SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zinacef 750 mg poeder voor oplossing voor injectie
Zinacef 1,5 g poeder voor oplossing voor injectie
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Zinacef 750 mg poeder voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 750 mg cefuroxim (onder vorm van natriumcefuroxim).
Elke injectieflacon bevat 42 mg natrium.
Zinacef 1,5 g poeder voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 1,5 g cefuroxim (onder vorm van natriumcefuroxim).
Elke injectieflacon bevat 83 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
750 mg en 1,5 g poeder voor oplossing voor injectie
Poeder voor oplossing voor injectie
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Zinacef is geïndiceerd voor de behandeling van de hieronder genoemde infecties bij volwassenen en kinderen, inclusief neonaten (vanaf de geboorte) (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
- Community acquired pneumonia
- Acute exacerbaties van chronische bronchitis
- Gecompliceerde urineweginfecties inclusief pyelonefritis
- Weke-deleninfecties: cellulitis, erysipelas en wondinfecties
- Intra-abdominale infecties (zie rubriek 4.4)
- Profylaxe tegen infectie bij operaties aan het maag-darmstelsel (inclusief slokdarm), orthopedische, cardiovasculaire en gynaecologische ingrepen (inclusief sectio caesarea)
Bij de behandeling en preventie van infecties waarbij het zeer waarschijnlijk is dat anaerobe organismen aanwezig zijn, moet cefuroxim met aanvullende passende antibacteriële middelen worden toegediend.
Er dient rekening te worden gehouden met de officiële richtlijnen wat betreft het juiste gebruik van antibacteriële middelen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Tabel 1. Volwassenen en kinderen 40 kg
Indicatie | Dosering |
Community acquired pneumonia en acute exacerbaties van chronische bronchitis | 750 mg elke 8 uur |
Weke-deleninfecties: cellulitis, erysipelas en wondinfecties | |
| |
Gecompliceerde urineweginfecties, inclusief pyelonefritis | 1,5 g elke 8 uur |
Ernstige infecties | 750 mg elke 6 uur (intraveneus). |
Profylaxe tegen infectie bij operaties aan het maag-darmstelsel, gynaecologische (inclusief sectio caesarea) en orthopedische ingrepen. | 1,5 g bij de inductie van de anesthesie. Dit kan worden aangevuld met twee 750 mg doses (intramusculair) na 8 uur en 16 uur. |
Profylaxe tegen infectie bij cardiovasculaire en oesofageale operaties | 1,5 g bij de inductie van de anesthesie gevolgd door 750 mg (intramusculair) elke 8 uur gedurende de volgende 24 uur. |
Tabel 2. Kinderen < 40 kg
| Zuigelingen en peuters > 3 weken en kinderen < 40 kg | Neonaten en zuigelingen (geboorte tot 3 weken) |
Community acquired pneumonia | 30 tot 100 mg/kg/dag (intraveneus) toegediend verdeeld over 3 of 4 doses; een dosis van 60 mg/kg/dag is geschikt voor de meeste infecties. | 30 tot 100 mg/kg/dag (intraveneus) toegediend verdeeld over 2 of 3 doses (zie rubriek 5.2). |
Gecompliceerde urineweginfecties, inclusief pyelonefritis | ||
Weke-deleninfecties: cellulitis, erysipelas en wondinfecties | ||
Intra-abdominale infecties |
Verminderde nierfunctie
Cefuroxim wordt primair door de nieren uitgescheiden. Daarom wordt, net als bij andere dergelijke antibiotica, bij patiënten met duidelijke verminderde nierfunctie aanbevolen om de dosering Zinacef te verlagen ter compensatie voor de tragere uitscheiding.
Tabel 3. Aanbevolen doses voor Zinacef bij verminderde nierfunctie
Creatinineklaring | T1/2 (uur) | Dosis (mg) |
> 20 ml/min/1,73 m2 | 1,7 – 2,6 | Verlaging van de standaarddosis (750 mg tot 1,5 g driemaal daags) is niet nodig |
10-20 ml/min/1,73 m2 | 4,3 – 6,5 | 750 mg tweemaal daags |
< 10 ml/min/1,73 m2 | 14,8 – 22,3 | 750 mg éénmaal daags |
Patiënten met hemodialyse | 3,75 | Na afloop van elke hemodialyse moet een volgende dosis van 750 mg intraveneus of intramusculair worden toegediend; naast parenteraal gebruik kan cefuroximnatrium worden opgenomen in de peritoneale dialysevloeistof (meestal 250 mg voor elke 2 liter dialysevloeistof) |
Patiënten met nierfalen die op de intensive care afdeling worden behandeld met CAVH (continue arterioveneuze hemodialyse) of HF (hoge-flux hemofiltratie) | 7,9-12,6 (CAVH) | 750 mg tweemaal daags; voor lage-flux-hemofiltratie, volg de aanbevolen dosering bij verminderde nierfunctie |
Afgenomen leverfunctie
Cefuroxim wordt primair door de nieren uitgescheiden. Bij patiënten met leverdisfunctie zal dit naar verwachting geen invloed hebben op de farmacokinetiek van cefuroxim.
Wijze van toediening
Zinacef moet worden toegediend door intraveneuze injectie over een periode van 3 tot 5 minuten rechtstreeks in een ader of via een druppelinfuus of infuus van 30 tot 60 minuten, of via diepe intramusculaire injectie.
Intramusculaire injecties moeten goed in de massa van een vrij dikke spier worden geïnjecteerd en er mag niet meer dan 750 mg op één plaats worden geïnjecteerd. Doses van meer dan 1,5 g moeten intraveneus worden toegediend. Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan de toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor cefuroxim of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met bekende overgevoeligheid voor cefalosporine-antibiotica.
Een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid (bijvoorbeeld anafylactische reactie) voor elke andere vorm van bètalactamantibiotica (penicillines, monobactams en carbapenems).
4.8 Bijwerkingen
De meest voorkomende bijwerkingen zijn neutropenie, eosinofilie, tijdelijke stijging van leverenzymen of bilirubine, vooral bij patiënten met pre-existerende leverziekte, maar er zijn geen aanwijzingen voor schade aan de lever en reacties op de injectieplaats.
De aan onderstaande bijwerkingen toegekende frequentiecategorieën zijn schattingen, want voor de meeste bijwerkingen zijn er geen geschikte gegevens beschikbaar voor het berekenen van de incidentie. Bovendien kan de incidentie van bijwerkingen waarmee cefuroximnatrium gepaard gaat variëren, afhankelijk van de indicatie.
Er zijn gegevens uit klinische onderzoeken gebruikt om de frequentie te bepalen van zeer vaak voorkomende tot zelden voorkomende bijwerkingen. De frequenties die aan alle andere bijwerkingen werden toegekend (d.w.z. die met een frequentie van <1/10.000 voorkwamen), werden voornamelijk bepaald met behulp van post-marketinggegevens en berusten op een meldingspercentage en niet zozeer op de ware frequentie.
Hieronder staan behandelingsgerelateerde bijwerkingen van alle graden vermeld, ingedeeld naar systeem/orgaanklasse van de MedDRA, de frequentie en ernst. De volgende conventie is gehanteerd voor de classificatie van de frequentie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, <1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse | Vaak | Soms | Niet bekend |
Infecties en parasitaire aandoeningen |
|
| overgroei van Candida, |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen | neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie | leukopenie, positieve Coombs-test | trombocytopenie, |
Immuunsysteemaandoeningen, |
|
| geneesmiddelenkoorts, interstitiële nefritis, anafylaxie, cutane vasculitis |
Maagdarmstelselaandoeningen |
| gastro-intestinale stoornis | pseudomembraneuze colitis (zie rubriek 4.4) |
Lever- en galaandoeningen | tijdelijke stijging van leverenzymen | tijdelijke stijging van bilirubine |
|
Huid- en onderhuidaandoeningen |
| huiduitslag, urticaria en pruritus | erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse en Stevens-Johnson-syndroom, |
Nier- en urinewegaandoeningen |
|
| verhogingen in serumcreatinine, verhogingen in bloedureumstikstof en verlaagde creatinineklaring (zie rubriek 4.4) |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | reacties op de injectieplaats, waaronder mogelijk pijn en tromboflebitis |
|
|
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen |
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel voor cefuroximnatrium bij kinderen komt overeen met het profiel bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem:
|
| ||
België | Luxemburg | ||
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Site Apollo
Avenue Pascal, 2-4-6
B-1300 Wavre
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zinacef 750 mg poeder voor oplossing voor injectie BE168147
Zinacef 1,5 g poeder voor oplossing voor injectie BE168156
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
12/05/2021 (v27)
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
0098764 | ZINACEF PERF MONOVIAL 1FLX1500MG | J01DC02 | € 7,96 | - | Ja | - | - |
1170174 | ZINACEF 1500MG IV BOLUS FL 1 | J01DC02 | € 8,51 | - | Ja | € 1,07 | € 0,64 |
2666782 | ZINACEF 750MG IM/IV BOLUS FL 1 | J01DC02 | € 7,16 | - | Ja | € 0,54 | € 0,32 |