeten tabletten kan worden bepaald op geleide van de volgende twee basisregels:
1. Het innemen van tabletten mag nooit langer dan 7 dagen onderbroken worden.
2. Er zijn 7 dagen ononderbroken innemen van tabletten nodig voor een adequate remming van de hypothalamo-hypofyse-ovarium-as.
Derhalve kan voor de dagelijkse praktijk het volgende advies worden gegeven:
- Week 1
De gebruikster moet de laatste vergeten tablet innemen zodra zij eraan denkt, zelfs als dat betekent dat zij twee tabletten op hetzelfde moment inneemt. Zij gaat dan op haar gebruikelijke tijdstip verder met het innemen van de tabletten. Bovendien moet gedurende de eerstvolgende 7 dagen een barrièremethode, zoals een condoom, gebruikt worden. Als er geslachtsgemeenschap heeft plaatsgehad tijdens de voorgaande 7 dagen, dan moet men rekening houden met een mogelijke zwangerschap. Hoe meer tabletten zijn vergeten en hoe korter deze tabletten na het normale tabletvrije interval liggen, des te hoger is het risico van een zwangerschap.
- Week 2
De gebruikster moet de laatste vergeten tablet innemen zodra zij eraan denkt, zelfs als dat betekent dat zij twee tabletten op hetzelfde moment inneemt. Zij gaat dan op haar gebruikelijke tijdstip verder met het innemen van de tabletten. Op voorwaarde dat de vrouw haar tabletten in de 7 dagen voorafgaand aan de éérste vergeten tablet correct heeft ingenomen, is er geen noodzaak aanvullende anticonceptieve voorzorgen te nemen. Als de vrouw echter meer dan 1 tablet is vergeten, moet men haar aanraden om gedurende 7 dagen aanvullende voorzorgen toe te passen.
- Week 3
Het risico van verminderde betrouwbaarheid is imminent vanwege het naderende 7-daagse tabletvrije interval. Door het schema van tabletinname aan te passen, kan verminderde anticonceptieve bescherming echter nog voorkomen worden. Bij het opvolgen van één van de volgende twee opties, is het daarom niet nodig aanvullende anticonceptieve voorzorgen te nemen, mits de vrouw in de 7 dagen voorafgaand aan de eerste vergeten tablet, al de tabletten correct heeft ingenomen. Als dit niet het geval is, moet zij de eerste van de hierna gegeven twee opties volgen en gedurende de eerstvolgende 7 dagen ook aanvullende voorzorgen nemen.
1. De gebruikster moet de laatste vergeten tablet innemen zodra zij eraan denkt, zelfs als dat betekent dat zij twee tabletten op hetzelfde moment inneemt. Zij gaat dan op haar gebruikelijke tijdstip verder met het innemen van de tabletten. De volgende blisterverpakking moet starten zodra de huidige blisterverpakking beëindigd is, d.w.z. dat er geen onderbreking tussen de blisterverpakkingen mag zijn. De gebruikster heeft waarschijnlijk geen onttrekkingsbloeding tot aan het einde van de tweede blisterverpakking, maar zij kan wel spotting of doorbraakbloeding ervaren op de dagen dat zij de tabletten neemt.
2. Men mag de gebruikster ook adviseren het innemen van tabletten uit de huidige blisterverpakking te stoppen. Ze dient dan een tabletvrij interval van maximaal 7 dagen in te lassen, inclusief de dagen waarop zij tabletten was vergeten, en daarna door te gaan met de volgende blisterverpakking.
Als de vrouw tabletten is vergeten en daarna geen onttrekkingsbloeding heeft in het eerstvolgend normale tabletvrije interval, dan moet men rekening houden met een mogelijke zwangerschap.
Advies in het geval van gastro-intestinale stoornissen
In het geval van ernstige gastro-intestinale stoornissen (vb. braken en diarree) kan de absorptie onvolledig zijn en dienen aanvullende anticonceptieve maatregelen te worden genomen.
Als braken optreedt binnen 3-4 uur na de inname van een tablet, moet de vrouw zo snel mogelijk een nieuwe (vervang-) tablet innemen. Deze nieuwe tablet moet indien mogelijk ingenomen worden binnen 12 uur ten opzichte van het uur waarop de tabletten normaal ingenomen worden. Als er méér dan 12 uur zijn verstreken, dan geldt het advies voor vergeten tabletten, dat in rubriek 4.2 “Beleid bij vergeten tabletten” is gegeven. Als de vrouw haar normale schema van tabletinname niet wil veranderen, moet ze de extra tablet(ten) uit een andere blisterverpakking nemen.
Hoe een onttrekkingsbloeding uit te stellen
Om een menstruatie uit te stellen dient de vrouw door te gaan met een volgende blisterverpakking zonder een tabletvrij interval. Het uitstellen kan worden aangehouden zolang als gewenst tot het einde van de tweede blisterverpakking. Tijdens het uitstellen, kan de vrouw doorbraakbloeding of spotting ervaren. Na het gebruikelijke tabletvrije interval van 7 dagen wordt dan de reguliere inname van Yasminelle hervat.
Als een vrouw haar menstruatie op een andere dag van de week wil laten beginnen dan ze gewoon is met haar huidige schema, kan men haar adviseren om haar eerstvolgende tabletvrije interval in te korten met zoveel dagen als zij wenst. Hoe korter het interval wordt, des te groter wordt ook het risico dat ze geen onttrekkingsbloeding heeft en dat ze doorbraakbloeding en spotting tijdens de volgende blisterverpakking zal ervaren (net als met het uitstellen van de menstruatie).
Bijkomende informatie over speciale patiëntengroepen
Pediatrische patiënten
Yasminelle is enkel geïndiceerd na de menarche.
Ouderen
Yasminelle is niet geïndiceerd voor gebruik na de menopauze.
Patiënten met leverfunctiestoornis
Yasminelle is gecontra-indiceerd bij vrouwen met ernstige leverziektes. Zie ook rubrieken 4.3 en 5.2.
Patiënten met nierfunctiestoornis
Yasminelle is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige nierfunctiestoornis of acuut nierfalen. Zie ook rubrieken 4.3 en 5.2.
4.3 Contra-indicaties
Gecombineerde hormonale anticonceptiva (CHC’s) mogen in de volgende situaties niet worden gebruikt. Mocht een van deze aandoeningen voor het eerst optreden tijdens CHC-gebruik, dan moet met het product onmiddellijk worden gestopt.
- Aanwezigheid van of risico op veneuze trombo-embolie (VTE)
- Veneuze trombo-embolie – bestaande VTE (bij antistollingsmiddelen) of eerder doorgemaakte VTE (bijv. diepe veneuze trombose [DVT] of longembolie [PE])
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor veneuze trombo-embolie, bijvoorbeeld APC-resistentie, (waaronder factor V-Leiden), antitrombine‑III-deficiëntie, proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie
- Zware operatie met langdurige immobilisatie (zie rubriek 4.4)
- Een hoog risico van veneuze trombo-embolie door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4)
- Aanwezigheid van of risico op arteriële trombo-embolie (ATE)
- Arteriële trombo-embolie – bestaande arteriële trombo-embolie, eerder doorgemaakte arteriële trombo-embolie (bijv. myocardinfarct) of prodromale aandoening (bijv. angina pectoris)
- Cerebrovasculaire ziekte – bestaande beroerte, eerder doorgemaakte beroerte of prodromale aandoening (bijv. transient ischaemic attack (TIA))
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor arteriële trombo-embolie, bijvoorbeeld hyperhomocysteïnemie en antifosfolipiden-antistoffen (anticardiolipine- antistoffen, lupusanticoagulans)
-Voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen
- Een hoog risico op arteriële trombo-embolie als gevolg van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4) of door de aanwezigheid van een ernstige risicofactor, zoals:
- diabetes mellitus met vasculaire symptomen
- ernstige hypertensie
- ernstige dislipoproteïnemie
- Manifeste of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoening zolang de leverfunctiewaarden niet genormaliseerd zijn.
- Ernstige nierinsufficiëntie of acuut nierfalen.
- Manifeste of eerder doorgemaakte levertumoren (benigne of maligne).
- Aanwezigheid of vermoeden van geslachtssteroïden-afhankelijke maligne aandoeningen (bv. van de geslachtsorganen of de borsten).
- Vaginale bloedingen waarvan de diagnose niet is gesteld.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Yasminelle is gecontra-indiceerd voor concomitant gebruik met geneesmiddelen die ombitasvir/paritaprevir/ritonavir en dasabuvir bevatten, geneesmiddelen die glecaprevir/pibrentasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir bevatten (zie rubriek 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Voor ernstige ongewenste effecten bij COAC -gebruiksters, zie ook rubriek 4.4.
De volgende ongewenste geneesmiddelenreacties werden tijdens het gebruik van Yasminelle gerapporteerd:
Onderstaande tabel rapporteert bijwerkingen volgens de MedDRA systeem/orgaanklassen (MedDRA SOCs). De frequenties zijn gebaseerd op de gegevens van klinisch onderzoek.
Systeem/orgaanklasse (MedDRA) | Frequentie van bijwerkingen | |||
Vaak | Soms | Zelden | Niet bekend | |
Infecties en parasitaire aandoeningen |
| Candidiasis |
|
|
Immuunsysteemaandoeningen |
| Allergische reactie | Astma | Verergering van symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| Toegenomen eetlust |
|
|
Psychische stoornissen | Emotionele labiliteit | Depressie |
|
|
Zenuwstelselaandoeningen | Hoofdpijn | Paresthesie |
|
|
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen |
|
| Hypo-acusis |
|
Oogaandoeningen |
| Gezichtstoornis |
|
|
Hartaandoeningen |
| Extrasystolen |
|
|
Bloedvataandoeningen |
| Longembolie | Veneuze trombo-embolie (VTE) |
|
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen |
| Faryngitis |
|
|
Maagdarmstelselaandoeningen | Buikpijn | Nausea |
|
|
Huid- en onderhuidaandoeningen | Acne | Alopecia | Erythema nodosum |
|
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen |
| Nekpijn |
|
|
Nier- en urinewegaandoeningen |
| Cystitis |
|
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Pijn in de borsten | Neoplasmata in de borsten |
|
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen |
| Oedeem |
|
|
Onderzoeken | Gewichtstoename | Gewichtsafname |
|
|
Om een bepaalde reactie en zijn synoniemen en verwante aandoeningen te beschrijven, is de meeste geschikte MedDRA-term gebruikt.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Er is een verhoogd risico waargenomen op arteriële en veneuze trombotische en trombo-embolische voorvallen, waaronder myocardinfarct, beroerte, transiënte ischemische aanvallen, veneuze trombose en longembolie bij vrouwen die gecombineerde hormonale anticonceptiva gebruikten. Hier wordt in rubriek 4.4 dieper op ingegaan.
De volgende ernstige bijwerkingen die zijn besproken in rubriek 4.4 “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”, werden gerapporteerd bij vrouwen die COAC’s gebruiken:
- Veneuze trombo-embolische aandoeningen
- Arteriële trombo-embolische aandoeningen
- Hypertensie
- Levertumoren
- Optreden of verslechteren van aandoeningen waarvoor geen eenduidig bewijs bestaat over het verband met COAC-gebruik: ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, epilepsie, uterusmyomen, porfyrie, systemische lupus erythematosus, herpes gestationis, chorea van Sydenham, hemolytisch uremisch syndroom, cholestatische geelzucht.
- Chloasma
- Acute en chronische leverfunctiestoornissen kunnen het staken van het COAC-gebruik noodzakelijk maken totdat de parameters van de leverfunctie weer genormaliseerd zijn.
De frequentie van de diagnose borstkanker is heel licht toegenomen bij COAC-gebruiksters. Omdat borstkanker zelden voorkomt bij vrouwen onder de leeftijd van 40 jaar, is het aantal extra gevallen klein vergeleken met het totale risico van borstkanker. Een oorzakelijk verband met COAC-gebruik is onbekend. Voor verdere informatie, zie rubriek 4.3 en 4.4.
Interacties
Doorbraakbloeding en/of mislukken van de anticonceptie kunnen te wijten zijn aan interacties tussen andere geneesmiddelen (enzyminductoren, bepaalde antibiotica) en orale anticonceptiva (zie rubriek 4.5).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
E-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bayer SA-NV
Kouterveldstraat 7A 301
B-1831 Diegem (Machelen)
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
België BE288206
Luxemburg 2006110022
1x 21 tabletten 0446001
3x 21 tabletten 0446015
6x 21 tabletten 0446029
13x 21 tabletten 0446032
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Goedkeuringsdatum: 03/2025
[1] Deze incidenties werden geschat op basis van alle epidemiologische onderzoeksgegevens samen, met gebruik van relatieve risico's voor de verschillende producten, vergeleken met levonorgestrelbevattende gecombineerde hormonale anticonceptiva.
[2] Middelste punt van het bereik ('mid-point of range') van 5‑7 per 10.000 vrouwjaren, op basis van een relatief risico voor levonorgestrelbevattende gecombineerde hormonale anticonceptiva versus niet-gebruik van ongeveer 2,3 tot 3,6
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2346310 | YASMINELLE DRAG 3 X 21 | G03AA12 | € 32,7 | - | Ja | € 23,7 | € 23,7 |
2677466 | YASMINELLE DRAG 13 X 21 | G03AA12 | € 107,7 | - | Ja | € 68,7 | € 68,7 |
2677474 | YASMINELLE DRAG 6 X 21 | G03AA12 | € 55,19 | - | Ja | € 37,19 | € 37,19 |