SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
KAYEXALATE SODIUM 14,99 g poeder voor orale of rectale suspensie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
15 g poeder bevat 14,99 g natriumpolystyreensulfonaat
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor orale of rectale suspensie
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Kayexalate Sodium wordt gebruikt ter behandeling van hyperkaliëmie die kan optreden bij acute of chronische nierinsufficiëntie. Het product kan gebruikt worden ter aanvulling van een behandeling met een kunstnier.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De onderstaande aanbevelingen in verband met de posologie zijn slechts indicatief. De exacte behoeften moeten bepaald worden in functie van de resultaten van de gebruikelijke klinische en biochemische onderzoeken.
Volwassenen, met inbegrip van bejaarde patiënten
a) Orale toediening:
De gemiddelde dosis bedraagt 15 g (= 1 maatje) 3 tot 4 maal daags.
b) Rectale toediening:
Indien orale toediening aanleiding geeft tot braken, kan dagelijks een suspensie van 30 g Kayexalate Sodium in 150 ml water of 150 ml 10%-ige glucoseoplossing als een verblijfslavement rectaal toegediend worden.
In het aanvangsstadium kan men eventueel gelijktijdig een rectale en een orale dosis toedienen om de kaliumconcentratie in het serum sneller te doen dalen.
De rectale toediening is minder effectief dan de orale en hoe langer de kationenuitwisselaar wordt opgehouden, hoe hoger de hoeveelheid kalium is die wordt uitgescheiden
Wanneer in het begin van de behandeling beide toedieningswijzen toegepast worden, is het waarschijnlijk niet nodig de rectale toediening voort te zetten wanneer de per os toegediende dosis het rectum bereikt heeft.
Bij bejaarde patiënten moet er rekening gehouden worden met een verhoogd risico op faecaloom.
Pediatrische patiënten
a.) Orale toediening:
Bij kleine kinderen en zuigelingen moeten de toegediende dosissen proportioneel kleiner zijn. Om deze dosissen te berekenen, gaat men uit van het principe dat men 1 gram hars moet toedienen per mmol kalium. De startdosis bedraagt 1 g/kg lichaamsgewicht per dag in meerdere innamen in geval van acute hyperkaliëmie. Als onderhoudsbehandeling kan de dagdosis verlaagd worden tot 0,5 g/kg lichaamsgewicht.
b.) Rectale toediening:
Indien het kind weigert om het hars oraal in te nemen, kan het rectaal toegediend worden in een dosis die minstens gelijk is aan deze die oraal zou toegediend worden. Het hars moet dan toegediend worden in een proportionele hoeveelheid nadat het in suspensie werd gebracht in een oplossing met 10 % glucose.
Pasgeborenen
Kayexalate mag niet toegediend worden bij pasgeborenen met een verminderde intestinale motiliteit (zie rubriek 4.3).
Kayexalate mag niet langs orale weg toegediend worden bij pasgeborenen, enkel langs rectale weg (zie rubriek 4.3).
De minimale efficiënte dosis ingeval van rectale toediening varieert van 0,5 g/kg tot 1 g/kg.
Wijze van toediening
Volwassenen, met inbegrip van bejaarde patiënten
Kayexalate wordt uitsluitend oraal of rectaal toegediend.
Voor de orale toediening brengt men het poeder in suspensie in ongeveer 100 ml water. Men mag er ook een pasta van maken met zoete bindmiddelen zoals jam of honing.
Men mag geen vruchtensap gebruiken omdat dit zelf kalium bevat!
Bij slikmoeilijkheden mag het product toegediend worden door middel van een canule van Ryle of een polytheensonde van 2 tot 3 mm diameter zonder knopvormig uiteinde, maar in dit geval probeert men zoveel mogelijk te vermijden om de neus-keelholte te irriteren en braken uit te lokken.
Kayexalate Sodium minstens 3 uur vóór of 3 uur na de inname van andere orale geneesmiddelen toedienen. Voor patiënten met gastroparese moet een interval van 6 uur worden overwogen (zie rubrieken 4.4 en 4.5).
Bij rectale toediening dient het lavement, zo mogelijk, tenminste 9 uren te worden opgehouden. Om het hars te elimineren moet het lavement gevolgd worden door een ontlastend lavement dat geen natrium bevat en dat vooraf op lichaamstemperatuur werd gebracht.
Pediatrische patiënten
Kayexalate wordt oraal of rectaal toegediend.
Bij pasgeborenen mag Kayexalate niet langs orale weg worden toegediend.
De orale toediening gebeurt bij voorkeur met een drank (geen vruchtensap omwille van het hoge kaliumgehalte) of een weinig jam of honing.
Kayexalate Sodium minstens 3 uur vóór of 3 uur na de inname van andere orale geneesmiddelen toedienen. Voor patiënten met gastroparese moet een interval van 6 uur worden overwogen (zie rubrieken 4.4 en 4.5).
Voor de rectale toediening moet, zoals bij volwassenen, het hars verdund toegediend worden. Nadat het lavement werd opgehouden, moet een ontlastend lavement dat geen natrium bevat en dat vooraf op lichaamstemperatuur werd gebracht, instaan voor de adequate eliminatie van het hars.
4.3 Contra-indicaties
- Gezien de natriumaanbreng van Kayexalate Sodium tamelijk belangrijk is (4,4 mmol/g), zal het preparaat niet toegediend worden aan patiënten met hartdecompensatie of met hypertensie. In deze gevallen zal men Kayexalate Calcium gebruiken i.p.v. Kayexalate Sodium.
- Kaliëmie lager dan 5 mmol/l.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Obstructief intestinaal lijden
- Gelijktijdige toediening van sorbitol en natriumpolystyreensulfonaat is tegenaangewezen gezien er gevallen van intestinale necrose, die een fatale afloop kan hebben, zijn gerapporteerd (zie rubrieken 4.5 en 4.8.)
- Kayexalate Sodium mag niet oraal toegediend worden aan pasgeborenen
- Kayexalate Sodium is tegenaangewezen bij pasgeboren met een verminderde intestinale motiliteit (postoperatief of van medicamenteuze oorsprong).
4.8 Bijwerkingen
Overzicht van het veiligheidsprofiel
In overeenstemming met de farmacologische werking van het middel, kan hypokaliëmie optreden. Tekenen van ernstige hypokaliëmie zijn onder meer hartritmestoornissen. Zoals andere kationuitwisselende harsen, is natriumpolystyreensulfonaat niet geheel selectief en kan gebruik aanleiding geven tot andere elektrolytstoornissen zoals hypocalciëmie en hypomagnesiëmie. De patiënten dienen gecontroleerd te worden op alle van toepassing zijnde elektrolytstoornissen, en de medicatie dient onmiddellijk stopgezet te worden wanneer de kaliumconcentratie in het serum onder de 5 mEq/l gaat.
Daarnaast bestaan de belangrijkste risico’s van natriumpolystyreensulfonaat en calciumpolystyreensulfonaat uit ernstige gastro-intestinale stoornissen zoals stenose, darmobstructie, ischemische colitis en gastro-intestinale ulceratie of necrose; met name bij patiënten die sorbitol gebruiken. Gelijktijdig gebruik van sorbitol en polystyreensulfonaat wordt derhalve afgeraden. Bovendien dient in het geval van klinisch significante constipatie, de behandeling met het hars te worden stopgezet tot er opnieuw sprake is van normale darmpassage.
Er dient bij inname van het hars aandacht te worden besteed aan de houding van de patiënt, teneinde aspiratie te vermijden. Aspiratie kan leiden tot bronchopulmonale complicaties zoals acute bronchitis en/of bronchopneumonie.
Bij natriumpolystyreensulfonaat zijn ernstige gevolgen van hypernatriëmie gemeld (onder meer congestief hartfalen, hypertensie of nierschade).
Overzicht van bijwerkingen in tabelvorm
Gezien het beperkt aantal gegevens omtrent bijwerkingen, zowel uit klinische studies als uit de literatuur, kan de frequentie van onderstaande bijwerkingen niet worden bepaald.
MedDRA systeem orgaanklassen | Frequentie niet bekend |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | water-zoutretentie, hypokaliëmie, hypocalciëmie en hun overeenkomstige klinische symptomen (zie rubrieken 4.4. en 4.9.) |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Acute bronchitis en/of bronchopneumonie als gevolg van de inhalatie van natriumpolystyreensulfonaatpartikels |
Maagdarmstelselaandoeningen | Maagirritatie, anorexie, nausea, braken, constipatie, diarree. |
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
- Maagdarmstelselaandoeningen:
Gastrointestinale stenose en intestinale obstructie worden waarschijnlijk veroorzaakt door een geassocieerde aandoening of door een slechte verdunning van het hars.
Gastrointestinale ischemie, ischemische colitis, gastro-intestinale ulceraties of necrose welke tot een intestinale perforatie kunnen leiden, werden gerapporteerd, soms met fatale afloop (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 4.5).
Pediatrische patiënten
Fecale impactie na rectale toediening wordt in het bijzonder bij kinderen waargenomen.
Ouderen
Bij bejaarde patiënten dient men rekening te houden met een verhoogd risico op fecaloom.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, Postbus 97 – 1000 Brussel Madou / www.eenbijwerkingmelden.be / e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel.: 02/710 54 00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE043994
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
12/07/2023
Datum van goedkeuring van de tekst : 19/08/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0052514 | KAYEXALATE NATRIUM PULV 1 X 450 G | V03AE01 | € 26,12 | - | Ja | - | - |