SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
LEDERTREXATE 2,5 mg tabletten
LEDERTREXATE 5 mg/2 ml oplossing voor injectie
LEDERTREXATE 7,5 mg/ml oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
LEDERTREXATE 15 mg/2 ml oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
LEDERTREXATE Concentrate 1000 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor injectie
LEDERTREXATE Concentrate 5000 mg/50 ml concentraat voor oplossing voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
LEDERTREXATE 2,5 mg tabletten: 2,74 mg dinatriummethotrexaat wat overeenkomt met 2,5 mg methotrexaat per tablet.
LEDERTREXATE 5 mg/2 ml oplossing voor injectie: 5,48 mg dinatriummethotrexaat wat overeenkomt met 5 mg methotrexaat.
LEDERTREXATE 7,5 mg/ml en 15 mg/2 ml oplossing voor injectie in voorgevulde spuit: 8,23 mg dinatriummethotrexaat wat overeenkomt met 7,5 mg methotrexaat per ml.
LEDERTREXATE Concentrate 1000 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor injectie: 1096,8 mg dinatriummethotrexaat wat overeenkomt met 1000 mg methotrexaat.
LEDERTREXATE Concentrate 5000 mg/50 ml concentraat voor oplossing voor injectie: 5483,7 mg dinatriummethotrexaat wat overeenkomt met 5000 mg methotrexaat.
Hulpstoffen met bekend effect:
Lactosemonohydraat: 66,2 mg per tablet.
Natrium: dit geneesmiddel bevat 96,8 mg (Concentrate 1000 mg/10 ml concentraat voor oplossing voor injectie) – 483,7 mg (Concentrate 5000 mg/50 ml concentraat voor oplossing voor injectie) natrium per dosis.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten voor oraal gebruik.
Oplossing voor injectie en concentraat voor oplossing voor injectie voor intramusculaire, intraveneuze (bolus of infusie), intraventriculaire, intra-arteriële of intrathecale toediening.
Oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor intramusculaire, intraveneuze of subcutane toediening.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
° Neoplastische aandoeningen
LEDERTREXATE wordt gebruikt voor de behandeling van choriocarcinoom en andere trofoblasttumoren.
Bij acute lymfoblastische leukemie is toediening van LEDERTREXATE aangewezen voor de profylaxe van leukemische meningitis en als onderhoudsbehandeling in combinatie met andere chemotherapeutische middelen.
Intraveneus LEDERTREXATE wordt eveneens gebruikt ter behandeling van leukemische meningitis.
LEDERTREXATE kan alleen of in combinatie met andere kankerbestrijdende middelen toegepast worden voor de behandeling van borstkanker, hoofd- en halscarcinomen, blaaskanker, mycosis fungoides (cutaan T-cellymfoom) en longkanker, vooral bij bronchiaal epidermoïd-epithelioom of kleincellige longkanker.
In combinatie met andere chemotherapeutische stoffen wordt LEDERTREXATE ook gebruikt bij de behandeling van gevorderde stadia van non-Hodgkin-lymfomen.
In combinatie met andere chemotherapeutica zijn hoge doses LEDERTREXATE, gevolgd door calciumfolinaatrescue, doeltreffend om de overleving van patiënten met niet-metastaserend osteosarcoom te verlengen, na operatieve verwijdering of amputatie van de primaire tumor.
Hoge doses LEDERTREXATE, in combinatie met calciumfolinaatrescue, worden eveneens toegepast om andere neoplastische aandoeningen te behandelen, waaronder leukemie, bronchiaal carcinoom, en hoofd- en halscarcinomen.
° Psoriasis
LEDERTREXATE is bestemd voor de controle van de symptomen van ernstige, therapieresistente, invaliderende psoriasis waar een conventionele behandeling faalt, maar enkel indien de diagnose bevestigd werd door biopsie en/of dermatologische consultatie. Het is belangrijk na te gaan dat de psoriasisopstoot niet het gevolg is van een niet-gediagnosticeerde ziekte die de immuunrespons aantast.
° Reumatoïde artritis
LEDERTREXATE is bestemd voor de behandeling van ernstige, actieve, klassieke of duidelijke reumatoïde artritis bij volwassenen die onvoldoende reageren op of intolerant zijn voor eerstelijnsbehandeling met niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen of specifieke antireumatische middelen.
Acetylsalicylzuur, niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen en/of corticosteroïden in lage dosis kunnen voortgezet worden, hoewel de kans op verhoogde toxiciteit bij gelijktijdig gebruik nog niet diepgaand onderzocht is. Corticosteroïden kunnen geleidelijk worden verminderd bij patiënten die gunstig reageren op LEDERTREXATE. De combinatie van LEDERTREXATE met goudzouten, penicillamine, hydroxychloroquine, sulfasalazine of cytotoxische producten werd niet bestudeerd maar kan de incidentie van bijwerkingen verhogen. De aangewezen rust en fysiotherapie moeten voortgezet worden.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Methotrexaat mag alleen worden voorgeschreven door artsen die ervaring hebben met een behandeling met methotrexaat en die volledig op de hoogte zijn van de risico’s van een dergelijke behandeling.
Dosering
Reumatologie en/of dermatologie
Belangrijke waarschuwing over de dosering van LEDERTREXATE (methotrexaat)
LEDERTREXATE (methotrexaat) mag bij de behandeling van psoriasis en reumatoïde artritis, slechts 1 keer per week worden gebruikt. Fouten in de dosering van LEDERTREXATE (methotrexaat) kunnen ernstige bijwerkingen tot gevolg hebben die dodelijk kunnen zijn.
Lees deze rubriek van de Samenvatting van de productkenmerken heel zorgvuldig door.
De voorschrijver moet er zeker van zijn dat patiënten of hun verzorgers zich aan het eenmaal wekelijkse behandelingsregime kunnen houden. De voorschrijver moet op het voorschrift aangeven op welke dag het middel dient te worden ingenomen.
De dosis wordt bepaald in functie van het lichaamsoppervlak of het gewicht van de patiënt, behalve in het geval van een intrathecale of intraventriculaire toediening waarbij niet meer dan 15 mg per injectie toegediend kan worden.
Bij toediening van een lage dosis LEDERTREXATE verdient een orale toediening in tabletvorm de voorkeur.
LEDERTREXATE werd bij een groot aantal neoplastische aandoeningen toegediend. Bij deze indicaties werd het alleen of in combinatie met andere kankerbestrijdende of hormonale geneesmiddelen gebruikt, al dan niet gecombineerd met heelkundige of radiotherapeutische behandelingen. Het doseringsschema en de dosis zijn zeer sterk afhankelijk van de klinische toestand.
Bij gebruik van hoge doses wordt ook calciumfolinaat toegediend om de toxiciteit van het product op de normale cellijnen te beperken.
Patiënten met leverinsufficiëntie
De dosis dient te worden verlaagd in geval van leverinsufficiëntie en moet worden aangepast in functie van de hematologische tolerantie.
Patiënten met nierinsufficiëntie
LEDERTREXATE moet met voorzichtigheid toegediend worden aan patiënten met nierinsufficiëntie omdat het in belangrijke mate wordt uitgescheiden door de nieren (zie rubrieken 4.3 en 4.4); het is gecontra-indiceerd bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 30 ml/min. Indien LEDERTREXATE om therapeutische redenen toch aan dergelijke patiënten toegediend moet worden, moeten de serumspiegels van methotrexaat gevolgd worden en dient de calciumfolinaatrescue in functie hiervan aangepast te worden. Voor de berekening van de hoeveelheid toe te dienen calciumfolinaat wordt verwezen naar de Samenvatting van de Productkenmerken (SPK) van geneesmiddelen die calciumfolinaat bevatten.
De onderstaande tabellen geven de aanbevolen startdoses aan bij patiënten met nierinsufficiëntie; de dosering kan verdere aanpassing vereisen vanwege de grote intersubjectieve pK-variabiliteit.
Tabel 1 a. Dosisaanpassingen voor methotrexaat doses van <100 mg/m2 bij patiënten met nierinsufficiëntie | |
Creatinineklaring (ml/min) | % Toe te dienen doses |
>60 | 100 |
30-59 | 50 |
<30 | Methotrexaat mag niet worden toegediend |
Tabel 1 b. Dosisaanpassingen voor methotrexaat doses van
>100 mg/m2 bij patiënten met nierinsufficiëntie
Creatinineklaring (ml/min) | % Toe te dienen doses |
>80 | 100 |
= ~80 | 75 |
= ~60 | 63 |
<60 | Methotrexaat mag niet worden toegediend |
Oudere patiënten
Vanwege het feit dat de nier- en leverfunctie bij deze personen verminderd is en zij ook verminderde folaatreserves hebben, dienen relatief lage doses toegediend te worden en dienen zij nauwgezet gevolgd te worden voor vroege tekenen van toxiciteit (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Methotrexaat dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij pediatrische patiënten. De behandeling dient de thans gepubliceerde therapeutische protocollen voor kinderen te respecteren (zie rubriek 4.4).
Neoplastische aandoeningen
Choriocarcinoom en andere trofoblasttumoren
LEDERTREXATE wordt gedurende 5 dagen oraal of IM toegediend in een dagelijkse dosis van 15 tot 30 mg. Dit schema wordt meestal 3 tot 5 keer herhaald, naargelang de noodzaak, met rustperioden van één of meer weken tussen de kuren, tot de toxische verschijnselen verdwenen zijn.
De doeltreffendheid van de behandeling wordt gewoonlijk geëvalueerd door een kwantitatieve bepaling van de bèta-subunit van HCG in het bloed. Na de derde of vierde behandelingskuur zou deze hoeveelheid gewoonlijk moeten terugkeren naar normale waarden, en worden gevolgd door een volledig herstel van de meetbare letsels binnen 4 tot 6 weken. Het wordt meestal aangeraden één tot twee extra kuren van LEDERTREXATE toe te dienen na normalisering van de bèta-subunit van HCG bij drie opeenvolgende bepalingen met intervallen van twee weken.
Een grondig klinisch onderzoek dient aan elke LEDERTREXATE behandelingskuur vooraf te gaan.
Een cyclische combinatietherapie van LEDERTREXATE met andere antitumorale geneesmiddelen is eveneens toepasbaar.
Omdat mola hydatidosa kan resulteren in choriocarcinoom, wordt een profylactische chemotherapie aangeraden. Chorioadenoma destruens wordt beschouwd als een invasieve vorm van mola hydatidosa. LEDERTREXATE wordt voor deze aandoening in dezelfde doses toegediend als voor choriocarcinoom.
Leukemie
Acute lymfoblastische leukemie bij kinderen en jongeren reageert bijzonder goed op chemotherapie. Bij jonge volwassenen en oudere patiënten wordt een klinische remissie moeilijker bereikt en komt een vroeg recidief vaker voor. LEDERTREXATE alleen of gecombineerd met corticosteroïden werd initieel gebruikt voor inductie van remissie bij acute lymfoblastische leukemie. Een meer recente behandeling met corticosteroïden, gecombineerd met andere antileukemische geneesmiddelen of cyclisch gecombineerd met LEDERTREXATE, lijkt een snelle en doeltreffende remissie te bewerkstelligen.
Wanneer gebruikt voor inductie, geeft een dagelijkse dosis van 3,3 mg/m² LEDERTREXATE in combinatie met 60 mg/m² prednison een remissie bij 50% van de behandelde patiënten, en dit gewoonlijk binnen 4 tot 6 weken. LEDERTREXATE in combinatie met andere middelen is de voorkeursbehandeling om het behoud van de remissie te verzekeren.
Wanneer een remissie bereikt is en de algemene klinische toestand verbeterd is door een ondersteunende behandeling, wordt de onderhoudsbehandeling gestart: LEDERTREXATE 30 mg/m² per week verdeeld over twee toedieningen oraal of IM. Er kan ook worden gekozen voor doses van 2,5 mg/kg IV om de 14 dagen. Als en wanneer een recidief optreedt, kan een remissie opnieuw bereikt worden door de oorspronkelijke behandeling te herhalen. Verschillende chemotherapeutische combinatieschema's worden gebruikt voor zowel de inductie als de onderhoudsbehandeling van acute lymfoblastische leukemie.
De arts dient op de hoogte te zijn van nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van leukemie.
. Meningeale leukemie
Volwassenen
Voor de preventie van meningeale leukemie, moet LEDERTREXATE intrathecaal toegediend worden. Verdun methotrexaat zonder conserveermiddel zodat een concentratie van 1 mg/ml wordt verkregen met gebruik van een geschikte steriele vloeistof zonder conserveermiddel, zoals 0,9% natriumchloride voor injectie.
De volgende aanbevelingen zijn van toepassing op de intrathecale toediening en kunnen worden gewijzigd op basis van specifieke behandelingsprotocollen waarin rekening wordt gehouden met de behoeften van iedere patiënt.
Neem een hoeveelheid cerebrospinaal vocht af die overeenkomt met de hoeveelheid methotrexaat die u gaat toedienen. Het volume cerebrospinaal vocht (CSV) is afhankelijk van de leeftijd en niet van het lichaamsoppervlak. Het CSV bedraagt bij de geboorte 40% van het volume bij de volwassen leeftijd en het eindvolume wordt na meerdere jaren bereikt.
De aanbevolen maximale eenmalige dosis is 15 mg.
Dien twee keer per week intrathecaal 10 tot 15 mg toe totdat het cerebrospinale vocht helder is, en vervolgens één dosis per week gedurende 2 tot 6 weken, en tot slot één dosis per maand.
Of dien een dosis toe van 10 mg/m2 (zonder de absolute maximale dosis van 15 mg te overschrijden) met intervallen van 2 tot 5 dagen totdat de celtelling van het cerebrospinale vocht normaal is. Er kunnen elke week gedurende twee weken en vervolgens elke maand, ook een of meerdere extra doses worden toegediend.
De standaarddosis methotrexaat is 12,5 mg.
Pediatrische patiënten
Intrathecale toediening van LEDERTREXATE in een dosis van 12 mg/m² (max. 15 mg) resulteert bij kinderen in een lage concentratie in het CSV en verminderde werking, en bij volwassenen in een hoge concentratie en neurotoxiciteit.
Het volgende doseringsschema is gebaseerd op de leeftijd van de patiënt in plaats van het lichaamsoppervlak omdat het volwassen CSV-volume jaren eerder wordt bereikt dan het volwassen lichaamsoppervlak. Aan kinderen dient een constante dosis te worden toegediend volgens het volgende schema:
leeftijd (jaren) | dosis (mg) |
| |
1 | 8 |
2 | 10 |
3 of meer | 12 |
In een onderzoek met patiënten jonger dan 40 jaar gaf dit schema meer consistente methotrexaatconcentraties in het CSV en minder neurotoxiciteit. Een ander onderzoek bij kinderen met acute lymfoblastische leukemie vergeleek dit schema met een dosis van 12 mg/m² (max. 15 mg); een significante verlaging van de recidiefsnelheid werd gezien in de groep waarbij de dosering gebaseerd was op de leeftijd.
Omdat het CSV-volume en de turn-over met de leeftijd kunnen dalen, kan een dosisverlaging aangewezen zijn bij oudere patiënten.
Voor de behandeling van meningeale leukemie, kan LEDERTREXATE intrathecaal toegediend worden met intervallen van 2 tot 5 dagen. Nochtans kan de toediening met intervallen van minder dan 1 week resulteren in een verhoogde subacute toxiciteit. LEDERTREXATE wordt toegediend tot de celtelling in het CSV weer normaal is. Op dat moment wordt toediening van één bijkomende dosis aangeraden.
Voor de profylaxe van meningeale leukemie, is de dosering dezelfde als voor de behandeling, met uitzondering van de intervallen tussen de behandelingen; hiervoor dient de arts de medische literatuur te raadplegen.
Onverwachte bijwerkingen kunnen optreden bij elke intrathecale injectie; deze bijwerkingen zijn meestal van neurologische aard. Hoge doses kunnen convulsies veroorzaken.
Intrathecaal toegediend LEDERTREXATE komt terecht in de systemische circulatie en kan systemische toxiciteit veroorzaken. Daarom dient de systemische methotrexaatbehandeling aangepast, verlaagd of onderbroken te worden.
Focale leukemische betrokkenheid van het centrale zenuwstelsel kan ongevoelig zijn voor intrathecale chemotherapie en wordt bij voorkeur behandeld met radiotherapie.
Lymfomen
Sommige gevallen van Burkitt's lymfoom, graad I - II, worden door LEDERTREXATE in langdurige remissie gebracht. De aanbevolen dosering is 10 tot 25 mg/dag oraal gedurende 4 tot 8 dagen. Voor graad III wordt LEDERTREXATE meestal gecombineerd met andere antitumorale middelen. De behandeling voor alle stadia bestaat meestal uit meerdere kuren LEDERTREXATE afgewisseld met rustperioden van 7 tot 10 dagen. Lymfosarcoma van graad III reageren op gecombineerde therapie met LEDERTREXATE in doses van 0,625 tot 2,5 mg/kg per dag.
Mycosis fungoides (cutaan T-cellymfoom)
De dosis bedraagt meestal 2,5 tot 10 mg per dag, oraal, gedurende meerdere weken of maanden. De dosis dient aangepast te worden aan de respons van de patiënt en de hematologische monitoring.
LEDERTREXATE wordt ook IM toegediend in doses van 50 mg éénmaal per week of 25 mg 2 keer per week.
Mammacarcinoom
Bij de behandeling van vergevorderd mammacarcinoom werd LEDERTREXATE intraveneus toegediend, in een dosis van 10 tot 60 mg/m² om de 3 tot 4 weken, in combinatie met andere antitumorale middelen. Dezelfde geneesmiddelen, cyclisch toegediend in vergelijkbare doses, worden gebruikt als bijkomende behandeling bij heelkundige of radiotherapeutische behandeling van gelokaliseerde tumoren met een slechte prognose (adjuvante chemotherapie).
Bronchopulmonair carcinoom
LEDERTREXATE is opgenomen in therapeutische combinaties die cyclisch toegediend worden bij uitgebreide bronchiale tumoren. De dosis LEDERTREXATE in deze combinaties ligt tussen 20 en 100 mg/m².
Ook het gebruik van hoge doses, gevolgd door toediening van calciumfolinaat, is voorgesteld.
Hoofd- en halscarcinomen
Toediening van hoge doses (240-1080 mg/m2) als intraveneus infuus, gevolgd door calciumfolinaat, is voorgesteld als pre-operatieve behandeling en als behandeling van vergevorderde vormen. Sommige tumoren van hoofd en hals reageren gunstig op een intra-arteriële toediening van LEDERTREXATE.
Blaascarcinoom
Er zijn gunstige resultaten bereikt met LEDERTREXATE, al dan niet in combinatie, bij de behandeling van gelokaliseerde invasieve blaastumoren, evenals bij gegeneraliseerde vormen. Toediening van 100 mg om de 1 tot 2 weken heeft tot bevredigende resultaten geleid.
Osteosarcoom
Bij de behandeling van osteosarcoom wordt methotrexaat, in combinatie met andere cytostatica, in hoge doses (8 g/m² tot 12 g/m²) toegediend, gevolgd door een behandeling met folinezuur (zie "Behandeling met hoge doses"). De toediening van hoge doses methotrexaat in combinatie met folinezuur bij de behandeling van osteosarcoom is uitsluitend voorbehouden aan oncologen met ervaring op dit gebied.
Behandeling met hoge doses
Zoals vermeld in rubriek 4.4 dient de recente literatuur geraadpleegd te worden voor meer details. De doseringsschema's variëren sterk tussen de verschillende onderzoeken; de aard en ernst van de ziekte en de voorafgaande ervaring van de arts zijn enkele van de factoren die de keuze van de dosis en de duur van de behandeling bepalen. Het moet benadrukt worden dat hoge doses enkel gebruikt dienen te worden door specialisten en in ziekenhuizen waar de nodige infrastructuur beschikbaar is.
RICHTLIJNEN VOOR LEDERTREXATE-BEHANDELING MET CALCIUMFOLINAATRESCUE
1. De toediening van methotrexaat dient uitgesteld te worden tot de patiënt hersteld is van:
- een telling van witte bloedcellen lager dan 1500/µl;
- een telling van neutrofielen lager dan 200/µl;
- een aantal bloedplaatjes lager dan 75000/µl;
- een serumbilirubineconcentratie hoger dan 1,2 mg/dl;
- een SGPTspiegel hoger dan 450 E;
- de aanwezigheid van mucositis, tot deze volledig is hersteld;
- een pleurale effusie die gedraineerd dient te worden vóór infusie.
2. Er moet worden aangetoond dat er sprake is van voldoende nierfunctie.
- De serumcreatininespiegel moet normaal zijn en de creatinineklaring moet hoger zijn dan 60 ml/min voor het starten van de behandeling.
- De serumcreatininespiegel moet bepaald worden voor elke behandelingskuur. Bij een stijging van 50% ten opzichte van de vorige waarde, dient de creatinineklaring gemeten te worden en hoger te zijn dan 60 ml/min. (zelfs indien de serumcreatinine nog steeds binnen de normale grenzen ligt).
3. Patiënten moeten voldoende gehydrateerd zijn en moeten behandeld worden met natriumbicarbonaat om de urine te alkaliniseren.
- 1000 ml/m² intraveneus vocht gespreid over 6 uur voor het begin van de LEDERTREXATEinfusie. Houd een hydratering van 125 ml/m²/uur (3 l/m²/dag) aan gedurende de LEDERTREXATEinfusie, en zet deze nog 2 dagen na het einde van de infusie voort.
- Alkaliniseer de urine naar een pH van 7,0 of hoger gedurende de LEDERTREXATEinfusie en de calciumfolinaatbehandeling. Dit kan bereikt worden door orale toediening van natriumbicarbonaat (1 g per 4-6 uur) of door een afzonderlijke infusie van natriumbicarbonaat.
4. De serumcreatinine- en serummethotrexaatbepaling 24 uur na het begin van de LEDERTREXATE-behandeling en minstens 1 keer per dag herhalen tot de methotrexaatspiegel onder 5x10-8 mol/l (0,05 µM) gedaald is.
5. De richtlijnen voor de dosering van calciumfolinaat zijn vermeld in de overeenkomstige SPK. De behandeling met calciumfolinaat moet binnen de 24 uur na de LEDERTREXATE-infusie gestart worden om de normale cellen tegen toxische effecten te beschermen.
Patiënten met een vertraagde vroege eliminatie van methotrexaat maken een grote kans om een niet-reversibele oligurische nierinsufficiëntie te ontwikkelen. Bovenop een aangepaste behandeling met calciumfolinaat, hebben deze patiënten voortdurende hydratering en urinaire alkalinisatie nodig, samen met een monitoring van de vloeistof- en elektrolytenstatus, totdat de serummethotrexaatspiegel gedaald is onder 0,05 µM en de nierinsufficiëntie verdwenen is.
6. Sommige patiënten kunnen een abnormale methotrexaateliminatie of een gewijzigde nierfunctie vertonen na de LEDERTREXATE-toediening. Deze veranderingen kunnen belangrijk zijn maar minder ernstig dan in de bovenstaande situatie. Deze afwijkingen kunnen al dan niet gepaard gaan met een belangrijke klinische toxiciteit. Wanneer dit waargenomen wordt, dient de calciumfolinaatrescue met 24 uur verlengd te worden (in totaal 14 doses in 84 uur) bij volgende behandelingskuren. De mogelijkheid dat de patiënt andere geneesmiddelen inneemt die interfereren met methotrexaat (bijv. geneesmiddelen die interfereren met de binding van methotrexaat aan serumalbumine of met de eliminatie ervan) bestaat wanneer afwijkende laboratoriumtesten of klinische toxiciteit waargenomen worden.
Waarschuwing: calciumfolinaat niet intrathecaal toedienen.
Psoriasis
Dit geneesmiddel mag slechts éénmaal per week worden ingenomen.
De patiënt dient op de hoogte gebracht te worden van de mogelijke risico's van de behandeling en dient voortdurend onder toezicht van de arts te staan (zie informatie voor de patiënt in de rubriek "Voorzorgen").
De bepaling van de bloedwaarden, lever-, nier- en longfunctie dient te gebeuren door de medische voorgeschiedenis van de patiënt na te gaan, een medisch onderzoek en laboratoriumtesten uit te voeren alvorens de behandeling met methotrexaat te beginnen, maar deze onderzoeken en testen dienen ook regelmatig uitgevoerd te worden tijdens de behandeling en voorafgaand aan herhaalde toedieningen. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om een zwangerschap tijdens de behandeling te voorkomen (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Het schema dient voortdurend aangepast te worden aan de individuele patiënt. Een initiële testdosis kan toegediend worden om een eventuele overgevoeligheid voor bijwerkingen aan het licht te brengen (zie rubriek 4.8).
Maximale myelosuppressie treedt gewoonlijk op na 7 tot 10 dagen. Een volledige bloedtelling moet 7 tot 10 dagen later uitgevoerd worden.
Aanbevolen startdoseringsschema:
Wekelijks, eenmalige dosering.
Oraal, IM of IV.
10 tot 25 mg/week tot het bereiken van een adequate respons.
De dosis kan geleidelijk aangepast worden om een optimale klinische respons te bereiken; een dosis van 25 mg/week wordt gewoonlijk niet overschreden. De voorschrijver moet op het voorschrift aangeven op welke dag het middel dient te worden ingenomen. Wanneer de optimale klinische respons bereikt is, dient het doseringsschema verminderd te worden om tot de laagst mogelijke hoeveelheid LEDERTREXATE te komen en de minst frequente toediening (langst mogelijke rustperiode). Het is mogelijk dat de gebruikelijke topische behandeling door het gebruik van LEDERTREXATE hervat kan worden. Dit dient aangemoedigd te worden.
Reumatoïde artritis
Dit geneesmiddel mag slechts éénmaal per week worden ingenomen.
De patiënt moet duidelijk geïnformeerd worden over alle risico's en moet voortdurend onder toezicht van de arts staan.
De bloedwaarden, lever-, nier- en longfunctie moeten geëvalueerd worden vóór het starten van de behandeling en daarna regelmatig tijdens de behandeling. Zwangerschap moet vermeden worden.
Het schema moet voortdurend aangepast worden aan de noden van de patiënt. Een initiële testdosis kan toegediend worden vóór het gewone doseringsschema om een overgevoeligheid voor bepaalde bijwerkingen aan het licht te brengen. Een volledige bloedtelling moet 7 tot 10 dagen later uitgevoerd worden.
Aanbevolen startdoseringsschema:
Wekelijks, eenmalige dosis van 7,5 mg oraal.
De voorschrijver moet op het voorschrift aangeven op welke dag het middel dient te worden ingenomen.
Het therapeutische effect begint meestal na 3 tot 6 weken en de patiënt kan verbetering blijven vertonen gedurende 12 weken of meer.
De dosis kan na 6 weken naar 15 mg/week verhoogd worden bij patiënten die geen respons vertonen. Indien nodig kan de dosis nog verder verhoogd worden om tot een optimaal effect te komen. Een dosis van 20 mg/week wordt gewoonlijk niet overschreden.
Wanneer een voldoende respons bereikt is, kan de dosering worden verlaagd tot de laagst mogelijke hoeveelheid met de laagst mogelijke frequentie van inname. In zeldzame gevallen volstaat een dosis van 2,5 mg per week.
De optimale behandelingsduur is niet bekend. Beperkte gegevens tonen aan dat de oorspronkelijke verbetering gedurende ten minste 2 jaar aanhoudt wanneer de behandeling wordt voortgezet. Wanneer LEDERTREXATE wordt stopgezet, treedt na 3 tot 6 weken een verslechtering van de reumatoïde artritis op.
Wijze van toediening
Tabletten voor orale toediening.
Oplossing voor injectie en concentraat voor oplossing voor injectie voor intramusculaire, intraveneuze (bolus of infusie), intraventriculaire, intra-arteriële of intrathecale toediening.
Oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor intramusculaire, intraveneuze of subcutane toediening.
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Tabletten:
De tabletten voor orale toediening van LEDERTREXATE mogen niet worden gebroken of verpulverd, maar moeten in hun geheel worden ingenomen.
Als de tabletten per ongeluk toch zijn gebroken en/of verpulverd, adem het stof dan niet in en vermijd elk contact met de ogen, de huid en de kleding.
Zwangere vrouwen dienen het onbedoeld hanteren van de tabletten te vermijden.
Oplossingen voor injectie en concentraten voor oplossing voor injectie:
Bij intrathecale toediening moet LEDERTREXATE oplossing zonder conserveermiddel worden opgelost tot een concentratie van 1 mg/ml met een steriel, oplosmiddel zonder conserveermiddel zoals een fysiologische zoutoplossing (0,9% NaCl). Hoge doses (meer dan 100 mg) kunnen over langere tijd geïnfundeerd worden. De infusietijd mag evenwel niet langer dan 24 uur zijn.
Oplossingen bereid met oplosmiddelen die conserveermiddelen bevatten, mogen niet gebruikt worden voor intrathecale toediening of hoog gedoseerde behandelingen (zie rubriek 6.6).
Bij de toediening aan zuigelingen en kinderen tot 3 jaar dient geen verdunningsmiddel met benzylalcohol te worden gebruikt (zie rubriek 4.4).
Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
Oplossing voor injectie in voorgevulde spuit:
Patiënten moeten de juiste injectietechniek aangeleerd krijgen en deze geoefend hebben om methotrexaat zelf toe te dienen. De eerste injectie met LEDERTREXATE moet worden uitgevoerd onder medisch toezicht.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen;
- Borstvoeding (zie rubriek 4.6);
- Ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring minder dan 30 ml/min) voor methotrexaatdoses <100 mg/m2 en matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring minder dan 60 ml/min) voor methotrexaatdoses > 100 mg/m2 (zie rubriek 4.2);
- LEDERTREXATE-formuleringen mogen niet worden verdund met oplossingen voor verdunning die conserveermiddelen bevatten bij de toediening van hoge doses methotrexaat of bij intrathecale toediening (zie rubrieken 4.2 en 6.6).
Bij psoriasispatiënten of patiënten met reumatoïde artritis:
- Zwangerschap (zie rubriek 4.6 en rubriek 6.6, voor het veilig hanteren van de tabletten LEDERTREXATE);
- alcoholisme, leverziekten als gevolg van alcoholmisbruik of andere chronische leveraandoeningen;
- al bestaande bloeddyscrasieën zoals beenmerghypoplasie, leukopenie, trombocytopenie, ernstige anemie;
- uitgesproken tekenen of laboratoriumbewijs van immunodeficiëntie syndromen.
4.8 Bijwerkingen
Over het algemeen staan de frequentie en de ernst van de acute bijwerkingen in verhouding tot de dosis en de frequentie van de toediening. De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn ulceratieve stomatitis, leukopenie, misselijkheid en abdominale klachten. Andere frequente bijwerkingen zijn malaise, overmatige vermoeidheid, rillingen en koorts, duizeligheid en een verlaagde weerstand tegen infecties. Gezien de oncologische achtergrond is het door de combinatiebehandeling en de onderliggende ziekte moeilijk om een bepaalde reactie toe te schrijven aan LEDERTREXATE.
De bijwerkingen die zijn gemeld met methotrexaat, zijn samengevat per orgaansysteem en per frequentie. De hierna vermelde frequenties worden als volgt omschreven:
Zeer vaak: 1/10
Vaak: 1/100, < 1/10
Soms: 1/1.000, < 1/100
Zelden: 1/10.000, < 1/1.000
Zeer zelden: < 1/10.000
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald.
| |
Systeem/orgaanklasse | Bijwerking |
Infecties en parasitaire aandoeningen | |
Zelden | Sepsis |
Frequentie niet bekend | Infecties (waaronder fatale sepsis); pneumonie; pneumonie door Pneumocystis carinii; nocardiose; histoplasmose; cryptococcose; Herpes zoster; hepatitis door H. simplex; gegeneraliseerde H. simplex; infectie door cytomegalovirus (waaronder pneumonie door cytomegalovirus); reactivatie van een hepatitis B-infectie; verergering van een hepatitis C-infectie |
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen) | |
Soms | Lymfoom (met inbegrip van omkeerbaar lymfoom) |
Zeer zelden | Tumorlysissyndroom* |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | |
Soms | Onderdrukking van de hematopoëse; anemie; trombocytopenie |
Zeer zelden | Aplastische anemie, Lymfoproliferatieve aandoeningen |
Frequentie niet bekend | Agranulocytose; pancytopenie; leukopenie; neutropenie; lymfadenopathie (ook omkeerbare); eosinofilie; megaloblastische anemie |
Immuunsysteemaandoeningen | |
Soms | Anafylactische/anafylactoïde reacties, opportunistische infecties met inbegrip van dodelijke infecties |
Zeer zelden | Hypogammaglobulinemie |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | |
Zelden | Diabetes |
Psychische stoornissen | |
Zelden | Stemmingswisselingen; tijdelijke cognitieve disfunctie |
Zenuwstelselaandoeningen | |
Soms | Hemiparese; encefalopathie/leuko-encefalopathie*; convulsies*; hoofdpijn |
Zelden | Parese; dysartrie; afasie; slaperigheid; leuko-encefalopathie (met de orale vorm) |
Zeer zelden | Ongewone gewaarwordingen ter hoogte van de schedel; paresthesie; hypesthesie |
Frequentie niet bekend | Toename van de druk van het CSV; neurotoxiciteit; arachnoïditis; paraplegie; gevoelloosheid; ataxie; dementie; duizeligheid |
Oogaandoeningen | |
Zelden | Wazig zien; ernstige verandering van het gezichtsvermogen |
Zeer zelden | Tijdelijke blindheid of gezichtsvermindering; conjunctivitis |
Hartaandoeningen | |
Zelden | Hypotensie |
Zeer zelden | Pericardeffusie; pericarditis |
Bloedvataandoeningen | |
Zelden | Trombo-embolische voorvallen (waaronder hersentrombose, arteriële trombose, longembolie, diepe veneuze trombose, tromboflebitis en veneuze retinatrombose) |
Zeer zelden | Vasculitis |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | |
Soms | Interstitiële pneumonie (met inbegrip van fatale afloop); pleurale effusie |
Zelden | Respiratoire fibrose; faryngitis |
Zeer zelden | Chronische obstructieve bronchopneumopathie |
Frequentie niet bekend | Chronische interstitiële longziekte; alveolitis; dyspneu; pijn op de borst; hypoxie; hoesten; pulmonale alveolaire hemorragie** |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Soms | Pancreatitis; verminderde eetlust; braken; diarree; stomatitis |
Zelden | Ulceratie en gastro-intestinale bloeding; melena; enteritis; gingivitis |
Zeer zelden | Hematemesis |
Frequentie niet bekend | Darmperforatie, niet-infectieuze peritonitis; glossitis; misselijkheid |
Lever- en galaandoeningen | |
Soms | Verhoogde leverenzymen |
Zelden | Chronische fibrose en cirrose, acute hepatitis; hepatotoxiciteit |
Zeer zelden | Daling van het serumalbumine |
Frequentie niet bekend | Leverinsufficiëntie |
Huid- en onderhuidaandoeningen | |
Soms | Toxische epidermolyse (syndroom van Lyell); syndroom van Stevens-Johnson; alopecia; fotosensitiviteitsreacties |
Zelden | Erythema multiforma; erythemateuze huiduitslag; pijnlijke erosie van psoriasisplaques; urticaria; acne; ecchymoses; wijzigingen van de huidpigmentatie; pruritus; ulceratie en necrose van de huid |
Zeer zelden | Furunculose; teleangiëctasie |
Frequentie niet bekend | Geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen; huidschilfering; exfoliatieve dermatitis; dermatitis; petechiën |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | |
Zelden | Gewrichtspijn/spierpijn, osteoporose, stressfracturen |
Frequentie niet bekend | Osteonecrose van de kaak (als gevolg van lymfoproliferatieve aandoeningen) |
Nier- en urinewegaandoeningen | |
Soms | Nierinsufficiëntie; nefropathie |
Zelden | Dysurie |
Zeer zelden | Hematurie; azotemie; cystitis |
Frequentie niet bekend | Proteïnurie |
Zwangerschap, perinatale periode en puerperium | |
Soms | Aangeboren afwijkingen |
Zelden | Abortus |
Frequentie niet bekend | Embryofoetaal overlijden |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | |
Zelden | Menstruele stoornissen |
Zeer zelden | Stoornissen van de ovogenese/spermatogenese; impotentie; onvruchtbaarheid; verlies van libido; tijdelijke oligospermie; vaginale afscheiding; gynaecomastie |
Frequentie niet bekend | Urogenitale disfunctie |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Zelden | Knobbeltjes |
Zeer zelden | Plotseling overlijden |
Frequentie niet bekend | Pyrexie; rillingen; malaise; vermoeidheid; oedeem; injectieplaatsreactie*; injectieplaatsnecrose* |
*uitsluitend parenterale toedieningsweg. |
**is gemeld bij gebruik van methotrexaat voor reumatologische en daarmee samenhangende indicaties.
Zenuwstelselaandoeningen
Een voorbijgaand acuut neurologisch syndroom werd waargenomen bij patiënten die behandeld werden met hoge doses methotrexaat. De verschijnselen van dit neurologische syndroom kunnen bestaan uit abnormale gedragingen, focale sensomotorische verschijnselen, waaronder tijdelijke blindheid, en abnormale reflexen. De juiste oorzaak van deze verschijnselen is niet bekend.
Na intrathecale toediening van methotrexaat kunnen de mogelijke toxische bijwerkingen ter hoogte van het centrale zenuwstelsel als volgt worden geclassificeerd:
- acute chemische arachnoïditis met symptomen als hoofdpijn, wervelkolompijn, nekstijfheid en koorts;
- subacute myelopathie met name gekenmerkt door paraparese/paraplegie, met aantasting van een of meer spinale zenuwwortels;
- chronische leuko-encefalopathie met verwardheid, prikkelbaarheid, slaperigheid, ataxie, dementie, convulsies en coma.
Deze toxiciteit op het centrale zenuwstelsel kan progressief zijn en zelfs fataal aflopen.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Psoriasisletsels kunnen verergeren door gelijktijdige blootstelling aan ultraviolette stralen. Radiodermatitis en zonnebrand kunnen verergeren door de toediening van LEDERTREXATE.
De meest voorkomende bijwerkingen gemeld bij patiënten die werden behandeld met LEDERTREXATE voor reumatoïde artritis zijn maagdarmklachten zoals misselijkheid, stomatitis, diarree, braken en anorexie. Laboratoriumtesten gaven een verhoging van de leverenzymen en, in zeldzame gevallen, een verlaagd aantal witte bloedcellen.
De frequentie van de bijwerkingen die zijn gemeld tijdens klinische onderzoeken op het gebied van reumatoïde artritis is samengevat in de volgende tabel. De patiënten werden behandeld met 7,5 tot 15 mg LEDERTREXATE per week. Bijna alle patiënten werden gelijktijdig behandeld met niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen en sommigen ook met lage doses corticosteroïden.
% behandelde patiënten | Bijwerkingen |
| |
3-10% |
|
1-3% |
|
< 1% |
|
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be - Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer NV/SA
Pleinlaan 17
1050 Brussel-België
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Tabletten: BE003446.
Oplossing voor injectie: BE077104 (5 mg/2 ml).
Concentraat voor oplossing voor injectie: BE171096 (1000 mg/10 ml), BE171105 (5000 mg/50 ml).
Oplossing voor injectie in voorgevulde spuit: BE446515 (1 ml), BE446524 (2 ml).
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
03/2025
24G22
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1092857 | LEDERTREXATE COMP 30X2,5MG | L01BA01 | € 9,58 | - | Ja | - | - |
4481628 | LEDERTREXATE 5MG/2ML OPL INJ FL INJ 5 | € 28,32 | - | Ja | - | - |