BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Nafpenzal DC suspensie voor intramammair gebruik
4. FARMACOLOGISCHE GEGEVENS
4.1 ATCvet-code: QJ51RC23
4.2 Farmacodynamische eigenschappen
Dit diergeneesmiddel is een combinatiepreparaat met procaïnebenzylpenicilline, nafcilline en dihydrostreptomycine.
Benzylpenicilline behoort tot de bètalactam antibiotica en oefent een bactericide werking uit op Grampositieve kiemen door remming van de celwandsynthese bij actief delende kiemen, maar is niet resistent tegen penicillinase.
Nafcilline is een semisynthetische penicilline met eenzelfde bactericide werking. In tegenstelling tot benzylpenicilline is het in hoge mate werkzaam tegen penicillinase vormende stafylokokken.
Dihydrostreptomycine (DHS) is een antibioticum van de aminoglycosidengroep. Het heeft een bactericide werking door remming van de eiwitsynthese, zowel bij kiemen in groei als in rustfase. Het is voornamelijk actief tegen Gramnegatieve kiemen.
Bij gelijktijdig gebruik van bètalactam antibiotica en aminoglycosiden treedt synergisme op.
Resistentie:
Benzylpenicilline is niet bestand tegen bètalactamases. Het bètalactamasegen kan door middel van een plasmide overgedragen worden. De meeste Grampositieve bacteriën zijn nog gevoelig voor benzylpenicilline door hun onvermogen om R-plasmiden op te nemen. Resistentietoename in vitro is van het penicillinetype (multistep), door mutaties en selectie. S. aureus vormt hierop een uitzondering: hier kan het plasmide door transductie overgedragen worden.
Nafcilline is penicillinaseresistent. Resistentieontwikkeling tegen nafcilline is van het multisteptype.
Resistentieontwikkeling tegen DHS berust voornamelijk op periplasmatische enzymen die overdraagbaar zijn door R-plasmiden. Chromosomaal gebonden resistentie berust op éénstapsmutaties in de ribosomeneiwitten. Resistente stammen worden uitgeselecteerd bij gebruik van sublethale doses.
4.3 Farmacokinetische eigenschappen
De speciale zalfbasis verzekert bij droogstand een depotwerking tot 8 weken, ter hoogte van het behandelde kwartier (zie hieronder).
Volgende concentraties antibiotica werden in het uiersecreet gemeten na toediening van het diergeneesmiddel:
Dagen droogstand | Penicilline | Nafcilline | DHS |
14 | 0,48 | 0,10 | 1,4 |
21 | 0,13 | 0,04 | 1,1 |
41-80 | 0,03 | 0,01 | 2,6 |
Slechts geringe hoeveelheden van de actieve bestanddelen dringen door in de bloedbaan. Eliminatie van de actieve stoffen gebeurt voornamelijk via de nieren.