SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Fordexin 2 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen, varkens, honden en katten
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.2 Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
Paarden, runderen, varkens, honden, katten:
Behandeling van inflammatoire of allergische condities.
Runderen:
Inductie van de partus.
Behandeling van primaire ketose (acetonemie).
Paarden:
Behandeling van artritis, bursitis of tenosynovitis.
4.3 Contra-indicaties
Behalve in noodsituaties niet gebruiken bij dieren met diabetes mellitus, nierinsufficiëntie, cardiale insufficiëntie, hyperadrenocorticisme of osteoporose.
Niet gebruiken in geval van virale infecties gedurende de viremische periode of in geval van systematische mycotische infecties.
Niet gebruiken bij dieren die lijden aan gastro-intestinale of corneale ulceraties, of demodicosis.
Dien niets intra-articulair toe wanneer er sprake is van breuken, bacteriële gewrichtsontstekingen en aseptische botnecrose.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, voor corticosteroïden of voor één van de hulpstoffen
Zie ook rubriek 4.7.
4.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van dit diergeneesmiddel en non-steroïdale ontstekingsremmers kan leiden tot verergering van gastro-intestinale ulceratie.
Omdat corticosteroïden de immuunrespons tegen vaccinatie kunnen verlagen, mag dexamethason niet in combinatie met vaccins of binnen twee weken na vaccinatie worden gebruikt.
Bij toediening van dexamethason kan hypokaliëmie optreden waardoor het risico op toxiciteit van hartglycosiden toeneemt. Het risico op hypokaliëmie kan toenemen indien dexamethason wordt toegediend in combinatie met kaliumverlagende diuretica.
Gelijktijdig gebruik met anticholinesterase kan leiden tot toegenomen spierzwakte bij patiënten met myasthenia gravis.
Glucocorticoïden antagoneren de effecten van insuline.
Gelijktijdig gebruik met fenobarbital, fenytoïne en rifampicine kan de effecten van dexamethason verminderen.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Toedieningswegen:
Paarden: Intraveneuze, intramusculaire, of intra-articulaire injectie.
Runderen, varkens, honden en katten: Intramusculaire injectie.
Een normale aseptische techniek dient in acht te worden genomen.
Bij het afmeten van kleine volumes van minder dan 1 ml, moet een injectiespuit met geschikte maatverdeling worden gebruikt. Dit om een nauwkeurige toediening van de juiste dosis te garanderen.
Behandeling van inflammatoire of allergische condities: De volgende doseringen worden geadviseerd.:
Diersoort Dosering
Paarden, rund, varkens 0,06 mg dexamethason per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 1,5 ml diergeneesmiddel per 50 kg lichaamsgewicht)
Honden, katten 0,1 mg dexamethason per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 0,5 ml diergeneesmiddel per 10 kg lichaamsgewicht)
Behandeling van primaire ketose (acetonemie): 0,02 tot 0,04 mg dexamethason per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 5-10 ml diergeneesmiddel per 500 kg lichaamsgewicht) gegeven door intramusculaire injectie wordt bepaald afhankelijk van de grootte van de koe en de duur van de symptomen. Er moet opgelet worden dat Kanaaleilandrassen niet overgedoseerd worden. Hogere doseringen (tot 0,06 mg dexamethason/kg) zijn nodig als de symptomen al enige tijd aanwezig zijn of als dieren met een terugval worden behandeld.
Inductie van de partus - om een te grote foetus en mammair oedeem bij runderen te voorkomen. Eenmalig 0,04 mg dexamethason per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 10 ml diergeneesmiddel per 500 kg lichaamsgewicht), intramusculair, na dag 260 van de dracht.
De partus zal normaal gesproken binnen 48-72 uur plaatsvinden.
Behandeling van artritis, bursitis of tenosynovitis via intra-articulaire injectie bij paarden:
Dosis 1-5 ml diergeneesmiddel.
Deze hoeveelheden zijn niet specifiek en worden uitsluitend als een leidraad vermeld. Injecties in gewrichtsruimten of bursae moeten worden voorafgegaan door de verwijdering van een gelijk volume synoviaalvocht. Strikt aseptische condities zijn essentieel.
De felcapsule kan tot 100 keer veilig worden aangeprikt.
Kies de meest geschikte flacongrootte op basis van de te behandelen diersoort.
Wanneer groepen dieren worden behandeld, wordt het gebruik van een opzuignaald aangeraden om overmatig aanprikken van de stop te voorkomen. De opzuignaald dient na de behandeling te worden weggegooid.
4.11 Wachttijd(en)
Vlees en slachtafval
Runderen: 8 dagen
Varkens: 2 dagen
Paarden: 8 dagen
Melk:
Runderen: 72 uur
Paarden: Niet goedgekeurd voor gebruik bij paarden die melk voor humane consumptie produceren