SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vesicare 1 mg/ml suspensie voor oraal gebruik
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Vesicare suspensie voor oraal gebruik bevat 1 mg/ml solifenacinesuccinaat overeenkomend met 0,75 mg/1 ml solifenacine.
Hulpstoffen met bekend effect:
Benzoëzuur (E210) 0,015 mg/ml
Methylparahydroxybenzoaat (E218) 1,6 mg/ml
Propyleenglycol (E1520) 20 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E216) 0,2 mg/ml
Dit geneesmiddel bevat 48,4 mg alcohol (ethanol) per maximale dosis van10 ml. Het ethanol is afkomstig van de natuurlijke sinaasappelsmaakstof.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor oraal gebruik
Een witte tot gebroken witte waterige, homogene suspensie met sinaasappelsmaak
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Overactieve blaas bij volwassenen
Vesicare suspensie voor oraal gebruik is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van urge-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie en aandrang zoals kan voorkomen bij patiënten met het overactieve blaas syndroom (OAB).
Neurogene detrusoroveractiviteit
Vesicare suspensie voor oraal gebruik is geïndiceerd voor de behandeling van neurogene detrusoroveractiviteit (NDO) bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 2 tot 18 jaar.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Overactieve blaas
Volwassenen, inclusief ouderen:
De aanbevolen dosering is 5 mg (5 ml) solifenacinesuccinaat eenmaal daags. Indien nodig mag de dosering worden verhoogd tot 10 mg (10 ml) solifenacinesuccinaat eenmaal daags.
Pediatrische patiënten:
De werkzaamheid van Vesicare bij kinderen en adolescenten met een overactieve blaas is niet vastgesteld. Daarom mag Vesicare niet worden gebruikt voor de behandeling van een overactieve blaas bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.1 en 5.2.
Neurogene detrusoroveractiviteit
Pediatrische patiënten (van 2 tot 18 jaar):
De aanbevolen dosis van Vesicare suspensie voor oraal gebruik wordt bepaald op basis van het gewicht van de patiënt. De behandeling dient te worden opgestart met de aanbevolen startdosis. Daarna kan de dosis worden verhoogd naar de laagste effectieve dosis. De maximale dosis mag niet overschreden worden. Bij een langdurige therapiemoeten de patiënten regelmatig, minstens jaarlijks of vaker indien aangewezen, geëvalueerd worden voor het verderzetten van de therapie en mogelijke aanpassing van de dosis. De doses volgens het lichaamsgewicht van de patiënt staan weergegeven in onderstaande tabel.
Gewicht (kg) | Startdosis (ml) §1 | Maximale dosis (ml) §2 |
9 tot 15 | 2 | 4 |
>15 tot 30 | 3 | 5 |
>30 tot 45 | 3 | 6 |
>45 tot 60 | 4 | 8 |
>60 | 5 | 10 |
§ De Vesicare suspensie voor oraal gebruik heeft een concentratie van 1 mg/ml.
1 Equivalent aan blootstelling bij steady state na een dagelijkse dosis van 5 mg bij volwassenen.
2 Equivalent aan blootstelling bij steady state na een dagelijkse dosis van 10 mg bij volwassenen.
Vesicare suspensie voor oraal gebruik dient eenmaal daags via de mond te worden ingenomen.
Vesicare suspensie voor oraal gebruik mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Patiënten met nierinsufficiëntie:
Een aanpassing van de dosering is niet noodzakelijk voor patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring >30 ml/min). Patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤30 ml/min) dienen voorzichtig te worden behandeld en de dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 5 mg (5 ml) (volwassenen) en niet hoger dan de startdosis (kinderen en adolescenten) (zie rubriek 5.2).
Patiënten met leverinsufficiëntie:
Een aanpassing van de dosering is niet noodzakelijk voor patiënten met lichte leverinsufficiëntie. Patiënten met matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh score van 7 tot 9) dienen voorzichtig te worden behandeld en de dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 5 mg (5 ml) (volwassenen) en niet hoger dan de startdosis (kinderen en adolescenten) (zie rubriek 5.2).
Sterke remmers van cytochroom P450 3A4:
De maximale dosis Vesicare suspensie voor oraal gebruik dient beperkt te worden tot 5 mg (5 ml) (volwassenen) en niet hoger te zijn dan de startdosis (kinderen en adolescenten) wanneer het gelijktijdig wordt gebruikt met ketoconazol of therapeutische doseringen van andere sterke CYP3A4-remmers, zoals ritonavir, nelfinavir, itraconazol (zie rubriek 4.5).
Wijze van toediening
Vesicare suspensie voor oraal gebruik dient oraal te worden ingenomen gevolgd door een glas water en dient niet gelijktijdig met eten en/of met andere dranken te worden ingenomen. Inname met eten en/of drinken kan afgifte van solifenacine in de mond veroorzaken, waardoor een bittere smaak en een verkleumd gevoel in de mond ontstaat.
Gebruik de spuit en adapter die worden meegeleverd met Vesicare suspensie voor oraal gebruik, om de juiste dosis af te meten (zie rubriek 6.6).
4.3 Contra-indicaties
Wanneer gebruikt voor behandeling van een overactieve blaas, is solifenacine gecontra-indiceerd bij patiënten met urineretentie.
Wanneer gebruikt voor behandeling van een overactieve blaas of neurogene detrusoroveractiviteit is solifenacine gecontra-indiceerd bij:
- Patiënten met een ernstige gastro-intestinale aandoening (met inbegrip van toxisch megacolon), myasthenia gravis of een gesloten kamerhoekglaucoom, en patiënten met een risico op deze aandoeningen.
- Patiënten die overgevoelig zijn voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen vermeld in 6.1.
- Patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 5.2).
- Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie (zie rubriek 5.2).
- Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie of matige leverinsufficiëntie die worden behandeld met een sterke CYP3A4-remmer, zoals ketoconazol (zie rubriek 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Ten gevolge van de farmacologische werking van solifenacine kan solifenacine anticholinerge bijwerkingen veroorzaken van (over het algemeen) lichte of matige aard. De frequentie van de anticholinerge bijwerkingen hangt af van de dosis.
De meest gerapporteerde bijwerking van solifenacine was een droge mond. Dit kwam voor bij ongeveer 11 % van de patiënten behandeld met 5 mg per dag, bij 22 % van de patiënten behandeld met 10 mg per dag en bij 4 % van met placebo behandelde patiënten. De ernst van de droge mond was over het algemeen licht en leidde slechts in enkele gevallen tot het afbreken van de behandeling. Over het algemeen was de therapietrouw erg hoog (ongeveer 99 %) en ongeveer 90 % van de patiënten behandeld met solifenacine voltooide de volledige behandelingsperiode van 12 weken.
Overzicht van de bijwerkingen in tabelvorm
Systeem/orgaanklassen volgens MedDRA | Zeer | Vaak | Soms | Zelden | Zeer zelden | Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) |
Infecties en parasitaire |
|
| Urineweg-infectie |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Anafylactische reactie* |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
|
|
|
|
| Verminderde eetlust* |
Psychische stoornissen |
|
|
|
| Hallucinaties* | Delirium* |
Zenuwstelselaandoeningen |
|
| Slaperigheid | Duizeligheid* |
|
|
Oogaandoeningen |
| Wazig zien | Droge ogen |
|
| Glaucoom* |
Hartaandoeningen |
|
|
|
|
| Torsades de pointes* |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en |
|
| Droge neusslijm-vliezen |
|
| Dysfonie * |
Maagdarmstelsel-aandoeningen | Droge mond | Constipatie | Gastro-oesofageale reflux | Colon-obstructie |
| Ileus* |
Lever- en galaandoeningen |
|
|
|
|
| Leveraandoeningen* |
Huid- of onderhuid-aandoeningen |
|
| Droge huid | Pruritus* | Erythema multiforme* | Exfoliatieve dermatitis* |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen |
|
|
|
|
| Spierzwakte* |
Nier- en urineweg- aandoeningen |
|
| Moeilijkheden met mictie | Urine retentie |
| Nierinsufficiëntie* |
Algemene |
|
| Vermoeidheid |
|
|
|
*Post-marketing meldingen.
Pediatrische patiënten
Solifenacine-suspensie voor oraal gebruik is geëvalueerd voor de veiligheid bij 95 pediatrische patiënten van 2 tot 18 jaar met neurogene detrusoroveractiviteit in twee open-label onderzoeken. Vaak voorkomende bijwerkingen die werden waargenomen bij pediatrische patiënten met NDO zijn: constipatie, droge mond, buikpijn, somnolentie, urineweginfectie, bacterietest positief, en QT verlengd. De incidentie van constipatie bij patiënten die werden behandeld met solifenacine suspensie voor oraal gebruik was hoger in de groep met de maximale dosis dan in de groep met de startdosis.
Bij de pediatrische patiënten met NDO werden geen ernstige bijwerkingen gemeld. De vaakst voorkomende bijwerking die leidde tot stopzetting van het onderzoek was QT-verlenging.
Over het algemeen is het veiligheidsprofiel bij kinderen en adolescenten vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem.
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Astellas Pharma B.V.
Medialaan 50
B-1800 Vilvoorde
België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE480284
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
April 2024.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3398849 | VESICARE 1MG/ML ORALE SUSP 150ML | G04BD08 | € 27,56 | - | Ja | € 7,17 | € 4,27 |