SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DEPO-MEDROL + Lidocaïne 40 mg/ml + 10 mg/ml, suspensie voor injectie.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
De werkzame stoffen zijn methylprednisolonacetaat en lidocaïnehydrochloridemonohydraat.
DEPO-MEDROL + Lidocaïne bevat 40 mg methylprednisolonacetaat en 10 mg lidocaïnehydrochloridemonohydraat in 1 ml suspensie voor injectie.
Hulpstof met bekend effect:
DEPO-MEDROL + Lidocaïne 40 mg/ml + 10 mg/ml bevat 8,7 mg benzylalcohol in elke 1 ml injectieflacon en 17,4 mg benzylalcohol in elke 2 ml injectieflacon, overeenkomend met 8,7 mg/ml benzylalcohol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Glucocorticoïden dienen als zuiver symptomatische behandeling beschouwd te worden.
VOOR INTRASYNOVIALE, PERIARTICULAIRE OF INTRABURSALE TOEDIENING (zie rubriek 4.4).
DEPO‑MEDROL + Lidocaïne is aangewezen als adjuvante behandeling voor kortstondig gebruik (om de patiënt over een acute episode of exacerbatie heen te helpen) bij:
synovitis bij osteoartritis
reumatoïde artritis
acute en subacute bursitis
acute artritis bij jicht
epicondylitis
acute aspecifieke tenosynovitis
posttraumatische osteoartritis
Een infiltratie met DEPO‑MEDROL + Lidocaïne kan ook nuttig zijn ter behandeling van cystische tumoren, aponeuroses of tendinitis (ganglia).
DEPO‑MEDROL + Lidocaïne is geïndiceerd bij volwassenen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Een behandeling met DEPO‑MEDROL + Lidocaïne maakt de conventionele behandeling geenszins overbodig. Het verbetert de symptomen, maar is niet curatief en heeft geen invloed op de oorzaak van de ontsteking.
- REUMATOIDE ARTRITIS EN OSTEOARTRITIS
De dosis voor intra‑articulaire toediening hangt af van de grootte van het gewricht en varieert naargelang van de ernst van de toestand van elke individuele patiënt. In chronische gevallen kunnen de injecties herhaald worden met een interval van één tot vijf weken of meer, afhankelijk van de verlichting na de eerste injectie. De volgende tabel geldt als leidraad:
Grootte van het gewricht | Voorbeelden | Dosisbereik |
Groot | Knieën | 20 tot 80 mg |
Medium | Ellebogen | 10 tot 40 mg |
Klein | Metacarpofalangeaal | 4 tot 10 mg |
Grondige kennis van de anatomie van het gewricht is wenselijk vooraleer tot intra‑articulaire injectie over te gaan. Om volledige anti‑inflammatoire werking te bekomen, is het belangrijk dat de injectie in de synoviale holte toegediend wordt. Men past dezelfde steriele techniek toe als voor een lumbale punctie. Een steriele naald van 20 tot 24 gauge (op een lege injectiespuit) wordt snel in de synoviale holte ingebracht. Door enkele druppels van de gewrichtsvloeistof te aspireren, is men zeker dat de naald in de gewrichtsholte zit. De geschikte plaats voor de injectie is deze waar de synoviale holte het meest aan de oppervlakte komt en waar de minste vaten en zenuwen liggen. Wanneer de naald op haar plaats zit, dient de aspiratiespuit te worden verwijderd en te worden vervangen door een tweede spuit met de gewenste hoeveelheid DEPO‑MEDROL + Lidocaïne. Er wordt een beetje synoviaal vocht opgetrokken om zich ervan te vergewissen dat de naald nog steeds op haar plaats in de synoviale holte zit. Na injectie wordt het gewricht enkele keren zacht bewogen om de vermenging van synoviaal vocht en suspensie te bevorderen. De injectieplaats wordt daarna met een steriel verband bedekt.
De volgende gewrichten komen in aanmerking voor intra‑articulaire injectie: knie-, enkel-, pols-, elleboog-, schouder-, vinger‑ en heupgewrichten. Daar het soms moeilijk is het heupgewricht binnen te dringen, moeten voorzorgen genomen worden om grote bloedvaten te vermijden. De gewrichten die niet in aanmerking komen voor intra-articulaire injecties zijn gewrichten die anatomisch niet bereikbaar zijn zoals de spinale gewrichten en gewrichten zoals het sacro‑iliacale gewricht die geen synoviale holte bezitten. Mislukte behandelingen zijn meestal toe te schrijven aan een infiltratie buiten de synoviale holte. Injectie in het omringend weefsel is van weinig of geen nut. Als de behandeling geen resultaat geeft wanneer de injectie in de synoviale holte werd gegeven (bewezen door aspiratie van gewrichtsvloeistof), is het vaak nutteloos de injecties te herhalen. Lokale therapie beïnvloedt het onderliggend ziekteproces niet en moet zo mogelijk aangevuld worden met fysiotherapie en orthopedische correctie.
- BURSITIS
De injectieplaats moet zorgvuldig worden gereinigd en geïnfiltreerd met een oplossing van 1% procaïnehydrochloride. Met een lege spuit (naald kaliber 20 tot 24 gauge) wordt het vocht uit de bursa geaspireerd. Terwijl de naald ter plaatse blijft, wordt de aspiratiespuit vervangen door een spuitje dat de gewenste dosis bevat. Na injectie wordt de naald verwijderd en wordt een verbandje aangelegd.
- VARIA: GANGLIA, TENDINITIS, EPICONDYLITIS
Bij aandoeningen zoals tendinitis of tenosynovitis moet erop gelet worden de suspensie in de peesschede en niet in de pees zelf in te spuiten. In gestrekte toestand is de pees goed palpeerbaar. Bij het behandelen van aandoeningen zoals epicondylitis moet de pijnlijkste plek zorgvuldig bepaald worden, waarna de suspensie daar geïnfiltreerd wordt. In de ganglia van de peesscheden moet de suspensie rechtstreeks in de cyste ingespoten worden.
Naargelang van de ernst van de aandoening kan de dosis variëren van 4 tot 30 mg. Bij recurrerende of chronische gevallen kunnen herhaalde inspuitingen noodzakelijk blijken. Bij elke injectie moeten de gebruikelijke steriele voorzorgsmaatregelen worden gerespecteerd (aanbrengen van een geschikt antisepticum op de huid).
Pediatrische patiënten
DEPO‑MEDROL + Lidocaïne is niet onderzocht bij pediatrische patiënten.
DEPO‑MEDROL + Lidocaïne is gecontra-indiceerd voor gebruik bij premature of voldragen pasgeboren baby’s (in de leeftijd van 0 tot 4 weken) (zie rubriek 4.3).
DEPO‑MEDROL + Lidocaïne mag alleen worden gebruikt als dit noodzakelijk is en er geen andere oplossing mogelijk is (zie rubriek 4.4).
Wijzen van toediening
Intrasynoviaal, periarticulair en intrabursaal
Intra‑ en sublesionaal
DEPO-MEDROL + Lidocaïne mag niet toegediend worden via andere toedieningswegen dan deze vermeld onder ‘4.1 Therapeutische indicaties’ (zie ook in de rubriek 4.4 de paragraaf over bijwerkingen gemeld bij gecontra-indiceerde toedieningswegen).
4.3 Contra‑indicaties
Overgevoeligheid voor methylprednisolonacetaat, lidocaïnehydrochloridemonohydraat, lokale anesthetica van het amide type of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Intrathecale toediening
Intraveneuze toediening
Epidurale toediening
Intranasale en oftalmische toediening en diverse injectieplaatsen (schedelhuid, orofarynx, ganglion sphenopalatinus)
Systemische schimmelinfecties
Toediening aan premature of voldragen pasgeboren baby’s (zie rubrieken 4.2 en 4.4 – pediatrische patiënten)
4.8 Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen en gemeld tijdens behandeling met DEPO-MEDROL + Lidocaïne met de volgende frequenties:
Vaak (≥ 1/100, < 1/10)
Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
A. Bijwerkingen die optreden met methylprednisolonacetaat:
De volgende bijwerkingen werden gemeld met de volgende gecontra-indiceerde toedieningswegen:
Intrathecale/epidurale toedieningsweg: arachnoïditis, functionele gastro-intestinale stoornissen, blaasstoornissen, hoofdpijn, meningitis, paraparese/paraplegie, convulsies, zintuiglijke stoornissen.
De frequentie van deze bijwerkingen is niet bekend.
Intranasale toedieningsweg: tijdelijke of permanente visusstoornissen gaande tot blindheid, allergische reacties, rinitis.
Oftalmische toedieningsweg: tijdelijke of definitieve visusstoornissen gaande tot blindheid, verhoogde intraoculaire druk, oculaire en peri-oculaire ontsteking en allergische reacties, infecties, residu of atrofie ter hoogte van de injectieplaats.
Diverse injectieplaatsen: (schedelhuid, orofarynx, ganglion sphenopalatinus): blindheid.
Systeem/orgaanklassen | Frequentie | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Vaak | Infecties |
Frequentie niet bekend | Opportunistische infectie, gemaskeerde infecties, activatie van latente infecties, peritonitis | |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Frequentie niet bekend | Hyperleukocytose |
Immuunsysteemaandoeningen | Frequentie niet bekend | Overgevoeligheid, anafylactische reactie |
Endocriene aandoeningen | Vaak | Cushing-syndroom |
Frequentie niet bekend | Hypothalamus-hypofyse-bijnieras onderdrukking, steroïd-ontwenningssyndroom | |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Vaak | Vochtretentie, natriumretentie, veranderde glucosetolerantie, verhoogde insulinebehoefte (of verhoogde behoefte aan orale hypoglykemische middelen bij diabetici), reactivatie van latente diabetes |
Frequentie niet bekend | Hyperkaliëmische alkalose, dyslipidemie, gestimuleerde eetlust (wat kan leiden tot gewichtstoename), lipomatose | |
Psychische stoornissen | Vaak | Affectieve stoornis (euforische stemming, depressieve stemming), stemmingswisselingen, abnormaal gedrag, insomnia |
Frequentie niet bekend | Affectieve stoornis (zoals affectlabiliteit, psychologische afhankelijkheid, zelfmoordgedachten), psychotische stoornis (zoals manie, waandenkbeelden, hallucinaties en verergering van schizofrenie), verwarde toestand, mentale stoornissen, angst, persoonlijkheidsverandering | |
Zenuwstelselaandoeningen | Frequentie niet bekend | Toegenomen intracraniale druk (met papiloedeem [benigne intracraniale hypertensie]), convulsies, amnesie, cognitieve stoornissen, duizeligheid, hoofdpijn, epidurale lipomatose |
Oogaandoeningen | Vaak | Cataract, glaucoom |
| Frequentie niet bekend | Exoftalmie, zeldzame gevallen van blindheid gepaard gaande met intralesionale behandeling van het gezicht en hoofd, centrale sereuze chorioretinopathie, wazig zien (zie ook rubriek 4.4) |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Frequentie niet bekend | Vertigo |
Hartaandoeningen | Frequentie niet bekend | Congestief hartfalen (bij gevoelige patiënten), myocardruptuur na myocardinfarct |
Bloedvataandoeningen | Vaak | Hypertensie |
Frequentie niet bekend | Trombose, hypotensie, overmatig blozen | |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Frequentie niet bekend | Longembolie, hik, aanhoudende hik bij hoge dosissen corticosteroïden |
Maagdarmstelselaandoeningen | Vaak | Ulcus pepticum* |
Frequentie niet bekend | Maagbloeding, darmperforatie, pancreatitis, ulceratieve oesofagitis, oesofagitis, abdominale pijn, opgezette buik, diarree, dyspepsie, misselijkheid | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Vaak | Ecchymose, acne |
Frequentie niet bekend | Angio-oedeem, petechiën, huidatrofie, huidstriae, hyperpigmentatie van de huid, hypopigmentatie van de huid, hirsutisme, huiduitslag, erytheem, pruritus, urticaria, hyperhidrose | |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Vaak | Groeiremming, osteoporose, spierzwakte |
Frequentie niet bekend | Osteonecrose, pathologische fractuur, spieratrofie, myopathie, Charcot-artropathie, artralgie, myalgie, pijnopflakkering na injectie (na intra-articulaire, peri-articulaire en peesschede-injecties)a | |
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen | Frequentie niet bekend | Onregelmatige menstruatie |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissens | Vaak | Vertraagde wondheling, perifeer oedeem, prikkelbaarheid |
Frequentie niet bekend | Reacties op de plaats van de injectie, vermoeidheid, malaise, steriel abces, infecties op de plaats van de injectie na niet-steriele toediening. Bij in situ toediening: dermale en subdermale atrofie, inzinkingen van de huid op de plaats van de injectie | |
Onderzoeken | Vaak | Afgenomen bloedkalium |
| Frequentie niet bekend | Verhoogd alanine-aminotransferase, verhoogd aspartaataminotransferase, verhoogd bloedalkalinefosfatase, verhoogde intraoculaire druk, afgenomen glucosetolerantie, verhoogd calciumgehalte in urine, onderdrukking van reacties op huidtesten, verhoogd bloedureum, negatieve stikstofbalans (als gevolg van proteïnekatabolisme) |
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties | Frequentie niet bekend | Peesscheur (voornamelijk van de achillespees), vertebrale compressiefractuur |
*perforatie als gevolg van ulcus pepticum, bloeding als gevolg van ulcus pepticum
a geen MedDRA-voorkeursterm
B. Bijwerkingen die optreden met lidocaïne:
Systeem/orgaanklassen | Frequentie | Bijwerkingen |
Immuunsysteemaandoeningen | Frequentie niet bekend | Anafylactische reactie |
Psychische stoornissen | Vaak | Verwarde toestand, euforische stemming, nervositeit, angst |
Zenuwstelselaandoeningen | Vaak | Bewustzijnsverlies, convulsies, hypo-esthesie, tremor, slaperigheid, duizeligheid |
| Frequentie niet bekend | Nerveuze tics, stijfheid |
Oogaandoeningen | Vaak | Diplopie, wazig zien |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | Vaak | Oorsuizen |
Hartaandoeningen | Vaak | Bradycardie |
Bloedvataandoeningen | Vaak | Hypotensie |
| Frequentie niet bekend | Circulatoire collaps, hartstilstand |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Vaak | Ademhalingsstilstand, ademhalingsdepressie |
Maagdarmstelselaandoeningen | Vaak | Braken |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Frequentie niet bekend | Huidletsels, netelroos |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Vaak | Spiertrekkingen |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissens | Vaak | Oedeem, gevoel van koude, gevoel van warmte |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be - Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer NV/SA., Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
DEPO-MEDROL+Lidocaïne 40 mg/ml + 10 mg/ml, suspensie voor injectie (injectieflacons van 1 ml): BE094692
DEPO-MEDROL+Lidocaïne 40 mg/ml + 10 mg/ml, suspensie voor injectie (injectieflacons van 2 ml): BE094586
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
10/2024
24J18
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0108555 | DEPO-MEDROL LIDOC 40MG VIAL 40MG/ML 1 X 1 ML | H02AB04 | € 10,72 | - | Ja | € 1,75 | € 1,05 |
0108571 | DEPO-MEDROL LIDOC 80MG VIAL 40MG/ML 1 X 2 ML | H02AB04 | € 15,39 | - | Ja | € 3,32 | € 1,99 |
0108670 | DEPO-MEDROL LIDOC 40MG VIAL 40MG/ML 3 X 1 ML | H02AB04 | € 19,46 | - | Ja | € 4,7 | € 2,82 |