1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tivicay 10 mg filmomhulde tabletten
Tivicay 25 mg filmomhulde tabletten
Tivicay 50 mg filmomhulde tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Tivicay 10 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat dolutegravirnatrium overeenkomend met 10 mg dolutegravir.
Tivicay 25 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat dolutegravirnatrium overeenkomend met 25 mg dolutegravir.
Tivicay 50 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat dolutegravirnatrium overeenkomend met 50 mg dolutegravir.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Tivicay 10 mg filmomhulde tabletten
Witte, ronde, biconvexe tabletten met een diameter van ongeveer 6 mm voorzien van de inscriptie 'SV 572' op de ene zijde en '10' op de andere zijde.
Tivicay 25 mg filmomhulde tabletten
Zacht-gele, ronde, biconvexe tabletten met een diameter van ongeveer 7 mm voorzien van de inscriptie 'SV 572' op de ene zijde en '25' op de andere zijde.
Tivicay 50 mg filmomhulde tabletten
Gele, ronde, biconvexe tabletten met een diameter van ongeveer 9 mm voorzien van de inscriptie 'SV 572' op de ene zijde en '50' op de andere zijde.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Tivicay is geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling van een infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv-infectie) bij volwassenen, jongeren en kinderen die ten minste 6 jaar of ouder zijn en ten minste 14 kg wegen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Tivicay dient voorgeschreven te worden door artsen die ervaring hebben in de behandeling van een hiv-infectie.
Dosering
Volwassenen
Patiënten die geïnfecteerd zijn met hiv-1 zonder gedocumenteerde of klinisch vermoede resistentie tegen de klasse van de integraseremmers
De aanbevolen dosis dolutegravir is 50 mg oraal eenmaal daags.
Dolutegravir moet bij deze populatie tweemaal daags worden gegeven wanneer het gelijktijdig met sommige geneesmiddelen wordt toegediend (bijv. efavirenz, nevirapine, tipranavir/ritonavir, of rifampicine). Gelieve hiervoor rubriek 4.5 te raadplegen.
Patiënten die geïnfecteerd zijn met hiv-1 met resistentie tegen de klasse van de integraseremmers (gedocumenteerd of klinisch vermoed)
De aanbevolen dosis dolutegravir is 50 mg tweemaal daags.
De aanwezigheid van gedocumenteerde resistentie, waaronder Q148+ ≥ 2 secundaire mutaties van G140A/C/S, E138A/K/T, L74I, suggereert wanneer het wordt ingebracht in een model, dat een verhoging van de dosis kan worden overwogen bij patiënten met beperkte behandelopties (minder dan 2 ‘werkzame’ stoffen) vanwege de gevorderde multi-klasseresistentie (zie rubriek 5.2).
De beslissing om dolutegravir te gebruiken bij dergelijke patiënten dient te worden onderbouwd door het integraseresistentiepatroon (zie rubriek 5.1).
Jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar met een gewicht van ten minste 20 kg
Bij patiënten die geïnfecteerd zijn met hiv-1 dat niet resistent is tegen de klasse van de integraseremmers, is de aanbevolen dosis dolutegravir 50 mg eenmaal daags. Als alternatief kan 25 mg tweemaal daags worden ingenomen (zie rubriek 5.2). In geval van resistentie tegen een integraseremmer zijn er onvoldoende gegevens om een dosis dolutegravir aan te bevelen bij jongeren.
Kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar met een gewicht van ten minste 14 kg
Bij patiënten die zijn geïnfecteerd met hiv-1 dat niet resistent is tegen de klasse van de integraseremmers, wordt de aanbevolen dosis dolutegravir bepaald op basis van het gewicht van het kind (zie tabel 1 en rubriek 5.2).
Tabel 1 Pediatrische doseringsaanbevelingen voor filmomhulde tabletten
Lichaamsgewicht (kg) | Dosering |
14 tot minder dan 20 | eenmaal daags 40 mg |
20 of hoger | eenmaal daags 50 mg |
Als alternatief kan de dosering gelijk verdeeld worden in twee 2 doses, waarbij één dosis in de morgen ingenomen wordt en één dosis in de avond (zie tabel 2 en rubriek 5.2).
Tabel 2 Alternatieve pediatrische doseringsaanbevelingen voor filmomhulde tabletten
Lichaamsgewicht (kg) | Dosering |
14 tot minder dan 20 | tweemaal daags 20 mg |
20 of hoger | tweemaal daags 25 mg |
In geval van resistentie tegen een integraseremmer zijn er onvoldoende gegevens om een dosis dolutegravir aan te bevelen bij kinderen
Dispergeerbare tabletten
Tivicay is verkrijgbaar als filmomhulde tabletten voor patiënten van 6 jaar en ouder met een gewicht van ten minste 14 kg. Tivicay is ook verkrijgbaar als dispergeerbare tabletten voor patiënten van 4 weken en ouder met een gewicht van ten minste 3 kg of voor patiënten voor wie filmomhulde tabletten niet geschikt zijn. Patiënten kunnen overschakelen van filmomhulde tabletten op dispergeerbare tabletten en vice versa. De biologische beschikbaarheid van filmomhulde tabletten en de biologische beschikbaarheid van dispergeerbare tabletten zijn echter niet vergelijkbaar. Daardoor zijn de filmomhulde tabletten en de dispergeerbare tabletten niet uitwisselbaar op een milligram-tegen-milligrambasis (zie rubriek 5.2). De aanbevolen volwassenendosis is bijvoorbeeld 50 mg bij gebruik van filmomhulde tabletten ten opzichte van 30 mg bij gebruik van dispergeerbare tabletten. Patiënten die overschakelen van filmomhulde tabletten op dispergeerbare tabletten of vice versa, dienen de doseringsaanbevelingen op te volgen die specifiek zijn voor de toedieningsvorm.
Vergeten doses
Als de patiënt een dosis Tivicay vergeet, dient de patiënt Tivicay zo snel mogelijk in te nemen, indien de volgende dosis niet binnen 4 uur moet worden ingenomen. Als de volgende dosis binnen 4 uur moet worden ingenomen, dient de patiënt de vergeten dosis niet in te nemen en eenvoudigweg verder te gaan met het gebruikelijke doseringsschema.
Ouderen
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over het gebruik van dolutegravir bij patiënten van 65 jaar en ouder. Er is geen bewijs dat oudere patiënten een andere dosis nodig hebben dan jongere volwassen patiënten (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte, matig ernstige of ernstige nierfunctiestoornis (CrCl < 30 ml/min, geen dialyse). Er zijn geen gegevens beschikbaar over proefpersonen die worden gedialyseerd, hoewel geen verschillen in de farmacokinetiek worden verwacht bij deze populatie (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte of matig ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-graad A of B). Er zijn geen gegevens beschikbaar over patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-graad C); daarom dient dolutegravir met voorzichtigheid te worden gebruikt bij deze patiënten (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Dolutegravir is ook verkrijgbaar in de vorm van dispergeerbare tabletten voor kinderen van 4 weken en ouder met een gewicht van ten minste 3 kg. De veiligheid en werkzaamheid van dolutegravir bij kinderen jonger dan 4 weken of die minder dan 3 kg wegen zijn echter nog niet vastgesteld. In geval van resistentie tegen een integraseremmer zijn er onvoldoende gegevens om een dosis dolutegravir aan te bevelen bij kinderen en jongeren. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Tivicay kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2). In geval van resistentie tegen de klasse van de integraseremmers dient Tivicay bij voorkeur met voedsel te worden ingenomen om de blootstelling te verhogen (vooral bij patiënten met Q148-mutaties) (zie rubriek 5.2).
Om het risico op verslikken te verlagen, dienen patiënten niet meer dan één tablet tegelijk in te slikken, en dienen kinderen met een gewicht van 14 tot minder dan 20 kg bij voorkeur de dispergeerbare-tabletvorm te gebruiken als dat mogelijk is.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die substraten zijn van het organische kationtransporteiwit 2 (organic cation transporter 2, OCT2), met inbegrip van, maar niet beperkt tot fampridine (ook wel dalfampridine genoemd; zie rubriek 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De ernstigste bijwerking die bij een individuele patiënt werd gezien, was een overgevoeligheidsreactie met huiduitslag en ernstige levereffecten (zie rubriek 4.4). De vaakst geziene bijwerkingen tijdens de behandeling waren misselijkheid (13%), diarree (18%) en hoofdpijn (13%).
Samenvattende tabel van bijwerkingen
De bijwerkingen waarvan het ten minste mogelijk wordt geacht dat ze verband houden met dolutegravir staan vermeld per lichaamssysteem, orgaanklasse en absolute frequentie. Frequenties worden gedefinieerd als zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
Tabel 4 Bijwerkingen
Immuunsysteem-aandoeningen | Soms | Overgevoeligheid (zie rubriek 4.4) |
Soms | Immuunreactiveringssyndroom (zie rubriek 4.4)** | |
Psychische stoornissen | Vaak | Insomnia |
Vaak | Abnormale dromen | |
Vaak | Depressie | |
Vaak | Angst | |
Soms | Paniekaanval | |
Soms | Suïcidale gedachten of suïcidepoging (in het bijzonder bij patiënten met een reeds bestaande voorgeschiedenis van depressie of psychiatrische ziekte) | |
| Zelden | Gelukte zelfmoord* |
Zenuwstelselaandoeningen | Zeer vaak | Hoofdpijn |
Vaak | Duizeligheid | |
Maagdarmstelsel-aandoeningen | Zeer vaak | Nausea |
Zeer vaak | Diarree | |
Vaak | Braken | |
Vaak | Flatulentie | |
Vaak | Bovenbuikpijn | |
Vaak | Abdominale pijn | |
Vaak | Abdominaal ongemak | |
Lever- en galaandoeningen | Vaak | Verhogingen van alanineaminotransferase (ALAT) en/of aspartaataminotransferase (ASAT) |
Soms | Hepatitis | |
Zelden | Acuut leverfalen, bilirubine verhoogd *** | |
Huid- en onderhuidaandoeningen | Vaak | Rash |
Vaak | Pruritus | |
Skeletspierstelsel- en | Soms | Artralgie |
Soms | Myalgie | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Vaak | Vermoeidheid |
Onderzoeken | Vaak | Verhogingen van creatinefosfokinase (CPK), gewicht verhoogd |
** Zie hieronder in ‘Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen’
***in combinatie met verhoogde transaminasen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Veranderingen in biochemische laboratoriumwaarden
Verhogingen van serumcreatinine traden op in de eerste week van behandeling met dolutegravir en bleven stabiel gedurende 48 weken. Een gemiddelde verandering vanaf baseline van 9,96 mol/l werd waargenomen na 48 weken behandeling. Creatinineverhogingen waren vergelijkbaar met verschillende achtergrond-behandelingen. Deze veranderingen worden niet als klinisch relevant beschouwd, omdat ze geen weergave zijn van een verandering in de glomerulaire filtratiesnelheid.
Co-infectie met hepatitis B of C
In fase III-onderzoeken mochten patiënten met een co-infectie met hepatitis B en/of C meedoen op voorwaarde dat de leverfunctiewaarden op baseline niet hoger waren dan 5 keer de bovengrens van de normaalwaarde (upper limit of normal, ULN). Over het algemeen was het veiligheidsprofiel bij patiënten met een co-infectie met hepatitis B en/of C vergelijkbaar met dat van patiënten zonder een co-infectie met hepatitis B of C, hoewel de percentages ASAT- en ALAT-afwijkingen bij alle behandelgroepen hoger waren in de subgroep met een co-infectie met hepatitis B en/of C. Verhogingen in leverfunctiewaarden die consistent zijn met immuunreactiveringssyndroom werden waargenomen bij een aantal proefpersonen die ook geïnfecteerd waren met hepatitis B en/of C bij het begin van de behandeling met dolutegravir, met name bij de patiënten bij wie de anti-hepatitis B-behandeling was gestaakt (zie rubriek 4.4).
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten met een ernstige immuundeficiëntie bij de start van antiretrovirale combinatietherapie (CART), kan door asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties een ontstekingsreactie ontstaan. Auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gemeld; de gemelde tijd tot het begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Metabole parameters
Het gewicht en de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen toenemen tijdens antiretrovirale behandeling (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Op basis van beschikbare gegevens uit de nog lopende onderzoeken P1093 (ING112578) en ODYSSEY (201296) die betrekking hebben op 172 zuigelingen, kinderen en jongeren(in de leeftijd van 4 weken tot 18 jaar en met een gewicht van ten minste 3 kg) die eenmaal daags de aanbevolen dosis van de filmomhulde tabletten of de dispergeerbare tabletten kregen, waren er geen bijkomende soorten bijwerkingen naast de bijwerkingen die zijn waargenomen bij volwassen populaties.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
ViiV Healthcare BV
Van Asch van Wijckstraat 55H
3811 LP Amersfoort
Nederland
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/892/001
EU/1/13/892/002
EU/1/13/892/003
EU/1/13/892/004
EU/1/13/892/005
EU/1/13/892/006
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
31 oktober 2024 (versie 33)
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau: https://www.ema.europa.eu.
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3129814 | TIVICAY 50 MG FILMOMH TABL 30 | J05AJ03 | € 630,29 | - | Ja | - | - |