Samenvatting van de productkenmerken
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Diovane 80 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 80 mg valsartan.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Lichtrode ronde filomhulde tablet, met geslepen kanten, een breukgleuf aan één kant met indruk “D” aan één kant van de breukgleuf en indruk “V” aan de andere kant van de breukgleuf en “NVR aan de andere kant van de tablet”.
De breukstreep is alleen om het breken te vereenvoudigen zodat het inslikken makkelijker gaat en niet voor de verdeling in gelijke doses.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Hypertensie
Behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen en van hypertensie bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar.
Recent myocardinfarct
Behandeling van klinisch stabiele volwassen patiënten met symptomatisch hartfalen of asymptomatische systolische disfunctie van de linkerventrikel na een recent (12 uur – 10 dagen) myocardinfarct (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Hartfalen
Behandeling van volwassen patiënten met symptomatisch hartfalen wanneer angiotensineconverterend-enzym (ACE)-remmers niet worden verdragen of bij patiënten die intolerant zijn voor bètablokkers als add-on therapie bij ACE-remmers wanneer mineralocorticoïdereceptorantagonisten niet ingenomen kunnen worden (zie rubrieken 4.2, 4.4, 4.5 en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Hypertensie
De aanbevolen startdosis Diovane is eenmaal daags 80 mg. Het bloeddrukverlagend effect is binnen 2 weken substantieel aanwezig, en het maximale effect wordt binnen 4 weken bereikt. Bij sommige patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat onder controle is, kan de dosis worden verhoogd tot 160 mg en tot een maximum van 320 mg.
Diovane kan ook met andere antihypertensiva worden toegediend (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). Bij deze patiënten zal de bloeddruk door toevoeging van een diureticum zoals hydrochloorthiazide nog verder dalen.
Recent myocardinfarct
Bij klinisch stabiele patiënten kan al 12 uur na het optreden van het myocardinfarct met de behandeling worden gestart. Na een startdosis van tweemaal daags 20 mg moet valsartan gedurende de daaropvolgende weken worden getitreerd naar tweemaal daags 40 mg, 80 mg en 160 mg. De startdosis wordt geleverd door de deelbare tablet van 40 mg.
De maximale streefdosis is tweemaal daags 160 mg. Over het algemeen wordt aanbevolen dat patiënten twee weken na de start van de behandeling een dosisniveau bereiken van tweemaal daags 80 mg en dat de maximale streefdosis van tweemaal daags 160 mg na drie maanden is bereikt, afhankelijk van de verdraagbaarheid bij de patiënt. Indien symptomatische hypotensie of renale disfunctie optreedt, moet een dosisverlaging worden overwogen.
Valsartan kan worden gebruikt bij patiënten die met andere postmyocardinfarct-therapieën worden behandeld, zoals trombolytica, acetylsalicylzuur, bètablokkers, statinen en diuretica. De combinatie met ACE-remmers wordt niet aanbevolen (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Bij patiënten die een myocardinfarct hebben doorgemaakt moet beoordeling van de nierfunctie altijd onderdeel van de evaluatie uitmaken.
Hartfalen
De aanbevolen startdosis Diovane is tweemaal daags 40 mg. Het titreren tot tweemaal daags 80 mg en 160 mg moet plaatsvinden met telkens een interval van minimaal twee weken, tot de hoogste dosis die door de patiënt wordt verdragen. Hierbij moet worden overwogen of de dosis van gelijktijdig ingenomen diuretica moet worden verlaagd. De maximale dagelijkse dosis die in klinisch onderzoek is toegediend is 320 mg, verdeeld over meerdere doses.
Valsartan mag worden toegediend met andere behandelingen voor hartfalen. De drievoudige combinatie van een ACE-remmer, valsartan en een bètablokker of een kaliumsparend diureticum wordt echter niet aanbevolen (zie rubrieken 4.4 en 5.1). De evaluatie van patiënten met hartfalen moet altijd een beoordeling van de nierfunctie omvatten.
Aanvullende informatie over speciale populaties
Ouderen
Bij oudere patiënten is geen aanpassing van de dosis noodzakelijk.
Patiënten met een nierfunctiestoornis
Gewoonlijk is geen dosisaanpassing noodzakelijk bij volwassen patiënten met een creatinineklaring > 10 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Patiënten met een leverfunctiestoornis
Diovane is gecontra-indiceerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, galcirrose en bij patiënten met cholestase (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.2). Bij patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis zonder cholestasis mag de dosis valsartan niet hoger zijn dan 80 mg.
Pediatrische patiënten
Pediatrische hypertensie
Voor kinderen en adolescenten die geen tabletten kunnen doorslikken, wordt het gebruik van Diovane drank aanbevolen. De systemische blootstelling en piekplasmaconcentratie van valsartan zijn ongeveer een factor 1,7 respectievelijk 2,2 hoger bij gebruik van de oplossing in vergelijking met de tabletten.
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar
Voor Diovane tabletten is de startdosis eenmaal daags 40 mg voor kinderen lichter dan 35 kg en eenmaal daags 80 mg voor kinderen die 35 kg of meer wegen. De dosis dient aangepast te worden op basis van de reactie van de bloeddruk en de verdraagbaarheid. Voor maximum doses, zoals bestudeerd tijdens klinische studies, zie onderstaande tabel.
Hogere doses dan aangegeven zijn niet bestudeerd en worden daarom niet aanbevolen.
Gewicht | Maximumdosis van tablet bestudeerd in klinische studies |
≥ 18 kg tot < 35 kg | 80 mg |
≥ 35 kg tot < 80 kg | 160 mg |
≥ 80 kg tot ≤ 160 kg | 320 mg |
Voor kinderen die al vóór de leeftijd van zes jaar met valsartan zijn gestart, raadpleeg de dosering voor Diovane drank (Kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar).
Kinderen jonger dan 6 jaar
Voor kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 5 jaar en voor hen die moeite hebben met het doorslikken van de tablet, wordt Diovane drank aanbevolen.Beschikbare gegevens zijn beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2. De veiligheid en werkzaamheid van Diovane bij kinderen jonger dan 1 jaar zijn niet vastgesteld.
Overschakelen van Diovane drank op Diovane tabletten
Als overschakeling van Diovane drank op Diovane tabletten klinisch essentieel wordt geacht, moet in eerste instantie dezelfde dosis in milligram worden toegediend. Vervolgens moet de bloeddruk regelmatig gecontroleerd worden, waarbij rekening moet worden gehouden met mogelijke onderdosering, en moet de dosis verder getitreerd worden op basis van bloeddrukrespons en verdraagbaarheid.
Gebruik bij pediatrische patiënten met nierfunctiestoornis in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar
Gebruik bij pediatrische patiënten met een creatinineklaring van < 30 ml/min en bij pediatrische dialysepatiënten werd niet onderzocht; daarom wordt valsartan niet aanbevolen voor deze patiënten. Een dosisaanpassing voor pediatrische patiënten met een creatinineklaring van > 30 ml/min is niet nodig. De nierfunctie en de serum kalium spiegel dienen scherp gecontroleerd te worden (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gebruik bij pediatrische patiënten met leverfunctiestoornis in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar
Net als bij volwassenen, is Diovane gecontra-indiceerd bij pediatrische patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, galcirrose en bij patiënten met cholestase (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.2). Er is weinig klinische ervaring met Diovane bij pediatrische patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis. De dosis valsartan mag bij deze patiënten niet hoger zijn dan 80 mg.
Pediatrisch hartfalen en recent myocardinfarct
Diovane wordt niet aanbevolen voor de behandeling van hartfalen of recent myocardinfarct bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar, wegens het ontbreken van gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.
Wijze van toediening
Diovane kan onafhankelijk van een maaltijd worden ingenomen en moet met water worden ingenomen.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Ernstige leverfunctiestoornis, biliaire cirrose en cholestase.
- Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.4. en 4.6)
- Het gelijktijdig gebruik van Diovane met aliskiren-bevattende producten is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR <60 ml/min/1,73m2) (zie rubrieken 4.5 en 5.1).
4.8 Bijwerkingen
In gecontroleerde klinische onderzoeken met volwassen patiënten met hypertensie was de totale incidentie van bijwerkingen vergelijkbaar met die in de placebogroep en is consistent met de farmacologie van valsartan. De incidentie van bijwerkingen bleek niet gerelateerd te zijn aan de dosis of behandelingsduur en toonde ook geen verband met geslacht, leeftijd of ras.
De bijwerkingen die zijn gemeld in klinisch onderzoek, postmarketing ervaring en laboratoriumbevindingen zijn hieronder vermeld, ingedeeld naar systeem/orgaanklasse.
Bijwerkingen
De bijwerkingen zijn in volgorde van frequentie gerangschikt, de meest voorkomende bijwerkingen eerst, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000) zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen iedere frequentiegroep zijn de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Voor alle bijwerkingen die zijn gemeld vanuit post-marketing ervaring en laboratoriumbevindingen is het niet mogelijk om een bijwerkingenfrequentie te bepalen en daarom is bij deze bijwerkingen bij frequentie 'niet bekend' vermeld.
- Hypertensie
Bloed‑ en lymfestelselaandoeningen | |
Niet bekend | Daling van de hemoglobinewaarde, daling van de hematocrietwaarde, neutropenie, trombocytopenie |
Immuunsysteemaandoeningen | |
Niet bekend | Overgevoeligheid inclusief serumziekte |
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen | |
Niet bekend | Stijging van de kaliumspiegel in serum, hyponatriëmie |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | |
Soms | Vertigo |
Bloedvataandoeningen | |
Niet bekend | Vasculitis |
Ademhalingsstelsel‑, borstkas‑ en mediastinumaandoeningen | |
Soms | Hoesten |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Soms | Buikpijn |
Lever- en galaandoeningen | |
Niet bekend | Verhoging van de leverfunctiewaarden inclusief een stijging van de bilirubinewaarde in serum |
Huid‑ en onderhuidaandoeningen | |
Niet bekend | Angio-oedeem, dermatitis bullosa, huiduitslag, pruritus |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen | |
Niet bekend | Myalgie |
Nier‑ en urinewegaandoeningen | |
Niet bekend | Nierfalen en nierfunctiestoornis, verhoging van de creatininewaarde in serum |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Soms | Vermoeidheid |
Pediatrische patiënten
Hypertensie
Het bloeddrukverlagend effect van valsartan werd beoordeeld in twee gerandomiseerde, dubbelblinde klinische studies (elk gevolgd door een vervolgperiode of -studie) en één open-label studie. Aan deze studies namen 711 pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar deel met en zonder chroniche nierinsufficiëntie, van wie er 560 valsartan ontvingen. Met uitzondering van geisoleerde gevallen van gastrointestinale aandoeningen (zoals buikpijn, misselijkheid en braken) en duizeligheid, werden er geen verschillen in type, frequentie en ernst van bijwerkingen opgemerkt tussen het veiligheidsprofiel voor pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar en het profiel eerder gerapporteerd voor volwassen patiënten.
Neurocognitieve en ontwikkelingsbeoordeling van pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot 16 jaar toonde geen algehele klinisch relevante negatieve impact na behandeling met Diovane tot maximaal een jaar.
Er werd een samengevoegde analyse uitgevoerd van 560 pediatrische patiënten met hypertensie (in de leeftijd van 6-17 jaar) die valsartan als monotherapie [n=483] of een antihypertensieve combinatietherapie met valsartan [n=77] ontvingen. Van de 560 patiënten hadden er 85 (15,2%) chronische nierinsufficiëntie (GFR op de baseline < 90 ml/min/1,73 m2). In totaal stopten 45 (8,0%) patiënten met een studie vanwege bijwerkingen. In totaal hadden 111 (19,8%) patiënten een bijwerking, waarbij hoofdpijn (5,4%), duizeligheid (2,3%) en hyperkaliëmie (2,3%) het vaakst voorkwamen. Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kwamen hyperkaliëmie (12,9%), hoofdpijn (7,1%), een verhoogd creatininegehalte in het bloed (5,9%) en hypotensie (4,7%) het vaakst voor als bijwerking. Bij patiënten zonder chronische nierinsufficiëntie kwamen hoofdpijn (5,1%) en duizeligheid (2,7%) het vaakst voor als bijwerking. Bij patiënten die valsartan in combinatie met andere antihypertensieve medicijnen ontvingen werden vaker bijwerkingen waargenomen dan bij patiënten die alleen valsartan ontvingen.
Het bloeddrukverlagende effect van valsartan bij kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar is beoordeeld in drie gerandomiseerde, dubbelblinde klinische studies (elk gevolgd door een vervolgperiode). In de eerste studie bij 90 kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar werden twee sterfgevallen en geïsoleerde gevallen van duidelijke verhoging van levertransaminasen waargenomen. Deze gevallen traden op in een populatie die significante comorbiditeiten vertoonde. Een relationeel verband met Diovane is niet vastgesteld. In de twee latere studies waarbij 202 kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar werden gerandomiseerd, traden geen significante verhogingen van levertransaminasen of sterfgevallen op bij de behandeling met valsartan.
In een samengevoegde analyse van de twee latere studies bij 202 kinderen met hypertensie (in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar) ontvingen alle patiënten valsartan als monotherapie in de dubbelblinde perioden (behalve in de wachttijd waarin een placebo werd gebruikt). Van hen gingen 186 patiënten door in een vervolgstudie of een open-label periode. Van de 202 patiënten hadden er 33 (16,3%) chronische nierinsufficiëntie (GFR op de baseline < 90 ml/min). In de dubbelblinde periode zetten twee patiënten (1%) het onderzoek niet voort vanwege een bijwerking en in de open-label periode of vervolgperiode zetten vier patiënten (2,1%) het onderzoek niet voort vanwege een bijwerking. In de dubbelblinde periode hadden 13 (7,0%) patiënten ten minste één bijwerking. De meest voorkomende bijwerkingen waren braken n=3 (1,6%) en diarree n=2 (1,1%). Er was één bijwerking (diarree) in de groep met chronische nierinsufficiëntie. In de open-label periode had 5,4% van de patiënten (10/186) ten minste één bijwerking. De meest voorkomende bijwerking was verminderde eetlust, waarvan twee patiënten (1,1%) melding maakten. In zowel de dubbelblinde periode als de open-label periode werd bij één patiënt in elke periode hyperkaliëmie opgemerkt. Er waren geen gevallen van hypertensie of duizeligheid in de dubbelblinde periode of de open-label periode.
Hyperkaliëmie werd vaker waargenomen bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 1 tot jonger dan 18 jaar met onderliggende chronische nierinsufficiëntie. Het risico op hyperkaliëmie is mogelijk hoger bij kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 5 jaar in vergelijking met kinderen in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar.
Het veiligheidsprofiel dat in gecontroleerd klinisch onderzoek wordt gezien bij volwassen patiënten met post-myocardinfarct en/of hartfalen wijkt af van het totale veiligheidsprofiel dat bij hypertensieve patiënten wordt gezien. Dit kan samenhangen met de onderliggende ziekte van de patiënt. De bijwerkingen die bij volwassen patiënten met post-myocardinfarct en/of hartfalen optraden, worden hieronder vermeld.
- Post-myocardinfarct en/of hartfalen (alleen bij volwassen patiënten bestudeerd)
Bloed‑ en lymfestelselaandoeningen | |
Niet bekend | Trombocytopenie |
Immuunsysteemaandoeningen | |
Niet bekend | Overgevoeligheid inclusief serumziekte |
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen | |
Soms | Hyperkaliëmie |
Niet bekend | Stijging van de kaliumspiegel in serum, hyponatriëmie |
Zenuwstelselaandoeningen |
|
Vaak | Duizeligheid, posturale duizeligheid |
Soms | Syncope, hoofdpijn |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | |
Soms | Vertigo |
Hartaandoeningen | |
Soms | Hartfalen |
Bloedvataandoeningen | |
Vaak | Hypotensie, orthostatische hypotensie |
Niet bekend | Vasculitis |
Ademhalingsstelsel‑, borstkas‑ en mediastinumaandoeningen | |
Soms | Hoesten |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Soms | Misselijkheid, diarree |
Lever- en galaandoeningen | |
Niet bekend | Verhoging van de leverfunctiewaarden |
Huid‑ en onderhuidaandoeningen | |
Soms | Angioedeem |
Niet bekend | Dermatitis bullosa, uitslag, pruritus |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen | |
Niet bekend | Myalgie |
Nier‑ en urinewegaandoeningen | |
Vaak | Nierfalen en verminderde nierfunctie |
Soms | Acuut nierfalen, verhoging van de creatininewaarde in serum |
Niet bekend | Stijging van de ureumwaarde in bloed |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Soms | Asthenie, vermoeidheid |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België |
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten |
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
NOVARTIS PHARMA NV, Medialaan 40, bus 1, 1800 Vilvoorde, België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE296414
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
12/2024
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1729110 | DIOVANE 80 COMP PELL 28 X 80 MG | C09CA03 | € 13 | - | Ja | € 2,52 | € 1,51 |
1729326 | DIOVANE 80 COMP PELL 56 X 80 MG | C09CA03 | € 17,5 | - | Ja | € 4,04 | € 2,42 |