SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vyloy 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén flacon poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie bevat 100 mg zolbetuximab.
Na reconstitutie bevat elke ml oplossing 20 mg zolbetuximab.
Zolbetuximab wordt geproduceerd in de ovariumcellen van Chinese hamsters door middel van DNA- recombinatietechniek.
Hulpstof met bekend effect
Elke ml concentraat bevat 0,21 mg polysorbaat 80.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Wit tot gebroken wit gevriesdroogd poeder.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Vyloy, in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie, is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd niet-reseceerbaar of gemetastaseerd HER2-negatief adenocarcinoom van de maag of de gastro-oesofageale overgang bij wie de tumoren Claudin 18.2 (CLDN18.2)-positief zijn (zie rubriek 4.2).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden voorgeschreven en gestart door en onder toezicht blijven van een arts die ervaring heeft met het behandelen van kanker. Hulpmiddelen voor de behandeling van overgevoeligheidsreacties en/of anafylactische reacties dienen beschikbaar te zijn.
Patiëntselectie
Patiënten die in aanmerking komen, moeten een CLDN18.2-positieve tumorstatus hebben, gedefinieerd als ≥ 75% van de tumorcellen die matige tot sterke membraneuze CLDN18-immunohistochemische kleuring vertonen, beoordeeld door middel van CE-gekeurde in-vitro diagnostica (IVD) voor het overeenkomende beoogde doel. Indien CE-gekeurde IVD niet beschikbaar zijn, dient een andere gevalideerde test te worden gebruikt.
Dosering
Voorafgaand aan de toediening
Als een patiënt last heeft van nausea en/of braken vóór de toediening van zolbetuximab, moeten de symptomen zijn afgenomen tot graad ≤ 1 voorafgaand aan de eerste infusie.
Voorafgaand aan elke infusie met zolbetuximab moeten patiënten premedicatie krijgen met een combinatie van anti-emetica (bijv. NK-1-receptorblokkers en 5-HT3-receptorblokkers, evenals andere geneesmiddelen zoals geïndiceerd).
Premedicatie met een combinatie van anti-emetica is belangrijk bij de behandeling van nausea en braken om vroegtijdige staking van behandeling met zolbetuximab te voorkomen (zie rubriek 4.4). Premedicatie met systemische corticosteroïden volgens lokale behandelrichtlijnen kan ook worden overwogen, met name voorafgaand aan de eerste infusie met zolbetuximab.
Aanbevolen dosering
De aanbevolen dosering moet worden berekend op basis van het lichaamsoppervlak (body surface area, BSA) voor de zolbetuximab-oplaaddosering en ‑onderhoudsdosering, zoals weergegeven in tabel 1.
Tabel 1. Aanbevolen dosering zolbetuximab op basis van BSA | |||
Enkele oplaaddosering | Onderhoudsdosering | Duur van de therapie | |
Op dag 1 van cyclus 1a, 800 mg/m2 intraveneus
| Vanaf 3 weken na de enkele oplaaddosering, 600 mg/m2 intraveneus
| Tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. | |
- De cyclusduur van zolbetuximab wordt bepaald op basis van de betreffende chemotherapiebasis (zie rubriek 5.1).
- Raadpleeg de productinformatie voor fluoropyrimidine- of platinumbevattende chemotherapie met betrekking tot de doseringsinformatie voor chemotherapie.
Doseringsaanpassingen
Er wordt geen doseringsverlaging voor zolbetuximab aanbevolen. Bijwerkingen van zolbetuximab kunnen worden behandeld door middel van verlaging van de infusiesnelheid, onderbreking en/of stopzetting van de behandeling, zoals weergegeven in tabel 2.
Tabel 2. Doseringsaanpassingen voor zolbetuximab
Bijwerking | Ernsta | Doseringsaanpassing |
Overgevoeligheidsreacties | Anafylactische reactie, vermoedelijke anafylaxie, graad 3 of 4 | Stop de infusie onmiddellijk en zet de behandeling definitief stop. |
Graad 2 | Onderbreek de infusie tot graad ≤ 1, en hervat het vervolgens met een lagere infusiesnelheidb voor de rest van de infusie. | |
Infusiegerelateerde reactie | Graad 3 of 4 | Stop de infusie onmiddellijk en zet de behandeling definitief stop. |
Graad 2 | Onderbreek de infusie tot graad ≤ 1, en hervat het vervolgens met een lagere infusiesnelheidb voor de rest van de infusie. | |
Nausea | Graad 2 of 3 | Onderbreek de infusie tot graad ≤ 1, en hervat het vervolgens met een lagere infusiesnelheidb voor de rest van de infusie. |
Braken | Graad 4 | Zet de behandeling definitief stop. |
Graad 2 of 3 | Onderbreek de infusie tot graad ≤ 1, en hervat het vervolgens met een lagere infusiesnelheidb voor de rest van de infusie. |
- De toxiciteit werd beoordeeld volgens de gemeenschappelijke terminologiecriteria voor bijwerkingen, versie 4.03 (NCI-CTCAE v4.03) van het National Cancer Institute, waarbij graad 1 licht is, graad 2 matig, graad 3 ernstig en graad 4 levensbedreigend.
- Een lagere infusiesnelheid moet worden vastgesteld volgens het klinische oordeel van de arts op basis van de verdraagbaarheid voor de patiënt, de ernst van de toxiciteit en eerder verdragen infusiesnelheid (zie rubriek 4.4 voor aanbevelingen voor de controle van patiënten).
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Er is geen doseringsaanpassing vereist bij patiënten ≥ 65 jaar (zie rubriek 5.2). Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over patiënten van 75 jaar en ouder die zolbetuximab kregen.
Nierfunctiestoornis
Er is geen doseringsaanpassing vereist bij patiënten met een lichte (creatinineklaring (CrCL) ≥ 60 tot 90 ml/min), of matige (CrCL ≥ 30 tot 60 ml/min) nierfunctiestoornis. Er is geen doseringsaanbeveling vastgesteld voor patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CrCL ≥ 15 tot 30 ml/min) (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen doseringsaanpassing vereist bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis (totaalbilirubine [TB] ≤ bovengrens van normaal [upper limit of normal, ULN] en aspartaataminotransferase [ASAT] > ULN, of TB > 1 tot 1,5 × ULN en elke ASAT). Er is geen doseringsaanbeveling vastgesteld voor patiënten met een matige (TB > 1,5 tot 3 × ULN en elke ASAT) of ernstige (TB > 3 tot 10 × ULN en elke ASAT) leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van zolbetuximab bij pediatrische patiënten voor de behandeling van een adenocarcinoom van de maag of de gastro-oesofageale overgang.
Wijze van toediening
Zolbetuximab is voor intraveneus gebruik. De aanbevolen dosering wordt toegediend via een intraveneuze infusie gedurende minimaal 2 uur. Het geneesmiddel mag niet worden toegediend als intraveneuze push- of bolusinjectie.
Als zolbetuximab en fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie op dezelfde dag worden toegediend, moet eerst zolbetuximab worden toegediend.
Om mogelijke bijwerkingen te helpen minimaliseren, wordt aanbevolen om elke infusie langzamer te starten gedurende 30-60 minuten, en deze geleidelijk te versnellen zolang dit wordt verdragen (zie tabel 3).
Als de infusietijd langer duurt dan de aanbevolen bewaartijd bij kamertemperatuur (≤ 25 °C voor 8 uur vanaf het einde van de bereiding van de infusieoplossing), moet de infuuszak worden afgevoerd en moet een nieuwe infuuszak worden klaargemaakt om de infusie te laten doorgaan (zie rubriek 6.3 voor de aanbevolen bewaartijden).
Tabel 3. Aanbevolen infusiesnelheden voor elke infusie met zolbetuximab
Zolbetuximab-dosering | Infuussnelheid | ||
Eerste 30-60 minuten | Resterende infusietijdb | ||
Enkele oplaaddosering (cyclus 1, dag 1)a | 800 mg/m2 | 75 mg/m2 per uur | 150-300 mg/m2 per uur |
Onderhoudsdosering | 600 mg/m2 elke 3 weken | 75 mg/m2 per uur | 150-300 mg/m2 per uur |
of | of | of | |
400 mg/m2 elke 2 weken | 50 mg/m2 per uur | 100-200 mg/m2 per uur |
- De cyclusduur van zolbetuximab wordt bepaald op basis van de betreffende chemotherapiebasis (zie rubriek 5.1).
- Als er na 30-60 minuten geen bijwerkingen optreden, kan de infusiesnelheid worden verhoogd op basis van de verdraagbaarheid.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen van zolbetuximab waren nausea (77,2%), braken (66,9%), verminderde eetlust (42%), neutropenie (30,7%), neutrofielentelling verlaagd (28,4%), gewicht verlaagd (21,9%), pyrexie (17,4%), hypoalbuminemie (17,1%), perifeer oedeem (13,9%), hypertensie (9%), dyspepsie (7,8%), koude rillingen (5,2%), hypersecretie van speeksel (3,8%), infusiegerelateerde reactie (3,2%) en overgevoeligheid voor geneesmiddelen (1,6%).
Ernstige bijwerkingen deden zich voor bij 45% van de patiënten die werden behandeld met zolbetuximab. De meest voorkomende ernstige bijwerkingen waren braken (6,8%), nausea (4,9%) en verminderde eetlust (1,9%).
Twintig procent van de patiënten stopte definitief met zolbetuximab vanwege bijwerkingen; de meest voorkomende bijwerkingen die tot stopzetting van de dosering leidden, waren braken (3,8%) en nausea (3,3%).
Bijwerkingen die leidden tot onderbreking van de dosering zolbetuximab kwamen voor bij 60,9% van de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen die leidden tot onderbreking van de dosering waren braken (26,6%), nausea (25,5%), neutropenie (9,8%), neutrofielentelling verlaagd (5,9%), hypertensie (3,2%), koude rillingen (2,2%), infusiegerelateerde reactie (1,6%), verminderde eetlust (1,6%) en dyspepsie (1,1%).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De frequenties van bijwerkingen zijn gebaseerd op twee fase 2-onderzoeken en twee fase 3-onderzoeken bij 631 patiënten die ten minste één dosering zolbetuximab 800 mg/m2 kregen als oplaaddosering gevolgd door onderhoudsdoseringen van 600 mg/m2 elke 3 weken in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie. Patiënten werden gedurende een mediane duur van 174 dagen blootgesteld aan zolbetuximab (bereik: 1 tot 1.791 dagen).
De bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische onderzoeken worden in deze rubriek aangegeven per frequentiecategorie. De frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroepering worden bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 4. Bijwerkingen
| |||
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | Neutropenie | Zeer vaak |
Neutrofielentelling verlaagd
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheid voor geneesmiddelen
Vaak
Anafylactische reactie | Soms |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hypoalbuminemie
Zeer vaak
Verminderde eetlust |
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Vaak
Maagdarmstelselaandoeningen
Braken
Zeer vaak
Misselijkheid |
Dyspepsie
Vaak
Hypersecretie van speeksel
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Pyrexie
Zeer vaak
Perifeer oedeem |
Koude rillingen
Vaak
Onderzoeken
Gewicht verlaagd
Zeer vaak
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties
Infusiegerelateerde reactie
Vaak
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties
In de geïntegreerde veiligheidsanalyse kwamen alle graden anafylactische reactie en geneesmiddelenovergevoeligheid voor bij zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie met een frequentie van respectievelijk 0,5% en 1,6%.
Ernstige (graad 3) anafylactische reacties en geneesmiddelenovergevoeligheid traden op bij zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie met een frequentie van 0,5% en 0,2%.
Een anafylactische reactie leidde bij 0,3% van de patiënten tot definitieve stopzetting van zolbetuximab. Doseringsonderbreking van zolbetuximab werd bij 0,3% van de patiënten waargenomen als gevolg van overgevoeligheid voor het geneesmiddel. De infusiesnelheid voor zolbetuximab of fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie werd bij 0,2% van de patiënten verlaagd vanwege geneesmiddelenovergevoeligheid.
Infusiegerelateerde reactie
In de geïntegreerde veiligheidsanalyse kwamen infusiegerelateerde reacties (IRR’s) van alle graden voor bij gebruik van zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie met een frequentie van 3,2%.
Ernstige (graad 3) IRR’s traden op bij 0,5% van de patiënten die werden behandeld met zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie.
Een IRR leidde bij 0,5% van de patiënten tot definitieve stopzetting van zolbetuximab en bij 1,6% van de patiënten tot onderbreking van de dosering. De infusiesnelheid voor zolbetuximab of fluoropyrimidine - en platinumbevattende chemotherapie werd bij 0,3% van de patiënten verlaagd vanwege een IRR.
Nausea en braken
In de geïntegreerde veiligheidsanalyse kwamen nausea en braken van alle graden voor bij gebruik van zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie met een frequentie van respectievelijk 77,2% en 66,9%. Nausea en braken kwamen vaker voor tijdens de eerste behandelingscyclus, maar namen in de daaropvolgende behandelingscycli af. De mediane tijd tot het optreden van nausea en braken was telkens 1 dag bij zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie. De mediane duur van nausea en braken was respectievelijk 3 dagen en 1 dag bij zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie.
Ernstige (graad 3) nausea en braken traden op bij zolbetuximab in combinatie met fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie met een frequentie van respectievelijk 11,6% en 13,6%.
Nausea leidde bij 3,3% van de patiënten tot definitieve stopzetting van zolbetuximab en bij 25,5% van de patiënten tot onderbreking van de dosering. Braken leidde bij 3,8% van de patiënten tot definitieve stopzetting van zolbetuximab en bij 26,6% van de patiënten tot onderbreking van de dosering. De infusiesnelheid voor zolbetuximab of fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie werd bij 9,7% van de patiënten verlaagd vanwege nausea en bij 7,8% van de patiënten als gevolg van braken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem.
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Astellas Pharma Europe B.V.
Sylviusweg 62
2333 BE Leiden
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/24/1856/001
EU/1/24/1856/002
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
07/01/2025
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau https://www.ema.europa.eu/.
1
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4860649 | VYLOY 100MG PDR CONCENTRAAT OPL INFUSIE FL 1 | - | - | - | - |