1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
RotaTeq, orale oplossing
Rotavirusvaccin (levend)
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén dosis (2 ml) bevat:
rotavirus type* G1 niet minder dan 2,2 x 106 IE1,2
rotavirus type* G2 niet minder dan 2,8 x 106 IE1,2
rotavirus type* G3 niet minder dan 2,2 x 106 IE1,2
rotavirus type* G4 niet minder dan 2,0 x 106 IE1,2
rotavirus type* P1A[8] niet minder dan 2,3 x 106 IE1,2
* humaan-boviene rotavirusreassortanten (levend), geproduceerd in Verocellen.
1 Infectieuze eenheden
² Als onderste betrouwbaarheidsgrens (p = 0,95)
Hulpstoffen met bekend effect
Dit vaccin bevat 1080 milligram sucrose en 37,6 milligram natrium (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Orale oplossing
Lichtgele, heldere vloeistof met mogelijk een roze kleurschakering
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
RotaTeq is geïndiceerd voor de actieve immunisatie van zuigelingen vanaf de leeftijd van 6 weken tot en met 32 weken voor de preventie van gastro-enteritis door een rotavirusinfectie (zie rubrieken 4.2, 4.4 en 5.1).
RotaTeq moet worden gebruikt op basis van officiële aanbevelingen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Vanaf de geboorte tot 6 weken
RotaTeq is niet geïndiceerd voor kinderen van deze leeftijd.
De veiligheid en werkzaamheid van RotaTeq bij zuigelingen vanaf de geboorte tot de leeftijd van 6 weken zijn niet vastgesteld.
Van 6 weken tot en met 32 weken
De vaccinatiereeks bestaat uit drie doses.
De eerste dosis kan vanaf de leeftijd van 6 weken en niet later dan de leeftijd van 12 weken worden toegediend.
RotaTeq mag gegeven worden aan te vroeg geboren zuigelingen, op voorwaarde dat de zwangerschap minstens 25 weken heeft geduurd. Deze zuigelingen moeten de eerste dosis RotaTeq minstens 6 weken na de geboorte toegediend krijgen (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
De doses moeten met een tussenperiode van ten minste 4 weken worden toegediend.
De vaccinatiereeks van drie doses dient bij voorkeur vóór de leeftijd van 20‑22 weken te worden voltooid. Indien nodig kan de derde (laatste) dosis tot en met de leeftijd van 32 weken worden gegeven (zie rubriek 5.1).
Aangezien er geen gegevens bestaan over de onderlinge uitwisselbaarheid van RotaTeq met een ander rotavirusvaccin, wordt het aanbevolen dat zuigelingen die RotaTeq krijgen voor de eerste immunisatie tegen het rotavirus ditzelfde vaccin krijgen bij de daaropvolgende doses.
Als wordt waargenomen, of als er sterke vermoedens zijn, dat een onvolledige dosis is ingeslikt (bv. als de zuigeling het vaccin uitspuwt of uitbraakt), mag tijdens hetzelfde vaccinatiebezoek een enkele vervangdosis worden gegeven; dit werd echter niet in klinische studies onderzocht. Als het probleem zich opnieuw voordoet, mogen er geen bijkomende vervangdoses worden gegeven.
Na het afronden van de vaccinatiereeks van 3 doses worden er geen verdere doses aanbevolen (zie rubrieken 4.4 en 5.1 met betrekking tot de beschikbare informatie over de persistentie van bescherming).
Van 33 weken tot 18 jaar
RotaTeq is niet geïndiceerd voor kinderen van deze leeftijd.
Wijze van toediening
RotaTeq is uitsluitend bestemd voor orale toediening.
RotaTeq MAG ONDER GEEN BEDING GEÏNJECTEERD WORDEN.
RotaTeq kan worden toegediend zonder rekening te moeten houden met voedsel, vloeistoffen of moedermelk.
Zie rubriek 6.6 voor aanwijzingen over de toediening.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid na een eerdere toediening van rotavirusvaccins.
Voorgeschiedenis van intussusceptie.
Personen met een aangeboren afwijking van het maag-darmstelsel die een predispositie kan vormen voor intussusceptie.
Zuigelingen met een bekende of vermoede immunodeficiëntie (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Toediening van RotaTeq moet worden uitgesteld bij zuigelingen die een acute, ernstige ziekte met koorts hebben. De aanwezigheid van een lichte infectie vormt geen contra-indicatie voor immunisatie.
Bij personen die acute diarree hebben of acuut moeten braken, moet de toediening van RotaTeq worden uitgesteld.
4.8 Bijwerkingen
a. Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Bij een subgroep zuigelingen uit 3 placebogecontroleerde klinische studies (n=6130 gevaccineerden met RotaTeq en 5560 gevaccineerden met placebo) werd RotaTeq beoordeeld op alle bijwerkingen binnen 42 dagen na vaccinatie met of zonder gelijktijdige toediening van andere kindervaccins. In totaal ervoer 47 % van de zuigelingen die RotaTeq kregen een bijwerking tegenover 45,8 % van de zuigelingen die placebo kregen. De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen, die frequenter optraden bij het vaccin dan bij placebo, waren: pyrexie (20,9 %), diarree (17,6 %) en braken (10,1 %).
Bij alle deelnemers van 3 klinische studies (36.150 gevaccineerden met RotaTeq en 35.536 gevaccineerden met placebo) werden ernstige bijwerkingen tot 42 dagen na elke dosis beoordeeld. De algemene frequentie van deze ernstige bijwerkingen bedroeg 0,1 % bij gevaccineerden met RotaTeq en 0,2 % bij gevaccineerden met placebo.
b. Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die vaker optraden in de vaccingroep in klinische studies worden hieronder per systeem/orgaanklasse en volgens frequentie vermeld. Op basis van gepoolde gegevens van 3 klinische studies waarbij 6130 zuigelingen RotaTeq kregen en 5560 zuigelingen placebo kregen, traden de vermelde bijwerkingen met tussen 0,2 % en 2,5 % hogere incidentie op bij de met RotaTeq gevaccineerde zuigelingen ten opzichte van de met placebo gevaccineerde zuigelingen.
Frequenties werden gerapporteerd als:
Zeer vaak (≥ 1/10); Vaak (≥ 1/100, < 1/10); Soms (≥ 1/1000, < 1/100); Zelden (≥ 1/10.000, < 1/1000), Zeer zelden (< 1/10.000), Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Bijwerkingen na toediening van RotaTeq in klinische studies en bijwerkingen die na het in de handel brengen werden gerapporteerd (cursief) | ||
Systeem/Orgaanklasse | Frequentie | Bijwerking |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Vaak | Bovensteluchtweginfectie |
Soms | Nasofaryngitis, otitis media | |
Immuunsysteemaandoeningen | Niet bekend | Anafylactische reactie‡ |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Zelden | Bronchospasme |
Maag-darmstelselaandoeningen | Zeer vaak | Diarree, braken |
Soms | Hematochezie†, pijn in de bovenbuik | |
Zeer zelden | Intussusceptie α* | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Soms | Huiduitslag |
Zelden | Urticaria† | |
Niet bekend | Angio-oedeem‡ | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Zeer vaak | Pyrexie |
Niet bekend | Prikkelbaarheid‡ |
† Deze bijwerking werd vastgesteld via postmarketingonderzoek. De frequentiecategorie werd bepaald op grond van relevante klinische studies.
α De frequentiecategorie is geschat op basis van gegevens uit observationeel onderzoek.
* Zie rubriek 4.4.
‡ Postmarketingbijwerkingen (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
c. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bij 5 van de 36.150 gevaccineerde personen (< 0,1 %) en bij 1 van de 35.536 personen die placebo kregen (< 0,1 %) werd de ziekte van Kawasaki gerapporteerd met een relatief risico (RR) van 4,9 [95 %-betrouwbaarheidsinterval (BI), 0,6 – 239,1] (niet statistisch significant).
Er werd geen verhoogd risico op de ziekte van Kawasaki waargenomen bij zuigelingen die RotaTeq kregen in een groot observationeel postmarketingveiligheidsonderzoek (zie rubriek 5.1).
Intussusceptie
Gegevens uit observationeel veiligheidsonderzoek dat in meerdere landen werd uitgevoerd wijzen erop dat rotavirusvaccins een verhoogd risico geven op intussusceptie, met maximaal 6 extra gevallen per 100.000 zuigelingen, binnen 7 dagen na de vaccinatie. Er zijn beperkte aanwijzingen voor een in mindere mate verhoogd risico na de tweede dosis. De achtergrondincidentie van intussusceptie bij zuigelingen jonger dan één jaar varieerde in deze landen van 25 tot 101 per 100.000 zuigelingen per jaar. Het blijft onduidelijk of rotavirusvaccins invloed hebben op de totale incidentie van intussusceptie op basis van langere periodes van follow-up (zie rubriek 4.4).
d. Andere specifieke populaties
Apneu bij zeer premature baby’s (geboren na ≤ 28 weken zwangerschap) (zie rubriek 4.4).
Gastro-enteritis met uitscheiding van vaccinvirus (shedding) bij zuigelingen met Severe Combined Immunodeficiency Disease (SCID) werd gerapporteerd na het in de handel brengen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem: voor België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, www.fagg.be - Afdeling Vigilantie: Website: www.eenbijwerkingmelden.be, e-mail: adr@fagg-afmps.be.
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/348/001
EU/1/06/348/002
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
04/2025
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2322436 | ROTATEQ 1 TUBE 1 DOSE 2ML | J07BH02 | € 52,98 | - | Ja | € 12,5 | € 7,82 |