SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Alpramil 5 mg/50 mg tabletten voor honden met een gewicht van minimaal 0,5 kg
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort
Behandeling van menginfecties met volwassen cestoden en nematoden van de volgende soorten gevoelig voor milbemycine oxime en praziquantel:
Cestoden:
Dipylidium caninum
Taenia spp.
Echinococcus spp.
Mesocestoides spp.
Nematoden:
Ancylostoma caninum
Toxocara canis
Toxascaris leonina
Trichuris vulpis
Crenosoma vulpis (Reductie van het infectieniveau)
Angiostrongylus vasorum (Reductie van het infectieniveau door immature volwassen (L5) en volwassen stadia van de parasiet; voor een specifiek behandelschema en ziektepreventie zie SPC rubriek 4.9 “Dosering en toedieningsweg”)
Thelazia callipaeda (voor een specifiek behandelschema zie SPC rubriek 4.9 “Dosering en toedieningsweg”)
Het diergeneesmiddel kan worden ingezet bij de preventie van hartwormziekte (Dirofilaria immitis) wanneer gelijktijdige behandeling tegen cestoden geïndiceerd is.
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij honden met een gewicht van minder dan 0,5 kg.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen.
Zie ook rubriek 4.5 ‘Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik’.
4.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Het gelijktijdig gebruik van het diergeneesmiddel met selamectine wordt goed verdragen. Er werden geen interacties waargenomen wanneer de aanbevolen dosering van het macrocyclische lacton selamectine werd toegediend tijdens de behandeling met de aanbevolen dosering van het diergeneesmiddel.
Door de afwezigheid van verdere studies is het aanbevolen om voorzichtig te zijn bij het gelijktijdig toedienen van het diergeneesmiddel met andere macrocyclische lactonen. Ook zijn dergelijke studies niet uitgevoerd met drachtige dieren.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Oraal gebruik.
Minimum aanbevolen dosering: éénmalige orale toediening van 0,5 mg milbemycine oxime en 5 mg praziquantel per kg.
Het diergeneesmiddel toedienen met of na wat eten.
Om een juiste dosering te waarborgen dienen dieren te worden gewogen. Afhankelijk van het lichaamsgewicht van de hond en de beschikbaarheid van verschillende tabletsterktes is de praktische dosering als volgt:
Gewicht | 5 mg/50 mg tablet | |
0.5 – 2.5 |
| ¼ tablet |
> 2.5 – 5 | ½ tablet | |
> 5 – 10 | 1 tablet | |
> 10 – 15 |
| 1½ tablet |
De 5 mg/50 mg tablet kan verdeeld worden in helften en kwarten om een nauwkeurige dosering te garanderen. Plaats de tablet op een plat oppervlak met de breukstreep naar boven en de afgeronde, bolle kant naar de ondergrond.
Helften: druk met uw duimen aan beide zijden van de tablet:
Kwarten: druk met uw duim in het midden van de tablet:
Het diergeneesmiddel kan ingezet worden in een programma ter preventie van hartwormziekte, wanneer gelijktijdig een behandeling tegen lintworm nodig is. Als er regelmatig een behandeling ter preventie van hartwormziekte nodig is heeft een monovalent diergeneesmiddel de voorkeur.
Voor de behandeling van Angiostrongylus vasorum infecties, milbemycine oxime viermaal toedienen met een interval van een week. Het wordt aanbevolen om, wanneer een behandeling tegen cestoden geïndiceerd is, éénmalig het diergeneesmiddel toe te dienen en daarna te vervolgen met een monovalent diergeneesmiddel dat alleen milbemycine oxime bevat gedurende de drie overige wekelijkse behandelingen.
In endemische gebieden voorkomt het elke vier weken toedienen van het diergeneesmiddel, angiostrongylosis door het verminderen van immature volwassenen (L5) en volwassen parasieten, wanneer een gelijktijdige behandeling tegen cestoden is geïndiceerd.
Voor de behandeling van Thelazia callipaeda dient milbemycine oxime te worden toegediend in twee behandelingen, met zeven dagen tussentijd. Indien een gelijktijdige behandeling tegen cestoden geïndiceerd is kan het diergeneesmiddel een monovalent product met alleen milbemycine oxime vervangen.
4.11 Wachttijd(en)
Niet van toepassing.