SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lysanxia 10 mg tabletten
Lysanxia 20 mg tabletten
Lysanxia 15 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing.
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lysanxia 10 mg tabletten: elke tablet bevat 10 mg prazepam.
Lysanxia 20 mg tabletten: elke tablet bevat 20 mg prazepam.
Lysanxia 15 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing: elke ml bevat 15 mg prazepam (equivalent aan 15 druppels).
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke tablet van 10 mg bevat 93,73 mg lactosemonohydraat.
Elke tablet van 20 mg bevat 83,80 mg lactosemonohydraat.
Elke ml druppels voor oraal gebruik, oplossing bevat 746 mg propyleenglycol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten.
Druppels voor oraal gebruik, oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van angst.
Benzodiazepinen zijn geïndiceerd in geval van ernstige stoornissen die invaliderend zijn of verantwoordelijk zijn voor extreem lijden.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Het risico op afhankelijkheid kan toenemen naarmate de dosis en de behandelingsduur toenemen; daarom dienen de laagste effectieve dosis en de kortste behandelingsduur te worden gebruikt en dient de noodzaak van voortgezette behandeling regelmatig opnieuw te worden beoordeeld (zie rubriek 4.4).
Plotse stopzetting of snelle verlaging van de dosering van prazepam na voortgezet gebruik kan ontwenningsreacties bespoedigen, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Om het risico op ontwenningsreacties te verlagen, dient het gebruik geleidelijk te worden afgebouwd om prazepam stop te zetten of de dosering te verlagen (zie rubriek 4.4).
Behandelingsduur
In veel gevallen beantwoordt toediening van benzodiazepinen alleen aan een occasionele of voorbijgaande behoefte en zal de toediening dus van korte duur zijn.
Soms is voor de toestand van de patiënt een langere toediening nodig. Bij langdurige toediening van benzodiazepinen dient de arts regelmatig het nut ervan opnieuw te beoordelen.
Voorzichtigheid is geboden bij stopzetting van de behandeling. Bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie dient verlaging van de dosering te worden overwogen.
De behandelingsduur dient zo kort mogelijk te zijn. De patiënt dient regelmatig opnieuw te worden beoordeeld en de noodzaak tot verdere behandeling dient te worden geëvalueerd, vooral als de patiënt vrij van symptomen is. De totale behandelingsduur dient over het algemeen niet langer te zijn dan 8-12 weken, inclusief de periode van geleidelijk verminderen.
In bepaalde gevallen kan een verlenging van de maximale behandelingsperiode noodzakelijk zijn. In dat geval dient dit niet plaats te vinden zonder herevaluatie van de toestand van de patiënt door een specialist.
Dosering
De behandeling dient te worden gestart met de laagste aanbevolen dosis. De maximale dosis dient niet te worden overschreden.
De dosering bedraagt 10 tot 60 mg prazepam per dag, afhankelijk van de therapeutische respons van de patiënt.
Deze dosering mag in één of meerdere giften per 24 u. toegediend worden.
Bv. a) één dosis 's avonds of
b) 1/4 dosis 's morgens, 1/4 dosis 's middags en 1/2 dosis 's avonds of
c) 1/2 dosis 's morgens en 1/2 dosis 's avonds.
Ouderen
Bij oudere of erg verzwakte personen is het aangeraden de behandeling te beginnen met een dosis van 10 of 15 mg prazepam verdeeld over de dag en deze dosis later te verhogen indien nodig.
Pediatrische patiënten
Adolescenten (12 tot 17 jaar)
Beneden de 18 jaar is het raadzaam de dosering te verminderen in functie van de leeftijd en het lichaamsgewicht van de patiënt, en de dosis van 1 mg per kg lichaamsgewicht per dag niet te overschrijden.
Kinderen
Gebruik van benzodiazepinen bij kinderen beneden 6 jaar mag enkel gebeuren na evaluatie en onder toezicht van een specialist (neuropediater, psychiater), die zelf de dosis zal bepalen. Lysanxia 15 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing bevat propyleenglycol. Propyleenglycol kan bijwerkingen teweegbrengen bij kinderen jonger dan 5 jaar (zie rubriek 4.4).
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen .
- Patiënten met antecedenten van overgevoeligheid voor andere benzodiazepinen.
- Gevallen van glaucoom en myasthenia gravis.
- Kinderen jonger dan 6 jaar. Het gebruik bij kinderen jonger dan 6 jaar is voorbehouden voor zeldzame en specifieke indicaties, na evaluatie en onder controle van een specialist (neuropediater, psychiater).
- Patiënten met een ernstige respiratoire insufficiëntie.
- Slaapapnoesyndroom.
- Ernstige leverinsufficiëntie.
4.8 Bijwerkingen
De gemelde bijwerkingen zijn opgenomen in de onderstaande tabel, per systeem en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd als: zeer frequent (1/10), frequent (1/100,<1/10), weinig frequent (1/1.000, <1/100), zeldzaam (1/10.000, <1/1.000) en zeer zeldzaam (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
| | |
Psychiatrische aandoeningen | Frequent | verwardheid, bewogen dromen |
Niet bekend | geneesmiddelenmisbruik (zie rubriek 4.4), geneesmiddelenafhankelijkheid (zie rubriek 4.4) | |
Aandoeningen van het zenuwstelsel | Zeer frequent | slaperigheid |
| Frequent | duizeligheid, draaierigheid, ataxie, hoofdpijn, beven, moeilijk spreken |
| Weinig frequent | syncope |
Oogaandoeningen | Frequent | wazig zien |
Hartaandoeningen | Frequent | palpitaties |
Maagdarmaandoeningen | Frequent | droge mond, diverse maagdarmklachten |
Aandoeningen van de huid en de onderhuidse weefsels | Frequent | diaforese, voorbijgaande huiduitslag (zeer zelden anafylaxie) |
| Weinig frequent | allergische jeuk |
Musculoskeletale aandoeningen | Frequent | gewrichtspijn |
| Weinig frequent | gezwollen voeten |
Aandoeningen van de nieren en de urinewegen | Weinig frequent | diverse urogenitale stoornissen (zelden menstruatie- en ovulatiestoornissen, zelden seksuele stoornissen en zeer zelden gynaecomastie). |
Algemene stoornissen en afwijkingen op de toedieningsplaats | Frequent | vermoeidheid, asthenie |
Niet bekend | geneesmiddelontwenningsverschijnselen-syndroom (zie rubriek 4.4) |
De volgende bijwerkingen zijn karakteristiek voor de benzodiazepinen. Zij treden essentieel op in het begin van de behandeling en verdwijnen doorgaans bij het voortzetten van de behandeling.
Een vermindering van de dosering kan hieraan verhelpen.
Organisme in het algemeen: asthenie, spierzwakte, wijzigingen van de libido.
Zenuwstelsel:
Minder frequent: geheugenstoornissen (vooral bij ouderen), mogelijkheid van paradoxale reacties (vooral bij ouderen en kinderen, bv. verhoogde slapeloosheid, toename van de agressiviteit, agitatie, toename van de angst en epileptische aanvallen), prikkelbaarheid, verminderde waakzaamheid, verwardheid.
Zeldzame psychiatrische stoornissen, zoals depersonalisatie, depressie, paranoïa, verstarde emoties of paradoxale reacties kunnen zich manifesteren als gevolg van snelle schommelingen van de benzodiazepineconcentraties in het bloed.
Spijsverteringsstelsel: cholestase en geelzucht (uitzonderlijk).
Respiratoir stelsel: respiratoire depressie bij patiënten met een aspecifieke, chronische, respiratoire aandoening.
Bloed- en lymfestelsel: uitzonderlijk agranulocytose.
Oogstoornissen: diplopie.
Amnesie
Anterograde amnesie kan optreden bij gebruik van therapeutische dosissen, met een toename van het risico in functie van de dosis. De amnestische effecten kunnen geassocieerd zijn met onaangepast gedrag (zie rubriek 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
Depressie
Een reeds bestaande depressie kan zich manifesteren tijdens behandeling met benzodiazepinen.
Psychiatrische en paradoxale reacties
Reacties zoals agitatie, prikkelbaarheid, agressiviteit, delier, woedeaanvallen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, onaangepast gedrag en andere gedragseffecten zijn bekende reacties bij gebruik van benzodiazepinen of benzodiazepineachtige producten. Zij kunnen betrekkelijk ernstig zijn en doen zich vooral voor bij kinderen en ouderen.
Afhankelijkheid
Gebruik (zelfs in therapeutische dosissen) kan leiden tot de ontwikkeling van fysieke afhankelijkheid: stopzetting van de behandeling kan ontwennings- of reboundverschijnselen tot gevolg hebben (zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). Er kan psychische afhankelijkheid optreden. Misbruik van benzodiazepinen is gemeld (zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be - Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
PFIZER NV/SA, Pleinlaan 17, 1050 Brussel.
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Lysanxia 10 mg tabletten: BE113005
Lysanxia 20 mg tabletten: BE120967
Lysanxia 15 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing: BE145844
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
09/2024
24E24
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1271824 | LYSANXIA SOL GUTT 20ML | N05BA11 | € 11,83 | - | Nee | - | - |