1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Femodene 0,075 / 0,030 mg, omhulde tabletten.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
21 hormoon-bevattende witte omhulde tabletten:
Elke omhulde tablet bevat
Gestodeen: 0,075 mg
Ethinylestradiol: 0,030 mg
Hulpstoffen met bekend effect: lactose 37 mg en sucrose 20 mg.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Omhulde tabletten.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Orale anticonceptie
Bij de beslissing om Femodene voor te schrijven moet rekening worden gehouden met de huidige risicofactoren van de individuele vrouw, in het bijzonder met de risicofactoren voor veneuze trombo-embolie (VTE) en hoe het risico op VTE met Femodene zich verhoudt tot het risico met andere gecombineerde hormonale anticonceptiva (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Hoe wordt Femodene ingenomen?
Combinatie orale anticonceptiva hebben een falingsfrequentie van ongeveer 1 % per jaar, wanneer ze correct worden ingenomen. De falingsfrequentie kan toenemen wanneer tabletten worden vergeten of niet correct worden ingenomen.
De tabletten moeten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden ingenomen zonodig met wat vloeistof, in de volgorde die op de verpakking staat aangegeven. Gedurende 21 opeenvolgende dagen moet dagelijks één tablet worden ingenomen. Elke volgende blisterverpakking begint na een interval van 7 dagen zonder tabletten. Tijdens dit interval treedt gewoonlijk een dervingsbloeding op. Deze bloeding begint meestal op de tweede of derde dag na de laatste tablet en is niet altijd beëindigd op de dag waarop met de volgende blisterverpakking wordt begonnen.
Hoe beginnen met Femodene?
Geen voorafgaand hormonaal anticonceptivum (in de vorige maand)
De eerste tablet dient op de eerste dag van de natuurlijke cyclus van de vrouw te worden ingenomen (d.i. op de eerste dag van haar menstruatie). Het is ook toegestaan om op de tweede tot vijfde dag te beginnen maar tijdens de eerste cyclus wordt ter aanvulling tevens een barrièremiddel aanbevolen op de eerste 7 dagen dat tabletten worden ingenomen.
Overschakelen na een ander combinatie hormonaal anticonceptivum (combinatie oraal anticonceptivum / COAC), vaginale ring, pleister voor transdermaal gebruik
Bij voorkeur moet de vrouw met Femodene beginnen op de dag na de inname van de laatste hormoon-bevattende tablet van haar voorafgaand COAC, maar ten laatste op de dag die volgt op de gebruikelijke tabletvrije periode (of de laatste hormoonvrije tablet) van haar voorafgaand COAC. In het geval dat een vaginale ring of een pleister voor transdermaal gebruik werd gebruikt, moet de vrouw bij voorkeur beginnen op de dag van het verwijderen van de laatste ring of pleister van een cyclusverpakking, maar ten laatste op de dag dat het volgende toedienen was voorzien.
Overschakelen na een uitsluitend progestageen-methode (minipil, injectie, implantaat) of van een progestageen afgevend intra-uterien systeem (IUS)
De vrouw mag overschakelen van een minipil wanneer zij wil (van een implantaat of van een IUS de dag waarop dat verwijderd wordt, van een injectiepreparaat wanneer de volgende injectie voorzien was), maar in al deze gevallen dient men aan te bevelen aanvullend een barrièremiddel te gebruiken tijdens de eerste 7 dagen dat tabletten worden ingenomen.
Na een abortus in het eerste trimester
De vrouw mag direct beginnen. In dit geval heeft zij geen aanvullende anticonceptieve maatregelen nodig.
Na een bevalling of na een abortus in het tweede trimester
Het verhoogde risico van trombo-embolie in het puerperium moet in aanmerking genomen worden.
Aangeraden wordt om te starten tussen de 21ste en 28ste dag na de partus (voor vrouwen die geen borstvoeding geven), of na de abortus. Als een vrouw later begint, dan wordt aangeraden om tijdens de eerste 7 dagen van tabletinname aanvullend een barrièremiddel te gebruiken. Mocht reeds de eerste geslachtsgemeenschap hebben plaatsgevonden, dan moet een eventuele zwangerschap worden uitgesloten vooraleer de vrouw met het COAC begint of moet de eerste menstruatie worden afgewacht.
Wat te doen na het vergeten van tabletten?
Indien de gebruikster minder dan 12 uur te laat is met het innemen van een tablet, dan is de contraceptieve betrouwbaarheid niet verminderd. De vrouw dient de tablet in te nemen zodra ze er aan denkt en de volgende tabletten in te nemen op de gebruikelijke tijden.
Als ze meer dan 12 uur te laat is met het nemen van een tablet, kan de contraceptieve betrouwbaarheid verminderd zijn. In geval van vergeten tabletten kunnen volgende 2 basisprincipes gevolgd te worden:
- Het innemen van tabletten mag nooit langer dan 7 dagen onderbroken zijn
- 7 dagen ononderbroken tablet-inname zijn noodzakelijk om een adequate onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-ovaria-as te bereiken.
Bijgevolg geldt in de dagelijkse praktijk volgend advies
Week 1
De gebruikster dient de laatste vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd neemt. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. Bovendien moet een barrièremethode zoals een condoom gedurende de volgende 7 dagen toegepast worden. Als tijdens de 7 dagen vóór het overslaan geslachtsgemeenschap plaats vond, dient de mogelijkheid op zwangerschap overwogen. Hoe meer tabletten vergeten zijn en hoe dichter bij het normale tabletvrije interval, hoe hoger het risico van een zwangerschap.
Week 2
De gebruikster dient de laatste vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd moet innemen. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. Op voorwaarde dat de vrouw haar tabletten gedurende de 7 dagen voor de eerste vergeten tablet, correct heeft ingenomen, is er geen noodzaak voor aanvullende contraceptieve voorzorgen. Indien dit echter niet het geval is, of indien ze meer dan 1 tablet vergeten is, dient de vrouw geadviseerd gedurende 7 dagen aanvullende voorzorgen te nemen.
Week 3
Het risico van een verminderde betrouwbaarheid is groot door het naderende tabletvrije interval. Door aanpassen van het tablet-inname schema kan echter een vermindering van de contraceptieve bescherming nog voorkomen worden. Wanneer de vrouw zich aan één van de volgende 2 opties houdt, zijn er bijgevolg geen aanvullende contraceptieve voorzorgen nodig, op voorwaarde dat de vrouw 7 dagen voor de eerste vergeten tablet alle tabletten correct heeft ingenomen. Is dit niet het geval dan dient de vrouw geadviseerd de eerste mogelijkheid te volgen en tevens de volgende 7 dagen aanvullende voorzorgen te nemen.
- De gebruikster dient de vergeten tablet in te nemen zodra ze er aan denkt, ook al zou dit betekenen dat ze twee tabletten tezelfdertijd neemt. Daarna gaat zij verder met het nemen van de volgende tabletten op haar gebruikelijke tijd. De volgende blisterverpakking dient begonnen zodra de vorige leeg is, dus zonder pauze tussen de blisterverpakkingen. Wellicht zal de gebruikster geen dervingsbloeding hebben vóór het einde van de tweede blisterverpakking, maar ze kan spotting of doorbraakbloeding hebben tijdens de dagen dat ze tabletten neemt.
- De vrouw kan eveneens geadviseerd worden met het innemen van de tabletten uit de aangebroken blisterverpakking te stoppen. Daarna dient zij een tabletvrij interval van ten hoogste 7 dagen in te lassen (de dagen dat ze tabletten vergeten is, inbegrepen) en vervolgens verder te gaan met de volgende blisterverpakking.
Als de vrouw tabletten vergeten heeft en zij vervolgens geen dervingsbloeding heeft in het eerste normale tabletvrije interval, dient de mogelijkheid van een zwangerschap overwogen.
Wat te doen in geval van gastro-intestinale aandoeningen?
In het geval van ernstige gastro-intestinale stoornissen, is het mogelijk dat de absorptie niet volledig is en dienen er aanvullende anticonceptieve maatregelen te worden genomen.
Als braken optreedt binnen 3-4 uur na de inname van een tablet geldt hetzelfde advies als bij het vergeten van tabletten dat in rubriek “Wat te doen na het vergeten van tabletten” is gegeven. Als de vrouw haar normale schema van tabletinname niet wil veranderen, moet ze de extra tablet(ten) uit een andere blisterverpakking nemen.
Uitstellen of verschuiven van de maandelijkse bloeding
Om een maandelijkse bloeding uit te stellen dient de vrouw door te gaan met de volgende blisterverpakking zonder een tabletvrije periode. Naar gelang haar wens kan zij met deze blisterverpakking een aantal dagen of tot het einde van de tweede blisterverpakking doorgaan. Tijdens de verlenging kan doorbraakbloeding of spotting optreden. Na de gebruikelijke tabletvrije periode van 7 dagen wordt de normale inname van Femodene hervat.
Om de menstruatie te verschuiven naar een andere dag van de week dan de vrouw gewoon is met het actuele schema, kan men haar aanraden het eerstvolgende tabletvrije interval te verkorten met het aantal gewenste dagen. Hoe korter het interval, hoe groter het risico dat er geen dervingsbloeding optreedt en dat er tijdens de volgende cyclus doorbraakbloeding en spotting optreedt (net als bij het uitstellen van een menstruatie).
Aanvullende informatie over speciale populaties
Pediatrische patiënten
Femodene is alleen geïndiceerd na de menarche.
Geriatrische patiënten
Niet van toepassing. Femodene is niet geïndiceerd na de menopauze.
Patiënten met leverinsufficiëntie
Femodene is gecontra-indiceerd bij vrouwen met een ernstige leverziekte. Zie ook rubriek 4.3 Contra-indicaties.
Patiënten met nierinsufficiëntie
Femodene werd niet specifiek onderzocht bij patiënten met een nierinsufficiëntie. Volgens de beschikbare gegevens hoeft de behandeling niet te worden aangepast in deze patiëntenpopulatie.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Gecombineerde hormonale anticonceptiva mogen in de volgende situaties niet worden gebruikt. Als een van deze toestanden voor het eerst optreedt tijdens het gebruik van het gecombineerd hormonaal anticonceptivum dan moet het product onmiddellijk gestaakt worden.
- Aanwezigheid van of risico op veneuze trombo-embolie (VTE)
- Veneuze trombo-embolie – bestaande VTE (bij antistollingsmiddelen) of eerder doorgemaakte VTE (bijv. diepe veneuze trombose [DVT] of longembolie [PE])
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor veneuze trombo-embolie, bijvoorbeeld APC-resistentie, (waaronder factor V-Leiden), antitrombine‑III-deficiëntie, proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie
- Zware operatie met langdurige immobilisatie (zie rubriek 4.4)
- Een hoog risico van veneuze trombo-embolie door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4)
- Aanwezigheid van of risico op arteriële trombo-embolie (ATE)
- Arteriële trombo-embolie – bestaande arteriële trombo-embolie, eerder doorgemaakte arteriële trombo-embolie (bijv. myocardinfarct) of prodromale aandoening (bijv. angina pectoris)
- Cerebrovasculaire ziekte – bestaande beroerte, eerder doorgemaakte beroerte of prodromale aandoening (bijv. transient ischaemic attack (TIA))
- Bekende erfelijke of verworven predispositie voor arteriële trombo-embolie, bijvoorbeeld hyperhomocysteïnemie en antifosfolipiden-antistoffen (anticardiolipine-antistoffen, lupusanticoagulans)
- Voorgeschiedenis van migraine met focale neurologische symptomen
- Een hoog risico op arteriële trombo-embolie als gevolg van meerdere risicofactoren (zie rubriek 4.4) of door de aanwezigheid van een ernstige risicofactor, zoals:
- diabetes mellitus met vasculaire symptomen
- ernstige hypertensie
- ernstige dislipoproteïnemie
- Ernstige leveraandoening zolang de leverfunctie-waarden niet genormaliseerd zijn
- Aanwezigheid of anamnese van levertumoren (goedaardige of kwaadaardige)
- Aanwezigheid of vermoeden van maligne aandoeningen die door geslachtssteroïden worden beïnvloed (bv. van de geslachtsorganen of de mammae)
- Vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet is vastgesteld.
- Zwangerschap of een vermoeden daarvan.
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Femodene is gecontra-indiceerd voor concomitant gebruik met geneesmiddelen die ombitasvir/paritaprevir/ritonavir en dasabuvir bevatten of geneesmiddelen die glecaprevir/pibrentasvir bevatten (zie rubrieken 4.4 en 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen met Femodene zijn nausea, abdominale pijn, gewichtstoename, hoofdpijn, depressieve stemming, gemoedswijziging, pijn in de borsten, gevoelige borsten. Deze bijwerkingen komen voor bij 1% van de gebruiksters.
De ernstige bijwerkingen zijn arteriële en veneuze trombo-embolie.
Tabel met bijwerkingen
Nevenwerkingen die bij gebruiksters van COAC werden gerapporteerd, maar waarvoor het verband noch bevestigd noch weerlegd werd, zijn*:
Systeem / orgaanklasse | Vaak | Soms | Zelden | Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) |
Oogaandoeningen |
|
| intolerantie voor contactlenzen |
|
Bloedvataandoeningen |
|
| veneuze trombo-embolie, |
|
Maagdarmstelselaandoeningen | nausea, abdominale pijn | braken, diarree |
|
|
Immuunsysteemaandoeningen |
|
| overgevoeligheid | verergering van symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem |
Onderzoeken | gewichtstoename |
| gewichtsafname |
|
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
| vloeistofretentie |
|
|
Zenuwstelselaandoeningen | hoofdpijn | migraine |
|
|
Psychische stoornissen | depressieve stemming, gemoedswijziging | verminderd libido | verhoogd libido |
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | pijn in de borsten, gevoelige borsten | borsthypertrofie | verlies uit de vagina |
|
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| rash, urticaria | erythema nodosum, erythema multiforme |
|
*De tabel vermeldt de meest geschikte MedDRA term (versie 12) om een bepaalde ongewenst effect te beschrijven. Synoniemen of verwante aandoeningen staan niet in de lijst maar men dient er eveneens rekening mee te houden.
** -Geschatte frequentie uit epidemiologische studies die een groep van gecombineerde orale anticonceptiva omvat.
-De termen “veneuze trombo-embolie, arteriële trombo-embolie” vatten de volgende medische termen
samen: perifere diepe veneuze occlusie, trombose en embolie / pulmonaire vasculaire occlusie,
trombose, embolie en infarct / myocardinfarct / cerebraal infarct en beroerte die niet gespecifieerd is
als hemorragisch.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Er is een verhoogd risico waargenomen op arteriële en veneuze trombotische en trombo-embolische voorvallen, waaronder myocardinfarct, beroerte, transiënte ischemische aanvallen, veneuze trombose en longembolie bij vrouwen die gecombineerde hormonale anticonceptiva gebruikten. Hier wordt in rubriek 4.4 dieper op ingegaan.
De bijwerkingen met een zeer lage frequentie of met vertraagde aanvang van de symptomen en die beschouwd worden als gerelateerd aan de groep van gecombineerde orale anticonceptiva, worden hieronder weergegeven (zie ook rubrieken 4.3 “Contra-indicaties” en 4.4 “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”):
Tumoren
• De frequentie van diagnose van borstkanker is iets hoger bij pilgebruiksters. Aangezien borstkanker zelden voorkomt bij vrouwen jonger dan 40 jaar, is de stijging gering ten opzichte van het algemene risico op borstkanker. Het is onbekend of de combinatiepil dit veroorzaakt.
• Levertumoren (benigne en maligne)
Andere aandoeningen
• Vrouwen met hypertriglyceridemie (toegenomen risico op pancreatitis bij gebruik van COAC).
• Hypertensie
• Het optreden of verslechteren van aandoeningen waarvoor geen eenduidig bewijs is dat er een verband bestaat met het gebruik van COAC: aan cholestase gerelateerde geelzucht en/of pruritus; vorming van galstenen; porfyrie; systemische lupus erythematodes; hemolytisch uremisch syndroom; chorea van Sydenham; herpes gestationis; aan otosclerose gerelateerd gehoorverlies, cervix carcinoom.
• Leverfunctiestoornissen
• Veranderingen in de glucosetolerantie of effect op de perifere insulineresistentie.
• Ziekte van Crohn, colitis ulcerosa.
• Chloasma
Interacties
Doorbraakbloedingen en/of falen van de anticonceptie kunnen het resultaat zijn van interacties tussen andere geneesmiddelen (enzyme-inductoren) en orale anticonceptiva (zie rubriek 4.5 “Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie”).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem.
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
B-1000 Brussel Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Luxembourg
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy
ou Division de la pharmacie et des médicaments de la Direction de la santé
Site internet : www.guichet.lu/pharmacovigilance
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bayer SA-NV
Jan Mommaertslaan 14
1831 Diegem (Machelen)
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE143622
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van de goedkeuring van de SKP: 09/2022
[1] Deze incidenties werden geschat op basis van alle epidemiologische onderzoeksgegevens samen, met gebruik van relatieve risico's voor de verschillende producten, vergeleken met levonorgestrelbevattende gecombineerde hormonale anticonceptiva.
[2] Middelste punt van het bereik ('mid-point of range') van 5‑7 per 10.000 vrouwjaren, op basis van een relatief risico voor levonorgestrelbevattende gecombineerde hormonale anticonceptiva versus niet-gebruik van ongeveer 2,3 tot 3,6
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
0619734 | FEMODENE DRAG 3 X 21 | G03AA10 | € 17,5 | - | Ja |
0619742 | FEMODENE DRAG 6 X 21 | G03AA10 | € 30,61 | - | Ja |
2683274 | FEMODENE DRAG 13 X 21 | G03AA10 | € 54,43 | - | Ja |