SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Clomid 50 mg tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat als actieve stof 50 mg clomifeencitraat.
Hulpstoffen met bekend effect: lactosemonohydraat 67,5 mg per tablet; sacharose 67,5 mg per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Clomifeencitraat is aangewezen voor de behandeling van anovulatoire onvruchtbaarheid resulterend uit functionele afwijkingen van hypothalamus-hypofyse-as (vb. normogonadotrofische anovulatie, polycystisch ovariumsyndroom) bij vrouwen met een zwangerschapswens.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De aanbevolen dosis voor de eerste behandelingscyclus met clomifeencitraat bedraagt 50 mg (1 tablet) per dag gedurende 5 dagen.
Bij patiënten die geen recente baarmoederbloeding hebben gehad, kan de behandeling op eender welk ogenblik worden ingesteld.
Een gynaecologisch onderzoek is nodig vooraleer de behandeling in te stellen.
Bij spontane of met progestativa of oestroprogestativa geïnduceerde menstruatie moet het schema van 50 mg per dag gedurende 5 dagen worden ingesteld op of rond de 5de dag van de cyclus.
Indien bij deze dosis een ovulatie optreedt, heeft het geen zin de dosis bij de volgende behandelingscycli te verhogen.
De doeltreffendheid van de behandeling (inductie van een ovulatie) wordt klassiek geëvalueerd aan de hand van de temperatuurcurve. De basale temperatuur stijgt na de ovulatie en dit gedurende 10 tot 14 dagen. Andere mogelijkheden zijn de meting van het plasmaprogesterongehalte in het midden van de luteale fase alsook de echografische visualisatie van de pre-ovulatoire follikel.
Als na de eerste behandelingscyclus geen ovulatie heeft plaatsgevonden, wordt aanbevolen 100 mg per dag (2 tabletten van 50 mg in één inname) gedurende 5 dagen te nemen. Deze cyclus kan worden ingesteld vanaf de 30ste dag van de vorige cyclus.
De dosis mag niet meer dan 100 mg per dag bedragen en de behandeling mag niet langer dan 5 dagen duren.
Het wordt niet aanbevolen de behandeling verder te zetten bij de patiënten, die ondanks een verhoging van de dosis, geen tekenen van ovulatie vertonen.
Men kan niet genoeg herhalen hoe belangrijk het is de coïtus (geslachtsgemeenschap) te laten samenvallen met de periode van vermoede vruchtbaarheid.
Het onderzoek van het cervixslijm kan nuttig zijn, vooral als men de ovulatie wil laten samenvallen met een kunstmatige bevruchting.
De doeltreffendheid en veiligheid van clomifeen voor meer dan 6 behandelingscycli werden niet aangetoond.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Zwangerschap :
Clomifeencitraat is tegenaangewezen tijdens de zwangerschap.
Leverinsufficiëntie :
Clomifeencitraat is tegenaangewezen bij patiënten met leverlijden of antecedenten van leverstoornissen.
Abnormale baarmoederbloedingen :
Clomifeencitraat is tegenaangewezen bij patiënten met een abnormale bloeding van onbekende oorsprong.
Ovariumcysten
Clomid mag niet worden toegediend in aanwezigheid van een ovariumcyste, behalve in geval van polycystische ovaria, aangezien de cyste dan nog groter zou kunnen worden. Voor elke behandelingskuur moeten de patiënten onderzocht worden op de eventuele aanwezigheid van een ovariumcyste.
Organisch intracranieel letsel zoals een hypofysetumor.
Niet-beheerste schildklier- of bijnierfunctiestoornis.
Oestrogeenafhankelijke neoplasieën.
Voorgeschiedenis van significante visuele stoornissen gerelateerd aan het gebruik van Clomid en die medisch bevestigd zijn (vorige of huidige behandelingen) (zie rubriek 4.4).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Tijdens de klinische studies is gebleken dat de bijwerkingen frequenter voorkomen met de hoogste doses. De meest voorkomende bijwerkingen zijn: een vergroting van de ovaria (13,6%), vasomotorische flushes (10,4 %) en last in de buik en het kleine bekken (uitzetting, zwelling) (5,5 %), misselijkheid en braken (2,2%), last in de borsten (2,1%), visuele symptomen (1,5%), en intermenstruele spotting of menorragie (1,3%). Meer ernstige bijwerkingen, zoals het optreden of verergeren van endocrien gerelateerde of – afhankelijke tumoren/neoplasmata, eventueel irreversibele oogaandoeningen, ovariële hyperstimulatie, meervoudige zwangerschap, ectopische zwangerschap, komen slechts sporadisch, zeer zelden of zelden voor.
Lijst met bijwerkingen
De volgende CIOMS frequenties worden gebruikt, indien van toepassing:
zeer vaak (≥1/10) ; vaak (≥1/100 , <1/10) ; soms (≥1/1000 , < 1/100) ; zelden (≥1/10.000 , < 1/1000 ; zeer zelden (<1/10.000) of frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecifieerd (inclusief cysten en poliepen)
Zeer zelden: optreden of verergeren van endocrien gerelateerde of – afhankelijke tumoren/neoplasmata.
Immuunsysteemaandoeningen
Frequentie niet bekend: overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie en angio-oedeem (zie rubriek 4.4)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Frequentie niet bekend: gewichtstoename, hypertriglyceridemie soms vergezeld met pancreatitis
Psychische stoornissen
Frequentie niet bekend: angst, depressie, verstoring van de gemoedstoestand (inclusief wisselende gemoedstoestanden en prikkelbaarheid), zenuwachtigheid, insomnia
Zenuwstelselaandoeningen
Zelden: convulsies
Frequentie niet bekend: voorbijgaande paresthesie en duizeligheid
Oogaandoeningen
Soms: wazig zicht, flikkerscotomen (vlekken of flitsen), fosfenen
Zelden: cataract, optische neuritis
Frequentie niet bekend: verminderde gezichtsscherpte, diplopie, oogpijn, accomodatiestoornissen, optische ischemische neuropathie, netvliesloslating, centrale occlusie van de netvliesader, glasvochtloslating, nabeelden, electroretinografische veranderingen, spasmen van de retinale arteriola, loslaten van het achterste gedeelte van het glasachtig lichaam.
Hartaandoeningen
Frequentie niet bekend: tachycardie, palpitaties
Bloedvataandoeningen
Frequentie niet bekend: vasomotorische stoornissen van het gelaat
Maagdarmstelselaandoeningen
Frequentie niet bekend: digestieve intolerantie, pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
Frequentie niet bekend: BSP-retentie, verhoogde transaminasen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zeer zelden: alopecia reversibel met het stopzetten van de behandeling
Frequentie niet bekend: dermatitis, urticaria, huiduitslag, allergische reacties, ecchymosen
Nier en urinewegaandoeningen
Frequentie niet bekend: pollakisurie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms: bij hogere doses: sterke ovariële hyperstimulatie, ontwikkeling of toename van een cyste, ontwikkeling of verergering van een voorafbestaande ovariële endometriose
Zelden: bij de aanbevolen dosis :ovariële hyperstimulatie
Frequentie niet bekend: spanning in de borsten, hypermenorroe, intermenstruele bloedingen, onvoldoende productie van baarmoederhalsslijm, abdominale last, toegenomen cyclische pijn van ovariële oorsprong (Mittelschmerz), multipele zwangerschappen, inclusief simultane intra-uteriene en extra-uteriene zwangerschappen (met inbegrip van eileider of ovariële lokalisatie), verminderde endometriumdikte
Onderzoeken
Frequentie niet bekend: verhoogde demosterol bloedspiegels (bij langdurig gebruik)
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Gewichtstoename.
Hypertriglyceridemie, in sommige gevallen met pancreatitis, werd geobserveerd bij patiënten met antecedenten of familiale geschiedenis van hypertriglyceridemie en/of die behandeld werden met hogere dosissen of gedurende langere tijd dan deze aanbevolen in de Samenvatting van de Productkenmerken (zie rubriek 4.4).
Oogaandoeningen
Symptomen die gewoonlijk beschreven worden als “wazig zicht” of vlekken of lichtflitsen (flikkerscotomen) nemen toe bij verhoging van de totale dosis. Deze symptomen lijken te wijten te zijn aan een intensivering en een persistentie van opeenvolgende beelden. Opeenvolgende beelden als dusdanig werden ook gerapporteerd. De symptomen treden vaak voor het eerst op of zijn versterkt bij blootstelling aan hevig licht. Oftalmologisch definieerbare scotomen, fosfenen werden gerapporteerd. Er zijn zeldzame rapporten van cataract en optische neuritis. Deze gezichtsstoornissen zijn gewoonlijk reversibel; er werden niettemin gevallen van langdurige gezichtsstoornissen gerapporteerd, waaronder na stopzetting van Clomid. De gezichtsstoornissen kunnen irreversibel zijn, in het bijzonder in geval van een verhoogde dosering of een langere behandelingsduur .
Na het op de markt brengen werden verminderde gezichtsscherpte, diplopie, oogpijn, accomodatiestoornissen, optische ischemische neuropathie, netvliesloslating, centrale occlusie van de netvliesader, glasvochtloslating gerapporteerd, in sommige gevallen geassocieerd met omkeerbare of onomkeerbare, partiële of volledige visuele beperking (blindheid), vooral bij verhoogde dosering of langere behandelingsduur (zie rubriek 4.3, 4.4, 4.9).
Bloedvataandoeningen
De vasomotorische stoornissen van het gelaat, die doen denken aan de warmte-opwellingen van de menopauze, zijn zelden uitgesproken en verdwijnen snel na de stopzetting van de behandeling.
Lever- en galaandoeningen
Bij 141 patiënten werd de BSP-retentie gemeten; deze was hoger dan 5 % bij 32 patiënten.
Behalve de gevallen, die te wijten waren aan een continue en langdurige toediening van clomifeencitraat of aan de gevallen geassocieerd aan een bestaande leveraandoening, was de door clomifeencitraat geïnduceerde retentie doorgaans miniem.
In een andere studie bij 94 patiënten, waarbij zij 6 opeenvolgende maandelijkse cycli van clomifeencitraat in een dosis van 50 of 100 mg per dag gedurende 3 dagen of een placebo kregen, werd een BSP-retentie hoger dan 5 % vastgesteld bij 11 patiënten, waarvan er 6 het geneesmiddel hadden genomen en 5 placebo.
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Ovariële hyperstimulatie:
In de aanbevolen dosis komt een abnormale vergroting van de ovaria ten gevolge van de eventuele aanwezigheid van meerdere rijpende follikels zelden voor.
Met de hogere dosis daarentegen verhoogt het eventuele risico op
- een sterkere overstimulatie van de ovaria,
- de ontwikkeling of de toename van een cyste,
- de ontwikkeling of verergering van een voorafbestaande ovariële endometriose (Zie ook de rubriek 4.4 “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”).
Dit syndroom van ovariële overstimulatie gaat in zeldzame gevallen gepaard met ascites. De meeste patiënten met dit syndroom kunnen conservatief worden behandeld, aangezien het immers spontaan regresseert.
Abdominale symptomen zijn vaak te wijten aan de ovulatie (Mittelschmerz), aan premenstruele fenomenen of aan overstimulatie van de ovaria.
Ook de cyclische pijn van ovariële oorsprong (Mittelschmerz) kan toenemen.
Multipele zwangerschappen, inclusief simultane intra-uteriene en extra-uteriene zwangerschappen werden gerapporteerd.
Er bestaat een verhoogd risico op een ectopische zwangerschap (met inbegrip van eileider of ovariële lokalisatie) bij vrouwen die zwanger worden na een behandeling met Clomid ( zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
Verminderde endometriumdikte (frequentie niet bekend)
Onderzoeken
Als Clomid wordt toegediend tijdens langere periodes, kan het interfereren met de cholesterolsynthese. Patiënten die langdurig behandeld worden, kunnen verhoogde bloedspiegels van desmosterol vertonen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten – Afdeling Vigilantie – Postbus 97 – 1000 Brussel Madou – Website: www.eenbijwerkingmelden.be – E-mail: adr@fagg.be
Luxemburg: Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy ou Division de la pharmacie et des médicaments de la Direction de la santé – Site internet : www.guichet.lu/pharmacovigilance
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan, 19
1831 Diegem
Tel : 02/710 54 00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE: BE044511
LU: 2005038694 – nationaal nummer: 0023070
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
30/03/2023
Datum van goedkeuring: 30/03/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0031450 | CLOMID COMP 10 X 50 MG | G03GB02 | € 10,4 | - | Ja | € 1,64 | € 0,98 |