Samenvatting van de productkenmerken
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Diovane 3 mg/ml drank
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml oplossing bevat 3 mg valsartan.
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke ml oplossing bevat 0,3 g sucrose, 1,22 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 5 mg poloxamer (188), 0,99 mg propyleenglycol (E1520) en 3,72 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van hypertensie bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 1 tot jonger dan 18 jaar.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Voor kinderen en adolescenten die geen tabletten kunnen doorslikken, wordt het gebruik van Diovane drank aanbevolen. De systemische blootstelling en piekplasmaconcentratie van valsartan zijn ongeveer een factor 1,7 respectievelijk 2,2 hoger bij gebruik van de oplossing in vergelijking met de tabletten.
Kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar
De gebruikelijke startdosis is 1 mg/kg eenmaal daags. In onderstaande tabel wordt het volume Diovane drank dat correspondeert met enkele geselecteerde doses weergegeven.
Gewicht van het kind | Valsartan-dosis (voor de gebruikelijke startdosis van 1 mg/kg) | Volume van de Diovane drank |
10 kg | 10 mg | 3,5 ml |
15 kg | 15 mg | 5,0 ml |
20 kg | 20 mg | 6,5 ml |
25 kg | 25 mg | 8,5 ml |
30 kg | 30 mg | 10 ml |
Een hogere startdosis van 2 mg/kg kan in bepaalde geselecteerde gevallen worden overwogen indien een snellere verlaging van de bloeddruk vereist is. De dosis dient op basis van de bloeddrukrespons en verdraagbaarheid te worden aangepast tot een maximale dosis van 4 mg/kg eenmaal daags. Er is geen onderzoek verricht naar doses hoger dan 4 mg/kg bij kinderen van 1 tot jonger dan 6 jaar.
Bij het bereiken van de leeftijd van zes jaar wordt overgang naar de dosering voor kinderen van 6‑17 jaar aanbevolen. Sommige kinderen kunnen echter een hogere valsartan-dosis krijgen dan de hoogste aanbevolen dosis voor kinderen van 6‑17 jaar. Indien deze dosis goed wordt verdragen, kan de dosis mogelijk worden voortgezet onder nauwgezette controle van de bloeddruk en verdraagbaarheid.
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar
Voor kinderen en adolescenten die geen tabletten kunnen doorslikken, wordt het gebruik van de orale oplossing van Diovane aanbevolen. De systemische blootstelling en de piekplasmaconcentraties van valsartan zijn ongeveer 1,7 tot 2,2 keer hoger bij gebruik van de oplossing vergeleken met de tabletten.
De aanvankelijke dosis voor de orale oplossing van Diovane is 20 mg (wat overeenstemt met 7 ml van de oplossing) eenmaal per dag voor kinderen en adolescenten die minder dan 35 kilo wegen en 40 mg (wat overeenkomt met 13 ml van de oplossing) eenmaal per dag voor hen die 35 kilo of meer wegen. De dosis moet worden aangepast op basis van de bloeddrukrespons tot een maximumdosis van 40 mg valsartan eenmaal per dag (wat overeenstemt met 13 ml van de oplossing) voor kinderen en adolescenten met een lichaamsgewicht van minder dan 35 kilo en 80 mg valsartan (wat overeenstemt met 27 ml van de oplossing) voor kinderen en adolescenten die 35 kilo of meer wegen. Voor kinderen die al vóór de leeftijd van zes jaar met valsartan zijn gestart, raadpleeg de dosering onder ‘Kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar’.
Switchen tussen tabletten van Diovane en de orale oplossing van Diovane
Het wordt niet aanbevolen om van Diovane tabletten naar Diovane drank over te schakelen tenzij dit klinisch nodig is.
Als omschakeling van Diovane tabletten naar Diovane drank om klinische redenen noodzakelijk is, moet de valsartan dosis worden aangepast zoals hieronder in de tabel wordt beschreven en moet de bloeddruk nauwkeurig worden gevolgd. De dosis moet getitreerd worden afhankelijk van de bloeddruk en tolerantie.
Tabletten | Drank | |
Valsartan dosis | Valsartan dosis bij overschakeling | Volume om in te nemen |
40 mg | 20 mg | 7 ml |
80 mg | 40 mg | 13 ml |
160 mg | 80 mg | 27 ml |
320 mg | Door het grote volume van oplossing dat nodig zou zijn wordt het gebruik van de oplossing niet aan bevolen | Niet van toepassing |
Als omschakeling van Diovane drank naar Diovane tabletten om klinische redenen noodzakelijk is, moet dezelfde aanvangsdosis in milligram worden toegediend. Vervolgens moet regelmatig de bloeddruk worden gevolgd terwijl men rekening houdt met de mogelijkheid van onderdosering en moet verder worden getitreerd gebaseerd op de respons van de bloeddruk en tolerantie.
Diovane tabletten zijn niet geschikt voor kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 5 jaar en voor hen die moeite hebben met het doorslikken van de tabletten.
Kinderen jonger dan 1 jaar
Beschikbare gegevens zijn beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2. De veiligheid en werkzaamheid van Diovane bij kinderen jonger dan 1 jaar zijn echter niet vastgesteld.
Gebruik bij pediatrische patiënten met nierfunctiestoornis in de leeftijd van 1 tot jonger dan 18 jaar
Gebruik bij pediatrische patiënten met een creatinineklaring van < 30 ml/min en bij pediatrische dialyse patiënten werd niet onderzocht; daarom wordt valsartan bij deze patiënten niet aanbevolen. Een dosisaanpassing voor pediatrische patiënten met een creatinineklaring van > 30 ml/min is niet nodig. De nierfunctie en het serumkalium moeten nauwkeurig worden gevolgd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gebruik bij pediatrische patiënten met leverfunctiestoornis in de leeftijd van 1 tot jonger dan 18 jaar
Net als bij volwassenen, is Diovane gecontra-indiceerd bij pediatrische patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, galcirrose en bij patiënten met cholestase (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.2). Er is weinig klinische ervaring met Diovane bij pediatrische patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis. De dosis valsartan mag bij deze patiënten niet hoger zijn dan 80 mg.
Pediatrisch hartfalen en recent myocardinfarct
Diovane wordt niet aanbevolen voor de behandeling van hartfalen of recent myocardinfarct bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar, wegens het ontbreken van gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.
Wijze van toediening
Diovane kan onafhankelijk van een maaltijd worden ingenomen.
4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Ernstige leverfunctiestoornis, biliaire cirrose en cholestase.
- Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.4. en 4.6).
- Het gelijktijdig gebruik van Diovane met aliskiren-bevattende producten is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR <60 ml/min/1,73m2) (zie rubrieken 4.5 en 5.1).
4.8 Bijwerkingen
In gecontroleerde klinische onderzoeken met volwassen patiënten met hypertensie was de totale incidentie van bijwerkingen vergelijkbaar met die in de placebogroep en is consistent met de farmacologie van valsartan. De incidentie van bijwerkingen bleek niet gerelateerd te zijn aan de dosis of behandelingsduur en toonde ook geen verband met geslacht, leeftijd of ras.
De bijwerkingen die zijn gemeld in klinisch onderzoek, postmarketing ervaring en laboratoriumbevindingen zijn hieronder vermeld, ingedeeld naar systeem/orgaanklasse.
Bijwerkingen
De bijwerkingen zijn in volgorde van frequentie gerangschikt, de meest voorkomende bijwerkingen eerst, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000) zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (frequentie met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen iedere frequentiegroep zijn de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Voor alle bijwerkingen die zijn gemeld vanuit post-marketing ervaring en laboratoriumbevindingen is het niet mogelijk om een bijwerkingenfrequentie te bepalen en daarom is bij deze bijwerkingen bij frequentie 'niet bekend' vermeld.
- Hypertensie
Bloed‑ en lymfestelselaandoeningen | |
Niet bekend | Daling van de hemoglobinewaarde, daling van de hematocrietwaarde, neutropenie, trombocytopenie |
Immuunsysteemaandoeningen | |
Niet bekend | Overgevoeligheid inclusief serumziekte |
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen | |
Niet bekend | Stijging van de kaliumspiegel in serum, hyponatriëmie |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | |
Soms | Vertigo |
Bloedvataandoeningen | |
Niet bekend | Vasculitis |
Ademhalingsstelsel‑, borstkas‑ en mediastinumaandoeningen | |
Soms | Hoesten |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Soms | Buikpijn |
Lever- en galaandoeningen | |
Niet bekend | Verhoging van de leverfunctiewaarden inclusief een stijging van de bilirubinewaarde in serum |
Huid‑ en onderhuidaandoeningen | |
Niet bekend | Angio-oedeem, dermatitis bullosa, huiduitslag, pruritus |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen | |
Niet bekend | Myalgie |
Nier‑ en urinewegaandoeningen | |
Niet bekend | Nierfalen en nierfunctiestoornis, verhoging van de creatininewaarde in serum |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Soms | Vermoeidheid |
Pediatrische patiënten
Hypertensie
Het bloeddrukverlagend effect van valsartan werd beoordeeld in twee gerandomiseerde, dubbelblinde klinische studies (elk gevolgd door een vervolgperiode of -studie) en één open-label studie. Aan deze studies namen 711 pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar deel met en zonder chronische nierinsufficiëntie, van wie er 560 valsartan ontvingen. Met de uitzondering van enkele gastro-intestinale aandoeningen (zoals buikpijn, misselijkheid, braken) en duizeligheid werden er geen verschillen in type, frequentie en ernst van bijwerkingen opgemerkt tussen het veiligheidsprofiel voor pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar en het profiel eerder gerapporteerd voor volwassen patiënten.
Neurocognitieve en ontwikkelingsbeoordeling van pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 tot 16 jaar toonde geen algehele klinisch relevante negatieve impact na behandeling met Diovane tot maximaal een jaar.
Er werd een samengevoegde analyse uitgevoerd van 560 pediatrische patiënten met hypertensie (in de leeftijd van 6-17 jaar) die valsartan als monotherapie [n=483] of een antihypertensieve combinatietherapie met valsartan [n=77] ontvingen. Van de 560 patiënten hadden er 85 (15,2%) chronische nierinsufficiëntie (GFR op de baseline < 90 ml/min/1,73 m²). 45 (8,0%) patiënten stopten met een studie vanwege bijwerkingen. 111 (19,8%) patiënten ervoeren een medicijnbijwerking, waarbij hoofdpijn (5,4%), duizeligheid (2,3%) en hyperkaliëmie (2,3%) het vaakst voorkwamen. Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kwamen hyperkaliëmie (12,9%), hoofdpijn (7,1%), een verhoogd creatininegehalte in het bloed (5,9%) en hypotensie (4,7%) het vaakst voor als bijwerking. Bij patiënten zonder chronische nierinsufficiëntie kwamen hoofdpijn (5,1%) en duizeligheid (2,7%) het vaakst voor als bijwerking. Bij patiënten die valsartan in combinatie met andere antihypertensieve medicijnen ontvingen werden vaker bijwerkingen waargenomen dan bij patiënten die alleen valsartan ontvingen.
Het bloeddrukverlagende effect van valsartan bij kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar is beoordeeld in drie gerandomiseerde, dubbelblinde klinische studies (elk gevolgd door een vervolgperiode). In de eerste studie bij 90 kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar werden twee sterfgevallen en geïsoleerde gevallen van duidelijke verhoging van levertransaminasen waargenomen. Deze gevallen traden op in een populatie die significante comorbiditeiten vertoonde. Een relationeel verband met Diovane is niet vastgesteld. In de twee latere studies waarin 202 kinderen in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar werden gerandomiseerd, traden geen significante verhogingen van levertransaminasen of sterfgevallen op bij de behandeling met valsartan.
In een samengevoegde analyse van de twee latere studies bij 202 kinderen met hypertensie (in de leeftijd van 1 tot jonger dan 6 jaar) ontvingen alle patiënten valsartan als monotherapie in de dubbelblinde perioden (behalve in de wachttijd waarin een placebo werd gebruikt). Van hen gingen 186 patiënten door in een vervolgstudie of een open-label periode. Van de 202 patiënten hadden er 33 (16,3%) chronische nierinsufficiëntie (GFR op de baseline < 90 ml/min). In de dubbelblinde periode zetten twee patiënten (1%) het onderzoek niet voort vanwege een bijwerking en in de open-label periode of vervolgperiode zetten vier patiënten (2,1%) het onderzoek niet voort vanwege een bijwerking. In de dubbelblinde periode hadden 13 (7,0%) patiënten ten minste één bijwerking. De meest voorkomende bijwerkingen waren braken n=3 (1,6%) en diarree n=2 (1,1%). Er was één bijwerking (diarree) in de groep met chronische nierinsufficiëntie. In de open-label periode had 5,4% van de patiënten (10/186) ten minste één bijwerking. De meest voorkomende bijwerking was verminderde eetlust, waarvan twee patiënten (1,1%) melding maakten. In zowel de dubbelblinde periode als de open-label periode werd bij één patiënt in elke periode hyperkaliëmie opgemerkt. Er waren geen gevallen van hypertensie of duizeligheid in de dubbelblinde periode of de open-label periode.
Hyperkaliëmie werd vaker waargenomen bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 1 tot jonger dan 18 jaar met onderliggende chronische nierinsufficiëntie. Het risico op hyperkaliëmie is mogelijk hoger bij kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 5 jaar in vergelijking met kinderen in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar.
Het veiligheidsprofiel dat in gecontroleerd klinisch onderzoek wordt gezien bij volwassen patiënten met post-myocardinfarct en/of hartfalen wijkt af van het totale veiligheidsprofiel dat bij hypertensieve volwassen patiënten wordt gezien. Dit kan samenhangen met de onderliggende ziekte van de patiënt. De bijwerkingen die bij patiënten met post-myocardinfarct en/of hartfalen optraden, worden hieronder vermeld:
- Post-myocardinfarct en/of hartfalen (alleen bij volwassen patiënten bestudeerd)
Bloed‑ en lymfestelselaandoeningen | |
Niet bekend | Trombocytopenie |
Immuunsysteemaandoeningen | |
Niet bekend | Overgevoeligheid inclusief serumziekte |
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen | |
Soms | Hyperkaliëmie |
Niet bekend | Stijging van de kaliumspiegel in serum, hyponatriëmie |
Zenuwstelselaandoeningen |
|
Vaak | Duizeligheid, posturele duizeligheid |
Soms | Syncope, hoofdpijn |
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen | |
Soms | Vertigo |
Hartaandoeningen | |
Soms | Hartfalen |
Bloedvataandoeningen | |
Vaak | Hypotensie, orthostatische hypotensie |
Niet bekend | Vasculitis |
Ademhalingsstelsel‑, borstkas‑ en mediastinumaandoeningen | |
Soms | Hoesten |
Maagdarmstelselaandoeningen | |
Soms | Misselijkheid, diarree |
Lever- en galaandoeningen | |
Niet bekend | Verhoging van de leverfunctiewaarden |
Huid‑ en onderhuidaandoeningen | |
Soms | Angioedeem |
Niet bekend | Dermatitis bullosa, uitslag, pruritus |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen | |
Niet bekend | Myalgie |
Nier‑ en urinewegaandoeningen | |
Vaak | Nierfalen en verminderde nierfunctie |
Soms | Acuut nierfalen, verhoging van de creatininewaarde in serum |
Niet bekend | Stijging van de ureumwaarde in bloed |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | |
Soms | Asthenie, vermoeidheid |
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via:
België |
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten |
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Pharma nv, Medialaan 40, B-1800 Vilvoorde, België
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE371007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
13.04.2023
Datum van goedkeuring van de tekst: 04/2023
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig |
---|---|---|---|---|---|
2687457 | DIOVANE 3MG/ML DRANK 160 ML | C09CA03 | € 14,52 | - | Ja |