BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
MASTI-kel, 300.000 I.U. + 500.000 I.U./10 g, zalf voor intramammair gebruik bij lacterende koeien
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
Behandeling van mastitis veroorzaakt door micro-organismen die penicilline en/of neomycine gevoelig zijn.
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met gekende overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen.
4.8 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Algemene anesthetica en spierrelaxantia potentialiseren de neuromusculaire blokkerende effecten van aminoglycosiden, waardoor acute paralyse en apnoe kan optreden.
4.9 Dosering en toedieningsweg
De uier eerst leegmelken, de tepels reinigen en de tepelopening vooraf ontsmetten.
Na reiniging van de tepel, de inhoud van één injector aanbrengen in het aangetaste kwartier.
De toediening dient 3 keer te gebeuren met tussenpozen van 24 uur.
Eenzelfde injector niet gebruiken voor meerdere kwartieren.
4.11 Wachttijd(en)
Vlees en slachtafval: Het behandelde dier zal slechts 20 dagen na de behandeling geslacht worden.
Melk: De melk van behandelde dieren mag slechts 204 uur (17 melkbeurten) na de laatste
behandeling voor consumptie geleverd worden.