SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Flolan 1,5 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie
Flolan 1,5 mg poeder voor oplossing voor infusie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Epoprostenol 1,5 mg poeder voor oplossing voor infusie:
Elke injectieflacon bevat natriumepoprostenol equivalent aan 1,5 mg epoprostenol.
Eén ml van de gereconstitueerde concentraat oplossing bevat 30.000 nanogram epoprostenol (als natriumepoprostenol) (1,5 mg epoprostenol in 50 ml oplosmiddel).
Hulpstoffen met bekend effect:
De hoeveelheid natrium in de gereconstitueerde concentraat oplossing is gelijk aan ongeveer 73 mg.
De hoeveelheid natrium in het poeder voor oplossing voor infusie is gelijk aan ongeveer 3 mg per injectieflacon.
De hoeveelheid natrium in het oplosmiddel voor parenteraal gebruik is gelijk aan ongeveer 70 mg per injectieflacon.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie.
Poeder voor oplossing voor infusie:
- Wit of gebroken wit gevriesdroogd poeder
Oplosmiddel voor parenteraal gebruik:
- Heldere, kleurloze oplossing (pH 11,7 12,3)
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Flolan is geïndiceerd voor de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie (PAH) (idiopathische of overerfbare PAH en PAH geassocieerd met bindweefselaandoeningen) bij patiënten met WHO functionele klasse III en IV-symptomen om zo de inspanningscapaciteit te verbeteren (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Epoprostenol is uitsluitend bestemd voor continue infusie via de intraveneuze route.
De behandeling mag alleen geïnitieerd en gecontroleerd worden door een arts die ervaring heeft met de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie.
Korte termijn (acute) titratie:
Deze procedure moet worden uitgevoerd in een ziekenhuis met adequate reanimatie apparatuur.
Een korte termijn titratie procedure via een perifere of centrale veneuze lijn is noodzakelijk om de infuussnelheid voor de lange termijn infusie te kunnen vaststellen. De initiële infuussnelheid is 2 nanogram/kg/min en wordt, elke 15 minuten of langer, met stappen van 2 nanogram/kg/min verhoogd totdat een maximaal hemodynamisch effect is bereikt of dosis-limiterende farmacologische effecten optreden.
Wanneer de initiële infuussnelheid van 2 nanogram/kg/min niet verdragen wordt, dient een lagere dosis te worden bepaald die wel door de patiënt verdragen wordt.
Lange termijn continue infusie:
Een lange termijn continue infusie van Flolan wordt via een centrale veneuze katheter toegediend. Totdat een centrale toegang tot stand gebracht is, kan tijdelijk gebruik gemaakt worden van perifere intraveneuze toediening. Lange termijn infusie wordt gestart bij een concentratie die 4 nanogram/kg/min lager is dan de maximaal verdragen dosis, die is bepaald tijdens de korte termijn titratie. Indien de maximaal verdragen dosis 5 nanogram/kg/min of minder is, dient het lange termijn infuus gestart te worden met 1 nanogram/kg/min.
Dosisaanpassingen:
Veranderingen van de lange termijn infuussnelheid moeten gebaseerd zijn op het aanhouden, terugkeren of verergeren van de symptomen van pulmonale arteriële hypertensie bij de patiënt, of op het optreden van bijwerkingen die veroorzaakt worden door overmatige doses Flolan.
In het algemeen is een verhoging van de initiële lange termijn dosering te verwachten. Verhoging van de dosis moet overwogen worden als de pulmonale arteriële hypertensiesymptomen aanhouden, of terugkeren na een aanvankelijke verbetering. De infuussnelheid wordt verhoogd in stappen van 1 tot 2 nanogram/kg/min met een dusdanig tijdsinterval zodat een beoordeling van het klinisch beloop mogelijk is. Het tijdsinterval moet minstens 15 minuten bedragen. Wanneer een nieuwe infuussnelheid is ingesteld, moet de patiënt geobserveerd worden en moet de bloeddruk en de hartslag (zowel in liggende als staande positie), gedurende enkele uren, gemeten worden om te verzekeren dat de nieuwe dosis verdragen wordt.
Tijdens de lange termijn infusie kunnen, zoals tijdens de titratie, dosisafhankelijke farmacologische effecten optreden. Hierbij kan het nodig zijn de infuussnelheid te verlagen, maar soms verdwijnt een bijwerking zonder aanpassing van de dosering. Verlaging van de dosis dient geleidelijk te gebeuren, in stappen van 2 nanogram/kg/min per 15 minuten of langer, totdat de dosisbeperkende effecten verdwijnen. Het abrupt stopzetten van Flolan of plotselinge grote verlagingen in de infuussnelheid dienen te worden vermeden vanwege het risico op potentiële fatale rebound effecten (zie rubriek 4.4). Met uitzondering van levensbedreigende situaties (zoals bewusteloosheid, collaps, enz.) dient de infuussnelheid van Flolan alleen onder leiding van een arts te worden aangepast.
Ouderen
Er is geen specifieke informatie over het gebruik van Flolan bij patiënten van 65 jaar en ouder voor pulmonale arteriële hypertensie. In het algemeen moet de dosering voor een oudere patiënt voorzichtig worden afgewogen op basis van de hogere frequentie van verminderde lever-, nier- of cardiale functie en van bijkomende ziekten of het gebruik van andere geneesmiddelen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van epoprostenol bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Voorzorgen die moeten worden genomen voor manipulatie of toediening van het geneesmiddel.
Nieuw bereide oplossingen voor infusie (hetzij als een geconcentreerde oplossing hetzij als verder verdunde oplossing) kunnen onmiddellijk worden toegediend of maximaal 8 dagen bewaard tussen 2°C-8°C voor de toediening. Na de bereiding of de bewaring, moet de oplossing voor infusie worden gebruikt binnen 72 uur indien bewaard bij maximaal 25°C of binnen 48 uur indien bewaard bij maximaal 30°C of binnen 24 uur indien bewaard bij maximaal 35°C of binnen 12 uur indien bewaard bij maximaal 40°C.
Epoprostenol oplossing, gereconstitueerd met oplosmiddel (pH 11,7 - 12,3), mag niet worden gebruikt met bereidings- of toedieningsmateriaal dat polyethyleentereftalaat (PET) of polyethyleentereftalaatglycol (PETG) bevat (zie rubrieken 6.2 en 6.6).
De gereconstitueerde oplossing moet voorafgaand aan de toediening worden geïnspecteerd. Het gebruik is verboden als er een verkleuring of deeltjes worden gezien.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
Epoprostenol mag niet als bolusinjectie worden toegediend.
4.3 Contra-indicaties
Flolan is gecontra-indiceerd bij patiënten:
- met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- met congestieve hartinsufficiëntie veroorzaakt door een ernstige disfunctie van het linkerventrikel.
- Flolan mag niet chronisch worden gebruikt bij patiënten die een pulmonaal oedeem ontwikkelen tijdens de titratie.
4.8 Bijwerkingen
De bijwerkingen zijn hieronder geklasseerd per orgaanstelsel en per frequentie. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak 1/10 ( 10%); vaak 1/100 en < 1/10 ( 1% en <10%); soms 1/1.000 en <1/100 (0,1% en <1%); zelden 1/10.000 en <1/1.000 (0,01% en< 0,1%); zeer zelden <1/10.000 (< 0,01%), frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Infecties en parasitaire aandoeningen | |
Vaak | Sepsis, septikemie (hoofdzakelijk te wijten aan de toedieningswijze van |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | |
Vaak | Verminderd aantal bloedplaatjes, allerlei bloedingen (bijv. pulmonaal, gastro-intestinaal, epistaxis, intracraniaal, postproceduraal, retroperitoneaal) |
Frequentie niet bekend | Splenomegalie, hypersplenisme |
Endocriene aandoeningen | |
Zeer zelden | Hyperthyreoïdie |
Psychische stoornissen | |
Vaak | Angst, zenuwachtigheid |
Zeer zelden | Agitatie |
Zenuwstelselaandoeningen | |
Zeer vaak | Hoofdpijn |
Hartaandoeningen | |
Vaak | Tachycardie2, bradycardie3 |
Frequentie niet bekend | High-output hartfalen |
Bloedvataandoeningen | |
Zeer vaak | Warmteopwellingen van het gelaat (zelfs waargenomen bij patiënten onder anesthesie) |
Vaak | Hypotensie |
Zeer zelden | Bleekheid |
Frequentie niet bekend | Ascites |
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen | |
Frequentie niet bekend | Pulmonaal oedeem |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Zeer vaak | Nausea, braken, diarree |
Vaak | Abdominale kolieken, soms gemeld als abdominale last |
Soms | Droge mond |
Huid- en onderhuidaandoeningen | |
Vaak | Rash |
Soms | Zweten |
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen | |
Zeer vaak | Kaakpijn |
Vaak | Artralgie |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Zeer vaak | Pijn (niet gespecificeerd) |
Vaak | Pijn ter hoogte van de inspuitplaats*, pijn in de borstkas |
Zelden | Lokale infectie* |
Zeer zelden | Roodheid van de infuusplaats*, occlusie van de lange IV-katheter*, vermoeidheid, beklemd gevoel in de borst |
Onderzoeken | |
Frequentie niet bekend | Verhoging van glucose in het bloed |
* Geassocieerd met de toedieningwijze van Flolan. | |
1 Kathetergerelateerde infecties veroorzaakt door organismen die niet per definitie pathogeen zijn (zoals micrococcus) zijn gemeld. | |
2 Tachycardie is gemeld als reactie op Flolan in doseringen van 5 nanogram/kg/min en lager. | |
3 Bij gezonde vrijwilligers werd bradycardie, soms gepaard gaande met orthostatische hypotensie, waargenomen bij dosissen Flolan hoger dan 5 nanogram/kg/min. Men nam bradycardie waar die gepaard ging met een aanzienlijke daling van de systolische en diastolische bloeddruk na IV toediening aan gezonde, bewuste vrijwilligers van een dosis Flolan equivalent aan 30 nanogram/kg/min. |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 Brussel
Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Avenue Fleming, 20
B-1300 Wavre
8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
FLOLAN 1,5 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie | BE432214 |
FLOLAN 1,5 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie | BE214785 |
FLOLAN 1,5 mg poeder voor oplossing voor infusie | BE214794 |
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
11/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
1465913 | FLOLAN 1,5MG 1FL PULV+2FL SOLV INFU | B01AC09 | - | € 28,55 | Ja |