BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Procoralan 5 mg filmomhulde tabletten
Procoralan 7,5 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Procoralan 5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg ivabradine (als hydrochloride).
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 63,91 mg lactosemonohydraat.
Procoralan 7,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 7,5 mg ivabradine (als hydrochloride).
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 61,215 mg lactosemonohydraat
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Procoralan 5 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, langwerpige, filmomhulde tablet met aan beide zijden een breukstreep, met “5” op één kant en
op de andere kant.
De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses.
Procoralan 7,5 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, driehoekige, filmomhulde tablet met “7,5” op één kant en
op de andere kant.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris
Ivabradine is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris bij volwassenen met coronaire hartziekte die een normaal sinusritme hebben en een hartfrequentie ≥ 70 spm. Ivabradine is geïndiceerd voor gebruik:
- bij volwassenen die intolerant zijn of een contra-indicatie hebben voor bètablokkers
- of in combinatie met bètablokkers bij patiënten die met een optimale bètablokkerdosis onvoldoende onder controle zijn.
Behandeling van chronisch hartfalen
Ivabradine is geïndiceerd bij chronisch hartfalen NYHA-klasse II tot IV met systolische disfunctie, bij volwassen patiënten in sinusritme en bij wie de hartfrequentie ≥ 75 spm is, in combinatie met standaardbehandeling, inclusief behandeling met bètablokkers, of wanneer behandeling met bètablokkers is gecontra-indiceerd of niet wordt getolereerd (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris
Het wordt aanbevolen om de beslissing om de behandeling te starten, dan wel de dosis te titreren, te nemen in aanwezigheid van voorzieningen voor het serieel meten van de hartfrequentie, voor het opnemen van het ECG of voor ambulante 24-uurs monitoring.
De startdosis ivabradine mag niet hoger zijn dan 5 mg tweemaal daags in patiënten jonger dan 75 jaar. Na drie tot vier weken behandeling, als de patiënt nog steeds symptomen vertoont, als de startdosis goed wordt verdragen en als de hartfrequentie in rust boven 60 slagen per minuut (spm) blijft, kan de dosering worden verhoogd naar de volgend hogere dosering bij patiënten die tweemaal daags 2,5 mg of tweemaal daags 5 mg gebruiken. De onderhoudsdosering mag niet hoger zijn dan 7,5 mg tweemaal daags.
Als er geen verbetering optreedt in de symptomen van angina binnen 3 maanden na de start van de therapie, moet de behandeling met ivabradine worden gestaakt.
Voorts moet staken van de behandeling worden overwogen als er slechts een beperkte symptomatische respons optreedt en wanneer er geen klinisch relevante afname van de hartfrequentie in rust optreedt binnen 3 maanden.
Als tijdens de behandeling de hartfrequentie daalt tot onder 50 spm in rust of de patiënt symptomen ervaart die verband houden met bradycardie zoals duizeligheid, vermoeidheid of hypotensie, dient de dosering naar beneden worden getitreerd inclusief de laagste dosis van 2,5 mg tweemaal daags (een halve 5 mg tablet tweemaal daags). Na de vermindering van de dosis dient de hartfrequentie te worden gemonitord (zie rubriek 4.4). De behandeling dient te worden gestopt als de hartfrequentie onder 50 spm blijft of de symptomen van bradycardie voortduren ondanks de vermindering van de dosis.
Behandeling van chronisch hartfalen
De behandeling dient alleen te worden geïnitieerd bij een patiënt met stabiel hartfalen. Het is raadzaam dat de behandelend arts ervaring heeft met de behandeling van chronisch hartfalen.
De gewoonlijk aanbevolen aanvangsdosis ivabradine is tweemaal daags 5 mg. Na een behandelingsduur van twee weken kan de dosis worden verhoogd tot tweemaal daags 7,5 mg wanneer de hartfrequentie in rust voortdurend boven de 60 spm is of worden verlaagd tot tweemaal daags 2,5 mg (tweemaal daags een halve tablet van 5 mg) wanneer de hartfrequentie in rust voortdurend onder de 50 spm is of bij symptomen in verband met bradycardie zoals duizeligheid, vermoeidheid of hypotensie. Wanneer de hartfrequentie tussen de 50 en 60 spm is, dient de dosis van tweemaal daags 5 mg te worden gehandhaafd.
Wanneer tijdens de behandeling de hartfrequentie voortdurend daalt tot onder de 50 spm in rust, of de patiënt symptomen in verband met bradycardie ondervindt, moet de dosis tot de volgende lagere dosis worden getitreerd bij patiënten die tweemaal daags 7,5 mg of tweemaal daags 5 mg krijgen. Wanneer de hartfrequentie voortdurend stijgt tot boven de 60 spm in rust, kan de dosis tot de volgende hogere dosis worden getitreerd bij patiënten die tweemaal daags 2,5 mg of tweemaal daags 5 mg krijgen.
Wanneer de hartfrequentie lager blijft dan 50 spm of symptomen van bradycardie aanhouden, moet de behandeling worden gestaakt (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen
Bij patiënten van 75 jaar of ouder dient, indien noodzakelijk, voordat men titreert naar hogere doseringen een lagere startdosis te worden overwogen (2,5 mg tweemaal daags, d.w.z. een halve 5 mg tablet tweemaal daags).
Nierfunctiestoornis
Er is geen aanpassing van de dosering nodig bij patiënten met nierinsufficiëntie en creatinineklaring boven 15 ml/min (zie rubriek 5.2).
Er zijn geen gegevens beschikbaar van patiënten met creatinineklaring onder 15 ml/min. Ivabradine dient daarom voorzichtig gebruikt te worden bij deze populatie.
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van ivabradine bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis. Ivabradine is gecontra-indiceerd voor gebruik bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie, omdat dit niet is onderzocht in deze populatie en een grote toename van totale blootstelling wordt verwacht (zie rubriek 4.3 en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ivabradine bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Momenteel beschikbare gegevens voor de behandeling van chronisch hartfalen worden in rubrieken 5.1 en 5.2 beschreven, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Er zijn geen gegevens voor symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris beschikbaar.
Wijze van toediening
Tabletten dienen tweemaal daags oraal te worden ingenomen, d.w.z. één keer 's morgens en één keer 's avonds tijdens de maaltijd (zie rubriek 5.2).
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
- Hartfrequentie in rust lager dan 70 spm vóór behandeling
- Cardiogene shock
- Acuut myocard infarct
- Ernstige hypotensie (< 90/50 mmHg)
- Ernstige leverinsufficiëntie
- Sick sinus syndroom
- Sino-atriaal blok
- Instabiel of acuut hartfalen
- Pacemakerafhankelijkheid (hartfrequentie uitsluitend bepaald door de pacemaker)
- Instabiele angina pectoris
- 3e graads AV-blok
- Combinatie met sterke cytochroom P450 3A4-remmers zoals azol-antischimmelmiddelen (ketoconazol, itraconazol), macrolide antibiotica (claritromycine, erytromycine oraal, josamycine, telitromycine), HIV-proteaseremmers (nelfinavir, ritonavir) en nefazodon (zie rubriek 4.5 en 5.2)
- Combinatie met verapamil of diltiazem welke matige CYP3A4-remmers zijn die de hartfrequentie kunnen doen afnemen (zie rubriek 4.5)
- Zwangerschap, borstvoeding en vrouwen die zwanger kunnen worden en niet de juiste anticonceptiemaatregelen gebruiken (zie rubriek 4.6).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De bijwerkingen die het vaakst voorkomen bij ivabradine zijn lichtverschijnselen (fosfenen) (14,5 %) en bradycardie (3,3 %). Deze zijn dosisafhankelijk en houden verband met het farmacologisch effect van het geneesmiddel.
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn gemeld tijdens klinische onderzoeken en zijn volgens de volgende frequentie gerangschikt: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100 tot <1/10); soms (≥1/1000 tot <1/100); zelden (≥1/10.000 tot <1/1000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklassen | Frequentie | Voorkeurterm |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Soms | Eosinofilie |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Soms | Hyperurikemie |
Zenuwstelselaandoeningen | Vaak | Hoofdpijn, in het algemeen tijdens de eerste maand van de behandeling |
Duizeligheid, mogelijk verband houdend met bradycardie | ||
Soms* | Syncope, mogelijk verband houdend met bradycardie | |
Oogaandoeningen | Zeer vaak | Lichtverschijnselen (fosfenen) |
Vaak | Wazig zien | |
Soms* | Diplopia | |
Verstoord gezichtsvermogen | ||
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Soms | Vertigo |
Hartaandoeningen | Vaak | Bradycardie |
1e graads AV-blok (ECG verlengd PQ-interval) | ||
Ventriculaire extrasystolen | ||
Atriumfibrilleren | ||
Soms | Palpitaties, supraventriculaire extrasystolen, ECG verlengd QT-interval | |
Zeer zelden | 2e graads AV-blok, 3e graads AV-blok | |
Sicksinussyndroom | ||
Bloedvataandoeningen | Vaak | Ongecontroleerde bloeddruk |
Soms* | Hypotensie, mogelijk verband houdend met bradycardie | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Soms | Dyspnoe |
Maagdarmstelselaandoeningen | Soms | Misselijkheid |
Obstipatie | ||
Diarree | ||
Abdominale pijn* | ||
Huid- en onderhuidaandoeningen | Soms* | Angio-oedeem |
Rash | ||
Zelden* | Erytheem | |
Pruritus | ||
Urticaria | ||
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Soms | Spierspasmen |
Nier- en urinewegaandoeningen | Soms | Verhoogde creatinine in het bloed |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Soms* | Asthenie, mogelijk verband houdend met bradycardie |
Vermoeidheid, mogelijk verband houdend met bradycardie | ||
Zelden* | Malaise, mogelijk verband houdend met bradycardie | |
|
|
|
|
*Frequentie berekend uit klinisch onderzoek naar geconstateerde bijwerkingen van spontane rapportage
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Waarnemen van lichtverschijnselen (fosfenen) werden gemeld door 14,5% van de patiënten, beschreven als een voorbijgaande verhoogde helderheid in een beperkt gedeelte van het gezichtsveld. Ze worden gewoonlijk veroorzaakt door plotselinge variaties in lichtintensiteit. Fosfenen kunnen ook worden beschreven als een halo, beelddecompositie (stroboscopische of caleidoscopische effecten), gekleurde felle lichten of meerdere beelden (retinale nawerking). Fosfenen beginnen in het algemeen in de eerste twee maanden van behandeling waarna zij herhaalde malen kunnen voorkomen. Fosfenen werden in het algemeen gemeld als zijnde van een lichte tot matige intensiteit. Alle fosfenen verdwenen tijdens of na de behandeling, de meerderheid (77,5%) ervan verdween tijdens de behandeling. Minder dan 1% van de patiënten paste zijn dagelijks leefpatroon aan of stopte met de behandeling in verband met fosfenen.
Bradycardie werd gemeld door 3,3% van de patiënten vooral in de eerste 2 tot 3 maanden van het begin van de behandeling. 0,5% van de patiënten had last van een ernstige bradycardie onder of gelijk aan 40 spm.
In de SIGNIFY-studie werd atriumfibrilleren waargenomen in 5,3% van de patiënten die werden behandeld met ivabradine vergeleken met 3,8% in de placebogroep. In een gecombineerde analyse van alle fase II/III dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische onderzoeken met een duur van ten minste 3 maanden en waarin meer dan 40.000 patiënten waren geïncludeerd, was de incidentie van atriumfibrilleren 4,86% in de met ivabradine behandelde patiënten vergeleken met 4,08% in de controlegroep, hetgeen overeenkomt met een hazard ratio van 1,26, 95% CI [1,15 – 1,39].
In de SHIFT-studie ondervonden meer patiënten episoden van verhoogde bloeddruk terwijl ze met ivrabradine werden behandeld (7,1%) in vergelijking met patiënten die met placebo werden behandeld (6,1%). Deze episoden traden het vaakst op kort nadat de bloeddrukbehandeling werd aangepast, waren van voorbijgaande aard en hadden geen invloed op het behandelingseffect van ivrabradine.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via :
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 Brussel
Madou
Website : www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail : adr@fagg.be
Luxemburg
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy
Bâtiment de Biologie Moléculaire et de Biopathologie (BBB)
CHRU de Nancy – Hôpitaux de Brabois
Rue du Morvan
54 511 VANDOEUVRE LES NANCY CEDEX
Tél : (+33) 3 83 65 60 85 / 87
e-mail : crpv@chru-nancy.fr
of
Direction de la Santé
Division de la Pharmacie et des Médicaments
20, rue de Bitbourg
L-1273 Luxembourg-Hamm
Tél : (+352) 2478 5592
e-mail : pharmacovigilance@ms.etat.lu
Lien pour le formulaire : https://guichet.public.lu/fr/entreprises/sectoriel/sante/medecins/notification-effets-indesirables-medicaments.html
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Les Laboratoires Servier
50, rue Carnot
92284 Suresnes cedex
Frankrijk
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Procoralan 5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/05/316/001-007
Procoralan 7,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/05/316/008-014
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
09/2021
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
| CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2346229 | PROCORALAN 5,0 MG COMP 28 X 5,0 MG | C01EB17 | € 47,3 | - | Ja | - | - |
| 2346237 | PROCORALAN 5,0 MG COMP 56 X 5,0 MG | C01EB17 | € 28,44 | - | Ja | € 7,39 | € 4,4 |
| 2346245 | PROCORALAN 7,5 MG COMP 28 X 7,5 MG | C01EB17 | € 47,3 | - | Ja | - | - |
| 2346252 | PROCORALAN 7,5 MG COMP 56 X 7,5 MG | C01EB17 | € 28,44 | - | Ja | € 7,39 | € 4,4 |