SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Censulfatrim 200 mg/ml + 40 mg/ml oplossing voor injectie
4. FARMACOLOGISCHE GEGEVENS
4.1 ATCvet-code: QJ01EW10
4.2 Farmacodynamische eigenschappen
Sulfadiazine behoort tot de groep van de sulfonamide chemotherapeutica, trimethoprim behoort tot de diaminopyrimidinen. Beide werkzame stoffen hebben een remmend effect op het foliumzuurmetabolisme van micro-organismen in twee verschillende stadia (sequentieel effect). Het blokkeren van afzonderlijke stappen verstoort de synthese van nucleïnezuren en eiwitten in gevoelige bacteriën.
Sulfadiazine remt de opname van p-aminobenzoëzuur (PABA) in dihydrofoliumzuur. Sulfadiazine concurreert specifiek met PABA voor het enzym dihydroproteosynthetase; dit selectieve bacteriostatische effect hangt af van het verschil in de vorming van foliumzuur in bacteriële en zoogdiercellen. Gevoelige micro-organismen synthetiseren foliumzuur, terwijl zoogdiercellen voorgevormd foliumzuur gebruiken.
Trimethoprim remt selectief het enzym dihydrofolaatreductase, waardoor de omzetting van dihydrofoliumzuur in tetradihydrofoliumzuur wordt verhinderd.
Sulfonamide-resistentiegenen zijn chromosomaal (folP-genen) of extrachromosomaal gekoppeld, bijvoorbeeld aan integron 1 (sul1-genen) en plasmiden (sul2- en sul3-genen). Het resultaat van de expressie van deze genen is een verandering in de structuur van het enzym dihydropteroaatsynthetase, zodat sulfonamiden hun bindingsvermogen verliezen en het werkingsmechanisme wordt verstoord. Er is wederzijdse kruisresistentie in de sulfonamidegroep.
Trimethoprim-resistentiegenen (dfr-genen) zijn chromosomaal of extrachromosomaal gekoppeld, bijvoorbeeld op integrons 1 en 2 of op transposons. Extrachromosomale dfr-genen zijn verdeeld in twee subgroepen. Er zijn momenteel meer dan 30 dfr-genen beschreven. Hun werking uit zich in een verandering van de structuur van het enzym dihydrofolaatreductase en de gevoeligheid ervan voor trimethoprim. Chromosomaal gekoppelde resistentie uit zich door overproductie van dihydrofolaatreductase of functieverlies van het enzym thymidylaatsynthase.
4.3 Farmacokinetische eigenschappen
Beide werkzame stoffen van de combinatie worden na parenterale toediening snel geabsorbeerd en door het lichaam verspreid.
Sulfadiazine wordt in de lever gemetaboliseerd tot geacetyleerde derivaten (25%) en in mindere mate tot gehydroxyleerde derivaten. De uitscheiding geschiedt via de nieren (door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie). 50% van de dosis wordt binnen 24 uur teruggevonden in de urine.
Trimethoprim wordt in de lever gemetaboliseerd door oxidatie en daaropvolgende conjugatie. De uitscheiding gebeurt voornamelijk via de nieren (door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie) en in mindere mate via de gal. 75% van de dosis wordt binnen 24 uur uit de urine gehaald en 85-90% binnen 3 dagen uit de urine en de feces.