SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AUBAGIO 7 mg filmomhulde tabletten
AUBAGIO 14 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
AUBAGIO 7 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 7 mg teriflunomide.
Hulpstof met bekend effect
Elke tablet bevat 77 mg lactose (als monohydraat).
AUBAGIO 14 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 14 mg teriflunomide.
Hulpstof met bekend effect
Elke tablet bevat 72 mg lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
AUBAGIO 7 mg filmomhulde tabletten
Zeer licht groenblauw-achtig grijze tot licht groen-achtig blauwe, hexagonale filmomhulde tabletten van 7,5 mm met opschrift ('7') aan de ene zijde en het bedrijfslogo aan de andere zijde.
AUBAGIO 14 mg filmomhulde tabletten
Lichtblauwe tot pastelblauwe, pentagonale filmomhulde tabletten van 7,5 mm met opschrift ('14') aan de ene zijde en een bedrijfslogo aan de andere zijde.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
AUBAGIO is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten en pediatrische patiënten van 10 jaar en ouder met relapsing remitting multiple sclerosis (RRMS). Zie rubriek 5.1 voor belangrijke informatie over de patiëntengroep waarvoor de werkzaamheid is vastgesteld.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden gestart onder supervisie van een arts die ervaring heeft met de behandeling van multiple sclerose.
Dosering
Volwassenen
Bij volwassenen is de aanbevolen dosis teriflunomide 14 mg eenmaal per dag.
Pediatrische populatie (10 jaar en ouder)
Bij pediatrische patiënten (10 jaar en ouder) is de aanbevolen dosis afhankelijk van het lichaamsgewicht:
- Pediatrische patiënten met een lichaamsgewicht > 40 kg: 14 mg eenmaal daags.
- Pediatrische patiënten met een lichaamsgewicht ≤ 40 kg: 7 mg eenmaal daags.
Pediatrische patiënten die een stabiel lichaamsgewicht van meer dan 40 kg bereiken, dienen over te stappen naar 14 mg eenmaal daags.
De filmomhulde tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Bijzondere patiëntengroepen
Ouderen
Voorzichtigheid is geboden bij toediening van AUBAGIO bij patiënten van 65 jaar en ouder, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en werkzaamheid.
Nierfunctiestoornis
De dosis hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met een lichte, matig-ernstige of ernstige nierfunctiestoornis die geen dialyse ondergaan.
Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis die wel dialyse ondergaan, zijn niet geëvalueerd. Om die reden is teriflunomide gecontra-indiceerd bij deze patiënten (zie rubriek 4.3).
Leverfunctiestoornis
De dosis hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met een lichte of matig-ernstige leverfunctiestoornis. Teriflunomide is gecontra-indiceerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten (jonger dan 10 jaar)
De veiligheid en werkzaamheid van teriflunomide bij kinderen jonger dan 10 jaar zijn nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De filmomhulde tabletten zijn bedoeld voor oraal gebruik. De tabletten dienen in hun geheel met wat water te worden doorgeslikt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse C).
Zwangere vrouwen, of vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen betrouwbare anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling met teriflunomide, en daarna zo lang de plasmaconcentraties hoger zijn dan 0,02 mg/l (zie rubriek 4.6). Zwangerschap moet worden uitgesloten voor het begin van de behandeling (zie rubriek 4.6).
Vrouwen die borstvoeding geven (zie rubriek 4.6).
Patiënten met een ernstige vorm van immunodeficiëntie, zoals verworven immuundeficiëntiesyndroom (AIDS).
Patiënten met een significant verminderde beenmergfunctie of significante anemie, leukopenie, neutropenie of trombocytopenie.
Patiënten met een ernstige actieve infectie totdat deze is verdwenen (zie rubriek 4.4).
Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis die dialyse ondergaan, omdat er onvoldoende klinische ervaring beschikbaar is in deze patiëntengroep.
Patiënten met ernstige hypoproteïnemie, bijvoorbeeld bij nefrotisch syndroom.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen bij de patiënten behandeld met teriflunomide (7 mg en 14 mg) waren: hoofdpijn (17,8%, 15,7%), diarree (13,1%, 13,6%), verhoogde ALAT (13%, 15%), nausea (8%, 10,7%) en verminderde haardichtheid (9,8%, 13,5%). Over het algemeen waren hoofdpijn, diarree, nausea en verminderde haardichtheid licht tot matig-ernstig en van voorbijgaande aard en leidden deze soms tot het stopzetten van de behandeling.
Teriflunomide is de belangrijkste metaboliet van leflunomide. Het veiligheidsprofiel van leflunomide in patiënten die lijden aan reumatoïde artritis of psoriatische artritis kan relevant zijn wanneer teriflunomide in MS patiënten wordt voorgeschreven.
Tabel met bijwerkingen
In totaal werden 2.267 patiënten blootgesteld aan teriflunomide (1.155 aan teriflunomide 7 mg en 1.112 aan teriflunomide 14 mg) eenmaal per dag gedurende een mediane duur van ongeveer 672 dagen in vier placebogecontroleerde onderzoeken (respectievelijk 1.045 en 1.002 patiënten voor teriflunomide 7 mg en 14 mg) en één onderzoek met vergelijkende actieve geneesmiddelen (110 patiënten in elke behandelingsgroep met teriflunomide) bij volwassen patiënten met recidiverende vormen van MS (relapsing remitting multiple sclerosis, RMS). Hieronder vermeld: bijwerkingen gemeld voor AUBAGIO in placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten, gemeld bij 7 mg of 14 mg teriflunomide in klinische onderzoeken bij volwassen patiënten. De frequentie was als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). De bijwerkingen zijn binnen elke frequentiegroep gerangschikt in aflopende volgorde van ernst.
Systeem/orgaanklassen | Zeer vaak | Vaak | Soms | Zelden | Zeer zelden | Niet bekend |
Infecties en parasitaire aandoeningen (zie rubriek 4.4) | | Griep, | Ernstige infecties met inbegrip van sepsisa |
|
|
|
Bloed- en lymfestelselaan-doeningen |
| Neutropenieb, | Lichte trombocytopenie (bloedplaatjes <100 G/l) |
|
|
|
Immuunsysteem-aandoeningen |
| Lichte allergische reacties | Overgevoeligheidsreacties (onmiddellijk of vertraagd) met inbegrip van anafylaxie en angio-oedeem |
|
|
|
Psychische stoornissen |
| Angst |
|
|
|
|
Zenuwstelsel-aandoeningen | Hoofdpijn | Paresthesie | Hyperesthesie, |
|
|
|
Hartaandoeningen |
| Palpitaties |
|
|
|
|
Bloedvataan-doeningen |
| Hypertensie |
|
|
|
|
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinum-aandoeningen |
|
| Interstitiële longziekte |
|
| Pulmonale hypertensie |
Maagdarmstelsel-aandoeningen | Diarree, | Pancreatitisb,c, Buikpijn (bovenste gedeelte) | Stomatitis, |
|
|
|
Lever- en galaandoeningen | Verhoogde alanine amino transferase (ALAT) | Verhoogde gamma-glutamyltransferase (GGT)b, Verhoogde aspartaatamino transferase b |
| Acute hepatitis |
| Geneesmiddelgeïnduceerd leverletsel (DILI) |
Voedings- en stofwisselingsstoornissen |
|
| Dyslipidemie |
|
|
|
Huid- en onderhuidaan-doeningen | Verminderde haardichtheid | Rash, | Nagelafwijkingen, |
|
|
|
Skeletspierstelsel- en bindweefsel-aandoeningen |
| Skeletspierstelselpijn, |
|
|
|
|
Nier- en urinewegaandoeningen |
| Pollakisurie |
|
|
|
|
Voortplantings-stelsel- en borstaandoeningen |
| Menorragie |
|
|
|
|
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen |
| Pijn, Astheniea |
|
|
|
|
Onderzoeken |
| Gewichtsafname, |
|
|
|
|
Letsels, intoxicaties en verrichtings-complicaties |
|
| Posttraumatische pijn |
|
|
|
a: zie rubriek “Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen”
b: zie rubriek 4.4
c: frequentie is “vaak” bij kinderen op basis van een gecontroleerd klinisch onderzoek bij pediatrische patiënten; frequentie is “soms” bij volwassenen.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Alopecia
Alopecia werd gemeld als het dunner worden van het haar, verminderde haardichtheid, haaruitval, al dan niet geassocieerd met verandering van de haarstructuur bij 13,9 % van de patiënten behandeld met 14 mg teriflunomide, versus 5,1 % bij patiënten behandeld met placebo. De meeste gevallen werden beschreven als diffuus of algemeen verspreid over het hoofd (geen volledige haaruitval gemeld) en traden het vaakst op tijdens de eerste 6 maanden, waarbij de klachten bij 121 van de 139 (87,1 %) patiënten spontaan verdwenen tijdens de behandeling met teriflunomide 14 mg. Stopzetting vanwege verminderde haardichtheid was 1,3 % in de groep met teriflunomide 14 mg, versus 0,1 % in de placebogroep.
Hepatische effecten
Tijdens placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten is het volgende aangetoond:
ALAT-stijging (op basis van laboratoriumgegevens) volgens baseline-status - Veiligheidspopulatie in placebogecontroleerde onderzoeken | ||
| placebo | Teriflunomide 14 mg |
>3 ULN | 66/994 (6,6%) | 80/999 (8,0%) |
>5 ULN | 37/994 (3,7%) | 31/999 (3,1%) |
>10 ULN | 16/994 (1,6%) | 9/999 (0,9%) |
>20 ULN | 4/994 (0,4%) | 3/999 (0,3%) |
ALAT >3 ULN en TBILI >2 ULN | 5/994 (0,5%) | 3/999 (0,3%) |
Licht verhoogde transaminase, ALAT lager dan of gelijk aan 3 x ULN, werd vaker waargenomen in de groepen behandeld met teriflunomide dan in de placebogroep. De frequentie van verhoogde waarden boven 3 x ULN en hoger was gelijk verdeeld over de behandelingsgroepen. Deze verhoogde transaminasewaarden traden het vaakst op in de eerste 6 maanden van de behandeling en verdwenen spontaan na beëindiging van de behandeling. De hersteltijd varieerde tussen maanden en jaren.
Effecten op de bloeddruk
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten is het volgende vastgesteld:
- systolische bloeddruk was >140 mmHg bij 19,9 % van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 15,5 % van de patiënten die een placebo kregen toegediend;
- systolische bloeddruk was >160 mmHg bij 3,8 % van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 2, 0% van de patiënten die een placebo kregen toegediend;
- diastolische bloeddruk was >90 mmHg bij 21,4 % van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 13,6 % van de patiënten die een placebo kregen toegediend.
Infecties
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten is geen toename van ernstige infecties waargenomen bij teriflunomide 14 mg (2,7%) in vergelijking met de placebo (2,2%). Er traden ernstige opportunistische infecties op in 0,2% van elke groep.
Ernstige infecties met inbegrip van, soms fatale, sepsis, werden gerapporteerd na het op de markt brengen.
Hematologische effecten
Een gemiddelde daling van de leukocytentelling (WBC) (<15% ten opzichte van baseline, voornamelijk daling van neutrofielen en lymfocyten) werd waargenomen in placebogecontroleerde onderzoeken met AUBAGIO bij volwassen patiënten, hoewel bij sommige patiënten een grotere daling werd waargenomen. De daling in de gemiddelde telling ten opzichte van baseline trad op gedurende de eerste 6 weken en stabiliseerde vervolgens na verloop van tijd tijdens de behandeling, maar in mindere mate (daling van minder dan 15% ten opzichte van baseline). Het effect op de erytrocytentelling (RBC) (<2%) en trombocytentelling (<10%) was minder uitgesproken.
Perifere neuropathie
In placebogecontroleerede onderzoeken bij volwassen patiënten, inclusief zowel polyneuropathie als mononeuropatie (vb. carpaletunnelsyndroom), werd perifere neuropatie vaker gerapporteerd bij patiënten die teriflunomide kregen dan bij patiënten die placebo kregen. In de pivotale placebogecontroleerde onderzoeken was de incidentie van perifere neuropathie, bevestigd aan de hand van zenuwgeleidingsonderzoek, 1,9 % (17 patiënten op 898) bij patiënten op 14 mg teriflunomide, vergeleken met 0,4 % (4 patiënten op 898) bij patiënten op placebo. De behandeling werd stopgezet bij 5 patiënten met perifere neuropathie op 14 mg teriflunomide. Herstel na stopzetting van de behandeling werd gerapporteerd bij 4 van deze patiënten.
Benigne, maligne en niet-gespecificeerde neoplasmata (incl. cysten en poliepen)
Hoewel er geen verhoogd risico op maligniteit bij teriflunomide lijkt te zijn in de klinische onderzoeken, is het risico op maligniteit, vooral lymfoproliferatieve aandoeningen, verhoogd bij een aantal andere geneesmiddelen die net als teriflunomide het immuunsysteem beïnvloeden (klasse-effect).
Ernstige huidreacties
Na het op de markt brengen, werden gevallen van ernstige huidreacties gemeld met teriflunomide (zie rubriek 4.4).
Asthenie
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten waren de frequenties voor asthenie respectievelijk 2,0%, 1,6% en 2,2% in de groepen die placebo, teriflunomide 7 mg en teriflunomide 14 mg kregen toegediend.
Psoriasis
In placebogecontroleerde onderzoeken waren de frequenties voor psoriasis respectievelijk 0,3%, 0,3% en 0,4% in de groepen met placebo, teriflunomide 7 mg en teriflunomide 14 mg.
Maagdarmstoornissen
Na het op de markt brengen, werden bij volwassenen gevallen van pancreatitis gemeld, inclusief gevallen van necrotiserende pancreatitis en pancreatische pseudocyste. Er kunnen op elk moment tijdens de behandeling met teriflunomide pancreatische voorvallen optreden, die kunnen leiden tot ziekenhuisopname en/of een corrigerende behandeling.
Pediatrische populatie
Het waargenomen veiligheidsprofiel bij pediatrische patiënten (10 tot en met 17 jaar) die dagelijks teriflunomide kregen, was over het algemeen vergelijkbaar met het bij volwassen patiënten waargenomen profiel. In de dubbelblinde fase van het pediatrische onderzoek (166 patiënten; 109 in de teriflunomidegroep en 57 in de placebogroep) werden echter gevallen van pancreatitis gemeld bij 1,8% (2/109) van de met teriflunomide behandelde patiënten, vergeleken met nul in de placebogroep. Eén van deze gevallen leidde tot ziekenhuisopname en een corrigerende behandeling. Bij pediatrische patiënten behandeld met teriflunomide in de open-labelfase van het onderzoek werden er 2 bijkomende gevallen van pancreatitis (het ene gemeld als ernstig voorval, het andere als een niet-ernstig voorval van lichte intensiteit) en een geval van ernstige acute pancreatitis (met pseudo-papilloom) gemeld. Bij 2 van deze 3 patiënten leidde pancreatitis tot ziekenhuisopname. Tot de klinische symptomen behoorden buikpijn, nausea en/of braken en amylase en lipase in het serum waren bij deze patiënten verhoogd. Alle patiënten herstelden na stopzetting van de behandeling en een versnelde eliminatieprocedure (zie rubriek 4.4) en een corrigerende behandeling.
De volgende bijwerkingen werden vaker gemeld in de pediatrische populatie dan in de volwassen populatie:
- Alopecia werd gemeld bij 22,0% van de patiënten behandeld met teriflunomide versus 12,3% van de patiënten behandeld met placebo.
- Infecties werden gemeld bij 66,1% van de patiënten behandeld met teriflunomide versus 45,6% van de patiënten behandeld met placebo. Daarbij werden nasofaryngitis en infecties van de bovenste luchtwegen vaker gemeld bij teriflunomide.
- CPK-toename werd gemeld bij 5,5% van de patiënten behandeld met teriflunomide versus 0% van de patiënten behandeld met placebo. De meerderheid van de gevallen werd in verband gebracht met gedocumenteerde lichaamsbeweging.
- Paresthesie werd gemeld bij 11,0% van de patiënten behandeld met teriflunomide versus 1,8% van de patiënten behandeld met placebo.
- Buikpijn werd gemeld bij 11,0% van de patiënten behandeld met teriflunomide versus 1,8% van de patiënten behandeld met placebo.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten: www.fagg.be – Afdeling Vigilantie: Website: www.eenbijwerkingmelden.be – E-mail: adr@fagg-afmps.be
Nederland: Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb – Website: www.lareb.nl
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sanofi Winthrop Industrie
82 avenue Raspail
94250 Gentilly
Frankrijk
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
AUBAGIO 7 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/838/006 28 tabletten
AUBAGIO 14 mg filmomhulde tabletten
EU/1/13/838/001 14 tabletten
EU/1/13/838/002 28 tabletten
EU/1/13/838/003 84 tabletten
EU/1/13/838/004 98 tabletten
EU/1/13/838/005 10x1 tablet
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
08/2024
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3137403 | AUBAGIO 14MG FILMOMH TABL 28 X 14 MG | L04AA31 | € 312,97 | - | Ja | € 12,5 | € 8,3 |