1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Priorix - Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde injectiespuit
(Levend) mazelen-, bof- en rubellavaccin
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Na reconstitutie bevat 1 dosis (0,5 ml):
Levend verzwakt mazelenvirus1 (Schwartz-stam) niet minder dan 103.0 CCID503
Levend verzwakt bofvirus1 (RIT 4385 stam, afgeleid van de Jeryl Lynn-stam)
niet minder dan 103.7 CCID503
Levend verzwakt rubellavirus2 (Wistar RA 27/3 stam) niet minder dan 103.0 CCID503
1geproduceerd in embryocellen van kippen
2geproduceerd in humane diploïde (MRC-5)-cellen
3infectieuze dosis op celcultuur 50%
Dit vaccin bevat sporen van neomycine. Zie rubriek 4.3.
Hulpstoffen met bekend effect
Het vaccin bevat 9 mg sorbitol.
Het vaccin bevat 6.5 nanogram para-aminobenzoëzuur per dosis en 334 microgram fenylalanine per dosis (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie in een voorgevulde injectiespuit.
De gelyofiliseerde mazelen-bof-rodehond- component is een wit tot lichtroze poeder.
Het oplosmiddel is een heldere en kleurloze oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Priorix is geïndiceerd voor actieve immunisatie van kinderen van 9 maanden of ouder, adolescenten, en volwassenen tegen mazelen, bof en rodehond.
Voor het gebruik bij kinderen tussen 9 en 12 maanden oud, zie rubriek 4.2, 4.4 en 5.1.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het gebruik van Priorix moet zijn gebaseerd op officiële richtlijnen.
Personen van 12 maanden of ouder
De dosis is 0,5 ml. Een tweede dosis kan worden gegeven volgens officiële richtlijnen.
Priorix kan worden gebruikt bij personen die eerder zijn gevaccineerd met een ander monovalent of gecombineerd vaccin tegen mazelen, bof en rodehond.
Zuigelingen tussen 9 en 12 maanden oud
Zuigelingen in hun eerste levensjaar reageren mogelijk niet voldoende op de componenten van de vaccins. In het geval van een epidemiologische situatie die vaccinatie van zuigelingen in hun eerste levensjaar vereist (bijvoorbeeld bij een uitbraak of reizen naar endemische regio's) moet een tweede dosis van Priorix worden gegeven in het tweede levensjaar, bij voorkeur binnen drie maanden na de eerste dosis. In geen geval mag het interval tussen de doses minder dan vier weken zijn (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Zuigelingen jonger dan 9 maanden oud
De veiligheid en werkzaamheid van Priorix bij zuigelingen jonger dan 9 maanden oud is niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Priorix is bestemd voor subcutane injectie alhoewel het ook intramusculair kan worden toegediend in de deltaspier of in het anterolaterale gebied van de dij (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Het vaccin dient bij voorkeur subcutaan te worden toegediend bij patiënten met trombocytopenie of een andere stollingsaandoening (zie rubriek 4.4).
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor neomycine of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. Contactdermatitis die in het verleden is opgetreden na blootstelling aan neomycine geldt niet als contra-indicatie. Voor overgevoeligheidsreacties op kippeneiwit, zie rubriek 4.4.
Ernstige humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie, bv. ernstige gecombineerde immunodeficiëntie, agammaglobulinemie en aids of symptomatische hiv-infectie of een leeftijds-specifieke CD4 + T-lymfocytenpercentage bij kinderen onder 12 maanden: CD4+ < 25%; kinderen tussen 12-35 maanden: CD4+ < 20%; kinderen tussen 36-59 maanden: CD4+ < 15% (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap. Daarnaast moet zwangerschap tot 1 maand na vaccinatie worden voorkomen (zie rubriek 4.6).
Net als bij andere vaccins moet de toediening van Priorix worden uitgesteld bij personen met een acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte. De aanwezigheid van een lichte infectie zoals een verkoudheid hoeft niet te leiden tot uitstel van vaccinatie.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het veiligheidsprofiel hieronder weergegeven is gebaseerd op een totaal van ongeveer 12.000 personen die Priorix in klinische studies toegediend kregen.
De bijwerkingen die kunnen optreden na vaccinatie met een gecombineerd bof-mazelen-rubella-vaccin stemmen overeen met de bijwerkingen die werden waargenomen na de toediening van de monovalente vaccins, alleen of in combinatie.
Tijdens gecontroleerde klinische studies werden signalen en symptomen actief gerapporteerd gedurende 42 dagen. Gedurende deze periode werd de gevaccineerden tevens gevraagd om elk klinisch voorval tijdens de studie te rapporteren.
De meest voorkomende bijwerkingen na vaccinatie met Priorix zijn roodheid op de injectieplaats en koorts 38°C (rectaal) of 37,5°C (oksel/oraal).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen zijn gerapporteerd volgens de volgende frequenties::
Zeer vaak ( 1/10)
Vaak (1/100 tot <1/10)
Soms (1/1,000 tot <1/100)
Zelden (1/10,000 tot <1/1,000)
Gegevens uit klinische studies
Systeem/orgaanklasse | Frequentie | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Vaak | infectie van de bovenste luchtwegen |
Soms | middenoorontsteking | |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Soms | lymfadenopathie |
Immuunsysteemaandoeningen | Zelden | allergische reacties |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | Soms | anorexie |
Psychiatrische stoornissen | Soms | zenuwachtigheid, abnormaal huilen, insomnie |
Zenuwstelselaandoeningen | Zelden | koortsconvulsies |
Oogaandoeningen | Soms | conjunctivitis |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | Soms | bronchitis, hoest |
Maag-darmstelselaandoeningen | Soms | parotiszwelling, diarree, braken |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Vaak | rash |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Zeer vaak | roodheid op de injectieplaats, koorts 38°C (rectaal) of 37,5°C (oksel/mond) |
Vaak | pijn en zwelling op de injectieplaats, koorts >39,5°C (rectaal) of >39°C (oksel/mond) |
In het algemeen was de frequentie waarmee de bijwerkingen voorkwamen voor de eerste en tweede dosis van het vaccin gelijk. Een uitzondering hierop is pijn op de injectieplaats die ‘vaak’ voorkomt na de eerste dosis en ‘zeer vaak’ na de tweede dosis van het vaccin.
Post-marketing gegevens
In zeldzame gevallen werden in de postmarketingbewaking de volgende bijwerkingen geïdentificeerd. Aangezien ze vrijwillig werden gemeld in een populatie van een onbekende omvang kan er geen betrouwbare schatting van hun frequentie worden gegeven.
Systeem/orgaanklasse | Bijwerkingen |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Meningitis, mazelen-achtig syndroom, bof-achtig syndroom (met inbegrip van orchitis, epididymitis en parotitis) |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Trombocytopenie, trombocytopenische purpura |
Immuunsysteemaandoeningen | Anafylactische reacties |
Zenuwstelselaandoeningen | Encefalitis*, cerebellitis, cerebellitis-achtige symptomen (met inbegrip van tijdelijke gangstoornis en tijdelijke ataxie), guillain-barrésyndroom, myelitis transversa, neuritis perifeer |
Bloedvataandoeningen | Vasculitis |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Erythema multiforme |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | Artralgie, artritis |
* Encefalitis is gerapporteerd met een frequentie die lager lag dan 1 op de 10 miljoen doses. Het risico op encefalitis na toediening van het vaccin is veel lager dan het risico op encefalitis met een natuurlijke oorzaak (mazelen 1 op de 1.000 tot 2.000 gevallen; mazelen 2-4 op de 1.000 gevallen, rodehond ongeveer 1 op de 6.000 gevallen).
Indien per ongeluk intravasculair wordt toegediend kan dit tot ernstige reacties leiden of zelfs shock. Er dienen onmiddellijk maatregelen getroffen te worden op geleide van de ernst van de reactie (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 Brussel
Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline Biologicals SA
Rue de l'Institut, 89
1330 Rixensart
België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE190872
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Goedkeuringsdatum: 12/2023
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
1358167 | PRIORIX 1 DOS INJ + SOLV SC/IM 0,5 ML | J07BD52 | € 23,27 | - | Ja |