SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cholecomb 10 mg/10 mg capsules, hard
Cholecomb 20 mg/10 mg capsules, hard
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Cholecomb 10 mg/10 mg harde capsules
Elke capsule bevat 10 mg rosuvastatine (onder de vorm van rosuvastatine zink) en 10 mg ezetimibe.
Cholecomb 20 mg/10 mg harde capsules
Elke capsule bevat 20 mg rosuvastatine (onder de vorm van rosuvastatine zink) en 10 mg ezetimibe. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Capsule, hard.
Cholecomb 10 mg/10 mg harde capsules: Zelfsluitende harde gelatinecapsule van het type Coni Snap, formaat 0, zonder markering, met geel gekleurd kapje en geel gekleurde romp, gevuld met twee tabletten: een witte of bijna witte ronde, platte tablet met schuine rand Ezetimibe 10 mg met een gestileerde letter E op één zijde van de tablet en de code 612 op de andere zijde; een witte of bijna witte ronde tablet Rosuvastatine 10 mg met het teken
op één zijde van de tablet en geen teken op de andere zijde. De lengte van de capsule is ongeveer 21,7 mm (± 0,5 mm).
Cholecomb 20 mg/10 mg harde capsules: Zelfsluitende harde gelatinecapsule van het type Coni Snap, formaat 0, zonder markering, met karamelkleurig kapje en geel gekleurde romp, gevuld met twee tabletten: een witte of bijna witte ronde, platte tablet met schuine rand Ezetimibe 10 mg met een gestileerde letter E op één zijde van de tablet en de code 612 op de andere zijde; een witte of bijna witte ronde tablet Rosuvastatine 20 mg met het teken
op één zijde van de tablet en geen teken op de andere zijde. De lengte van de capsule is ongeveer 21,7 mm (± 0,5 mm).
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Primaire hypercholesterolemie:
Cholecomb is geïndiceerd als aanvulling op het dieet ter behandeling van primaire hypercholesterolemie als vervangingstherapie bij volwassen patiënten die adequaat onder controle zijn met de individuele stoffen die naast elkaar worden toegediend met hetzelfde dosisniveau als in de vaste dosiscombinatie, maar als afzonderlijke producten.
Preventie van cardiovasculaire aandoeningen:
Cholecomb is geïndiceerd als substitutiebehandeling bij volwassen patiënten met coronaire hartziekte (CHD) en een voorgeschiedenis van acuut coronair syndroom (ACS), bij wie de afzonderlijke stoffen gelijktijdig worden toegediend aan dezelfde dosis als in de vaste combinatie, maar als afzonderlijke producten.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Cholecomb is geïndiceerd bij volwassen patiënten die adequaat onder controle zijn met afzonderlijk toegediende monocomponent-preparaten met dezelfde doses als de aanbevolen combinatie.
De patiënt moet een adequaat lipidenverlagend dieet volgen en moet dit dieet voortzetten tijdens de behandeling met Cholecomb.
De geadviseerde dagelijkse dosis is één capsule van de bepaalde sterkte, met of zonder voedsel. Cholecomb is niet geschikt als initiële behandeling. De start van de behandeling of, zo nodig, een dosisaanpassing, mag alleen gebeuren met de monocomponenten; na het instellen van de geschikte doses, is overschakeling op de vaste dosiscombinatie van de geschikte sterkte mogelijk.
Cholecomb 10 mg/10 mg en 20 mg/10 mg harde capsules zijn niet geschikt voor de behandeling van patiënten die een dosis van 40 mg rosuvastatine moeten krijgen.
Gelijktijdige toediening met galzuursequestranten
Cholecomb moet ofwel ≥2 uur vóór, ofwel ≥4 uur na toediening van een galzuurbindend middel worden ingenomen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Cholecomb bij kinderen jonger dan 18 jaar is nog niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gedaan.
Ouderen
Bij patiënten >70 jaar wordt een startdosis van 5 mg rosuvastatine aanbevolen (zie rubriek 4.4). De combinatie is niet geschikt als initiële behandeling. De start van de behandeling of, zo nodig, een dosisaanpassing, mag alleen gebeuren met de monocomponenten en na het instellen van de geschikte doses, is overschakeling op de vaste dosiscombinatie van de geschikte sterkte mogelijk.
Nierinsufficiëntie
Er is geen aanpassing nodig bij patiënten met milde tot matige nierstoornis. De geadviseerde startdosis is rosuvastatine 5 mg bij patiënten met matige nierstoornis (creatinineklaring <60 mL/min). De vaste dosiscombinatie is niet geschikt als initiële behandeling. Om de behandeling te starten of om de dosis te wijzigen, moeten monocomponent-preparaten worden gebruikt. Het gebruik van rosuvastatine bij patiënten met ernstige nierstoornis is gecontra-indiceerd voor alle doses (zie rubriek 4.3 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met milde leverinsufficiëntie (Child Pugh score 5 tot 6). Behandeling met Cholecomb is niet aanbevolen bij patiënten met matige (Child Pugh score 7 tot 9) of ernstige (Child Pugh score >9) leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.4 en 5.2.). Cholecomb is gecontra-indiceerd bij patiënten met actieve leverziekte (zie rubriek 4.3).
Ras
Bij Aziatische patiënten werd een verhoogde systemische blootstelling aan rosuvastatine waargenomen (zie rubriek 4.4 en 5.2). De geadviseerde startdosis is rosuvastatine 5 mg voor patiënten van Aziatische herkomst. De vaste dosiscombinatie is niet geschikt als initiële behandeling. Om de behandeling te starten of om de dosis te wijzigen, moeten monocomponent-preparaten worden gebruikt.
Genetische polymorfismen
Er zijn specifieke types van genetische polymorfismen bekend die kunnen leiden tot een verhoogde blootstelling aan rosuvastatine (zie rubriek 5.2). Voor patiënten van wie bekend is dat deze specifieke types van polymorfismen bij hen aanwezig zijn, wordt een lagere dagelijkse dosis van Cholecomb aanbevolen.
Dosering bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie
De aanbevolen startdosis is rosuvastatine 5 mg bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie (zie rubriek 4.4). De vaste dosiscombinatie is niet geschikt als initiële behandeling. Om de behandeling te starten of om de dosis te wijzigen, moeten monocomponent-preparaten worden gebruikt.
Gelijktijdige behandeling
Rosuvastatine is een substraat van verschillende transporteiwitten (bv. OATP1B1 en BCRP). Het risico op myopathie (inclusief rhabdomyolyse) wordt verhoogd wanneer Cholecomb gelijktijdig wordt toegediend met bepaalde geneesmiddelen die de plasmaconcentratie van rosuvastatine kunnen verhogen door interacties met deze transporteiwitten (bv. ciclosporine en bepaalde proteaseremmers waaronder combinaties van ritonavir met atazanavir, lopinavir, en/of tipranavir; zie rubriek 4.4 en 4.5). Waar mogelijk, moeten alternatieve geneesmiddelen worden overwogen en, zo nodig, tijdelijke stopzetting van de behandeling met Cholecomb. In situaties waar toediening van deze geneesmiddelen in combinatie met Cholecomb niet kan worden vermeden, moeten het voordeel en het risico van gelijktijdige behandeling en dosisaanpassingen van rosuvastatine zorgvuldig worden overwogen (zie rubriek 4.5).
Wijze van toediening Voor oraal gebruik.
Cholecomb moet eenmaal per dag op hetzelfde tijdstip van de dag worden ingenomen met of zonder voedsel. De capsule moet geheel worden ingeslikt met wat water.
4.3 Contra-indicaties
Cholecomb is gecontra-indiceerd bij:
bij patiënten met overgevoeligheid voor de werkzame stof (rosuvastatine, ezetimibe) of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
bij patiënten met actieve leverziekte, inclusief onverklaarbare aanhoudende verhogingen van transaminasen in serum en alle verhogingen van serumtransaminasen die de bovenste grens van de normale waarden (upper limit of normal, ULN) meer dan 3x overschrijden.
tijdens de zwangerschap en borstvoeding en bij vruchtbare vrouwen die geen geschikte anticonceptie toepassen.
bij patiënten met ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring <30 mL/min).
bij patiënten met myopathie.
bij patiënten die gelijktijdig een combinatie van sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir gebruiken (zie rubriek 4.5).
bij patiënten die gelijktijdig ciclosporine krijgen. (zie rubriek 4.4, 4.5 en 5.2).
4.8 Bijwerkingen
Overzicht van het veiligheidsprofiel
De bijwerkingen die met rosuvastatine werden waargenomen waren doorgaans mild en van voorbijgaande aard. In gecontroleerde klinische onderzoeken, werd minder dan 4% van de met rosuvastatine behandelde patiënten teruggetrokken wegens bijwerkingen.
In klinische onderzoeken met een maximale duur van 112 weken, werd ezetimibe 10 mg daags alleen toegediend aan 2.396 patiënten, of met een statine aan 11.308 patiënten, of met fenofibraat aan 185 patiënten. De bijwerkingen waren gewoonlijk mild en van voorbijgaande aard. De totale incidentie van bijwerkingen was vergelijkbaar tussen ezetimibe en placebo. Evenzo was het percentage stopzettingen wegens bijwerkingen vergelijkbaar tussen ezetimibe en placebo.
Volgens beschikbare gegevens namen in klinische studies 1.200 patiënten de combinatie van rosuvastatine en ezetimibes. Zoals gerapporteerd in de gepubliceerde literatuur, zijn de meest voorkomende bijwerkingen gerelateerd aan behandeling met de combinatie rosuvastatine-ezetimibe bij patiënten met hypercholesterolemie: verhoogde levertransaminasen, gastro-intestinale problemen en spierpijn. Dit zijn bekende bijwerkingen van de actieve stoffen. Een farmacodynamische interactie, in de vorm van bijwerkingen, tussen rosuvastatine en ezetimibe kan echter niet worden uitgesloten (zie rubriek 5.2).
Bijwerkingen in tabelvorm
De frequenties van bijwerkingen zijn als volgt gerangschikt: Vaak (≥1/100, <1/10); Soms ≥1/1.000, <1/100); Zelden (≥1/10.000, <1/1.000); Zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
MedDRA systeem/orgaanklasse | Vaak | Soms | Zelden | Zeer zelden | Niet bekend |
Bloed-en lymfestelselaan-doeningen |
|
| trombocytopenie2 |
| trombocytopenie3 |
Immuunsysteemaandoeningen |
|
| Overgevoeligheids-reacties inclusief angio-oedeem2 |
| overgevoeligheid (inclusief uitslag, netelroos, anafylaxie en angio-oedeem)3 |
Endocriene aandoeningen | diabetes mellitus1,2 |
|
|
|
|
Voedings-en stofwisselingsstoornissen |
| verminderde eetlust3 |
|
|
|
Psychische stoornissen |
|
|
|
| depressie2,3 |
Zenuwstelselaandoeningen | hoofdpijn2,3, duizeligheid2 | paresthesie3 |
| polyneuropathie2, geheugenverlies2 | perifere neuropathie2, slaapstoornissen (inclusief slapeloosheid en nachtmerries)2, duizeligheid3 |
Oogaandoeningen |
|
|
|
| oculaire myasthenie |
Bloedvataandoeningen |
| opvliegers3, hypertensie3 |
|
|
|
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen |
| hoest3 |
|
| hoest2, |
Maagdarmstelselaan-doeningen | constipatie2, misselijkheid2, buikpijn2,3, diarree3, winderigheid3 | dyspepsie3,gastro-oesofageale refluxziekte3, | pancreatitis2 |
| diarree2, pancreatitis3, constipatie3 |
Lever- en galaandoeningen |
|
| verhoogde lever transaminase2 | geelzucht2, hepatitis2 | hepatitis3, cholelithiase3, cholecystitis3 |
Huid-en onderhuidaandoeningen |
| pruritus2,3, uitslag2,3, netelroos2,3 |
|
| Steven-Johnsonsyndroom2, geneesmiddelen-reactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)2, |
Skeletspierstelsel en bindweefselaandoeningen | myalgie2,3 | artralgie3, spierkrampen3, nekpijn3, rugpijn3, pijn in de ledematen3 | myopathie | artralgie2 | immuungemedieerde necrotiserende myopathie2, peesaandoeningen, soms gecompliceerd door scheuring2, myopathie/ |
Nier- en urinewegaandoeningen |
|
|
| hematurie2 |
|
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen |
|
|
| gynaecomatie2 |
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | asthenie2, | pijn op de borst3, |
|
| oedeem2 |
Onderzoeken | ALAT en/of ASAT verhoogd3 | bloed CPK verhoogd3, gamma-glutamyltrans-ferase verhoogd3, leverfunctie-test abnormaal3 |
|
|
|
1De frequentie is afhankelijk van de aanwezigheid of afwezigheid van risicofactoren (nuchtere bloedglucose ≥5,6 mmol/l, BMI> 30 kg/m2, verhoogde triglyceriden, voorgeschiedenis van hypertensie) - voor rosuvastatine.
2Bijwerkingenprofiel voor rosuvastatine gebaseerd op gegevens uit klinisch onderzoek en uitgebreide post-marketing ervaring.
3 Er werden bijwerkingen waargenomen van ezetimibe in klinische studies (als monotherapie of in combinatie met statines) of ezetimibe gerapporteerd in de post-marketing ervaring als monotherapie of toegediend samen met een statine. Er werden bijwerkingen waargenomen bij patiënten behandeld met ezetimibe (N=2.396) en met een hogere incidentie dan met de placebo (N=1.159) of bij patiënten die behandeld werden met ezetimibe in combinatie met een statine (N= 11.308) en met een hogere incidentie dan met de statine alleen (N=9.361). Postmarketing bijwerkingen zijn voortgekomen uit meldingen met ezetimibe, als monotherapie of toegediend samen met een statine.
Net zoals met andere HMG-CoA-reductaseremmers, is de incidentie van bijwerkingen eerder dosisafhankelijk.
Effecten op de nieren: Proteïnurie, meestal van tubulaire oorsprong, werd met een 'dipstick'-test waargenomen bij patiënten behandeld met rosuvastatine. Verschuivingen in urine-eiwit van 'geen of sporen' tot '++ of meer', werden waargenomen bij < 1% van de patiënten op een bepaald moment tijdens de behandeling met 10 mg en 20 mg, en bij ongeveer 3% van de patiënten behandeld met 40 mg. Een kleine toename in de verschuiving van 'geen of sporen' naar '+' werd waargenomen met de dosis van 20 mg. In de meeste gevallen vermindert of verdwijnt proteïnurie spontaan met voortgezette behandeling. Analyse van gegevens uit klinisch onderzoek en de post-marketing ervaring heeft tot dusver geen causaal verband aangetoond tussen proteïnurie en acute of progressieve nierziekte.
Hematurie werd waargenomen bij patiënten behandeld met rosuvastatine en klinische onderzoeksgegevens tonen aan dat de incidentie laag is.
Effecten op de skeletspieren: Effecten op de skeletspieren bv. myalgie, myopathie (inclusief myositis) en, in zeldzame gevallen, rhabdomyolyse met en zonder acuut nierfalen, werden gerapporteerd bij met rosuvastatine behandelde patiënten met alle doses en in het bijzonder met doses van > 20 mg.
Een dosisgerelateerde stijging van CK-concentraties werd waargenomen bij patiënten die rosuvastatine namen; de meerderheid van de gevallen was mild, asymptomatisch en van voorbijgaande aard. Indien CK-concentraties verhoogd zijn (>5xULN), moet de behandeling worden gestaakt (zie rubriek 4.4).
Effecten op de lever: Evenals met andere HMG-CoA-reductaseremmers, werd bij een klein aantal patiënten dat rosuvastatine nam, een dosis-gerelateerde verhoging in transaminasen waargenomen; de meerderheid van de gevallen waren mild, asymptomatisch en van voorbijgaande aard.
De volgende bijwerkingen werden gerapporteerd met sommige statines:
- Seksuele disfunctie
- Uitzonderlijke gevallen van interstitiële longziekte, in het bijzonder met lange-termijn- behandeling (zie rubriek 4.4).
Het aantal meldingen voor rhabdomyolyse, ernstige nieraandoeningen en ernstige leveraandoeningen (voornamelijk bestaande uit verhoogde levertransaminases) is hoger met de dosis van 40 mg rosuvastatine.
Laboratoriumwaarden
In gecontroleerde klinische onderzoeken met monotherapie, was de incidentie van klinisch belangrijke verhogingen in serum transaminasen (ALAT en/of ASAT ≥3 x ULN, consecutief) vergelijkbaar tussen ezetimibe (0,5%) en placebo (0,3%). In onderzoeken met gelijktijdige toediening, was de incidentie 1,3% voor patiënten behandeld met ezetimibe in combinatie met een statine en 0,4% voor patiënten behandeld met alleen een statine. Deze verhogingen waren over het algemeen asymptomatisch, niet geassocieerd met cholestase, en keerden terug naar de uitgangswaarden na stopzetting van de behandeling of met voortgezette behandeling (zie rubriek 4.4).
In klinische onderzoeken werd CPK >10 x ULN gerapporteerd voor 4 van 1.674 (0,2%) patiënten die ezetimibe alleen kregen versus I van 786 (0, I %) patiënten die placebo kregen, en voor 1 van 917 (0,1%) patiënten die ezetimibe in combinatie met een statine kregen versus 4 van 929 (0,4%) patiënten die alleen een statine kregen. Er was niet meer myopathie of rhabdomyolyse geassocieerd met ezetimibe in vergelijking met de relevante controle-arm (placebo of statine alleen) (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Cholecomb bij kinderen jonger dan 18 jaar is nog niet vastgesteld (zie rubriek 5.1).
Rosuvastatine: In een 52 weken durend klinisch onderzoek met kinderen en adolescenten werden verhogingen van creatinekinase >10 x ULN en spiersymptomen na lichaamsoefening of verhoogde lichamelijke activiteit vaker waargenomen dan bij volwassenen. In andere opzichten was het veiligheidsprofiel van rosuvastatine vergelijkbaar bij kinderen en adolescenten in vergelijking met volwassenen.
Ezetimibe:
Pediatrische patiënten (6 tot 17 jaar)
In een studie met pediatrische (6 tot 10 jaar) patiënten met heterozygote familiaire en niet-familiaire hypercholesterolemie (n = 138), werden verhogingen van ALT en/of AST (≥ 3 x ULN, consecutief) waargenomen bij 1,1% (1 patiënt) van de ezetimibe-patiënten tegenover 0% in de placebogroep. Er waren geen verhogingen van CPK (≥ 10X ULN). Er werden geen gevallen van myopathie gerapporteerd.
In een andere studie met adolescente (10 tot 17 jaar) patiënten met heterozygote familiaire hypercholesterolemie (n = 248), werden verhogingen van ALT en/of AST (≥3 x ULN, consecutief) waargenomen bij 3% (4 patiënten) van de ezetimibe/simvastatine-patiënten tegenover 2% (2 patiënten) in de groep met simvastatine als monotherapie; deze cijfers waren 2% (2 patiënten) respectievelijk 0% voor verhoogde CPK (≥10X ULN). Er werden geen gevallen van myopathie gerapporteerd. Deze onderzoeken waren niet geschikt voor vergelijking van zeldzame bijwerkingen van geneesmiddelen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Egis Pharmaceuticals PLC
Keresztúri út 30 38
1106 Budapest
Hongarije
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Cholecomb 10 mg/10 mg capsules, hard : BE596986
Cholecomb 20 mg/10 mg capsules, hard : BE597084
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van goedkeuring van de tekst: 04/2025.
PRIJZEN
| CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4484747 | CHOLECOMB 10MG/10MG HARDE CAPS 30 | € 26,51 | - | Ja | € 6,94 | € 4,13 | |
| 4484754 | CHOLECOMB 10MG/10MG HARDE CAPS 90 | € 54,56 | - | Ja | € 13,54 | € 8,04 | |
| 4484762 | CHOLECOMB 20MG/10MG HARDE CAPS 30 | € 26,72 | - | Ja | € 6,99 | € 4,16 | |
| 4484770 | CHOLECOMB 20MG/10MG HARDE CAPS 90 | € 54,56 | - | Ja | € 13,54 | € 8,04 |