SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Padcev 20 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Padcev 30 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Padcev 20 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie bevat 20 mg enfortumab vedotin.
Padcev 30 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie bevat 30 mg enfortumab vedotin.
Na reconstitutie bevat elke ml oplossing 10 mg enfortumab vedotin.
Enfortumab vedotin bestaat uit een volledig humaan IgG1-kappa-antilichaam, geconjugeerd aan het microtubuli-ontregelende middel monomethylauristatine E (MMAE) door middel van een protease‑splitsbare maleimidocaproyl-valine‑citrulline-linker.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Wit tot gebroken wit gevriesdroogd poeder.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Padcev als monotherapie is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die eerder een platinumbevattende chemotherapie hebben ondergaan en een geprogrammeerde celdoodreceptor‑1- of geprogrammeerde celdoodligand 1-remmer hebben gekregen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Padcev dient te worden gestart onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de toepassing van therapieën tegen kanker. Zorg voor goede veneuze toegang alvorens de behandeling te beginnen (zie rubriek 4.4).
Dosering
De aanbevolen dosering van enfortumab vedotin is 1,25 mg/kg (tot maximaal 125 mg voor patiënten ≥ 100 kg), toegediend via een intraveneus infuus gedurende 30 minuten op dag 1, 8 en 15 van een 28‑daagse cyclus totdat ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Tabel 1. Aanbevolen dosisverlagingen bij bijwerkingen | |
| Dosisniveau |
Aanvangsdosering | 1,25 mg/kg tot max. 125 mg |
Eerste dosisverlaging | 1,0 mg/kg tot max. 100 mg |
Tweede dosisverlaging | 0,75 mg/kg tot max. 75 mg |
Derde dosisverlaging | 0,5 mg/kg tot max. 50 mg |
Dosisaanpassingen
Tabel 2. Dosisonderbreking, -verlaging en -stopzetting bij patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom | ||
Bijwerking | Ernst* | Dosisaanpassing* |
Huidreacties | Vermoeden van Stevens‑Johnson-syndroom (SJS) of toxische epidermale necrolyse (TEN) of bulleuze laesies | Onderbreek onmiddellijk en verwijs door naar gespecialiseerde zorg. |
Bevestigd(e) SJS of TEN; graad 4 of recidiverend graad 3 | Definitief stopzetten. | |
Graad 2 verslechtering |
| |
Hyperglykemie | Bloedglucose |
|
Pneumonitis/ | Graad 2 |
|
Graad ≥ 3 | Definitief stopzetten. | |
Perifere neuropathie | Graad 2 |
|
Graad ≥ 3 | Definitief stopzetten. | |
*Toxiciteit is beoordeeld volgens de ‘Common Terminology Criteria’ voor bijwerkingen van het National Cancer Institute versie 5.0 (NCI-CTCAE v5.0), waarbij graad 1 licht is, graad 2 matig ernstig, graad 3 ernstig en graad 4 levensbedreigend |
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten van ≥ 65 jaar (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte (creatinineklaring [CrCL] > 60-90 ml/min), matig ernstige (CrCL 30-60 ml/min) of ernstige (CrCL 15-<30 ml/min) nierfunctiestoornis. Enfortumab vedotin is niet geëvalueerd bij patiënten met eindstadium nierziekte (CrCL < 15 ml/min) (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis (totaal bilirubine 1 tot 1,5 × bovengrens van normaal [ULN] en elke ASAT, of totaal bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN). Enfortumab vedotin is geëvalueerd bij slechts een beperkt aantal patiënten met een matig ernstige leverfunctiestoornis en is niet geëvalueerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van enfortumab vedotin bij pediatrische patiënten voor de indicatie lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom.
Wijze van toediening
Padcev is voor intraveneus gebruik. De aanbevolen dosering dient te worden toegediend via een intraveneus infuus gedurende 30 minuten. Enfortumab vedotin dient niet te worden toegediend als intraveneuze push- of bolusinjectie.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen bij enfortumab vedotin waren alopecia (48,8%), vermoeidheid (46,8%), verminderde eetlust (44,9%), perifere sensorische neuropathie (38,7%), diarree (37,6%), nausea (36%), pruritus (33,4%), dysgeusie (29,9%), anemie (26,5%), gewicht verlaagd (23,4%), rash maculopapulair (22,9%), droge huid (21,6%), braken (18,4%), aspartaataminotransferase verhoogd (15,3%), hyperglykemie (13,1%), droog oog (12,8%), alanine-aminotransferase verhoogd (12,1%) en rash (10,4%).
De meest voorkomende ernstige bijwerkingen waren diarree (2%) en hyperglykemie (2%). Negen procent van de patiënten staakte het gebruik van enfortumab vedotin vanwege bijwerkingen permanent; de meest voorkomende bijwerking (≥ 2%) die leidde tot het staken van de dosering was perifere sensorische neuropathie (4%). Bijwerkingen die leidden tot onderbreken van de dosering traden op bij 44% van de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen (≥ 2%) die leidden tot onderbreken van de dosering waren perifere sensorische neuropathie (15%), vermoeidheid (7%), rash maculopapulair (4%), aspartaataminotransferase verhoogd (4%), alanineaminotransferase verhoogd (4%), anemie (3%), diarree (3%) en hyperglykemie (3%). Dertig procent van de patiënten had een dosisverlaging nodig vanwege een bijwerking; de meest voorkomende bijwerkingen (≥ 2%) die leidden tot een dosisverlaging waren perifere sensorische neuropathie (10%), vermoeidheid (5%), rash maculopapulair (4%) en verminderde eetlust (2%).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De veiligheid van enfortumab vedotin als monotherapie is onderzocht bij 680 patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die tijdens klinische onderzoeken 1,25 mg/kg kregen op dag 1, 8 en 15 van een 28-daagse cyclus (zie tabel 3). Patiënten werden blootgesteld aan enfortumab vedotin gedurende een mediane duur van 4,7 maanden (bereik: 0,3 tot 34,8 maanden).
De bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische onderzoeken, worden in deze rubriek aangegeven per frequentiecategorie. De frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1 000, <1/100); zelden (≥1/10 000, <1/1 000); zeer zelden (<1/10 000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 3. Bijwerkingen | |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | |
Zeer vaak | Anemie |
Niet bekend1 | Neutropenie, febriele neutropenie, neutrofielentelling verlaagd |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen | |
Zeer vaak | Hyperglykemie, verminderde eetlust |
Zenuwstelselaandoeningen | |
Zeer vaak | Perifere sensorische neuropathie, dysgeusie |
Vaak | Neuropathie perifeer, perifere motorische neuropathie, perifere sensomotorische neuropathie, paresthesie, hypo-esthesie, loopstoornis, spierzwakte |
Soms | Demyeliniserende polyneuropathie, polyneuropathie, neurotoxiciteit, motorische disfunctie, dysesthesie, spieratrofie, neuralgie, peroneale zenuwverlamming, gevoelsverlies, brandend gevoel van de huid, branderig gevoel |
Oogaandoeningen | |
Zeer vaak | Droog oog |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | |
Vaak | Pneumonitis |
Soms | Interstitiële longziekte |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Zeer vaak | Diarree, braken, nausea |
Huid- en onderhuidaandoeningen | |
Zeer vaak | Alopecia, pruritus, rash, rash maculopapulair, droge huid |
Vaak | Geneesmiddeleneruptie, huidexfoliatie, conjunctivitis, bulleuze dermatitis, blaar, stomatitis, palmoplantair erytrodysesthesiesyndroom, eczeem, erytheem, rash erythemateus, rash maculair, rash papulair, rash pruritisch, rash vesiculair |
Soms | Gegeneraliseerde exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, exfoliatieve rash, pemfigoïd, rash maculovesiculair, dermatitis, dermatitis allergisch, contactdermatitis, intertrigo, huidirritatie, stasisdermatitis, bloedblaar |
Niet bekend1 | Toxische epidermale necrolyse, syndroom van Stevens-Johnson, epidermale necrose, symmetrisch geneesmiddelgerelateerd intertrigineus en flexuraal exantheem |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Zeer vaak | Vermoeidheid |
Vaak | Extravasatie op infuusplaats |
Onderzoeken | |
Zeer vaak | Alanineaminotransferase verhoogd, aspartaataminotransferase verhoogd, gewicht verlaagd |
1 Gebaseerd op postmarketingervaring wereldwijd. |
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Immunogeniciteit
In totaal 590 patiënten werden onderzocht op immunogeniciteit voor 1,25 mg/kg enfortumab vedotin; bij 15 patiënten werd bevestigd dat ze bij baseline positief waren voor antidrugantilichamen (ADA), en van de patiënten die bij baseline negatief waren (n=575), waren er na baseline in totaal 16 (2,8%) positief (13 tijdelijk en 3 blijvend). Vanwege het beperkte aantal patiënten met antilichamen tegen
Padcev kunnen er geen conclusies worden getrokken over een eventueel effect van immunogeniciteit op werkzaamheid, veiligheid of farmacokinetiek.
Huidreacties
In klinische onderzoeken deden zich huidreacties voor bij 55% (375) van de 680 patiënten die werden behandeld met 1,25 mg/kg enfortumab vedotin. Ernstige (graad 3 of 4) huidreacties deden zich voor bij 13% (85) van de patiënten en het merendeel van deze reacties omvatte maculopapulaire huiduitslag, erythemateuze huiduitslag, huiduitslag of geneesmiddeleneruptie. De mediane tijd tot de aanvang van ernstige huidreacties was 0,62 maanden (bereik: 0,1 tot 6,4 maanden). Ernstige huidreacties traden op bij 3,8% (26) van de patiënten.
In het klinische onderzoek EV‑201 (n=214) verdwenen bij 75% van de patiënten die huidreacties vertoonden, de huidreacties volledig en had 14% gedeeltelijke verbetering (zie rubriek 4.4).
Pneumonitis/ILD
In klinische onderzoeken kwam pneumonitis voor bij 15 (2,2%) en kwam ILD voor bij 2 (0,3%) van de 680 patiënten die werden behandeld met 1,25 mg/kg enfortumab vedotin. Minder dan 1% van de patiënten kreeg ernstige (graad 3-4) pneumonitis of ILD. Pneumonitis of ILD leidde tot stopzetting van enfortumab vedotin bij respectievelijk 0,1% en 0,3% van de patiënten. Er waren geen sterfgevallen ten gevolge van ILD of pneumonitis. De mediane tijd tot het optreden van pneumonitis of ILD, ongeacht graad, was 3,6 maanden (bereik: 0,8 tot 6,0 maanden) en de mediane duur was 1,4 maanden (bereik: 0,2 tot 27,5 maanden). Van de 17 patiënten die pneumonitis of ILD kregen, verdwenen bij 6 (35,3%) de symptomen volledig.
Hyperglykemie
In klinische onderzoeken kwam hyperglykemie (bloedglucose > 13,9 mmol/l) voor bij 14% (98) van de 680 patiënten die werden behandeld met 1,25 mg/kg enfortumab vedotin. Ernstige gevallen van hyperglykemie traden op bij 2,2% van de patiënten, 7% van de patiënten kreeg ernstige (graad 3‑4) hyperglykemie en bij 0,3% van de patiënten deed zich een fataal voorval voor; één betrof
hyperglykemie en één betrof diabetische ketoacidose. De incidentie van hyperglykemie graad 3‑4 nam overeenkomstig toe bij patiënten met een hogere BMI en bij patiënten met een hogere waarde voor
hemoglobine A1C (HbA1c) bij baseline. De mediane tijd tot de aanvang van hyperglykemie was 0,6 maanden (bereik: 0,1 tot 20,3).
Bij hun laatste evaluatie in het klinische onderzoek EV‑201 (n=214) waren bij 61% van de patiënten de klachten volledig opgelost en was bij 19% van de patiënten gedeeltelijke verbetering opgetreden (zie rubriek 4.4).
Perifere neuropathie
In klinische onderzoeken deed zich perifere neuropathie voor bij 52% (352) van de 680 patiënten die werden behandeld met enfortumab vedotin 1,25 mg/kg. Vier procent van de patiënten kreeg ernstige (graad 3‑4) perifere neuropathie, waaronder sensorische en motorische voorvallen. De mediane tijd tot de aanvang van graad ≥ 2 was 4,6 maanden (bereik: 0,1 tot 15,8).
Bij hun laatste evaluatie in het klinische onderzoek EV‑201 (n=214) waren bij 19% van de patiënten de klachten volledig opgelost en was bij 39% van de patiënten gedeeltelijke verbetering opgetreden (zie rubriek 4.4).
Oculaire aandoeningen
In klinische onderzoeken ervoer 30% van de patiënten droge ogen tijdens de behandeling met 1,25 mg/kg enfortumab vedotin. De behandeling werd onderbroken bij 1,3% van de patiënten en 0,1% van de patiënten stopte definitief met de behandeling vanwege droge ogen. Ernstige (graad 3) droge ogen deden zich voor bij slechts 3 patiënten (0,4%). De mediane tijd tot de aanvang van droge ogen was 1,7 maanden (bereik: 0 tot 19,1 maanden) (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem.
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Galileelaan 5/03 | Postbus 97 |
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Astellas Pharma Europe B.V.
Sylviusweg 62
2333 BE Leiden
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1615/001
EU/1/21/1615/002
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
26/04/2023
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
4566196 | PADCEV 20MG PDR OPL INF FL 1 | - | € 600 | Ja | |
4566204 | PADCEV 30MG PDR OPL INF FL 1 | - | € 900 | Ja |