SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kenacort-A 10 mg/ml suspensie voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Kenacort-A 10 mg/ml: triamcinolonacetonide 10 mg/ml
Hulpstof(fen) met bekend effect: Kenacort-A 10 mg/ml bevat 45 mg benzylalcohol per flesje met 5 ml Kenacort-A 10 mg/ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Kenacort-A 10 mg/ml is een witte tot gebroken witte vloeibare suspensie.
De formulering is niet geschikt voor intraveneuze, intramusculaire of intra-oculaire toediening.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Intra-articulair gebruik:
Kenacort-A 10 mg/ml wordt intra-articulair toegediend in de slijmbeurzen of in de peesscheden, als aanvullende behandeling van korte duur bij een acute aanval of verergering van de volgende aandoeningen: osteoartropathie, artrose, reumatische artritis, acute of subacute bursitis, acute jichtartritis, epicondylitis, niet-specifieke acute tenosynovitis, posttraumatische artrose.
Intradermaal gebruik :
Kenacort-A 10 mg/ml is aangewezen voor toediening in het letsel bij de behandeling van keloïd, lupus erythematodes discoides, necrobiosis lipoidica, pelade en bij plaatselijke, ontstoken, hypertrofische en geïnfiltreerde huidletsels zoals lichen planus, psoriasis, granuloma annulare, neurodermatitis.
Kenacort-A 10 mg/ml kan eveneens nuttig blijken bij cysteuze tumoren van een spierschede of een pees.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De laagst mogelijke dosis corticosteroïden moet worden gebruikt om de behandelde aandoening onder controle te brengen. Zodra mogelijk moet de dosis progressief verlaagd worden.
Intra-articulair:
0,25 tot 0,5 ml (2,5 tot 5 mg) voor kleine gewrichten en 0,5 tot 1,5 ml (5 tot 15 mg) voor grotere gewrichten.
Intradermaal :
De aanvangsdosis van triamcinolone verschilt naargelang de aandoening maar mag niet meer dan 1,0 mg (0,1 ml) per inspuitingplaats bedragen vanwege het risico op huidatrofie in geval van gebruik van grotere hoeveelheden.
Er mag op meerdere plaatsen ingespoten worden (met een afstand van minstens 1 cm) zonder uit het oog te verliezen dat, hoe groter de gebruikte hoeveelheid, des te hoger het risico is dat de systemisch geresorbeerde hoeveelheid ongewenste effecten teweegbrengt.
De in het begin van de behandeling gebruikte lage dosissen kunnen toereikend zijn.
Er dient benadrukt te worden dat de vereiste hoeveelheden Kenacort-A 10 mg/ml wisselend zijn en moeten worden aangepast in functie van de aandoening en de respons van de patiënt.
Een langdurige behandeling moet geleidelijk afgebouwd worden.
Pediatrische patiënten
De ontwikkeling en de groei van kinderen die een langdurige behandeling met corticosteroïden volgen, moeten nauwlettend gevolgd worden. Om deze reden wordt dit medicijn niet aanbevolen voor kinderen onder de 6 jaar.
Ouderen
Aangezien de frequente negatieve bijwerkingen van systemische corticosteroïden meer ernstige gevolgen kunnen hebben bij ouderen wordt een verhoogde klinische controle aanbevolen.
Wijze van toediening
Aangezien het om een suspensie gaat, mag het product niet intraveneus worden toegediend.
De formulering is niet geschikt voor intramusculaire of intra-oculaire toediening.
Kenacort-A 10 mg/ml suspensie is voor eenmalig gebruik en dient daarna weggegooid te worden.
Het flesje vóór gebruik schudden om een homogene suspensie te bekomen. Niet gebruiken indien de suspensie klonters blijft bevatten (blootstelling aan diepvriestemperaturen).
Zo snel mogelijk inspuiten teneinde neerslag in de spuit te vermijden.
De gebruikelijke voorzorgen nemen teneinde inspuiting in een bloedvat en/of besmetting te vermijden.
Gewrichten, slijmbeurzen en peesscheden
Intra-articulaire toediening moet op strikt aseptische wijze gebeuren, volgens de klassieke methode.
In geval van overmatig synoviaal vocht, een gedeelte ervan opzuigen teneinde de pijn te verlichten en overmatige verdunning van het product te vermijden.
Gebruik van een lokaal anaestheticum kan wenselijk zijn; de aanbevelingen inzake het gebruik ervan moeten nauwlettend gevolgd worden. De inspuiting moet in het omgevende weefsel gebeuren en in mindere mate binnenin het gewricht.
Bij de behandeling van niet-specifieke acute tenosynovitis moet in de schede ingespoten worden, en niet in de pees zelf.
Epicondylitis (tenniselleboog) kan behandeld worden door infiltratie in het gebied waar het oedeem het omvangrijkst is.
Dezelfde voorzorgen als die te nemen bij intra-articulaire toediening van andere corticosteroïden zijn van toepassing.
De behandeling van huidletsels gebeurt door rechtstreeks in het letsel in te spuiten, dit wil zeggen intradermaal of soms subcutaan.
Om de dosis zo precies mogelijk te bepalen en de toediening te vergemakkelijken, moeten bij voorkeur een tuberculinespuit en een dunne naald gebruikt worden.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen)
- Articulaire of periarticulaire infectie
- Plaatselijke huidinfectie
- Systemische infecties en schimmelinfecties
- Borstvoeding
- Kenacort-A 10 mg/ml dient niet langdurig systemisch te worden toegediend na spoedbehandeling bij aanwezigheid van de volgende ziektebeelden : psychiatrische geschiedenis, herpes simplex en herpes zoster, met name van het hoornvlies, varicella en recente complicaties na vaccinatie (vooral kinderen onder behandeling met glucocorticoïden dienen beschermd te worden van het gevaar van infectie door varicella en herpes), ongeveer 8 weken voor tot 2 weken na preventieve vaccinatie, amoebische infecties, systemische schimmelinfecties, maagzweer, polio met uitzondering van bulbaire encefalitische vorm, lymfoom na BCG-vaccin, osteoporose, open- en gesloten-hoek glaucoom.
4.8 Bijwerkingen
De frequentie van de hieronder vermelde bijwerkingen is als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Gezien er een systemische absorptie is na intra-articulaire of andere plaatselijke toediening, moeten de patiënten nauwlettend gevolgd worden met het oog op het opsporen van de volgende ongewenste reacties die gepaard kunnen gaan met een behandeling met alle corticosteroïden:
Systeem Orgaan Klasse | Frequentie | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Vaak | (opportunistische) infecties, een verminderde weerstand tegen infectiesa, verergering van een bestaande virose (met name herpes ophthalmicus), verergering van een latente bacteriële infectie |
| Soms | vermindering van de klinische symptomen van de infectie |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Niet bekend | leukocytose, trombocytopenie bij hoge dosissen |
Immuunsysteemaandoeningen | Soms | anafylactische reacties, anafylactische shock |
Endocriene aandoeningen | Soms | onregelmatige maandstonden, amenorroe, vaginaal bloedverlies bij postmenopauzale vrouwen, optreden van een Cushingoïde toestand, afwezigheid van secundaire cortico-adrenale en hypofysaire reactieb |
| Niet bekend | groeistop bij kinderen, een secundaire hyperthyroïdie ten gevolge van een langdurig gebruik van corticosteroïdenc |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Soms | hyperglycemie, natriumretentie, vochtretentied, hypokalemische alkalose, tekens van latente diabetes en verhoogde behoefte aan insuline of aan orale hypoglykemierende middelen bij diabetes |
| Niet bekend | hypercholesterolemie (gemiddelde verhoging met 88 mg/100 ml van de plasmatische concentratie), stijging van de lipoproteïnes met lage densiteit, stijging van de triglyceridespiegel (gemiddelde stijging met 30 mg/100 ml van de plasmatische concentratie) |
Psychische stoornissen | Soms | slapeloosheid, verergering van bestaande psychiatrische ziektetoestanden, depressie (soms ernstig), euforie, wisselvallig humeur, psychotische symptomen en wijzigingen van de persoonlijkheid |
Zenuwstelselaandoeningen | Vaak | hoofdpijn |
| Soms | syncope, convulsies, verhoogde intracraniale druk met papiloedeem (pseudo-hersentumor)e, neuritis, paresthesieën |
| Niet bekend | duizeligheid |
Oogaandoeningen | Vaak | posterieur subcapsulair cataract |
| Soms | glaucoom met mogelijke beschadiging van de oogzenuw, exofthalmie, perforatie van de cornea |
| Niet bekend | verhoging van het risico op secundaire ooginfecties veroorzaakt door schimmels of virussen, |
Hartaandoeningen | Soms | aritmie |
| Niet bekend | hartdecompensatie, hartkloppingen |
Bloedvataandoeningen | Soms | hypertensie, necrotische angiitis, trombo-embolie, tromboflebitis |
| Niet bekend | trombose, atherosclerose |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Niet bekend | heesheid, wheezing, hoest |
Maagdarmstelselaandoeningen | Soms | ulcus pepticum, eventueel gevolgd door perforatie en bloedingen, pancreatitis, abdominale distensie, ulceratieve oesofagitis |
| Niet bekend | misselijkheid, braken, anorexie (gewichtsverlies), verhoogde eetlust (gewichtstoename) |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Soms | broze en dunne huid, petechiën en ecchymose, aangezichtserytheem, verhoogde transpiratie, purpura, striae, hirsutisme, acneïforme erupties, letsels gelijkend op die bij lupus erythematodes, urticaria, rash |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Soms | spierzwakte, steroïde myopathie, verlies van spiermassa, osteoporose, vertraagd vergroeien van beenfractuurstukken, aseptische necrose van femur- en humeruskop, pathologische fracturen van de lange beenderen en spontane breuken |
| Niet bekend | spontane peesruptuur (bij patiënten die een orale of systemische behandeling met corticosteroïden volgen), wervelbreuken en -verzakkingen |
Nier- en urinewegaandoeningen | Soms | glycosurie |
| Niet bekend | veelvuldig plassen, enuresis |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Niet bekend | een verhoging of een vermindering van de mobiliteit en het aantal spermatozoa |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Soms | moeheid, verstoorde wondheling, |
| Niet bekend | zwelling van de mond en tong, gewichtstoename na enige tijd, vetafzetting; een ontwenningssyndroom dat wellicht geen verband houdt met bijnierinsufficiëntie en dat tot uiting komt onder de vorm van anorexie, misselijkheid en braken, lethargie, hoofdpijn, koorts, gewrichtspijn, huidafschilfering, spierpijn, gewichtsverlies en hypotensief |
Onderzoeken | Soms | onderdrukking van de reactie op huidtests, problemen met de stikstofbalans ten gevolge van een eiwitkatabolisme, verhoging van de intra-oculaire druk, verminderde tolerantie voor koolhydraten, kaliumverliesg, |
| Niet bekend | Hypocalciëmieh |
a en meer bepaald Mycobacterium tuberculosis, Candida albicans en virussen
b in het bijzonder in geval van stress (bijvoorbeeld trauma, chirurgische ingreep of ziekte)
c er werd alleszins geen oorzakelijk verband vastgesteld.
d geassocieerd met hypertensie of hartinsufficiëntie
e doorgaans na behandeling te wijten aan een ontwenningsfenomeen
f is gemeld na de plotse stopzetting van de behandeling met glucocorticosteroïden
g kan leiden tot ECG veranderingen
h alle glucocorticosteroïden brengen een verhoogde calciumexcretie teweeg en kunnen hypocalciëmie veroorzaken
Na intra-articulaire toediening: erytheem na de inspuiting, pijn van voorbijgaande aard, irritatie ter hoogte van de inspuitingplaats, steriel abces, hyper- of hypopigmentatie, artropathie gelijkend op de ziekte van Charcot en soms een groter ongemak ter hoogte van het gewricht;
Na intradermale toediening: voorbijgaand plaatselijk ongemak, steriel abces, hyper- of hypopigmentatie, subcutane atrofie en huidatrofie (wat doorgaans verdwijnt, tenzij de onderliggende aandoening zelf van atrofische aard is), blindheid tengevolge van inspuiting in het letsel in het gelaat, het hoofd, of de hals.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
België:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 BRUSSEL Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Belgium N.V.
Terhulpsesteenweg, 185
1170 BRUSSEL
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Kenacort-A 10 mg/ml: BE049156
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van goedkeuring: 10/2022
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0117093 | KENACORT-A 10 FL 1 X 50 MG/5 ML | H02AB08 | € 10,32 | - | Ja | € 1,62 | € 0,97 |